nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
In het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A
Hoofdstuk 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 1, onder A, wordt na onderdeel 1 een nieuw onderdeel 1.1.
ingevoegd, luidende:
1.1. In het tweede lid van artikel 17a wordt na «huwelijken»
ingevoegd: dan wel geregistreerde partnerschappen.
2. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel D, onder 2, komt te luiden als volgt:
2. In het derde lid, eerste volzin, wordt na «echtgenoten»
ingevoegd «of geregistreerde partners» en wordt de tweede volzin
vervangen door: Evenwel kunnen ouders en kinderen van de echtgenoten of van
de geregistreerde partners zich in gedingen tot echtscheiding en tot scheiding
van tafel en bed, onderscheidenlijk tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap
verschonen.
b. Onderdeel S vervalt.
3. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
a. Voor de huidige tekst wordt een B geplaatst.
b. Er wordt een onderdeel A ingevoegd, luidende:
A. In het tweede lid van artikel 31 wordt na «echtscheiding»
ingevoegd: of ontbinding van het geregistreerd partnerschap als bedoeld in
artikel 80c, onder d, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek,.
4. In artikel 12 wordt de zinsnede «de achtergebleven partner bij
een geregistreerd partnerschap alsmede» vervangen door: de achtergebleven
geregistreerde partner alsmede.
5. In onderdeel A, onder 5, van artikel 13 wordt de zinsnede«e.
huwelijkssluiting: geregistreerd partnerschap;» vervangen door: e. huwelijkssluiting:
registratie van een partnerschap;.
6. In onderdeel E van artikel 21 wordt «aangehuwden» vervangen
door: aanverwanten.
B
Hoofdstuk 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de artikelen 8, onderdeel A, 22, onderdeel B en 23, onderdeel B,
wordt de zinsnede «c. gehuwd: geregistreerd» steeds vervangen
door: c. gehuwd: als partner geregistreerd.
2. Aan hoofdstuk 9 wordt een artikel 25 toegevoegd, luidende:
Artikel 25
Indien het bij koninklijke boodschap van 12 oktober 1996 ingediende voorstel
van wet, houdende een afzonderlijke inkomensvoorziening voor kunstenaars (Wet inkomensvoorziening kunstenaars) (25 053), tot wet is verheven
en in werking is getreden, wordt artikel 3 van die wet gewijzigd als volgt:
1. In onderdeel b wordt onder vernummering van 2 tot 3 een nieuw onderdeel
2 ingevoegd, luidende:
2. degene die een geregistreerd partnerschap is aangegaan;.
2. In onderdeel d wordt «artikel 3» vervangen door: artikel
3, tweede tot en met zesde lid,.
C
Hoofdstuk 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. Er wordt een artikel 10 toegevoegd, luidende:
Artikel 10
De Wet op de orgaandonatie wordt gewijzigd als volgt:
a. In artikel 4 wordt na «echtgenoot» steeds ingevoegd: ,
geregistreerde partner.
b. In artikel 11, eerste lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
, geregistreerde partner.
2. Er wordt een artikel 11 toegevoegd, luidende:
Artikel 11
Indien het voorstel van wet tot regeling van medisch-wetenschappelijk
onderzoek met mensen (Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen) (22 588) tot wet wordt verheven en in werking is getreden, wordt
in artikel 4, eerste lid, onder c, van die wet, na «echtgenoot»
ingevoegd: , geregistreerde partner.
Toelichting
De voorgestelde wijzigingen in onderdeel A, onder 2, 4, 5 en 6, en onderdeel
B, onder 1, zijn onvolkomenheden die in de nota naar aanleiding van het verslag
aan de orde zijn gekomen. De voorgestelde wijzigingen in onderdeel A, onder
1 en 3, onderdeel B, onder 2 en onderdeel C bevatten wijzigingen van artikelen
die nog niet in het voorstel van wet zijn opgenomen.
De Staatssecretaris van Justitie,
E. M. A. Schmitz