nr. 18
Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2001
Medio 2000 informeerde ik uw Kamer door middel van een brief over mijn
voornemens betreffende deregulering van het werkdeel van het Fonds voor Werk
en Inkomen (FWI).1 Daarin werd ook melding gemaakt
van het feit dat voor het jaar 2001 nog geen nieuwe verdeelsleutels voor de
middelen in het werkdeel van FWI zouden worden ingevoerd.
Inmiddels heb ik besloten om ook voor het jaar 2002 de verdeelsleutels
nog niet te wijzigen.
Het gaat om het volgende:
In totaal wordt jaarlijks ongeveer f 2,2 miljard over de gemeenten
verdeeld voor uitvoering van de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW). Sinds
1 januari 2001 zijn deze middelen ondergebracht in het Fonds voor Werk en
Inkomen (in het zogenaamde W-deel; ook wel het gemeentelijk
werkfonds genoemd).
Een deel van deze middelen wordt via een vaste verdeelsleutel over de
gemeenten verdeeld. Het gaat daarbij om een historische sleutel, die grotendeels
is gebaseerd op het aandeel van de gemeente in het tot en met 1996 gerealiseerde
aantal voorlopers van WIW-banen. Voor deze historische verdeling is bij het
ingaan van de WIW gekozen om een soepele overgang zonder rigoureuze herverdeeleffecten
mogelijk te maken. Wel werd toen afgesproken om op termijn de systematiek
te herzien en de verdeling te baseren op de «geobjectiveerde behoefte»
van gemeenten.
Vorig jaar is echter besloten om nog niet met ingang van 2001 over te
gaan tot wijziging van de verdeelsystematiek. Dit om samenloop te voorkomen
met de herverdeeleffecten in het Inkomensdeel als gevolg van de invoering
van het Fonds voor Werk en Inkomen.
Ook voor het jaar 2002 wil ik nog niet overgaan tot herziening van de
verdeelsleutels. Naar mijn mening is herziening op dit moment ongewenst en
onnodig:
• Er loopt een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar de
werking van het arbeidsmarktinstrumentarium; in het najaar van 2001 zullen
de uitkomsten daarvan bekend zijn. Het is raadzaam om eventuele wijzigingen
die hieruit zouden voortvloeien gelijk op te laten lopen met wijziging van
de verdeelsleutel van de WIW-budgetten over de gemeenten. Gezien het tijdpad
van IBO zal dit niet per 2002 al van kracht kunnen zijn.
• Per 2002 vindt in het I-deel van het FWI een herziening van de
verdeelsystematiek plaats omdat het de bedoeling is dat het zogenaamde objectief
verdeelmodel – gedeeltelijk – wordt ingevoerd. Bij gelijktijdige
wijziging van de verdeelsystematiek in het W-deel zou in 2002 een samenloop
optreden van herverdeeleffecten.
• Het is nog onzeker wat de precieze impact zal zijn van de experimenten
FWI, zoals die naar aanleiding van de aangenomen motie Schimmel/Snijder-Hazelhoff1 thans in overleg met de VNG worden uitgewerkt in het
kader van de intentieverklaring «Een gezamenlijke agenda voor de toekomst»
die ik met de VNG heb gesloten. In dat verband worden o.a. mogelijkheden bekeken
om te komen tot verdere ontschotting van budgetten in het W-deel.
• Wijziging per 1 januari 2002 is niet per sé nodig. De huidige
verdeelsystematiek leidt bij gemeenten niet tot knelpunten.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. A. F. G. Vermeend