26 638
Wijziging van de Wet milieubeheer (structuur beheer afvalstoffen)

nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID SCHREIJER-PIERIK

Ontvangen 8 september 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel G, komt te luiden:

G

Artikel 8.17 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt.

2. Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid.

3. In het nieuwe tweede lid wordt «de in het eerste en tweede lid genoemde termijnen» vervangen door: de in het eerste lid bedoelde termijn.

II

In artikel I, onderdeel JJ, vervalt in de opsomming «8.17, tweede lid,».

Toelichting

Het amendement strekt er toe afvalbewerkende en afvalverwerkende bedrijven in dezelfde positie te brengen als andere vergunningplichtige bedrijven voor wat betreft de duur van een vergunning.

Milieubeheervergunningen worden in de regel voor onbepaalde tijd verstrekt. De Wet milieubeheer voorziet in instrumenten die het mogelijk maken een milieuvergunning aan te passen aan nieuwe inzichten over aspecten als de stand van de techniek. In de huidige Wet milieubeheer is voor de categorie afvalbe- en verwerkende inrichtingen een maximumtermijn verbonden aan de duur van een vergunning voor de inrichting. Het wetsvoorstel handhaaft deze bijzondere status van afvalbewerkende en -verwerkende inrichtingen, zij het dat de minister de mogelijkheid wordt geboden regels te stellen met betrekking tot de maximum termijn.

Het risico dat een vergunning na verstrijken van de termijn niet wordt verlengd, heeft negatieve gevolgen voor de bedrijfsvoering. In veel gevallen is de afschrijvingstermijn langer dan de maximaal vergunde termijn. Het risico bestaat dat een vergunning niet wordt verlengd of wordt verlengd onder voorwaarden die een renderende exploitatie niet langer mogelijk maken. In een Europese markt, waar de bedrijven in opereren of gaan opereren, is het belangrijk zekerheid te hebben over de afschrijvingstermijn. Het huidige wetsvoorstel laat de bedrijven hierin teveel in onzekerheid.

Schreijer-Pierik

Naar boven