26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 315 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2019

Met deze brief wil ik uw Kamer informeren over wat de afgelopen jaren is bereikt met maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI). Om MVI op de kaart te zetten, is in 2015 is een gezamenlijk plan van aanpak1 opgesteld, dat inmiddels grotendeels is uitgevoerd. Ik stuur u deze brief mede namens de andere betrokken bewindslieden bij dit plan: de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Ons doel is om met MVI meters te maken in het versnellen van een aantal belangrijke maatschappelijke transities. We willen onder meer toe naar een circulaire en klimaatneutrale economie. Het kabinet heeft daarbij de ambitie uitgesproken om in 2021 een reductie van 1 Mton CO2 te realiseren met name met circulair inkopen als onderdeel van MVI2. Hiertoe is MVI ook als belangrijk instrument opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie3.

We willen ook naar een inclusieve arbeidsmarkt en een eerlijke internationale markt met een leefbaar loon en zonder dwangarbeid, kinderarbeid en discriminatie. Aan deze laatste doelstelling is de afgelopen jaren een bijdrage geleverd met de inzet van internationale sociale voorwaarden (ISV) bij rijksinkopen. Om aan deze voorwaarden te voldoen, moeten leveranciers inzichtelijk maken welke risico’s in hun toeleveringsketen aanwezig kunnen zijn en hoe deze risico’s worden aangepakt. Leveranciers moeten hier ook transparant over zijn (due diligence). Op deze manier stimuleert MVI bedrijven om maatschappelijk verantwoord te ondernemen.

De uitdaging van het MVI-beleid is om zoveel mogelijk overheden en andere organisaties hierin mee te nemen. Daarom werken we samen met andere overheden, maatschappelijke organisaties en marktpartijen. Het Rijk geeft daarbij het goede voorbeeld door zelf steeds meer maatschappelijk verantwoord in te kopen.

De Europese Unie concludeert in haar tweejaarlijkse Evaluatie Uitvoering EU-Milieubeleid 20194 dat Nederland een koppositie inneemt op het gebied van MVI. De Nederlandse benadering is één van de meest ambitieuze en succesvolle in de EU. Ondanks dit mooie compliment realiseer ik me al te goed dat we er nog niet zijn. Het is mijn bedoeling dat MVI steeds meer een normaal onderdeel wordt van overheidsinkoop. Om daar te komen, voeren de vijf betrokken departementen acties uit langs drie hoofdlijnen.

  • 1. Meer maatschappelijk verantwoorde opdrachtgevers: We willen organisaties aan de slag krijgen en houden met MVI, ook internationaal. Vaak begint dat met het uitspreken van een ambitie of met een pilot. Het Manifest MVI5 en de Green Deal Circulair Inkopen 2.06 zijn belangrijke instrumenten hierbij. De ervaring leert dat het niet voldoende is om alleen de inkoopafdelingen aan te haken. Duurzaamheid en sociale ambities moeten nadrukkelijk worden verankerd in de gehele organisatie om te komen tot ambitieuze opdrachtverlening met effect.

  • 2. Kennis en instrumenten: We bieden inkopende organisaties de benodigde tools om hun ambities met inkoop te kunnen verwezenlijken. Hierin zijn de afgelopen periode grote stappen gezet. Onder meer is een forse impuls gegeven aan klimaatneutraal en circulair inkopen (onder andere aan pilots), en aan ondersteuning bij de toepassing van internationale sociale voorwaarden.

  • 3. Monitoring: We maken het mogelijk om de inzet, resultaten en effecten van MVI te meten, waardoor MVI voor organisaties beter zichtbaar en stuurbaar wordt. Hiertoe is onder meer de MVI-zelfevaluatietool beschikbaar gesteld en meet RIVM de effecten van MVI. Ik zal u in deze brief ook informeren over de (eerste) resultaten uit deze monitoring.

1. Meer maatschappelijk verantwoorde opdrachtgevers

Manifest MVI

De afgelopen jaren zijn steeds meer overheden en andere organisaties concreet aan de slag gegaan met MVI. Ik kon in de vorige voortgangsbrief in 20177 60 ondertekenaars van het Manifest MVI melden, inmiddels zijn dat er meer dan 1608. Op basis hiervan hebben al 100 organisaties een actieplan gepubliceerd, waarmee ze concrete stappen zetten met MVI.

