Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2013
Op 23 mei sloot de veiling van drie nog beschikbare vergunningen voor commerciële
radio. Het betrof de kavels A7, B38 en C08. Agentschap Telecom heeft de veiling uitgevoerd.
Na een periode waarin de ontvangen aanvragen en biedingen zijn beoordeeld is de definitieve
uitkomst van de veiling nu bekend.
-
– Voor de landelijke FM-vergunning kavel A7 zijn zeven tijdige aanvragen ingediend.
100% NL (Ad Venture Radio B.V.) voldeed als enige aan de gestelde eisen. De vergunning
wordt voor € 828.819,– aan 100% NL verleend.
-
– Voor de regionale FM-vergunning kavel B38 (Kaatsheuvel) zijn drie aanvragen ingediend.
Radio 8 FM (TiDa B.V.) voldeed als enige aan de gestelde eisen. Aan haar wordt de
vergunning voor € 40.888,– verleend.
-
– Voor de middengolfvergunning kavel C08 is geen aanvraag ingediend. Het kavel is dus
onverdeeld gebleven. In overleg met Agentschap Telecom beraad ik me nu over de toekomst
van dit kavel.
De hierboven genoemde vergunninghouders kunnen direct aan de slag met de door hen
verkregen vergunning.
Voorafgaande aan deze veiling is uitgebreid met uw Kamer van gedachten gewisseld over
deze veiling (Kamerstuk 24 095, nrs. 340 en 341), onder meer over de eventuele toepassing van een correctie van de waarde van de
al eerder verlengde vergunningen. In beantwoording op schriftelijke vragen heb ik
toen gemeld dat na de veiling zal worden bepaald of en zo ja, in hoeverre correctie
moet plaatsvinden en vervolgens welk bedrag hiermee dan gemoeid is. Achtergrond hiervan
is het streven naar een level playing field.
Nu de veilinguitkomst bekend is kunnen de hiervoor bedoelde stappen worden gezet.
Ik laat onderzoek doen naar de waarde van kavel A7 met het oog op eventueel gewijzigde
objectieve kavelkenmerken (bijvoorbeeld de looptijd van de vergunning), andere gewijzigde
omstandigheden sinds de vorige waardering in 2010 (zoals de economische ontwikkelingen)
en andere voor de waarde relevante verschillen tussen kavel A7 en de verlengde vergunningen.
Op basis van dit onderzoek zal ik in het najaar een besluit nemen of een correctie
aan de orde is en zo ja, hoe groot een eventuele correctie dient te zijn.
Ik zal uw Kamer over mijn besluit informeren.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp