25 834 Problematiek rondom asbest

Nr. 90 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2014

Asbest is lange tijd op veel manieren toegepast, ook bij Defensie. Sinds de gevaren van asbest voor de gezondheid bekend zijn, wordt het in overeenstemming met strenge veiligheidseisen gesaneerd. Dat is op grote schaal gebeurd, ook bij Defensie. Soms duikt asbest nog onverwachts op. Ook dan is het zaak zorgvuldig te handelen. In oktober 2013 vond aan boord van Zr. Ms. Zeeleeuw een asbestvoorval plaats. De KRO zendt hierover begin 2015 een reportage uit waaraan Defensie heeft meegewerkt. Tijdens het debat 11 november jl. heb ik toegezegd uw Kamer zo veel mogelijk proactief te informeren over zaken waarin gevaarlijke stoffen een rol spelen (Handelingen II 2014/15, nr. 22, item 26). Met deze brief wil ik u dan ook op de hoogte brengen van de afhandeling van dit asbestvoorval.

Aantreffen asbest

In oktober 2013 is Zr. Ms. Zeeleeuw als eerste onderzeeboot van de Walrusklasse het levensverlengend onderhoud ingegaan, dat twee jaar in beslag zal nemen. Bij deze vorm van onderhoud worden systemen, ruimtes en plaatsen geopend die anders gesloten blijven. Hierbij zijn drie asbestbronnen aangetroffen die niet in het asbeststatusboek van Zr. Ms. Zeeleeuw stonden vermeld.

Het asbest bevond zich in de hoofd elektrische motorkamer, de luchtverhitter en in kabelbanen. Het asbest in de motorkamer bevond zich in pakkingsmateriaal van de motoren en is in oktober 2013 aangetroffen. Van de luchtverhitter was bekend dat deze asbest bevatte, maar bij demontage in november 2013 bleek ook asbest aanwezig te zijn op een nog niet bekende plaats. Hierdoor is bij de demontage asbest vrijgekomen waaraan het aanwezige personeel is blootgesteld. Het asbest in de kabelbanen is in februari 2014 ontdekt tijdens een voorinspectie om de boot vrij te geven na de eerder genoemde voorvallen. Hierbij zijn kabelbundels losgemaakt om tussen de kabels metingen te kunnen verrichten. Deze bundels zijn na de bouw niet meer losgemaakt, waardoor dit asbest niet eerder is ontdekt.

Getroffen maatregelen

Na ontdekking van de afzonderlijke asbestbronnen is telkens op dezelfde wijze gehandeld. Eerst is de ruimte waarin het asbest is aangetroffen, onmiddellijk afgesloten om verdere blootstelling te voorkomen. Vervolgens heeft het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) in nauwe samenwerking met een gecertificeerd bedrijf een inventarisatie, sanering en inspectie uit laten voeren. Daarnaast is in februari 2014 aan TNO gevraagd toe te zien op de werkzaamheden en vrijgave van de afgesloten delen van de boot. In mei 2014 is Zr. Ms. Zeeleeuw vrijgegeven nadat door TNO was bevestigd dat aan de gestelde criteria voor eindcontrole na asbestverwijdering was voldaan. Het levensverlengend onderhoud aan deze boot is daarna weer volledig opgepakt en duurt tot op heden voort. Sinds de start van het levensverlengend onderhoud is niet meer gevaren met Zr. Ms. Zeeleeuw.

Personeel

De Inspectie SZW is begin december 2013 geïnformeerd en binnen Defensie is er een voorvalmelding gedaan. Al het personeel, inclusief het personeel van ingehuurde bedrijven dat tijdens de onderhoudswerkzaamheden mogelijk aan asbest is blootgesteld, is geregistreerd. Deze zogenoemde asbestregistratie is opgenomen in hun personeelsdossier. Al het personeel dat ten tijde van het voorval aan boord is geweest (naast de bemanning ook andere medewerkers van CZSK en het personeel van ingehuurde bedrijven) zijn op de hoogte gebracht van de asbestvondst. Ook is het andere personeel van de Onderzeedienst ingelicht. Verder is het voorval per intranet aan het overige personeel van het CZSK bekend gesteld.

Onderzoek andere onderzeeboten

Nadat asbest aan boord van Zr. Ms. Zeeleeuw was aangetroffen, zijn begin november 2013 ook de andere drie onderzeeboten aan een asbestonderzoek onderworpen. Zij bleken niet besmet met vrijgekomen asbest. Dit ondersteunt de veronderstelling dat het asbest in Zr. Ms. Zeeleeuw pas is vrijgekomen als gevolg van de verdergaande demontage tijdens het levensverlengend onderhoud. Wel wordt er bij deze boten vanuit gegaan dat zich op dezelfde locaties als bij Zr. Ms. Zeeleeuw asbest zal bevinden. Dit is als voorzorgsmaatregel opgenomen in hun asbeststatusboeken. Tijdens het levensverlengend onderhoud van deze boten in de periode 2016–2020 zal dit worden onderzocht door gecertificeerde bedrijven en indien er inderdaad sprake is van asbest zullen zij dit verwijderen.

Intern onderzoek

Naar aanleiding van de vondst van asbest in de motorkamer en de luchtverhitter, is 20 november 2013 een intern onderzoek gestart dat op 20 december 2013 is voltooid. De conclusie daarvan is dat de uitgevoerde acties na het aantreffen van het asbest adequaat zijn geweest. Wel is geconstateerd dat voorafgaand aan de werkzaamheden geen wettelijk verplichte asbestinventarisatie is uitgevoerd door een extern gecertificeerd bedrijf. Ook blijkt uit het onderzoek dat de bewustwording van het personeel over werken met asbest aandacht behoeft. Deze zaken zijn direct opgepakt.

Zo is op grond van deze conclusies door het CZSK in april 2014 een openbare aanbesteding uitgeschreven voor de uitvoering van asbestinventarisaties door een gecertificeerd bedrijf. De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft in oktober jl. bevestigd dat hiermee wordt voldaan aan de wet- en regelgeving op dit gebied. Om de bewustwording over het werken met asbest te vergroten, wordt nu bij de werkvoorbereiding van onderhoud door het CZSK nadrukkelijk aandacht besteed aan de kans dat asbest aan boord voor kan komen. Daarnaast is specifieke voorlichting over asbest en hoe hiermee moet worden omgegaan, opgenomen in voorlichtings- en opleidingsplannen van het personeel.

Ten slotte

Op grond van eerdere asbestinventarisaties, zoals die uit 1999 (Kamerstuk 25 834 nr. 18), en de aanscherping van de wet- en regelgeving zijn al veel asbesthoudende (on)roerende goederen gesaneerd. Niettemin moet nog steeds rekening worden gehouden met de aanwezigheid van asbest binnen Defensie. Dit is ook gebleken uit eerdere voorvallen waarover met uw Kamer is gecommuniceerd.1 Bewustzijn van het personeel is van belang voor een juiste afhandeling van voorvallen zoals bij Zr. Ms. Zeeleeuw. De conclusies uit het interne onderzoek naar de asbestvondsten aan boord van Zr. Ms. Zeeleeuw worden daarom defensiebreed besproken en onder de aandacht gebracht.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Zie onder meer Aanhangsel Handelingen II 1999/00, nr. 1283 en Aanhangsel Handelingen II 2008/09, nr. 949

Naar boven