nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 6, derde lid, wordt «de artikelen 7, 8 en 9» vervangen
door: de artikelen 8 en 9.
II
Artikel 7 vervalt.
III
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid wordt de zinsnede «minder bedragen dan het
door burgemeester en wethouders vastgestelde bedrag, bedoeld in artikel 7,»
vervangen door: minder bedragen dan de volgens opgave van burgemeester en
wethouders, bedoeld in artikel 12, ten laste gebleven kosten, bedoeld in artikel
5, eerste lid,.
B. In het tweede lid wordt de zinsnede «het door burgemeester en
wethouders vastgestelde bedrag» telkens vervangen door: de volgens opgave
van burgemeester en wethouders, ten laste gebleven kosten, bedoeld in artikel
5, eerste lid,.
IV
Aan artikel 9, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: De voordracht
voor een maatregel als bedoeld in de eerste zin wordt niet eerder gedaan dan
vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Toelichting
Dit amendement beoogt het voorstel van de regering dat overschotten alleen
besteed mogen worden aan het onderdeel scholing en activering van het werkdeel
van het FWI te wijzigen. Het vervallen van artikel 7, waarin aangeduid
wordt hoe gemeenten hun overschotten op het budget moeten besteden, leidt
ertoe, dat de overschotten vrij besteedbaar zijn. De besteding dient in het
verlengde van het doel van de wet plaats te vinden. Daarvan dient in het verantwoordingsverslag
van de gemeente verslag te worden gedaan. De wijzigingen van de artikelen
6 en 8 houden verband met het vervallen van artikel 7 en zijn technisch van
aard.
Noorman-den Uyl
Snijder-Hazelhoff
Schimmel
Harrewijn
Mosterd