nr. 13
AMENDEMENT VAN DE LEDEN REMKES EN VAN WALSEM
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 6, eerste lid, wordt «voor tweederde deel uit leden afkomstig
uit de kring van ondernemers» vervangen door: voor eenderde deel uit
leden afkomstig uit de kring van ondernemers in het midden- en kleinbedrijf,
voor eenderde deel uit leden afkomstig uit de kring van overige ondernemers.
II
Artikel 9 komt te luiden:
Artikel 9
1. De SER bepaalt, met inachtneming van de bij of krachtens artikel 6
gestelde regels, voor iedere kamer en voor iedere zittingsperiode afzonderlijk,
de takken van handel, industrie, ambacht en dienstverlening waarvoor leden
zitting hebben in de kamer, alsmede het aantal leden dat voor elk van de aangewezen
takken in de kamer zitting heeft.
2. Voordat de SER een besluit als bedoeld in het eerste lid neemt, stelt
hij het algemeen bestuur in de gelegenheid van zijn inzicht daaromtrent te
doen blijken.
3. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid alsmede van het openstellen
van de in het tweede lid bedoelde gelegenheid doet de SER openbare kennisgeving.
III
Artikel 10 vervalt.
IV
Artikel 11 vervalt.
V
Artikel 12 vervalt.
VI
Artikel 13 vervalt.
VII
Artikel 14 vervalt.
VIII
Artikel 15 vervalt.
IX
Artikel 16 vervalt.
X
Artikel 17 komt te luiden:
Artikel 17
1. De leden worden benoemd door organisaties van ondernemers en van werknemers
die daartoe, met inachtneming van het bij of krachtens de artikelen 6 en 9
bepaalde, voor iedere kamer en iedere zittingsperiode afzonderlijk door de
SER zijn aangewezen.
2. Voor aanwijzing komen uitsluitend in aanmerking organisaties die naar
het oordeel van de SER van voldoende betekenis zijn voor de ondernemers of
de werknemers in het gebied van de kamer.
3. Bij de aanwijzing van een organisatie bepaalt de SER het aantal leden
dat die organisatie benoemt, alsmede voor welke tak elk te benoemen lid zitting
heeft. De SER kan bepalen dat de benoeming van één of meer leden
zal geschieden door twee of meer aangewezen organisaties gezamenlijk.
4. Voordat de SER de organisaties aanwijst stelt hij het algemeen bestuur
van de betrokken kamer in de gelegenheid van zijn inzicht omtrent de aanwijzing
te doen blijken.
XI
Aan artikel 56, eerste lid, wordt toegevoegd: Alvorens het ontwerp aan
het algemeen bestuur wordt aangeboden, raadpleegt het dagelijks bestuur de
bij de kamer in het handelsregister ingeschreven ondernemingen over het voorgenomen
beleid. In het activiteitenplan wordt verslag gedaan:
a. van de wijze waarop de raadpleging bedoeld in de tweede volzin heeft
plaatsgevonden;
b. van de uitkomsten van de raadpleging; en
c. van de wijze waarop de uitkomsten van de raadpleging in het activiteitenplan
zijn verwerkt.
XII
In artikel 60 vervalt de aanduiding «1.» voor het eerste lid
en vervalt het tweede lid.
XIII
Artikel 65 vervalt.
Toelichting
De wijziging van artikel 56 (onderdeel XI) strekt ertoe in de wet de verplichting
op te nemen om jaarlijks de ingeschreven ondernemers te consulteren over het
voorgenomen beleid en in het activiteitenplan verslag te doen over de wijze
waarop deze consultatie is uitgevoerd, over de uitkomsten van de consultatie
en over de wijze waarop die uitkomsten in het activiteitenplan zijn verwerkt.
Remkes
Van Walsem