27 728
Wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en de vorming van regionale expertisecentra (regeling leerlinggebonden financiering)

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER VLIES C.S.

Ontvangen 14 november 2001

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel N, wordt in artikel 28b, na het eerste lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:

1a. In bijzondere gevallen kan Onze minister ontheffing verlenen van de verplichting als bedoeld in eerste lid, eerste volzin. Onze minister kan aan de ontheffing voorschriften verbinden.

Toelichting

Het blijkt niet voor elk bevoegd gezag mogelijk om medeverantwoordelijkheid te dragen voor en te participeren in de rechtspersoon die vorm geeft aan het regionaal expertisecentrum. De aanleiding daarvan is gelegen in onoverbrugbare verschillen van inzicht die verband houden met de denominatie van de betreffende scholen. In het licht van artikel 23 Grondwet gaat het te ver om desondanks de scholen te verplichten tot bestuurlijke deelname aan het regionaal expertisecentrum. Dit laat onverlet dat de indicatiestelling plaatsvindt door het regionaal expertisecentrum en dat de bestedingsverplichting van toepassing is. De bestedingsverplichting krijgt vorm door het betrekken van onderwijskundige ondersteuning op basis van een daartoe met het regionaal expertisecentrum gesloten overeenkomst. De minister is gerechtigd om voorschriften te verbinden aan het verlenen van de in dit amendement beoogde ontheffing.

Van der Vlies

Ross-van Dorp

Slob

Naar boven