25 424
Geestelijke Gezondheidszorg

nr. 29
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2000

Hierbij zend ik u ter kennisneming het Instellingsbesluit Taskforce Vermaatschappelijking Geestelijke Gezondheidszorg1. In mijn brief van 6 juli jl. (25 424, Nr. 28) heb ik de instelling van deze taskforce aangekondigd. Over de uitvoering van dit voornemen bericht ik u het volgende.

Op 18 oktober is de taskforce door mij formeel geïnstalleerd. Aansluitend vond de eerste vergadering plaats.

Bij het installeren van de taskforce heb ik, mede op basis van de uitkomsten van de eerder gehouden invitational conference, het volgende overwogen.

De termijn waarbinnen een rapportage moet volgen zou, vanwege de grote aandacht die nu voor dit onderwerp bestaat, kort behoren te zijn. In overleg met de voorzitter is daarom gekozen voor een intensief traject waarbij de eindrapportage uiterlijk op 1 januari 2002 zal plaatsvinden.

De omvang van de taskforce moet klein blijven. Gelet op het complexe veld zou een taskforce die een formele en volledige afspiegeling wil vormen van alle relevante partijen, te omvangrijk worden. Het vereiste werktempo en de benodigde creativiteit zouden onder druk komen te staan.

De taskforce moet ruimte krijgen voor het formuleren van oplossingsrichtingen en voor het organiseren van de eigen werkzaamheden. De taskforce zal vóór 1 januari 2001 een plan van aanpak aan mij voorleggen waarin prioriteiten en oplossingsrichtingen worden geformuleerd.

De leden moeten zonder last of ruggespraak van belanghebbenden kunnen werken. De leden zijn daarom op persoonlijke titel benaderd op grond van hun kennis en hun bekendheid met voor de vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg relevante maatschappelijke sectoren. De overheid is in de persoon van een waarnemer vanuit VWS vertegenwoordigd.

Om voldoende draagvlak voor haar zienswijzen te verkrijgen moet de taskforce zorgvuldig communiceren met vertegenwoordigers van organisaties op het terrein van de vermaatschappelijking. Het is belangrijk om personen en organisaties die bij het proces van vermaatschappelijking zijn betrokken over de werkzaamheden van de taskforce te informeren. Zij moeten voorts in staat worden gesteld om hun zienswijzen bij de taskforce kenbaar te maken.

De taskforce zal zelf in haar plan van aanpak met een nadere uitwerking van dit punt komen. Het voornemen bestaat om tenminste twee keer te overleggen met een soort klankbordgroep bestaande uit vertegenwoordigers van koepelorganisaties en andere belanghebbenden. Deze klankbordgroep kan commentaar geven op de werkzaamheden van de taskforce en gevraagd of ongevraagd advies uitbrengen.

Van de taskforce worden originele en vernieuwende inzichten verwacht. Zij krijgt daarom de gelegenheid om een positie op enige afstand van de aanbieders van zorg en van de rijksoverheid in te nemen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven