22 343 Handhaving milieuwetgeving

Nr. 312 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2022

In deze brief informeer ik uw Kamer over de volgende toezeggingen met betrekking tot de aanpak van milieucriminaliteit.

Op 8 juni 2021 (Kamerstuk 35 830 VI, nr. 8) heb ik in de beantwoording van de door uw Kamer gestelde schriftelijk vragen over het Jaarverslag en de Slotwet van het Ministerie van Justitie en Veiligheid 2020 (Kamerstuk 35 830 VI, nrs. 1, 3 en 4) toegezegd in een aparte brief in te gaan op de gestelde vragen met betrekking tot de aanpak van milieucriminaliteit.

Daarnaast heeft uw Kamer vragen gesteld naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer Handhaven in het duister, deel 2 (Bijlage bij Kamerstuk 22 343, nr. 297)1 en de Kabinetsreactie op de Initiatiefnota van het lid van Raan: «Ecocide: de ontbrekende misdaad tegen de vrede» (Kammerstuk 35 690)2.

Met deze brief wil ik tevens aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot de toezegging uit mijn brief over het rapport van de Raad voor de Rechtshandhaving met betrekking tot de milieuhandhaving in Caribisch Nederland3, en mijn brief over het Dreigingsbeeld milieucriminaliteit 20214.

Vragen Slotwet gegevens milieucriminaliteit

Hieronder geef ik antwoord op een groot deel van de dit jaar door uw Kamer gestelde vragen naar cijfermatige gegevens over de aanpak van milieucriminaliteit. Deze zijn opgehaald bij het OM en de Raad voor de Rechtspraak. Op de door uw Kamer gestelde vragen is niet altijd in alle details antwoord te geven. Dit heeft te maken met de wijze van (geautomatiseerd) registreren van strafbare feiten op basis waarvan door de opsporingsdienst proces-verbaal is opgemaakt. Verder worden er zoals gebruikelijk geen uitspraken gedaan over concrete strafzaken (namen van natuurlijke personen of rechtspersonen). Deze cijfers bouwen voort op het cijfermatige overzicht dat ik in december 2020 met uw Kamer heb gedeeld met betrekking tot het aantal bij het Openbaar Ministerie aangeleverde verdachten van het plegen van milieucriminaliteit (in brede zin)5. Daarin heb ik ook een duiding gegeven van die cijfers en de dalende trend. Om deze dalende trend te keren is verbetering van de strafrechtketen nodig. Voor een slagvaardige strafrechtketen is meer capaciteit nodig en een goede taakverdeling tussen de opsporingsdiensten om een versnipperde inzet te voorkomen. Dit vraagt om fundamentele keuzes, waar politieke besluitvorming voor nodig is.

Aantallen fte in de strafrechtketen

Zowel naar aanleiding van de Slotwet Ministerie van Justitie en Veiligheid 2020 als naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer heeft uw Kamer vragen gesteld over het aantal fte dat werkt aan milieudelicten aan zowel de strafrechtelijke als aan de bestuursrechtelijke kant.

Opsporing

Bij de politie is 412 fte opsporingscapaciteit geoormerkt voor milieu en hetzelfde aantal fte’s agenten geoormerkt met een taakaccent milieu (de milieuagenten).

Bij de bijzondere opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit werkt 30 fte aan de aanpak van milieucriminaliteit en bij de bijzondere opsporingsdienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport 75 fte.

Voor gegevens over de omgevingsdiensten, onder andere over aantallen boa’s, verwijs ik u naar de brief6 van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 17 september 2021 en het bijbehorende rapport «Omgevingsdiensten in Beeld».

Vervolging

Bij het OM is de aanpak van milieucriminaliteit ondergebracht bij het Functioneel Parket. Het Functioneel Parket (FP) is een specialistisch, landelijk opererend onderdeel van het Openbaar Ministerie, dat zich toelegt op de bestrijding van complexe fraude en milieucriminaliteit en in het afwikkelen van complexe ontnemingszaken. Bij het uitvoeren van deze taken is het FP verantwoordelijk voor de opsporing en vervolging in strafzaken waarin een bijzondere opsporingsdienst (BOD) of de politie het opsporingsonderzoek doet. Bij het Functioneel Parket werken om en nabij de 50 fte, officieren van justitie en parketsecretarissen, aan de grotere zaken van milieucriminaliteit. Parketsecretarissen en administratief juridisch medewerkers die betrokken zijn bij het afhandelen van de stroom standaard milieuzaken en informatie- en beleidsfuncties zijn hierbij niet meegeteld.

Bij het ressortsparket (hoger beroep) wordt niet gewerkt met geoormerkte Advocaten-Generaal of secretarissen. Het precieze aantal fte’s is niet aan te geven.

De grotere zaken komen in beginsel terecht bij de vier concentratierechtbanken (Amsterdam, Rotterdam, Zwolle en Den Bosch). Daar is milieucriminaliteit telkens in een van de teams ondergebracht, maar de rechtbanken werken niet met geoormerkte kamers of rechters.

Aantallen fte aan de bestuursrechtelijke kant

Over de inzet van bestuursrecht door omgevingsdiensten is in het kwantitatieve onderzoek naar aanleiding van de adviescommissie VTH inzicht gegeven over de onderzoeksperiode (2019/2020). Hiervoor verwijs ik u naar de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 17 september 2021 en het bijbehorende rapport «Omgevingsdiensten in Beeld».

