nr. 15
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DIJKE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 14
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I (Ziektewet), onderdeel B, wordt aan artikel 19b een lid toegevoegd,
luidende:
5. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de
verzekerde, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste
lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van
het uitsluiten van het recht op ziekengeld, zal leiden tot een onbillijkheid
van overwegende aard.
II
Artikel II (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering) wordt als volgt
gewijzigd:
A. In onderdeel C wordt aan artikel 19a een lid toegevoegd, luidende:
6. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de
verzekerde, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste
lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van
niet toekennen van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden
tot een onbillijkheid van overwegende aard.
B. Onderdeel D wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt de zinsnede «twee leden» vervangen door:
drie leden.
2. Na artikel 43, zesde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de
persoon, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het vijfde
lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang
van het intrekken van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden
tot een onbillijkheid van overwegende aard.
C. In onderdeel F, onder 2, wordt in artikel 47, zesde lid, «19a»
vervangen door: 19a, eerste tot en met vijfde lid,.
III
Artikel III (Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen) wordt
als volgt gewijzigd:
A. In onderdeel C wordt aan artikel 7b een lid toegevoegd, luidende:
6. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de
verzekerde, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste
lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van
het niet bestaan van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden
tot een onbillijkheid van overwegende aard.
B. Onderdeel D wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt de zinsnede «twee leden» vervangen door:
drie leden.
2. Na artikel 19, vijfde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de
verzekerde, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het vierde
lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van
het eindigen van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden
tot een onbillijkheid van overwegende aard.
C. In onderdeel F wordt in artikel 21, zevende lid, de zinsnede «Artikel
7b» vervangen door: Artikel 7b, eerste tot en met vijfde lid,.
D. In onderdeel H wordt in artikel 22, zesde lid, de zinsnede «19,
vierde en vijfde lid,» vervangen door: 19, vierde, vijfde en zesde lid,.
IV
Artikel IV (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten) wordt
als volgt gewijzigd:
A. In onderdeel B wordt aan artikel 6b een lid toegevoegd, luidende:
6. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de
jonggehandicapte, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen,
het eerste lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het
belang van het niet bestaan van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering,
zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
B. Onderdeel C wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt de zinsnede «twee leden» vervangen door:
drie leden.
2. Na artikel 17, zesde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de
jonggehandicapte, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen,
het vijfde lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het
belang van het eindigen van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering,
zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
C. In onderdeel E wordt in artikel 20, zevende lid, de zinsnede «Artikel
6b» vervangen door: Artikel 6b, eerste tot en met vijfde lid,.
V
Artikel VII (Algemene nabestaandenwet), onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
A. Aan artikel 32c wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De Bank kan ten aanzien van de persoon, bedoeld in het eerste lid,
die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten
toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het niet ontstaan
van het recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering of wezenuitkering,
zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
B. Aan artikel 32d wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De Bank kan ten aanzien van de persoon, bedoeld in het eerste lid,
die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten
toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het eindigen
van het recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering of wezenuitkering,
zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Toelichting
Het is, gelet op het doel van het onderhavige wetsvoorstel, niet wenselijk
dat uitkeringsgerechtigde gedetineerden in het buitenland hun uitkering verliezen,
als de detentie evident in strijd is met een verdrag betreffende de rechten
van de mens. Dit amendement beoogt dan ook de uitvoeringsinstanties de bevoegdheid
te geven in specifieke gevallen van detentie in het buitenland het recht op
een sociale zekerheidsuitkering te handhaven.
Van Dijke