23 900 XII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1995

nr. 36
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 14 juli 1995

Bij brief van 7 mei 1990 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal heb ik medegedeeld dat de tarieven voor het stads- en streekvervoer gedurende de SVV-periode de ontwikkeling van de bedrijfstakkosten zullen volgen. Deze lijn is enkele jaren onderbroken geweest door de tarieven te verhogen conform de daarover gemaakte afspraken in het kader van de Tussenbalans. Met ingang van 1995 worden de tarieven weer verhoogd conform de voor de SVV-periode vastgestelde lijn. Deze lijn hanteer ik ook voor 1996.

Bij brief van 22 mei 1995 heb ik u het kabinetsstandpunt «Naar een sterker stads- en streekvervoer» over het advies van de Auditcommissie Stads- en Streekvervoer (Commissie De Boer) aangeboden. Ook hierin wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van de tarieven van het stads- en streekvervoer in de komende jaren. In het kabinetsstandpunt wordt het advies onderschreven om in de komende jaren een gematigd tariefbeleid met een bescheiden jaarlijkse reële tariefverhoging voor het stads- en streekvervoer te voeren. Met mijn keuze voor een tariefverhoging per 1 januari 1996 conform de ontwikkeling van de bedrijfstakkosten geef ik invulling aan het voeren van het voorgestane gematigde tariefbeleid. Van een bescheiden reële tariefverhoging zie ik voor 1996 af, gelet op de stagnatie van de vervoerontwikkeling in het stads- en streekvervoer en in afwachting van het resultaat van de gedachtenwisseling met de Tweede Kamer waarop ik thans niet wil preluderen.

Ik heb dan ook, gelet op de ontwikkeling van de bedrijfstakkosten en in overleg met vertegenwoordigers van het stads- en streekvervoer, besloten de tarieven van het stads- en streekvervoer per 1 januari 1996 met gemiddeld 2% te verhogen. Dit betekent dat de tarieven voor het stads- en streekvervoer, gelet op de verwachte ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud voor 1996 reëel niet worden verhoogd.

Voor de uitwerking van deze gemiddelde tariefverhoging in concrete tarieven volg ik de differentiatie zoals die mij door de OV-bedrijfstak is geadviseerd. Dat wil zeggen dat ik de wagenverkoopstrippenkaarten en de voorverkoopstrippenkaarten vol tarief niet in prijs verhoog. De 15-strippenkaart reductietarief wordt met f 0,25 verhoogd. Bij de abonnementen worden de reductiecategorieën, die een geringe opbrengst per reizigerskilometer genereren, meer verhoogd dan de abonnementen vol tarief. Ik kom daarmee tegemoet aan de wens van de OV-bedrijfstak ook voor deze reizigers een hogere kostendekkingsgraad te realiseren.

Mede gelet op het geringe aantal verkochte vervoerbewijzen honoreer ik tevens de wens van de OV-bedrijfstak het assortiment te beperken en de 7-sterabonnementen af te schaffen.

Voor de buurtbustarieven heb ik besloten een tariefverhoging achterwege te laten.

Naar aanleiding van mijn verzoek daartoe heeft de OV-bedrijfstak mij geadviseerd over de invoering van een 2-zone-abonnement, de vervanging van de (week)abonnementen door meerreizenkaarten en een verbetering van de verhouding tussen de tarieven van de abonnementen en die van de voorverkoopstrippenkaarten. Dit heeft ertoe geleid dat ik heb besloten per 1 januari 1996 een meerreizenkaart in te voeren voor het vol en het jeugd tarief. Deze kaart geeft recht op 12 reizen in een periode van 14 aaneengesloten dagen en is verkrijgbaar voor 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 zones. Deze kaart combineert waar het om de geldigheidsduur gaat de flexibiliteit van de strippenkaart enerzijds en de klantenbinding van het abonnement anderzijds. De prijsstelling van de meerreizenkaart is zodanig gekozen dat deze enerzijds voordeliger is dan het reizen op strippenkaarten en anderzijds per reis een hogere opbrengst heeft dan een reis op een abonnement. Dit maakt deze kaart onder andere aantrekkelijk voor part-time-werkenden voor wie een abonnement in verhouding tot hun reispatroon onvoordelig is. Door de gekozen formule zal ook deze groep een hechtere binding aangaan met het openbaar vervoer dan thans met de strippenkaart het geval is. De meerreizenkaart verenigd de elementen in zich van de zaken waarom ik om advies had gevraagd. Als de meerreizenkaart op termijn wordt gekozen als vervanger van de weekabonnementen dan kan een hogere opbrengst per reizigerskilometer worden gerealiseerd en daarmee een bijdrage leveren aan de verbetering van de kostendekkingsgraad.

Voor de concrete tarieven per 1 januari 1996 verwijs ik u naar de bijlage.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

BIJLAGE 1

TARIEVEN STADS- EN STREEKVERVOER PER 1 JANUARI 1996

Strippenkaarten

strippenkaart 2 strippen uitsluitend verkrijgbaar op het voertuigf  3,00
strippenkaart 3 strippen uitsluitend verkrijgbaar op het voertuigf  4,50
strippenkaart 8 strippen uitsluitend verkrijgbaar op het voertuigf 12,00
strippenkaart 15 strippen uitsluitend verkrijgbaar op de verkoopadressen  
– vol tarieff 11,00
– gereduceerd tarief (voor kinderen 4 t/m 11 jaar en Pas-65 houders)f  6,25
strippenkaart 45 strippen uitsluitend verkrijgbaar op de voorverkoopadressenf 32,25

Abonnementen

 weekabonnementenmaandabonnementen
sterwaardevoltariefjeugd*Pas 65, jeugd**voltariefjeugd*Pas 65, jeugd**
1 sterf 16,00f 10,00f  8,75f  54,00f  35,00f  30,00
2 sterf 27,25f 17,25f 14,75f  89,50f  56,50f  48,25
3 sterf 41,00f 25,50f 22,25f 133,25f  84,00f  72,00
4 ster f 34,00 f 177,00f 111,50f  96,00
5 ster f 42,50 f 220,75f 139,00f 120,00
6 ster f 51,00 f 264,50f 166,50f 144,00
landelijk f 59,75 f 313,75f 196,00f 169,50

Jaarabonnementen, vol en gereduceerd tarief, uitsluitend verkrijgbaar bij de vervoerbedrijven: 10 x maandkaartprijs.

* Voor: jeugdigen van 12 t/m 18 jaar.

** Voor: kinderen 4 t/m 11 jaar en Pas 65 houders.

BuurtbustarievenMeerreizenkaart vol tariefMeerreizenkaart Jeugd*
enkele reisf 2,501 zonef 16,001 zonef 12,50
enkele reis, reductief 1,252 zonesf 23,752 zonesf 18,50
4 rittenf 7,503 zonesf 31,753 zonesf 24,50
4 ritten, reductief 3,754 zonesf 39,754 zonesf 30,75
  5 zonesf 47,755 zonesf 37,00
  6 zonesf 55,756 zonesf 43,25
  7 zonesf 63,757 zonesf 49,50
Naar boven