27 081
Nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Wet financiering Abw, IOAW en IOAZ)

nr. 12
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN SCHIMMEL EN SNIJDER-HAZELHOFF TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 10

Ontvangen 28 juni 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Na artikel 16 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK IIIA EXPERIMENT

Artikel 16a Experimenteerartikel

1. Volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels kan bij wijze van experiment voor een periode van drie jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wet, voor burgemeester en wethouders die daartoe bij Onze Minister een verzoek indienen worden afgeweken van de artikelen 3 en 9. Een verzoek als bedoeld in de eerste zin wordt ingediend binnen twee weken na de inwerkingtreding van deze wet.

2. Onze Minister bevordert, dat voor gemeenten die deelnemen aan het experiment, bedoeld in het eerste lid, de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 14, derde lid, van de Wet inschakeling werkzoekenden, voor die gemeenten zodanig wordt vormgegeven dat burgemeester en wethouders van die gemeenten voor de duur van het experiment, een ruimere bestedingsmogelijkheid wordt geboden voor de subsidie, bedoeld in laatstgenoemd artikel, dan voor andere gemeenten geldt.

3. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, en voor een algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel 16b Evaluatie

1. Onze Minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de uitkomsten van het experiment, bedoeld in artikel 16a.

2. Bij de maatregel, bedoeld in artikel 16a, kunnen regels worden gesteld omtrent de inhoud van het verslag, bedoeld in het eerste lid, en over de hiervoor door gemeenten aan Onze Minister te leveren gegevens.

II

Artikel 22 komt als volgt te luiden:

Artikel 22 Overgangsbepaling artikelen 5 en 16a

Voor het eerste kalenderjaar waarop deze wet betrekking heeft:

a. wordt de uitkering, bedoeld in artikel 5, eerste lid, vastgesteld binnen zes weken na de inwerkingtreding van deze wet; en

b. kan Onze Minister het voor dat jaar bij wet vastgestelde totale bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, verhogen in verband met verzoeken als bedoeld in artikel 16a.

Toelichting

Met dit amendement wordt de mogelijkheid geopend om bij wijze van experiment voor gemeenten die daartoe een verzoek indienen, volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels, af te wijken van de artikelen 3 en 9 van deze wet. De verwijzing naar deze artikelen impliceert, dat het experiment betrekking heeft op de hoogte van de budgettering en hoogte van de bandbreedte voor het eigen risico van gemeenten bij overschrijding van het budget (nu f 15,– per inwoner of 15% van het budget). Voor gemeenten die deelnemen aan het experiment zal worden bevorderd, dat in het kader van de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) ruimere bestedingsmogelijkheden mogelijk worden dan voor gemeenten die niet deelnemen aan het experiment.

De doelstelling van experiment is om gemeenten, vooruitlopend op de mogelijk volgende fase van het FWI, te laten experimenteren met pakketten van een grotere mate van budgettering/eigen risico, gecombineerd met een grotere beleidsvrijheid bij de besteding van WIW-middelen. De minister zal over de uitkomsten van het experiment verslag doen aan de Staten-Generaal.

Schimmel

Snijder-Hazelhoff

Naar boven