25 422 Opwerking van radioactief materiaal

32 645 Kernenergie

Nr. 169 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2016

In mijn brief van 21 oktober jl. (Kamerstukken 25 422 en 32 645, nr. 158) heb ik uw Kamer, mede namens de ministers van Financiën, van Infrastructuur en Milieu en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, geïnformeerd over het onderzoeksrapport van Roland Berger over de financiële situatie bij DELTA en Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ), de vergunninghouder van de kerncentrale Borssele. Uit dit onderzoek blijkt dat DELTA na verkoop van twee gezonde bedrijfsonderdelen over voldoende financiële middelen zal beschikken om haar slechte financiële positie het hoofd te kunnen bieden en de nucleaire veiligheid ook op de lange termijn te borgen.

In de brief van 21 oktober jl. heb ik uw Kamer ook gemeld dat het kabinet, in lijn met de onderzoeksresultaten en de wensen van de aandeelhouders van DELTA, een aanbod heeft gedaan om de aandeelhouders te helpen met de aanschaf van het netwerkbedrijf Enduris en het 50%-belang in waterbedrijf Evides van DELTA. Deze bedrijfsonderdelen zouden dan worden ondergebracht in een nieuw op te richten Zeeuws nutsbedrijf. De aankoop zou gefinancierd worden met een eigen bijdrage van de aandeelhouders van DELTA, waarbij op het resterend vreemd vermogen een staatsgarantie zou worden verleend. De verkoop van deze twee bedrijfsonderdelen door DELTA leidt tot voldoende financiële buffers voor DELTA, waardoor zij aan de tollingverplichtingen met EPZ kan blijven voldoen en de nucleaire veiligheid ook op de lange termijn niet in het geding komt.

Op 16 november jl. hebben de aandeelhouders van DELTA laten weten dat zij niet op het aanbod van het kabinet kunnen ingaan (Kamerstukken 25 422 en 32 645, nr. 161). Dit aanbod was erop gericht om, naast de additionele liquiditeit voor DELTA, ook tegemoet te komen aan de wens van de aandeelhouders van DELTA om het netwerkbedrijf Enduris en het belang in het waterbedrijf Evides, en de daarmee gepaard gaande werkgelegenheid, voor Zeeland te behouden. Daarna heeft er opnieuw intensief overleg plaatsgevonden (Kamerstukken 25 422 en 32 645, nr. 164). In dat overleg zijn alternatieve financieringsscenario’s uitgewerkt en getoetst op (financiële en juridische) haalbaarheid in een poging om een financieringsconstructie te vinden waarmee het Zeeuwse nutsbedrijf alsnog gerealiseerd zou kunnen worden. In deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Financiën, over de uitkomsten van dit overleg.

Nieuwe financieringsscenario’s voor het Zeeuwse nutsbedrijf

Het kabinet heeft tijdens een bestuurlijk overleg op 25 november jl. samen met de aandeelhouders van DELTA de volgende drie alternatieve financieringsscenario’s geformuleerd:

  • 1. Het Zeeuwse nutsbedrijf wordt grotendeels gefinancierd met vreemd vermogen met daarop een staatsgarantie;

  • 2. Het Zeeuwse nutsbedrijf wordt grotendeels gefinancierd met vreemd vermogen met daarop zowel een staatsgarantie als een garantie van de Zeeuwse overheden;

  • 3. De aandeelhouders brengen eigen vermogen in het Zeeuwse nutsbedrijf in via een bijdrage van DELTA. Op het vreemd vermogen rust een staatsgarantie.

Deze scenario’s zijn gezamenlijk uitvoerig en grondig onderzocht. Dit onderzoek noodzaakt het kabinet en de aandeelhouders van DELTA om gezamenlijk de conclusie te trekken dat de bovenstaande scenario’s uiteindelijk niet mogelijk blijken. Op hoofdlijnen zijn de voornaamste redenen hiervoor de staatssteunregelgeving, de risicoafweging van de aandeelhouders van DELTA waardoor een bijdrage aan de financiering van het Zeeuwse nutsbedrijf niet haalbaar is en de risicoafweging van DELTA waardoor zij alle financiële middelen binnen DELTA aanhoudt.

Verkoop Enduris

Nu het kabinet en de aandeelhouders van DELTA al deze scenario’s hebben verkend om een Zeeuws nutsbedrijf op te richten en gezamenlijk tot de conclusie komen dat er geen scenario haalbaar is, is in onderling overleg geconstateerd dat er geen alternatief bestaat voor het opstarten van het externe verkooptraject voor het netwerkbedrijf Enduris door DELTA. DELTA moet, vanwege de verplichting daartoe in de Wet onafhankelijk netbeheer (WON), Enduris afsplitsen voor de door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) gestelde splitsingsdatum van 1 juli 2017. Door het solide karakter van dit bedrijfsonderdeel heeft het kabinet er alle vertrouwen in dat DELTA er in slaagt om Enduris succesvol te verkopen en daarbij met de koper afspraken te maken over de werkgelegenheid in Zeeland. Mocht onverhoopt blijken dat dit niet lukt, dan staat het kabinet er voor open om opnieuw met de aandeelhouders van DELTA in gesprek te gaan.

Het vertrouwen van het kabinet in een solide oplossing voor DELTA wordt gesterkt door de recente verkoop van het bedrijfsonderdeel Retail. Met de verkoop van dit onderdeel heeft DELTA een belangrijke eerste stap gezet om de moeilijke financiële vooruitzichten het hoofd te bieden en de nucleaire veiligheid blijvend te borgen. Retail blijft gehuisvest in Zeeland en de werkgelegenheid in de vorm van 367 arbeidsplaatsen blijft voor Zeeland behouden, zo geeft DELTA aan.1 Daarnaast onderschrijft de verkoop de conclusies van Roland Berger des te meer. Roland Berger is in zijn onderzoek uitgegaan van een conservatief geschatte (lagere) overnameprijs. Aangezien nu blijkt dat de werkelijke overnameprijs hoger ligt, zijn de buffers bij DELTA nu groter dan verwacht.

Tot slot

Tijdens het bestuurlijk overleg van 8 december jl. heb ik mijn positieve grondhouding en mijn bereidheid uitgesproken om als coördinerend Minister mij in te spannen om binnen de bestaande mogelijkheden geld vrij te maken in de orde van grootte van € 25 miljoen om bij te dragen aan goede projecten binnen Zeeland. Momenteel werk ik, in samenspraak met de betrokken partijen, aan een nadere concretisering van de diverse acties, waarbij wordt bekeken hoe we de reeds beschikbare Europese en nationale financieringsinstrumenten en middelen kunnen inzetten om het actieprogramma te realiseren.

Om te zorgen voor een voorspoedig, effectief en zorgvuldig verloop van dit traject hebben de provincie Zeeland en ik de heer Jan van der Eijk benoemd tot Zeelandcoördinator. Dit is conform het advies van de commissie Balkenende. De heer Van der Eijk is belast met de coördinatie en het aanjagen van de uitvoering van het actieprogramma. In overleg met de Zeelandcoördinator en de provincie zal de verdere aanpak van de uitvoering van de acties en de prioritering en planning worden ingevuld. Tevens zal mijn ministerie deelnemen aan de Taskforce die de uitvoering van het actieprogramma gaat begeleiden.

Uiteraard zal het kabinet de ontwikkelingen rondom DELTA en de verkoop van het netwerkbedrijf Enduris nauwgezet blijven volgen en uw Kamer van relevante ontwikkelingen op de hoogte houden.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven