nr. 129
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 8 juli 1996
Met mijn brief van 20 juni 1996 (Kamerstuk 24 400 X nr. 116) heb
ik u geïnformeerd over het voornemen twee Standaardfregatten te vervangen
door fregatten voor luchtverdediging. Op 27 juni heeft de griffier van de
vaste commissie voor Defensie (zie bijlage) laten weten dat deze brief op
25 juni is besproken tijdens een procedurevergadering en dat de commissie
behoefte heeft aan aanvullende informatie. In antwoord deel ik het volgende
mede.
Zoals in de brief van 20 juni is gesteld is deze brief een gecombineerd
situatierapport over de behoeftestellings-, voorstudie- en studiefase van
het project twee Standaardfregatten te vervangen door fregatten voor luchtverdediging.
De behoefte aan fregatten voor luchtverdediging is aangegeven in de Defensienota
1991 (Kamerstuk 21 991 X nr. 3). Toen is gesteld dat bescherming van
de schepen van de Koninklijke marine tegen anti-schip geleide wapens prioriteit
heeft en dat tenminste vier fregatten zouden worden uitgerust met een geavanceerd
systeem voor luchtverdediging op middellange afstand. De kern van dit systeem
is het «local area missile system» (LAMS) (Kamerstuk 24 400
X nr. 14). Naast de vervangers van de geleide-wapenfregatten van de Tromp-klasse
was voorzien dat ook de luchtverdedigingsfregatten van de Jacob van Heemskerck-klasse
tijdens een technisch verbeteringsprogramma met dit systeem zouden worden
uitgerust (Kamerstuk 23 900 X nr. 81). Zoals toegelicht in de brief van
20 juni 1996 wordt van het technische verbeteringsprogramma afgezien. In plaats
daarvan is er voor gekozen twee van de vier oudste fregatten in het bestand,
de Standaardfregatten van de Kortenaer-klasse, anderhalf jaar eerder te vervangen
door fregatten voor luchtverdediging. Het voornemen is deze schepen in serie
te bouwen met de vervangers van de geleide-wapenfregatten van de Tromp-klasse.
Deze schepen zijn in juni 1995 aanbesteed (Kamerstuk 23 900 X nr. 81).
Door te kiezen voor deze oplossing is het mogelijk hetzelfde ontwerp te gebruiken
en kan dezelfde projectgroep worden belast met de uitvoering van het project.
Ook kunnen door deze keuze de resultaten van de voorstudie- en de studiefase
van het project luchtverdedigings- en commandofregatten worden overgenomen.
Dit houdt in dat de voorstudiefase (B) en de studiefase (C) van het project
vervangen van twee Standaardfregatten door fregatten voor luchtverdediging
zijn afgerond. Daarom is besloten de rapportage aan de Tweede Kamer samen
te doen met die over de behoeftestellingsfase (A) en is de brief van 20 juni
een situatierapport A/B/C.
Bij de voorgenomen actualisering van de Prioriteitennota wordt het beleid,
dat in deze nota en in de Novemberbrief (Kamerstuk 23 900 X nr. 8) is
vastgelegd, voortgezet met enige aanpassingen naar aanleiding van ervaringen
die onder meer tijdens vredesoperaties zijn opgedaan. Beleidsuitgangspunt
is daarbij het doortrekken van de hoofdlijnen van de Prioriteitennota in combinatie
met het oplossen van gebleken tekortkomingen. Dit houdt voor de Koninklijke
marine in dat de omvang van het bestand fregatten niet ter discussie staat
en dat onverminderd prioriteit wordt gegeven aan luchtverdediging. Het voornemen
twee Standaardfregatten te vervangen door fregatten voor luchtverdediging
maakt dan ook geen deel uit van de voorgenomen actualisering van de Prioriteitennota.
Indien het contract voor de bouw van de schepen nog dit jaar wordt gesloten
kan optimaal worden aangesloten bij de bouw van de luchtverdedigings- en commandofregatten.
Ik ben mij bewust dat het voornemen twee Standaardfregatten te vervangen
door fregatten voor luchtverdediging niet eerder werd aangekondigd. De reden
is dat eerder werd aangenomen dat in de behoefte aan luchtverdedigingscapaciteit
kon worden voorzien door het uitvoeren van een technisch verbeteringsprogramma
aan de fregatten van de Jacob van Heemskerck-klasse. Nu van dit verbeteringsprogramma
wordt afgezien acht ik uitvoering van het voornemen twee Standaardfregatten
te vervangen door fregatten voor luchtverdediging van groot belang.
De Staatssecretaris van Defensie,
J. C. Gmelich Meijling
BIJLAGE
's-Gravenhage, 27 juni 1996
Aan de Staatssecretaris van Defensie
Hierbij deel ik u namens de vaste commissie voor Defensie het volgende
mee.
In haar procedurevergadering van 25 juni jl. heeft de commissie zich o.a.
gebogen over de vraag op welke wijze uw brief van 20 juni jl. inzake de vervanging
van twee standaardfregatten door fregatten voor luchtverdediging zal worden
behandeld.
Alvorens de commissie overgaat tot een schriftelijke voorbereiding van
een na het zomerreces te houden overleg stelt zij het op prijs eerst het A/B-document
te ontvangen, zodat op basis daarvan de behoeftestelling kan worden beoordeeld.
De commissie hecht er voorts aan naar voren te brengen dat de Prioriteitennota
richtinggevend dient te zijn voor de behoeftestelling en taakuitvoeringen.
In dit verband wenst de commissie te vernemen op welke gronden de in uw brief
gekozen beleidswijziging niet kan wachten op de aangekondigde evaluatie van
de Prioriteitennota. De commissie ziet uw reactie met belangstelling tegemoet.
Namens de vaste commissie verblijft, met vriendelijke groet,
de griffier van de vaste commissie voor Defensie,
Teunissen