25 268 Zelfstandige bestuursorganen

29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan

Nr. 173 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2018

U verzocht mij om inzage in de stukken die in het kader van de omvorming van ProRail tot zelfstandig bestuursorgaan zijn gewisseld met de Europese Commissie met betrekking tot de goedkeuring van de door mij beoogde oplossing voor de btw-problematiek.

De beoogde problematiek houdt het volgende in. Op dit moment betaalt ProRail btw aan aannemers. Dit verandert niet door de publiekrechtelijke positionering van ProRail. Wat wel verandert, is dat ProRail de betaalde btw waarschijnlijk niet meer gecompenseerd krijgt door de Belastingdienst. Dit leidt in principe tot hogere kosten voor ProRail, die ProRail zonder aanpassing van regelgeving zou moeten doorberekenen aan vervoerders.

Tegelijkertijd hoeft ProRail voortaan de door IenW aan ProRail betaalde btw niet meer af te dragen aan de Belastingdienst. Hiermee wordt per saldo de kostenstijging geheel teniet gedaan. Omdat ProRail geen extra kosten heeft, hoeft de gebruiksvergoeding niet te stijgen, hetgeen weer betekent dat vervoerders geen extra kosten hoeven door te berekenen aan reizigers en verladers. Ik ben voornemens dit in het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur vast te leggen.

In het kader van een goede afstemming heeft informeel overleg plaatsgevonden tussen ambtenaren van mijn departement en ambtenaren van de Europese Commissie. Dit was een goed overleg waarin naast de onafhankelijkheid van ProRail voor de essentiële functies ook de hiervoor benoemde beoogde oplossing voor de btw-problematiek is besproken. Zoals ik u eerder meldde1, zag de Europese Commissie op voorhand geen reden tot zorg. Na afloop van het gesprek in Brussel heeft informeel mailcontact plaatsgevonden tussen de betrokken ambtenaren.

In de mail meldt de commissie dat de voorgestelde oplossing lijkt op de huidige methodiek van aftrekken van btw en daarom «in principe geen effect zal hebben op de wijze waarop de directe kosten worden berekend».

Hierbij is van belang te weten dat ProRail verplicht is om de directe kosten door te berekenen in de gebruiksvergoeding. Hiermee wordt mijn zienswijze op de door mij beoogde oplossing gedeeld, met als consequentie dat de hoogte van de gebruiksvergoeding niets hoeft te veranderen.

Overigens heeft de Europese Commissie in dit stadium van het wetgevings- en regelgevingsproces geen formeel instemmingsrecht of goedkeuringsrecht. Indien de instellingswet voor het zbo ProRail en de aangepaste regelgeving gepubliceerd zijn, zullen de relevante delen bij de Europese Commissie genotificeerd worden. Indien de Europese Commissie strijdigheid met Europees recht constateert, stelt zij daar de lidstaat formeel van op de hoogte.

Omdat formele goedkeuring nu niet aan de orde is en het mailcontact informeel en op ambtelijk niveau heeft plaatsgevonden, vind ik het niet gepast om dit openbaar te maken, maar ik ben wel bereid de relevante correspondentie vertrouwelijk voor u ter inzage te leggen2.

Gelet op de gesprekken en het mailcontact met de Europese Commissie heb ik daarom het volste vertrouwen dat ik deze oplossing in lagere regelgeving kan opnemen. Hier praat ik graag met u over verder.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstukken 25 268 en 29 984, nr. 172.

X Noot
2

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven