nr. 17
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 maart 2004
In mijn brief van 18 december 2003 heb ik u een nieuw beleidskader
voor de agrarische Domeingronden toegezegd. Met het verzenden van deze brief
beschouw ik de vraag van mevrouw M. G. E. Koomen (AO Pachtwetgeving
5 februari 2004) aangaande de voortgang van het toegezegde beleidskader
als beantwoord.
Het huidige areaal agrarische Domeinen is als volgt opgebouwd:
Uitgifte vorm: | Totaal areaal in ha. | Strategisch in ha. | Strategisch in % |
---|
Pacht | Ca. 55 000 ha. | Ca. 14 118
ha. | Ca. 26% |
Grondbankgronden | Ca. 5 000 ha. | Ca. 300 ha. | Ca. 6% |
40-jarige erfpacht | Ca. 15 000 ha. | Ca. 1 950 ha. | Ca. 13% |
Altijddurende erfpachtgronden | Ca. 15 900 ha. | Ca. 700 ha.* | Ca. 5% |
Totaal | Ca. 90 900 ha. | Ca. 17 068
ha. | Ca. 18% |
* Op basis van de inventarisatie n.a.v. de Motie Zalm c.s. op 1 januari
2003.
Onder strategische gronden worden die gronden verstaan waarvoor in het
kader van de planologie een andere doelstelling is voorzien. Bij de vaststelling
van het strategisch areaal is gebruik gemaakt van de diverse beschikbare ruimtelijke
nota's en praktijkkennis.
De niet-strategische altijddurende erfpachtgronden zijn in 2003 ten behoeve
van de uitvoering van de motie Zalm c.s. (Kamerstukken II 2002/03, 28 600,
nr. 26) eenmalig aangeboden aan de erfpachters. De niet-strategische grondbankgronden,
waarvoor de verkoopstop nooit van kracht is geweest, worden op basis van vrijwilligheid
aan de erfpachters verkocht. Voor het overige areaal geldt tot op heden de
in 2001 ingestelde definitieve verkoopstop aan zittende (erf) pachters.
In het afgelopen jaar is er door mijn departement een onderzoek uitgevoerd
naar de optimalisatie van de wijze waarop de agrarische domeingronden een
bijdrage kunnen leveren aan de doelstellingen van de overheid. Hierbij zijn
verschillende beleidsopties voor de agrarische domeinen getoetst aan de financiële-,
landbouwkundige- en ruimtelijke doelstellingen van de overheid. Naar huidige
inzichten kan met de verkoop van het areaal niet-strategische erfpachtgronden
en het behoud van het areaal pacht- en strategische erfpachtgronden, een verantwoorde
invulling worden gegeven aan de doelstellingen van de overheid:
• Financieel: Met verkoop van het areaal niet-strategische erfpachtgronden
kan invulling worden gegeven aan de huidige taakstellingen;
• Ruimtelijk: Het pachtareaal en het areaal strategische erfpachtgronden
kan worden ingezet om de ruimtelijke doelstellingen van de overheid te verwezenlijken
(o.a. als ruilgrond);
• Landbouwkundig: Met het behoud van het pachtareaal wordt invulling
gegeven aan het kabinetsstandpunt inzake pacht.
Om over te kunnen gaan tot de verkoop van het areaal niet-strategische
erfpachtgronden wordt de thans geldende verkoopstop aan zittende gebruikers
voor de 40-jarige erfpachtgronden gedurende de jaren 2004 en 2005 opgeheven.
Erfpachters van niet-strategische 40-jarige erfpachtgronden én niet-strategische
grondbankgronden worden in deze periode op basis van vrijwilligheid éénmalig
in staat gesteld om tegen marktconforme voorwaarden de blote eigendom van
de aan hen in erfpacht uitgegeven gronden te verwerven. Erfpachters van altijddurende
erfpachtgronden zijn al in staat gesteld om de blote eigendom te verwerven.
Deze verkopen zijn of worden dit jaar afgewikkeld.
De toezeggingen aan uw kamer die ik heb gedaan naar aanleiding van de
behandeling van de uitvoering van de Motie Zalm CS (Kamerstukken II 2002/03,
28 600, nr.68) zal ik ook hierbij gestand doen. Derhalve zal in de verkoopakte
een voorkeursrecht van koop voor de Staat worden gevestigd.
Indien een erfpachter besluit geen gebruik te maken van de éénmalige
koopmogelijkheid, wordt daarna overgegaan tot verkoop van de blote eigendom
aan een derde, teneinde de beoogde opbrengsten te kunnen realiseren. De erfpachtovereenkomsten
blijven dan bestaan, alleen met een andere erfverpachter.
Voor het beheer van het pachtareaal en het areaal strategische erfpachtgronden
wordt in samenwerking met de betrokken departementen en de Raad voor Vastgoed
Rijksoverheid een actief portefeuillebeleid ontwikkeld. Zoals in de Nota Ruimte
zal worden aangegeven streeft het Rijk naar een actievere omgang met grond
om zo de publieke doelen van de overheid op een slagvaardige wijze te verwezenlijken.
De Staatssecretaris van Financiën,
J. G. Wijn