Dit helpt hen écht, horen we op congressen en in regiobijeenkomsten. Het succes van een actieplan ligt in het vertalen van de beleidsambities naar inkoop en in het verbinden van bestuur, opdrachtgevers en inkopers in de organisatie om te komen tot ambitieuze opdrachten, zo blijkt uit evaluatie door CE Delft9.

De komende tijd ga ik door met het werven van nieuwe ondertekenaars. Daarbij onderzoek ik de mogelijkheden om het Manifest MVI ook na 2020 een vervolg te geven.

Green Deals

Een tweede manier om organisaties aan de slag te krijgen met MVI is via Green Deals. De eerste Green Deal Circulair Inkopen was succesvol10 en heeft inmiddels een vervolg gekregen. De deelnemers – ruim 50 private en publieke organisaties – voeren elk minimaal twee circulaire inkooptrajecten uit of schalen een eerder uitgevoerde circulaire pilot op. Ze delen de opgedane kennis en ervaring in een community of practice. Uit de eerste Green Deal is ook een breed beschikbare Wegwijzer Circulair Inkopen11 voortgekomen.

Ik vind het belangrijk dat Nederland deze beweging niet alleen maakt, maar juist ook in Europees en breder verband. Onze economie houdt immers niet op bij de grens. De Nederlandse aanpak van de Green Deal Circulair Inkopen heeft inmiddels ook Europees navolging gekregen. Met steun vanuit Rijkswaterstaat zijn al vergelijkbare initiatieven opgezet in Vlaanderen, Finland, Portugal en de regio Parijs. Hiermee ontstaan concrete startpunten voor de transitie naar een circulaire economie in Europa, wat weer bijdraagt aan de afzetmarkt voor Nederlandse koplopende bedrijven (o.a. via Holland Circular Hotspot)).

Op 10 oktober 2018 is ook de Green Deal «Duurzame zorg voor een gezonde toekomst» ondertekend onder auspiciën van het Ministerie van VWS. In de zorg liggen nog veel kansen voor verduurzaming. Aangezien circulair inkopen hiervan een belangrijk onderdeel uitmaakt, ondersteun ik deze Green Deal vanuit de Klimaatenveloppe. Dankzij deze impuls kunnen stappen worden gezet, zowel op het vastleggen van ambities, het vergaren en verspreiden van kennis, als op het meten van de voortgang.

Op 11 april 2019 was de slotbijeenkomst van de Green Deal «Biobased producten voor de openbare ruimte». Er zijn goede resultaten bereikt. Bij aanvang van de Green Deal streefde men ernaar om vier biobased pilotprojecten te starten. Dat zijn er ruim vijftig geworden, waarin ervaring is opgedaan met de kansen en mogelijkheden van biobased toepassingen in de buitenruimte. Bekeken wordt of de Green Deal een vervolg krijgt of kan aansluiten op het interdepartementale programma circulaire economie.

Pilots Klimaatenveloppe

Het kabinet heeft deze regeerperiode extra budget uitgetrokken voor het klimaat en de circulaire economie. In 2018 (€ 5 mln) en 2019 (€ 7,5 mln) is een deel van dit budget gebruikt om klimaatneutraal en circulair inkopen een grote impuls te geven. Hierbij onder meer sterk ingezet op pilots en leernetwerken om de kennis en ervaring bij overheden te vergroten.

In 2018 zijn 104 inkoop-pilots ondersteund met concrete kennis en advies: 80 pilots bij decentrale overheden en 24 bij de rijksoverheid. Pilots liepen daarbij uiteen van de bouw van een circulair zwembad tot de inkoop van warme drankenautomaten of doelgroepenvervoer. Ook in 2019 is weer ruimte om 100 pilots bij decentrale overheden te ondersteunen met expertise over klimaatneutraal en circulair inkopen.

Alle resultaten worden na afloop openbaar gemaakt. Het belangrijkste resultaat uit de pilots is het positieve leereffect bij deelnemende overheden. Daarnaast meet het RIVM ook de verwachte besparing aan CO2 en grondstoffen. Nog niet alle pilots uit 2018 zijn al ver genoeg afgerond om de effecten te bepalen. Acht pilots leverden samen al een verwachte reductie op van 0,042 Mton, met name door de inkoop van nieuwe windenergie uit Nederland. Daarnaast leidt de inkoop van duurzaam vervoer tot minder gebruik van fossiele brandstoffen (14.500 ton olie-equivalenten per jaar). Bij een deel van de pilots was het effect op de CO2-uitstoot niet in te schatten. Deze pilots waren gericht op stappen eerder in het inkoopproces, zoals het formuleren van een visie of het verkennen van circulaire opties bij leveranciers. De resultaten van de overige pilots worden gecombineerd met de meetgegevens die over 2019 worden gerapporteerd.

MVI bij het Rijk

Bij de uitrol van het MVI-beleid in Nederland kijken we nadrukkelijk ook naar de inkoop van het Rijk zelf. Uit een quick scan door KPMG12 blijkt dat de producten en diensten die de rijksoverheid jaarlijks inkoopt een gezamenlijke milieu-impact hebben van naar schatting zo'n 1,8 Mt CO2-eq. en 3 Mton materiaalgebruik. Het Rijk heeft zelf ook een actieplan MVI Rijksinkoopstelsel13 opgesteld voor de generieke inkoop en verschillende departementen hebben daaraan hun eigen specifieke actieplan toegevoegd. Daarmee wordt resultaat geboekt in een reeks grote rijksbrede aanbestedingen met duurzame impact op mens en milieu. Zo werkt het Rijk bijvoorbeeld aan 100.000 circulaire werkplekken en het verduurzamen van alle rijkskantoren in het centrumgebied van Den Haag. Ook werkte de rijksoverheid aan 24 pilots klimaatneutraal en circulair inkopen in het kader van de hierboven genoemde impuls vanuit de klimaatenveloppe 2018.

Met deze pilots is invulling gegeven aan de gewijzigde motie van lid Paternotte14 om vanuit meerdere departementen relevante proeven te starten met aanbestedingen waarin meetbare duurzaamheidscriteria met een vast en substantieel wegingspercentage in de procedure en gunning zijn opgenomen en de geleerde lessen van deze procedures onder de aandacht te brengen van decentrale overheden.

Sinds 1 april 2017 is het toepassen van het Rijksinkoopkader internationale sociale voorwaarden (ISV) verplicht voor rijksaanbestedingen in tien risicocategorieën boven de Europese aanbestedingsdrempel. Hierin zijn de voorwaarden in lijn gebracht met de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen (een internationaal raamwerk voor maatschappelijk verantwoord ondernemen). Dit betekent dat leveranciers ketenonderzoek uitvoeren, daarbij de risico’s voor mens en milieu identificeren, maatregelen treffen om deze aan te pakken en te voorkomen, en transparant zijn hierover. Dit draagt bij aan het uitbannen van misstanden in de inkoopketen, zoals kinderarbeid en dwangarbeid. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de ambitie om ISV toe te passen in alle aanbestedingen, dus ook buiten de risicocategorieën.

Het kabinet wil mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt helpen om een arbeidsplaats te vinden. Het Rijk zet zich daarom in op het creëren van extra arbeidsplekken, werkervaringsplekken of stageplekken voor deze groep mensen via de eigen inkoop. Hiervoor geldt al sinds 2011 dat social return on investment (SROI) wordt meegenomen als voorwaarde bij alle rijksopdrachten boven de Europese aanbestedingsdrempel van € 250.000.

Sinds 1 januari 2018 werkt het Rijk ook samen met leveranciers en dienstverleners aan nieuwe, creatieve manieren om mensen via inkoopcontracten en SROI naar werk te begeleiden. Dit is Maatwerk voor Mensen. De kern van deze aanpak is een lerende manier van werken. De opgedane praktijkervaring wordt gebruikt voor de doorontwikkeling van beleid. Rijksoverheidsprofessionals en leveranciers krijgen in deze fase van doorontwikkeling extra ruimte om in proeftuinen te verkennen wat mogelijk is. In 2018 werkte het Rijk aan 21 proeftuinen social return, waarmee circa 60 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk begeleid. Zo zijn onder meer jeugdjustitiabelen geholpen bij het behalen van een mbo-diploma en ICT-ers met een uitkering zijn omgeschoold en geholpen aan een baan als inkoopadviseur15. In 2019 zijn inmiddels 24 nieuwe proeftuinen in voorbereiding.

Via de jaarrapportage bedrijfsvoering Rijk wordt uw Kamer jaarlijks geïnformeerd over de duurzaamheid van de Rijksbedrijfsvoering, waaronder de inzet en resultaten van MVI door het Rijk. Ervaringen en lessen van het Rijk worden onder meer via PIANOo gedeeld met andere overheden. In aanvulling hierop deelt Maatwerk voor Mensen ervaringen via de website16 en bijeenkomsten. Ook is het jaarverslag Maatwerk voor Mensen gepubliceerd.

Met de in deze hele paragraaf beschreven activiteiten geeft het Rijk invulling aan de motie van het lid Özütok17 die oproept tot evalueren van de proeftuinen en het delen van de resultaten en ervaringen.

Ondanks de vele goede stappen, ligt er nog een flinke uitdaging op weg naar een rijksoverheid die volledig maatschappelijk verantwoord inkoopt. ABDTOPConsult heeft onderzocht hoe opdrachtgevers binnen het Rijk beter kunnen bijdragen aan de versnelling van de duurzame transitie van Nederland18. Op basis hiervan wordt momenteel een ambitieuze Rijksinkoopstrategie uitgewerkt, gericht op het structureler verankeren van MVI binnen de inkoop en het opdrachtgeverschap van het Rijk. Mijn collega van BZK zal u hierover nader informeren.

2. Kennis en instrumenten

Kennis en goede voorbeelden

Om maatschappelijk verantwoord te kunnen inkopen hebben organisaties kennis nodig en goede voorbeelden om te volgen. Voor veel inkopers en opdrachtgevers is het kopen van een circulair product of het rekening houden met ISV nog grotendeels onbekend gebied. Daarom is de afgelopen jaren veel kennis vergaard door met name het expertisecentrum PIANOo en verspreid naar inkopende overheden. PIANOo biedt onder meer een uitgebreide website, een helpdesk, praktijkvoorbeelden, handreikingen, leernetwerken, regiobijeenkomsten en congressen.

Het kabinet zet vanuit de actieagenda Beter Aanbesteden ook in op professionalisering van aanbestedende diensten. Dit stelt partijen beter in staat om de beleidsdoelen op een goede manier te betrekken in het inkoopproces en draagt daarmee bij aan MVI.

Overheden vragen vaak om goede voorbeelden. Sinds dit voorjaar worden daarom alle voorbeelden door het MVI-loket van PIANOo verzameld en ontsloten op de MVI-kaart van Nederland19 waarop voorbeelden te vinden zijn per regio, per thema en per productgroep.

Ook internationaal wordt veel kennis ontwikkeld op het gebied van MVI. Daarom onderhoud ik een goed internationaal netwerk. Via verschillende Europese projecten werken we als Nederland bijvoorbeeld samen aan het verder leren over en versterken van circulair inkopen. Afgelopen jaar is ook het jaarlijkse MVI-congres gecombineerd met de prestigieuze Ecoprocura conference in «European Green Capital» Nijmegen. Hierdoor kon Nederland zich nogmaals op de kaart zetten als voortrekker op gebied van MVI.

KoopWijsPrijs

Ik ben blij dat ik u kan melden dat de KoopWijsPrijs MVI voor overheden, mede dankzij de oproep uit uw Kamer, inmiddels al twee keer is uitgereikt. In 2017 ontving Helmond de prijs voor hun uitstekende MVI-actieplan, dat ambitie uitstraalt en MVI in de organisatie verankert. In 2018 heeft de gemeente Zevenaar de prijs gewonnen voor hun circulaire fietspad, waarbij gebruik is gemaakt van grasfalt en grasbeton, en dat tot stand is gekomen via innovatieve samenwerking. Ook de andere genomineerden konden fraaie projecten laten zien. De KoopWijsPrijs is een goede manier om mooie voorbeelden op een positieve manier naar buiten te brengen en zo MVI verder te stimuleren.

Academies

Een goede manier voor overheidsinkopers en -opdrachtgevers om actief on-the-job te leren is de academy-vorm. PIANOo organiseert al enige tijd een Circulair inkopen academy. Deelnemers (inkoper en opdrachtgever samen) combineren leren in groepsvorm met het uitvoeren van een eigen project. Deelnemers zijn afkomstig uit een brede groep aanbestedende diensten. Het enthousiasme van de deelnemers blijkt wel uit het feit dat de academies steeds snel zijn volgeboekt.

In november vorig jaar is ook de eerste ISV academy gestart. Het doel van de ISV academy is om kennis over te brengen, om de obstakels te bespreken waar de deelnemers tegen aan lopen en om hier gezamenlijk oplossingen voor te vinden. Er zijn pilots gestart om de opgedane kennis in de praktijk te brengen, onder andere op gebied van ICT, bedrijfskleding, natuursteen en energie. Ook dit jaar zal weer een ISV academy starten. Eén van de doelstellingen is om betrokkenen uit iedere risicocategorie in het Rijksinkoopstelsel deel te laten nemen, om te borgen dat ISV goed wordt toegepast.

Leernetwerken Klimaatenveloppe

Een krachtige manier van kennis opdoen, is het samen leren en ervaringen delen in een leernetwerk. Vanuit de Klimaatenveloppes 2018 en 2019 zijn naast pilots daarom ook leernetwerken opgezet. In 2018 hebben meer dan 500 personen deelgenomen aan tien leernetwerken. Deze gingen over grote thema's als de bouw, de gww-sector, ICT, energie en vervoer. De deelnemers waren positief en veel gaven aan in 2019 weer te willen meedoen. Bij evaluatie door het RIVM geeft driekwart van de deelnemers aan nu beter in staat te zijn om bijvoorbeeld het draagvlak voor circulair inkopen te vergroten of om in gesprek te gaan met leveranciers.

Alle leernetwerken hebben daarnaast ook geleid tot breed beschikbare producten, zodat het leereffect niet alleen beperkt blijft tot de deelnemers. In 2019 wordt een groot deel van de leernetwerken voortgezet.

MVI criteria

De rijksoverheid en veel andere overheden hebben zich gecommitteerd om bij 45 impactvolle productgroepen MVI-eisen toe te passen. Het Rijk stelt daarvoor criteria beschikbaar via een gebruiksvriendelijke MVI-criteriatool20. Deze tool helpt om ambities concreet te maken en draagt bij aan een uniforme uitvraag richting de markt. De tool geeft MVI-criteria op drie ambitieniveaus, zodat inkopers en opdrachtgevers zo goed mogelijk, zo duurzaam mogelijk kunnen inkopen. De tool, die het gebruik van losse pdfs vervangt, wordt veel gebruikt (de site is al ruim 17.500 keer bezocht sinds de lancering in november 2018).

Om de MVI-criteria actueel te houden en te verbeteren, worden deze jaarlijks beoordeeld en waar nodig aangepast. Bij de actualisatie van dit jaar zijn onder meer criteria voor social return en ISV toegevoegd. Ook zijn scherpere eisen toegevoegd voor het reduceren van CO2-uitstoot door transport, kan er met een nieuw gunningscriterium gestuurd worden op meer hernieuwbare energie productie en zijn er vernieuwde criteria voor catering gepubliceerd.

In het kader van het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie worden de MVI criteria uitgebreid met kunstgras. Hierdoor gaan deze ook een specifiek thema dekken vanuit het beleidsveld sport. Ook in de zorg wordt nagedacht over nieuwe inkoopcriteria in het kader van de Green Deal Duurzame Zorg.

Inbedding in de organisatie

Ook wereldwijd is er aandacht voor ontwikkeling van MVI-tools. In mei 2017 is onder leiding van de Nederlandse vereniging van inkopers (NEVI), de wereldwijde richtlijn ISO 20400 voor MVI van kracht geworden. De richtlijn helpt organisaties om de vertaalslag te maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen naar MVI-beleid, naar inkoopstrategie en uiteindelijk naar het inkoopproces. Hiermee kunnen organisaties de duurzaamheid van hun inkoop continu verbeteren.

Om organisaties te ondersteunen bij het toepassen van de richtlijn, hebben NEN en NEVI vorig jaar met mijn steun een webtool ISO 20400 ontwikkeld. Deze geeft ook de mogelijkheid om resultaten te benchmarken en via een zelfverklaring te publiceren in een register. Meer dan 120 organisaties hebben de tool tot nu toe toegepast. Negen hebben ook een zelfverklaring gepubliceerd.

Specifieke activiteiten

Op verschillende onderwerpen lopen specifieke activiteiten, zoals rondom de inkoop van natuursteen, ICT, MKB-vriendelijk inkopen en inkopen met behulp van CO2-schaduwbeprijzing.

Het IMVO-convenant voor de natuursteensector is een gezamenlijk initiatief van Nederlandse en Vlaamse partijen. Parallel hieraan is een pilotprogramma opgezet. Doelstelling is om concrete handvatten te ontwikkelen voor de inkoop van verantwoorde natuursteen en zo actief bij te dragen aan het terugdringen van MVO-risico’s in de keten, met name kinderarbeid. De geleerde lessen zullen ook van toepassing zijn op andere productgroepen. Aan de pilots doen diverse gemeenten mee, waaronder Amsterdam, Breda, Den Haag, Leusden, Rotterdam en Utrecht.

Voor de ICT-sector is dit jaar met Finland en een groep betrokken ngo's een traject gestart om te komen tot een internationale samenwerking. We willen landen en grote inkopers gaan samenbrengen in een eenduidige veranderopgave richting de ICT-branche. Daarbij mik ik op echte verduurzaming, zowel voor grondstoffengebruik als voor sociale omstandigheden in de keten. De bedoeling is om het partnership uit te voeren onder de vlag van het VN-Milieuprogramma. Daarna kan opschaling mogelijk plaatsvinden in de context van het Platform for Accelerating the Circular Economy (PACE). Dit sluit ook aan op de inzet van de circulaire maakindustrie op ICT in het Nationale uitvoeringsprogramma Circulaire Economie.

Kansen bieden aan het mkb levert maatschappelijke impact op, zowel qua economie als qua innovatie. Het Ministerie van EZK werkt daarom in brede zin aan de versterking van het mkb via het mkb-actieplan21. Mkb-vriendelijk inkopen krijgt aandacht binnen het traject Beter Aanbesteden. Eén van de acties die uit dit traject is voortgekomen, is een advies over clusteren22. Het samenvoegen van opdrachten kan het met name voor mkb-bedrijven en starters moeilijk of zelfs onmogelijk maken om zelfstandig mee te doen aan aanbestedingen. Met deze en andere acties wordt gewerkt aan het toegankelijker maken van aanbestedingstrajecten voor het mkb.

In 2018 is een leernetwerk aan de slag geweest met CO2-schaduwbeprijzing. Dit is een manier van inkopen waarbij de CO2-effecten fictief worden meegerekend in de inkoopprijs, zodat beter kan worden gestuurd op klimaatvriendelijke alternatieven. Ingekochte producten en werken kunnen een aanzienlijk effect hebben de uitstoot van CO2. Denk bijvoorbeeld aan asfaltwegen, staal en beton. In vervolg hierop verkennen de bestuurlijke koepels VNG, IPO en de Unie van Waterschappen deze aanpak dit jaar verder in pilots en door te werken aan randvoorwaarden. Hiervoor heb ik hen subsidie verstrekt vanuit de Klimaatenveloppe 2019. Binnen het Rijk werkt onder meer Rijkswaterstaat aan het breder meewegen van milieukosten (waaronder CO2-kosten) in werken.

Innovatiegericht inkopen

De overheid kan met haar inkoopkracht ook innovaties aanjagen. Bij innovatiegericht inkopen gaat het om het bieden van ruimte aan de markt, het formuleren van een ambitieuze vraag en het gezamenlijk met de markt uitwerken van deze vraag. Door innovatiegericht in te kopen, neemt de overheid bewust risico’s om te komen tot nieuwe of aanmerkelijke verbeterde oplossingen.

