25 037
Wijziging van de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, alsmede de Wet waardering onroerende zaken (Aanpassingswet Wet waardering onroerende zaken)

nr. 16
MOTIE VAN HET LID H. G. J. KAMP C.S.

Voorgesteld 6 november 1996

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat met de Wet waardering onroerende zaken geen extra opbrengsten voor de inkomstenbelasting en de vermogensbelasting werden beoogd;

voorts constaterende, dat de regering wel een extra opbrengst voor de inkomstenbelasting verwacht en heeft voorgesteld deze te gebruiken voor een verlaging van het huurwaardeforfait;

overwegende, dat ook een extra opbrengst voor de vermogensbelasting mogelijk moet worden geacht;

spreekt uit van mening te zijn dat deze eventuele extra opbrengst moet worden gebruikt voor een verlaging van de vermogensbelasting,

en gaat over tot de orde van de dag.

H. G. J. Kamp

De Jong

R. A. Meijer

Van Wingerden

Naar boven