Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26063 nr. 15 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26063 nr. 15 |
Ontvangen 8 april 1999
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I (Ziektewet), onderdeel B, wordt aan artikel 19b een lid toegevoegd, luidende:
5. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de verzekerde, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het uitsluiten van het recht op ziekengeld, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel II (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering) wordt als volgt gewijzigd:
A. In onderdeel C wordt aan artikel 19a een lid toegevoegd, luidende:
6. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de verzekerde, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van niet toekennen van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
B. Onderdeel D wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt de zinsnede «twee leden» vervangen door: drie leden.
2. Na artikel 43, zesde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de persoon, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het vijfde lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het intrekken van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
C. In onderdeel F, onder 2, wordt in artikel 47, zesde lid, «19a» vervangen door: 19a, eerste tot en met vijfde lid,.
Artikel III (Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen) wordt als volgt gewijzigd:
A. In onderdeel C wordt aan artikel 7b een lid toegevoegd, luidende:
6. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de verzekerde, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het niet bestaan van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
B. Onderdeel D wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt de zinsnede «twee leden» vervangen door: drie leden.
2. Na artikel 19, vijfde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de verzekerde, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het vierde lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het eindigen van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
C. In onderdeel F wordt in artikel 21, zevende lid, de zinsnede «Artikel 7b» vervangen door: Artikel 7b, eerste tot en met vijfde lid,.
D. In onderdeel H wordt in artikel 22, zesde lid, de zinsnede «19, vierde en vijfde lid,» vervangen door: 19, vierde, vijfde en zesde lid,.
Artikel IV (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten) wordt als volgt gewijzigd:
A. In onderdeel B wordt aan artikel 6b een lid toegevoegd, luidende:
6. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de jonggehandicapte, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het niet bestaan van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
B. Onderdeel C wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt de zinsnede «twee leden» vervangen door: drie leden.
2. Na artikel 17, zesde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de jonggehandicapte, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het vijfde lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het eindigen van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
C. In onderdeel E wordt in artikel 20, zevende lid, de zinsnede «Artikel 6b» vervangen door: Artikel 6b, eerste tot en met vijfde lid,.
Artikel VII (Algemene nabestaandenwet), onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
A. Aan artikel 32c wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De Bank kan ten aanzien van de persoon, bedoeld in het eerste lid, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het niet ontstaan van het recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering of wezenuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
B. Aan artikel 32d wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De Bank kan ten aanzien van de persoon, bedoeld in het eerste lid, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het eindigen van het recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering of wezenuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Het is, gelet op het doel van het onderhavige wetsvoorstel, niet wenselijk dat uitkeringsgerechtigde gedetineerden in het buitenland hun uitkering verliezen, als de detentie evident in strijd is met een verdrag betreffende de rechten van de mens. Dit amendement beoogt dan ook de uitvoeringsinstanties de bevoegdheid te geven in specifieke gevallen van detentie in het buitenland het recht op een sociale zekerheidsuitkering te handhaven.
Van Dijke
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26063-15.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.