25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 252 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 oktober 2014

Op 15 juli 2014 heb ik ggz-aanbieders tot (afgelopen) 1 oktober generiek uitstel verleend voor het indienen van hun jaarverslagen over het jaar 2013. De motivatie achter dat besluit was om de betrokken partijen in de gelegenheid te stellen overeenstemming te bereiken over een gezamenlijk plan van aanpak om daarmee de problematiek rond de omzetverantwoording in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) op te lossen. De planning van werkzaamheden voorzag toen in vaststelling van dat plan van aanpak omstreeks 15 september 2014. De datum van 1 oktober 2014 sloot bij die planning aan. Ik heb destijds – uitgaande van die planning – aangegeven dat ik ggz-aanbieders na 1 oktober 2014 niet nogmaals uitstel zou verlenen.

Het maken en vaststellen van een plan van aanpak dat zowel op instemming van zorgaanbieders, zorgverzekeraars als accountants kan rekenen, neemt echter meer tijd in beslag dan destijds werd voorzien. Hoewel in een vergevorderd stadium, is het plan van aanpak nog niet gereed. Dat neemt niet weg dat partijen in de afgelopen maanden steeds op constructieve wijze verder overleg hebben gevoerd over het plan van aanpak, waarbij telkens stappen vooruit konden worden gezet. Tijdens een bestuurlijk overleg op 21 oktober 2014, is gebleken dat partijen elkaar inmiddels dicht zijn genaderd en dat een definitief plan van aanpak binnen handbereik ligt. De bedoeling is dat het plan van aanpak medio november wordt vastgesteld.

Nu is gebleken dat een definitief plan van aanpak zo dichtbij is, verleng ik het generieke uitstel voor ggz-aanbieders voor het indienen van hun jaarverslag 2013 tot 15 december 2014. Daarmee wordt aangesloten bij de indieningstermijn die van kracht is voor de jaarrekeningen in de medisch-specialistische zorg. Hoewel ik hiermee (naar de letter gezien) terugkom op mijn eerdere uitspraak dat ik ggz-aanbieders na 1 oktober 2014 niet nogmaals generiek uitstel zou verlenen, hou ik vast aan het uitgangspunt dat het wenselijk is om de indieningstermijn voor de jaarrekeningen in de ggz te koppelen aan het beschikbaar komen van een realistisch en bestuurlijk breed gedragen plan van aanpak. Dat was ook het uitgangspunt dat ten grondslag lag aan de oorspronkelijke datum van 1 oktober.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven