nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (voorlopige maatregel).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
10 april 2001
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bescherming van de
volksgezondheid wenselijk is tijdig maatregelen te kunnen treffen tegen personen
die ervan worden verdacht bij het verrichten van handelingen op het gebied
van de individuele gezondheidszorg schade of een aanmerkelijke kans op schade
aan de gezondheid van een ander te veroorzaken en dat met het oog daarop de
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wijziging behoeft;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt als volgt
gewijzigd:
A
Na artikel 96 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 96a
1. Indien tegen de verdachte van overtreding van artikel 96 ernstige bezwaren
zijn gerezen en de bescherming van de volksgezondheid dat dringend vordert,
is de officier van justitie, zolang de behandeling ter terechtzitting nog
niet is aangevangen, bevoegd, gehoord de Inspectie voor de Gezondheidszorg,
de verdachte bij aan deze te betekenen kennisgeving als voorlopige maatregel
te bevelen zich van bepaalde handelingen te onthouden.
2. De verdachte kan tegen het bevel binnen veertien dagen na de betekening
in beroep komen bij het gerecht waar de zaak wordt vervolgd of vervolgd zal
worden. Het gerecht beslist zo spoedig mogelijk. De verdachte wordt gehoord,
althans behoorlijk opgeroepen.
3. Artikel 28, tweede en derde lid, en de artikelen 30 tot en met 32 van
de Wet op de economische delicten zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 96b
Indien tegen de verdachte van overtreding van artikel 96 ernstige bezwaren
zijn gerezen en de bescherming van de volksgezondheid dat dringend vordert,
kan het met de behandeling van de zaak belaste gerecht voor de behandeling
ter terechtzitting, op de vordering van het openbaar ministerie, op de voordracht
van de rechter-commissaris, met het gerechtelijk vooronderzoek belast, en,
indien de zaak te zijner zitting wordt behandeld, mede ambtshalve, de verdachte,
gehoord de Inspectie voor de Gezondheidszorg, als voorlopige maatregel bevelen
zich van bepaalde handelingen te onthouden. Artikel 29, tweede en derde lid,
en de artikelen 30 tot en met 32 van de Wet op de economische delicten zijn
van overeenkomstige toepassing.
B
Artikel 98 wordt als volgt gewijzigd:
a. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
b. Er wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:
2. Op dezelfde wijze wordt gestraft degene die handelt in strijd met een
ingevolge artikel 96a of artikel 96b gegeven bevel zich van bepaalde handelingen
te onthouden.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
De Minister van Justitie,