PIANOo en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ondersteunen overheden bij de verschillende manieren van innovatiegericht inkopen. Hiervoor is onder meer eind 2018 het Innovatiegericht Inkopen congres georganiseerd en tussentijdse kennis- en netwerkbijeenkomsten. Overheden kunnen gebruik maken van aanbestedingsprocedures als een concurrentiegerichte dialoog, een prijsvraag, een small business innovation research (SBIR)-competitie of een innovatiepartnerschap.

Bij een SBIR-competitie daagt de overheid de markt uit om innovatieve oplossingen te ontwikkelen voor een specifiek maatschappelijk vraagstuk. Na een succesvol ontwikkelingstraject kan de overheid als launching customer de ontwikkelde oplossing kopen via een nieuwe aanbesteding. Sinds 2004 zijn er 72 SBIR-trajecten gedaan door verschillende ministeries, provincies en uitvoeringsorganisaties. Zo heeft de Provincie Zuid-Holland de markt uitgedaagd oplossingen te ontwikkelen voor de opwekking van energie uit de kades en oevers van provinciale vaarwegen. Tot 2017 was 89% van de ondernemingen die aan een SBIR-competitie hebben deelgenomen mkb.

Een variant van de SBIR-competitie is het innovatiepartnerschap. In deze aanbestedingsprocedure geeft de overheid aan de voorkant van het ontwikkeltraject de randvoorwaarden mee, waaronder zij de ontwikkelde innovaties zal inkopen. Er is dan geen nieuwe aanbesteding nodig. Zo heeft de gemeente Almere de markt verzocht om van het ingezamelde huisafval innovatieve oplossingen te ontwikkelen voor de openbare ruimte van onder de eigen gemeente.

3. Monitoring

MVI Effectmonitoring

Een belangrijke graadmeter voor MVI is welke impact we bereiken in termen van grondstoffenbesparing, CO2-emissies, milieueffecten en werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. RIVM heeft een relatief eenvoudige methode ontwikkeld om de effecten van MVI waar mogelijk in kaart te brengen op landelijke schaal met behulp van gewogen steekproeven.

Het RIVM heeft hierover begin 2018 een eerste rapportage gemaakt, waarin de methodiek is uitgewerkt en toegepast op de eerste acht productgroepen in de periode 2015–1623. Inmiddels worden elke twee jaar zestien relevante productgroepen met deze methode gevolgd, die samen een groot deel van de mogelijke impact van MVI vertegenwoordigen. Deze effecten worden steeds bepaald ten opzichte van de meest gangbare niet-MVI inkoopopties die in dat jaar beschikbaar waren (bijvoorbeeld een dieselauto bij de inkoop van personenauto's).

De toepassing van MVI in de zestien gekozen productgroepen heeft in 2015–16 geleid tot goede effecten. Gedurende de looptijd van de meerjarige contractperiode gaat het opgeteld om de volgende effecten:

  • 5 Mton CO2-uitstootreductie

  • 1,7 ton minder uitstoot fijnstof

  • 28 ton minder emissie van NOx

  • 13.000 ton vermeden olie-equivalenten door biobased inkopen

  • 1.600 fte aan werk voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt.

Uit de rapportage van RIVM blijkt dat MVI een groot effect heeft op onder meer de CO2-uitstoot. Dit gemeten effect is voor een belangrijk deel gerealiseerd door de inkoop van duurzame energie. Een beperking in de monitoring is dat veel basis inkoopgegevens zoals ingekochte aantallen niet standaard worden geregistreerd door organisaties. Vooral het effect van circulair inkopen bleek hierdoor nog moeilijk te bepalen en ook de belangrijke productgroep bouw kon nog niet worden meegenomen. Bovengenoemde effecten zijn daarom waarschijnlijk een onderschatting. Ik verwacht dat volgende metingen beter aan informatie zullen komen als gevolg van toenemende aandacht voor meten, de geboden ondersteuning en het gebruik van de MVI-ZET.

Het is nog te vroeg om het effect van de internationale sociale voorwaarden te meten. Het is nu belangrijk om eerst zicht te krijgen op aanbestedingen waarbij deze voorwaarden zijn toegepast. Daarna worden concrete stappen gezet om wel effecten te kunnen gaan bepalen.

MVI Zelfevaluatietool (MVI ZET)

Steeds meer overheden gaan aan de slag met MVI en stellen ambities op die ze mede met inkoop willen verwezenlijken. In Manifest MVI heeft het Rijk afgesproken een instrument beschikbaar te stellen waarmee organisaties inzicht krijgen in de eigen prestaties en vorderingen. Dat is belangrijk om te kunnen sturen op het halen van de eigen ambities. Het instrument moet daarnaast cumulatief (niet naar individuele organisaties herleidbaar) inzicht geven op landelijk niveau. Dit instrument is de MVI ZET geworden.

De MVI ZET is halverwege 2018 breed beschikbaar gekomen en wordt door steeds meer organisaties actief gebruikt, ook door partijen die het Manifest niet hebben ondertekend. Ruim de helft van de gebruikers zijn gemeenten. Ook binnen de rijksoverheid wordt de tool momenteel uitgerold. De eerste reacties en resultaten zijn positief. De onderstaande grafiek geeft een beeld wat de inzet is geweest op MVI aan de hand van ruim tweeduizend aanbestedingen bij 89 organisaties.

De grafiek laat zien dat er al veel gebeurt. In 61% van alle ingevoerde aanbestedingen wordt MVI meegenomen. Daarbij wordt door deze partijen stevig ingezet op met name social return (41%), MKB-vriendelijk inkopen (29%) en milieuvriendelijk inkopen (27%), maar ook op nieuwere thema's als ISV (16%) en circulair inkopen (11%). Het getal van 61% is overigens niet te vergelijken met het oude doel van 100% duurzaam inkopen. Dat doel was beperkt tot het 100% gebruik van de minimumeisen van de productgroepen waarvoor milieucriteria beschikbaar waren. Het gemeten getal kijkt breder. Het is een percentage van alle inkopen en sluit aan op het beleid om inkoop strategisch in te zetten waar deze het beste tot effect leidt.

In de meeste gevallen blijken inkopende organisaties te kiezen voor een focus op één of twee MVI-thema's per inkoop. Dit is in lijn met de aanbeveling aan overheden om focus aan te brengen en te kiezen voor productgroepen en thema’s waar het meeste effect te verwachten is om hun eigen beleid te realiseren. Het weerspreekt ook de eerdere vrees van het bedrijfsleven dat overheden bedrijven zouden gaan overvragen met teveel MVI-thema's per inkoop.

Gekozen is om de tool zo eenvoudig mogelijk te houden om administratieve lasten te beperken. Op dit moment wordt deze op onderdelen verder doorontwikkeld, op basis van gebruikersvragen. Er is een module toegevoegd die naast de inzet op MVI ook kijkt naar de realisatie in contracten. Daarnaast loopt momenteel een experiment om een module toe te voegen, waarmee organisaties zelf op onderdelen het CO2-effect van hun inkoop kunnen inschatten. Hiervoor zijn twee relatief eenvoudig te bepalen onderdelen uitgekozen: de inkoop van energie en van mobiliteit (transportdiensten en inkoop eigen wagenpark).

Vooruitblik

Het plan van aanpak MVI 2015–2020 loopt door tot en met 2020. Met de uitvoering van dit plan zijn goede resultaten geboekt en voortgang gemaakt in de uitrol van MVI naar alle overheden. Tegelijkertijd moet er ook nog veel gebeuren om maatschappelijk verantwoord inkopen tot de standaard te maken. Het blijft daarom belangrijk om hier aandacht voor te hebben.

Ik verwacht dat dit ook na 2020 nog nodig zal zijn. Daarom ga ik de komende periode met mijn collega-bewindspersonen, overheden, koepels, marktpartijen en maatschappelijke organisaties in overleg om invulling te geven aan dit vervolg. Ik zal uw Kamer hierover informeren in de loop van volgend jaar.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven