22 408
Wijziging van de artikelen 5 en 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en in verband daarmede van enige andere artikelen van dit Wetboek

nr. 13
NADER GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

8 november 1995

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het recht met betrekking tot de verkrijging van de geslachtsnaam, zoals geregeld in artikel 5 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek te wijzigen, alsmede de bevoegdheid van de gehuwde of gehuwd geweest zijnde vrouw om de naam van haar echtgenoot te voeren, ook te geven aan de gehuwde of gehuwd geweest zijnde man;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

1. Indien een kind alleen in familierechtelijke betrekking tot de moeder staat, heeft het haar geslachtsnaam.

2. Indien een kind door erkenning in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan, houdt het de geslachtsnaam van de moeder, tenzij de moeder en de erkenner ter gelegenheid van de erkenning gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben. Van deze verklaring wordt melding gemaakt in de akte van erkenning.

3. Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot beide adoptanten komt te staan, verklaren zij ter gelegenheid van de adoptie gezamenlijk welke van hun beider geslachtsnamen het kind zal hebben. De rechterlijke uitspraak inzake de adoptie vermeldt de verklaring van de adoptanten hieromtrent.

4. Indien een kind door geboorte in familierechtelijke betrekking tot beide ouders komt te staan, verklaren de ouders gezamenlijk voor of ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte of uiterlijk drie maanden na de dag van de geboorte welke van hun beider geslachtsnamen het kind zal hebben. Van de verklaring van de ouders wordt een akte van naamskeuze opgemaakt. De verklaring die niet ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte wordt afgelegd, kan ten overstaan van iedere ambtenaar van de burgerlijke stand worden afgelegd. De verklaring mag voor de aangifte worden afgelegd, indien de vrouw een verklaring van een arts overlegt dat zij zwanger is.

5. Geschiedt de naamskeuze in de gevallen, bedoeld in het vierde lid, niet uiterlijk ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte, dan neemt de ambtenaar van de burgerlijke stand als voorlopige geslachtsnaam van het kind de geslachtsnaam van de moeder in de geboorteakte op. Deze voorlopige geslachtsnaam is van rechtswege de geslachtsnaam van het kind, indien niet binnen drie maanden na de dag van de geboorte alsnog een akte van naamskeuze als bedoeld in het vierde lid is opgemaakt.

6. Indien een kind op het tijdstip van het ontstaan van de familierechtelijke betrekking met beide ouders zestien jaar of ouder is, verklaart het zelf ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand of, in geval van adoptie, ten overstaan van de rechter of het de geslachtsnaam van de vader of moeder zal hebben. Van deze verklaring wordt melding gemaakt in de akte van erkenning of in de rechterlijke uitspraak inzake adoptie.

7. Een verklaring van de ouders als bedoeld in het tweede, derde of vierde lid kan slechts ten aanzien van de geslachtsnaam van het eerste kind, tot wie beide ouders in familierechtelijke betrekking staan, worden afgelegd. Onverminderd het zesde lid, hebben volgende kinderen van dezelfde ouders dezelfde geslachtsnaam als het eerste kind.

8. Is één van de ouders voorafgaand aan het tijdstip waarop de naamskeuze uiterlijk moet zijn gedaan overleden en is de naamskeuze niet gedaan, dan legt de andere ouder een verklaring omtrent de naamskeuze af. Hetzelfde geldt indien één van de ouders onder curatele staat dan wel indien ten aanzien van hem of haar een mentorschap bestaat.

9. Zijn de vader en moeder onbekend, dan neemt de ambtenaar van de burgerlijke stand in de geboorteakte een voorlopige voornaam en geslachtsnaam op, in afwachting van het koninklijk besluit waarbij de voornamen en de geslachtsnaam van het kind worden vastgesteld.

10. Indien op grond van het tweede tot en met achtste lid een kind, wiens vader van adel is, niet zijn geslachtsnaam verkrijgt, gaat de adeldom niet over op dat kind.

11. De geslachtsnaam van kinderen geboren uit een huwelijk met een lid van het koninklijk huis wordt bij koninklijk besluit bepaald.

B. In het vijfde lid van artikel 7 worden na de zinsnede «regelen gesteld betreffende» de volgende woorden toegevoegd: de gronden waarop geslachtsnaamwijziging kan worden verleend,.

C. Aan artikel 9 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt:

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de man die gehuwd is of gehuwd is geweest en niet is hertrouwd.

D. Vervallen.

E. In artikel 19c wordt «artikel 5, derde lid,» vervangen door: artikel 5, negende lid,.

F. In artikel 20, eerste lid, wordt na de woorden «en andere authentieke akten houdende» ingevoegd: naamskeuze,.

G. Artikel 20f komt als volgt te luiden:

Artikel 20f

1. De ambtenaar die de gegevens van een akte van naamskeuze opneemt in de akte van geboorte van het kind, zendt een afschrift van die akte aan de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte van naamskeuze heeft opgemaakt. Deze akte wordt bewaard totdat achttien maanden zijn verstreken na de ontvangst van dat afschrift.

2. De ambtenaar van de burgerlijke stand die een latere vermelding van de naamskeuze, de erkenning of de ontkenning van het vaderschap met gelijktijdige erkenning door de vader toevoegt aan de akte van geboorte van het kind, zendt een afschrift van die akte en de latere vermelding aan de personen op wie de akte betrekking heeft. Hij zendt een afschrift aan de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte van naamskeuze, van erkenning of van ontkenning van het vaderschap met gelijktijdige erkenning door de vader heeft opgemaakt. Deze akte wordt bewaard totdat achttien maanden zijn verstreken na de ontvangst van laatstgenoemd afschrift.

ARTIKEL II

De Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 52 wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «krachtens artikel 9, eerste lid, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek» wordt vervangen door: krachtens artikel 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

2. De zinsnede «als bedoeld in artikel 9, tweede lid, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek» wordt vervangen door: als bedoeld in artikel 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

B. In artikel 60 wordt de zinsnede «als bedoeld in artikel 9, tweede lid, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door: als bedoeld in artikel 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

ARTIKELEN III tot en met V vervallen.

ARTIKEL VI

1. Onverminderd artikel 5, tiende en elfde lid, kunnen tot twee jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet de kinderen van dezelfde ouders krachtens een gemeenschappelijke verklaring van hun ouders, de geslachtsnaam van de moeder verkrijgen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a. het oudste kind dat in familierechtelijke betrekking tot beide ouders staat, heeft op het tijdstip van inwerkingtreding van de wet de leeftijd van tien jaren nog niet bereikt;

b. de verklaring betreft alle kinderen van dezelfde ouders;

c. de kinderen hebben op het tijdstip van afleggen van een verklaring allen de geslachtsnaam van de vader; en

d. beide ouders zijn het erover eens dat de kinderen de geslachtsnaam van de moeder behoren te hebben;

e. het eerste kind tot wie beide ouders in familierechtelijke betrekking staan, is niet na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geboren.

2. De gemeenschappelijke verklaring kan worden afgelegd ten overstaan van iedere ambtenaar van de burgerlijke stand. Van deze verklaring maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte op. De wijziging geschiedt doordat een latere vermelding van de naamskeuze wordt toegevoegd aan de akten van geboorten van de kinderen.

3. Hebben ingevolge het eerste lid een of meer kinderen de geslachtsnaam van de moeder gekregen, dan krijgen ook de kinderen van dezelfde ouders die nadien in familierechtelijke betrekking tot beide ouders komen te staan, deze geslachtsnaam.

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en is, wat betreft de geslachtsnaam van een kind en onverminderd artikel VI van deze wet, alleen van toepassing in het geval dat de familierechtelijke betrekking van het kind met beide ouders op of na het tijdstip van inwerkingtreding van de wet ontstaat.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Justitie,

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Naar boven