nr. 16
AMENDEMENT VAN HET LID SCHREIJER-PIERIK
Ontvangen 27 september 2000
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I worden na onderdeel CCa drie onderdelen ingevoegd, luidende:
CCb
In artikel 15.45 vervallen het derde en vierde lid.
CCc
In artikel 15.46, eerste lid, vervalt de zinsnede: , waarop artikel 15.45,
derde lid, niet van toepassing is,
CCd
Artikel 15.48 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Gedeputeerde Staten van provincies richten gezamenlijk een fonds op
ter dekking van grote financiële risico's in verband met de in artikel
8.49 bedoelde zorg voor gesloten stortplaatsen.
2. Onder vernummering van lid 3 tot lid 4, wordt een lid ingevoegd dat
luidt:
3. Het in het tweede lid bedoelde gedeelte van de heffingen wordt voor
alle stortplaatsen op dezelfde wijze bepaald.
Toelichting
Bij de behandeling van de wet tot wijziging van de Wet milieubeheer is
met betrekking tot de nazorg van gesloten stortplaatsen (Stb. 1997, 532) vastgesteld
dat, gelet op de relatie tussen vergunningverlening en nazorg, de verantwoordelijkheid
voor de nazorg bij de provincies moet liggen.
Verschillen in vergunningen- en nazorgbeleid van gedeputeerde staten van
provincies leiden tot wezenlijke kostprijsverschillen tussen de provincies
die niet zijn gebaseerd op locatiegebonden kenmerken. Zowel natuurlijke omstandigheden
als de vergunde stortcapaciteit en de acceptatiecriteria zijn locatiegebonden
kenmerken. Dit geldt echter niet voor de duur van voorzieningen, rentebaten
en beleggingsopbrengsten, wijze van vaststellen van de risico-opslag, procedure
voor het voor gesloten verklaren van een stortplaats en dergelijke. De ondergetekende
acht het niet gewenst dat het vergunningenbeleid en het nazorgbeleid van gedeputeerde
staten van provincies leidt tot kostprijsverschillen tussen stortplaatsen
die niet zijn gebaseerd op locatiegebonden kenmerken. Het onderhavige amendement
voorziet hierin.
Schreijer-Pierik