27 561
Nationaal Antennebeleid

nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2002

Hierbij bied ik u mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Miliieubeheer het antwoord aan op de vraag van de heer Bakker, gesteld, mede namens mevrouw Wagenaar en de heer Atsma, tijdens de regeling van werkzaamheden van 23 april 2002.

Het Kabinet heeft antenne-installaties voor GSM en UMTS netwerken met een hoogte tot 5 meter en de antenne-installaties van het C-2000 netwerk voor de communicatie van nood- en hulpverleningsdiensten, opgenomen in de lijst van bouwwerken waarvoor geen bouwvergunning nodig is op grond van de Woningwet.

In dit kader werd op 27 juni 2002 een convenant ondertekend waarin aanvullende voorwaarden voor die bouwvergunningsvrijheid zorgvuldig zijn geregeld. Het convenant is een uitwerking van het Nationaal Antennebeleid dat het Kabinet in december 2000 heeft vastgesteld en dat de Tweede Kamer heeft goedgekeurd. Het Kabinet streefde er naar om de gewijzigde Woningwet, inclusief de nieuwe regeling inzake het bouwvergunningsvrije bouwen, per 1 juli dit jaar in werking te laten treden. Wegens vertraging in het wetgevingstraject is deze inwerkingtreding echter uitgesteld tot 1 januari 2003.

Gezien het grote belang van een snelle en zorgvuldige plaatsing van antenne-installaties voor GSM-en UMTS netwerken en het C-2000 netwerk inzake nationale veiligheid is evenwel het nadrukkelijke streven om de hieraan gerelateerde bepalingen inzake de bouwvergunningsvrijheid, vooruitlopend op 1 januari 2003, vervroegd in werking te laten treden. Onder voorbehoud van het akkoord van de ministerraad terzake, wordt gestreefd om dit in augustus 2002 te realiseren.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

Naar boven