25 268 Zelfstandige bestuursorganen

Nr. 122 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2015

Jaarlijks wordt uw kamer geïnformeerd over mijn oordeel over het functioneren van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Op 2 april 2015 heeft u de Kabinetsreactie1 ontvangen op het rapport van de onderzoekscommissie Borstlap naar het intern functioneren van de NZa en de vijfjaarlijkse evaluatie van de Wmg en de NZa, uitgevoerd door adviesbureau Andersson Elffers Felix (AEF). In deze kabinetsreactie ben ik ingegaan op de conclusies en aanbevelingen van de commissie Borstlap en AEF en daarin is de beoordeling van het functioneren van de NZa in 2013 integraal meegenomen2.

Ook heeft de NZa naar aanleiding van de aanbevelingen verbeterplannen rondom HRM, informatievoorziening en beveiliging en integriteit opgesteld. Zoals eerder aangegeven bieden deze verbeterplannen de nieuwe raad van bestuur een basis voor een integraal en goed beleid op deze gebieden.

De evaluatie betreft ook het grootste deel van 2014. Het oordeel over 2014 kon echter nog niet meegenomen worden in de Kabinetsreactie, omdat ik op dat moment nog niet mijn goedkeuring over de jaarrekening 2014 van de NZa had gegeven. Ik heb inmiddels deze goedkeuring naar de NZa verzonden.

Ik heb aangegeven dat de jaarlijkse beoordeling een ander karakter zal krijgen door versterking van de P & C cyclus en de uitbreiding van het jaarverslag door de NZa. Dit naar aanleiding van de conclusies van zowel AEF en de commissie Borstlap dat de huidige manier van beoordelen te beperkt is. Dit zal met ingang van de beoordeling over 2016 gebeuren, zodat de NZa de mogelijkheid heeft om de verantwoordingdocumenten waarop de beoordeling wordt gebaseerd aan te passen aan het nieuwe karakter van de beoordeling.

Over 2014 zal ik tegen de achtergrond van bovenstaande geen apart oordeel over het functioneren van de NZa aan uw Kamer zenden. Dit zou naar mijn mening een herhaling van zetten zijn en van onvoldoende toegevoegde waarde op de eerdere communicatie met uw kamer over het functioneren van de NZa.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Kamerstuk 25 268, nr. 112

X Noot
2

Conform toezegging TK brief functioneren NZa 2012 Kamerstuk 25 268, nr. 80.

Naar boven