Aantallen en soorten zaken en doorlooptijden

Aantallen vervolging en veroordeling

Ik heb het OM en de Raad voor de Rechtspraak gevraagd om een overzicht van milieuzaken van de afgelopen 10 jaar. In het bijgesloten overzicht7 is het totaal aantal door het OM ingeschreven verdachten en het aantal zaken dat voor de rechter is gebracht voor milieucriminaliteit opgenomen. Daarnaast is er nog gekeken naar de het aantal verdachten met betrekking tot afvalcriminaliteit en wildlife criminaliteit. Het OM kan geautomatiseerd geen onderscheid maken naar zaken in verboden handel in exotische dieren en zaken in verboden handel in exotische planten. Ook het geautomatiseerd opvragen van het aantal in beslag genomen exotisch dieren en het aantal in beslag genomen exotische planten is niet mogelijk.

Met betrekking tot overbevissing is een groot aantal artikelen van toepassing die deels of geheel zien op de brede noemer van overbevissing. Op basis van deze gevarieerde wetgeving is geautomatiseerd geen overzicht te maken, dat alleen ziet op overbevissing.

Met betrekking tot het aantal bestuursrechtelijke sancties in milieuzaken in de afgelopen tien jaren en de gemiddelde hoogte van de sanctie, verwijs ik naar het op 17 september 2021 aan uw Kamer verzonden rapport «Omgevingsdiensten in Beeld». In dit rapport zijn voor het eerst kwantitatieve data van de omgevingsdiensten in beeld gebracht. Van veruit de meeste van de 29 omgevingsdiensten is informatie inzichtelijk gemaakt over het aantal keren dat een last onder dwangsom8, bestuursdwang9 en een bestuurlijke strafbeschikking10 is opgelegd of een proces-verbaal is opgemaakt11.

Doorlooptijden strafzaken

De gemiddelde doorlooptijd van milieuzaken is in lijn met de gemiddelde doorlooptijd van overige misdrijven12 die aan de rechter worden voorgelegd, niettemin zal worden gewerkt aan verkorting van die doorlooptijd. Voor de grotere complexe zaken die ook naar de rechter-commissaris (RC) moeten is de doorlooptijd lang, maar dat geldt niet alleen voor milieuzaken, maar ook voor andersoortige complexe onderzoeken.

Toezegging voortgang opvolging aanbevelingen Raad voor de Rechtshandhaving milieuhandhaving BES

In de brief13 van 2 december 2020 heb ik toegezegd om, samen met de Minister van LNV en de Staatssecretaris van IenW, uw Kamer te berichten over de voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen van de Raad voor de Rechtshandhaving naar aanleiding van diens onderzoek naar de handhaving van natuur- en milieuwetgeving in Caribisch Nederland. In het rapport uit 2019 concludeert de Raad dat er op deze terreinen nog weinig aan rechtshandhaving wordt gedaan. De aanbevelingen zijn gericht aan de Ministeries van JenV, IenW en LNV, aan OM BES, Kustwacht en de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en zien op het opstellen van beleidsplannen, uitvoeringsagenda’s en het verbeteren van de samenwerking tussen de toezicht- en handhavingspartners. Zoals ook is aangegeven in de beantwoording van de vragen van het SO rechtshandhaving BES14 zal de Kamer na vaststelling van de uitvoeringsagenda’s – en voorafgaand aan het kerstreces – op de hoogte worden gebracht van de vorderingen. De totstandkoming van de uitvoeringsagenda’s is zo goed als afgerond, maar nog niet geheel gereed in verband met de tijd die nodig is voor de afstemming met de grote hoeveelheid betrokken partijen. In de eerste helft van 2022 zal een uitgebreidere stand van zaken aan uw Kamer worden verzonden.

Toezegging beleidsreactie Dreigingsbeeld milieucriminaliteit 2021

In de brief15 van 14 september 2021 heb ik toegezegd om, samen met de Minister van LNV en de Staatssecretaris van IenW, uw Kamer een gezamenlijke beleidsreactie op het Dreigingsbeeld milieucriminaliteit 2021 toe te zenden. Vanwege het grote aantal onderwerpen dat wordt besproken in het dreigingsbeeld en daarmee het aantal partijen waarmee de beleidsreactie moet worden opgesteld en afgestemd is het niet gelukt de beleidsreactie voor het kerstreces aan uw Kamer te doen toekomen. De beleidsreactie zal naar verwachting worden afgerond in het eerste kwartaal van 2022 en aan uw Kamer worden verzonden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 22 343, nr. 309.

X Noot
2

Kamerstuk 35 690, nr. 4.

X Noot
3

Kamerstuk 30 825, nr. 220.

X Noot
4

Kamerstuk 22 343, nr. 299.

X Noot
5

Kamerstuk 22 343, nr. 293.

X Noot
6

Kamerstuk 22 343, nr. 300.

X Noot
7

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
8

Informatie aangeleverd door 25 omgevingsdiensten.

X Noot
9

Informatie aangeleverd door 24 omgevingsdiensten.

X Noot
10

Informatie aangeleverd door 25 omgevingsdiensten.

X Noot
11

Informatie aangeleverd door 27 omgevingsdiensten.

X Noot
13

Kamerstuk 30 825, nr. 220.

X Noot
14

Kamerstuk 24 587, nr. 811.

X Noot
15

Kamerstuk 22 343, nr. 299.

Naar boven