nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID SCHREIJER-PIERIK
Ontvangen 8 september 2000
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel G, komt te luiden:
G
Artikel 8.17 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid vervalt.
2. Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid.
3. In het nieuwe tweede lid wordt «de in het eerste en tweede lid
genoemde termijnen» vervangen door: de in het eerste lid bedoelde termijn.
II
In artikel I, onderdeel JJ, vervalt in de opsomming «8.17, tweede
lid,».
Toelichting
Het amendement strekt er toe afvalbewerkende en afvalverwerkende bedrijven
in dezelfde positie te brengen als andere vergunningplichtige bedrijven voor
wat betreft de duur van een vergunning.
Milieubeheervergunningen worden in de regel voor onbepaalde tijd verstrekt.
De Wet milieubeheer voorziet in instrumenten die het mogelijk maken een milieuvergunning
aan te passen aan nieuwe inzichten over aspecten als de stand van de techniek.
In de huidige Wet milieubeheer is voor de categorie afvalbe- en
verwerkende inrichtingen een maximumtermijn verbonden aan de duur van een
vergunning voor de inrichting. Het wetsvoorstel handhaaft deze bijzondere
status van afvalbewerkende en -verwerkende inrichtingen, zij het dat de minister
de mogelijkheid wordt geboden regels te stellen met betrekking tot de maximum
termijn.
Het risico dat een vergunning na verstrijken van de termijn niet wordt
verlengd, heeft negatieve gevolgen voor de bedrijfsvoering. In veel gevallen
is de afschrijvingstermijn langer dan de maximaal vergunde termijn. Het risico
bestaat dat een vergunning niet wordt verlengd of wordt verlengd onder voorwaarden
die een renderende exploitatie niet langer mogelijk maken. In een Europese
markt, waar de bedrijven in opereren of gaan opereren, is het belangrijk zekerheid
te hebben over de afschrijvingstermijn. Het huidige wetsvoorstel laat de bedrijven
hierin teveel in onzekerheid.
Schreijer-Pierik