22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1249 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 2011

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vier fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1 : mededeling EU-beleid en vrijwilligersbeleid

Fiche 2 : mededeling stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa (kamerstuk 22 112, nr. 1250)

Fiche 3 : mededeling partnerschappen in onderzoek en innovatie (kamerstuk 22 112, nr. 1251)

Fiche 4 : mededeling bijvangsten walvisachtigen (kamerstuk 22 112, nr. 1252)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Fiche: mededeling EU-beleid en vrijwilligersbeleid

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling over EU-beleid en vrijwilligerswerk: erkenning en bevordering van grensoverschrijdend vrijwilligerswerk in de EU

Datum Commissiedocument

20 september 2011

Nr. Commissiedocument

COM(2011) 568 definitief

Pre-lex

http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2011:0568:FIN:NL:PDF

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet van toepassing.

Behandelingstraject Raad

IZ

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

2. Essentie voorstel

De Europese Commissie ziet in vrijwilligerswerk1 een uiting van solidariteit, en een middel om te komen tot integratie, grotere arbeidsparticipatie (opdoen en erkenning van vaardigheden) en betere aanpassing aan de arbeidsmarkt. Daarnaast stelt de commissie dat vrijwilligerswerk bijdraagt aan centrale doelstellingen van de EU, zoals sociale integratie, werkgelegenheid, onderwijs, ontwikkeling van vaardigheden en burgerschap.

De actieve betrokkenheid van de Europese Unie bij kwesties in verband met vrijwilligerswerk levert aanwijsbare voordelen op. Dat is vooral duidelijk bij het grensoverschrijdend vrijwilligerswerk en de mobiliteit van vrijwilligers in de Europese Unie. De Europese Unie ziet zichzelf als mogelijke katalysator voor beleidsontwikkeling op het gebied van vrijwilligerswerk, en meer specifiek het grensoverschrijdend vrijwilligerswerk, in de komende jaren.

De Commissie onderscheidt verschillende domeinen voor Europees beleid en vrijwilligerswerk:

  • a. mogelijkheden voor EU-financiering van vrijwilligerswerk;

  • b. maatschappelijke dimensie van vrijwilligerswerk:

    • vrijwilligerswerk als een uiting van Europees burgerschap;

    • vrijwilligers zijn een bindende factor in de samenleving;

  • c. onderwijs en vrijwilligerswerk;

  • d. jeugd en vrijwilligerswerk;

  • e. sport en vrijwilligerswerk;

  • f. vrijwilligerswerk als een uiting van maatschappelijk verantwoord ondernemen;

  • g. betrekkingen van de EU met derde landen en vrijwilligerswerk:

    • bevordering van de mobiliteit van vrijwilligers uit derde landen in de EU;

    • humanitaire hulp en vrijwilligerswerk;

    • ontwikkelingsbeleid en vrijwilligerswerk

Per domein wordt aangegeven wat de Commissie op dit gebied heeft gedaan. Daarna schetst de Commissie globaal enkele voornemens voor de toekomst. De Commissie geeft daarnaast aan dat zij met alle betrokken partijen samenwerkt om ervoor te zorgen dat het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk ook op de lange termijn een wezenlijk effect heeft.

3. Kondigt de Commissie maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

Het merendeel van de maatregelen die de Commissie voorstelt is een follow-up voor de langere termijn van het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk en sluit aan bij eerdere voorstellen van de Commissie of zijn een herhaling van eerdere voorstellen. Verder wil de Commissie de dialoog met de belanghebbende partijen op de verschillende beleidsterreinen in verband met vrijwilligerswerk voortzetten.

De aangekondigde maatregelen van de Commissie behelzen dat EU-financieringsprogramma’s op verschillende beleidsterreinen meer gericht zullen worden op vrijwilligers en grensoverschrijdend vrijwilligerswerk. De Commissie wil het gemakkelijker maken voor EU-burgers en belanghebbenden een overzicht te krijgen van de verschillende financieringsprogramma’s die door vrijwilligers en ten behoeve van vrijwilligerswerk benut kunnen worden.

Verder heeft de Commissie het voornemen een voorstel te doen betreffende de oprichting van een Europees Vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening in 2012. Dit voorstel is al in november 2010 aangekondigd; er is hier dus geen sprake van een nieuw voorstel. Nederland stelde zich toen positief op ten aanzien van een dergelijk korps mits het aanvullend is ten aanzien van andere bestaande bijdragen en het een toegevoegde waarde heeft. Dit is ook het huidige standpunt, dat nader bezien zal worden op het moment dat de Commissie komt met een concreet voorstel.

De Commissie is bereid verdere mogelijkheden te onderzoeken om de link tussen vrijwilligerswerk en gezondheid/welzijn te versterken, met name met het oog op de vergrijzing van de samenleving. Het achterliggende idee is dat oudere mensen die vrijwilligerswerk doen een betere gezondheid hebben en meer welbevinden dan mensen die geen vrijwilligerswerk doen. Afhankelijk van de concrete voorstellen van de Commissie zal Nederland een nader standpunt bepalen, waarbij voor Nederland het uitgangspunt geldt dat beleid zowel op het terrein van vrijwilligers als voor gezondheid en welzijn op nationaal niveau dienen te geschieden. Onderzoek naar de relatie tussen deze domeinen op Europees niveau kan daarbij een aanvulling zijn.

Op basis van de rapporten van de lidstaten over de tenuitvoerlegging van de aanbeveling betreffende de mobiliteit van jonge vrijwilligers in 2012 zal de Commissie voorstellen voor verdere ontwikkeling doen.

De Commissie zal eventueel voorstellen doen die specifiek gericht zijn op vrijwilligerswerk, in het kader van de werkgelegenheidsstrategie van de EU en de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, en in de context van het initiatief «Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen» van de Commissie.

De Commissie werkt aan een voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende de validering van niet-formeel leren (gestructureerde leeractiviteiten) en informeel leren (niet formeel geplande en ongestructureerde leeractiviteiten), met inbegrip van de erkenning van door vrijwilligerswerk verworven competenties. Het toekomstige «European Skills Passport» zal individuen de mogelijkheid geven de vaardigheden en competenties die zij door vrijwilligerswerk verwerven officieel vast te leggen. Vanuit OCW (DUO) wordt de vertaling hiervan voorbereid.

De Commissie zal ervoor zorgen dat het komende Europees Jaar van de burgers (2013) een passende vrijwilligerswerkdimensie omvat, die met name grensoverschrijdend vrijwilligerswerk bevordert.

Hier geldt dat Nederland de voorstellen van de Europese Commissie afwacht. Nu is al wel te zeggen dat als er onnodige belemmeringen zijn, deze dienen te worden weggenomen.

Verder komt de Commissie met een reeks aanbevelingen aan de lidstaten gericht op het geven van een impuls aan het vrijwilligerswerk door het creëren van een wettelijk kader, het doen van onderzoek en verzamelen van gegevens over vrijwilligerswerk, erkenning van verworven competenties en vaardigheden, wegnemen van obstakels die grensoverschrijdend vrijwilligerswerk belemmeren en om nationale regelingen voor vrijwilligerswerk ook open te stellen voor grensoverschrijdend vrijwilligerswerk.

Nederland wacht de voorstellen van de Commissie af, voordat een standpunt wordt ingenomen. Ook hier geldt dat als er onnodige belemmeringen worden weggenomen, Nederland hier positief op zal reageren.

Bevoegdheidsvaststelling

De mededeling van de Commissie beslaat een groot aantal beleidsterreinen van de EU. Te denken valt aan onderwijs, sport, humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking. Nederland zal bij concrete voorstellen beoordelen of de EU bevoegd is om op te treden.

Subsidiariteit

De Commissie ziet zichzelf als mogelijke katalysator voor beleidsontwikkelingen op het gebied van vrijwilligerswerk. Deze beleidsontwikkelingen zouden volgens het subsidiariteitsbeginsel op het niveau van de lidstaten moeten plaats vinden. Het subsidiariteitsoordeel over de afzonderlijk aangekondigde maatregelen vindt plaats op het moment dat de commissie met concrete voorstellen komt.

Nederland kent, net als bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en de Scandinavische landen, geen nationale regelingen voor vrijwilligers als hoofdactiviteit. Sinds de invoering in Nederland van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) in 2007, zijn de gemeenten primair verantwoordelijk voor vrijwilligersbeleid.

Proportionaliteit

Als de Commissie concrete voorstellen doet, zullen deze worden beoordeeld op de proportionaliteit.

Nederland zal de Commissie vragen precies aan te geven wat het financieel beslag van de toekomstige voorstellen zal zijn. De huidige mededeling geeft nog geen inzicht in de financiële consequenties.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland is het met de Commissie eens dat vrijwilligerswerk een belangrijke rol speelt bij de sociale samenhang in de maatschappij en dat vrijwilligers op veel terreinen belangrijk werk doen. Het kabinet heeft het voornemen rond de jaarwisseling een beleidsbrief naar de Tweede Kamer te sturen waarin de visie op vrijwilligerswerk en mantelzorg wordt neergelegd.

Deze Mededeling laat zien dat ook de Europese Commissie het belang van vrijwilligerswerk onderschrijft.

De Commissie kondigt aan met voorstellen te zullen komen. Afhankelijk van de inhoud van de concrete voorstellen zal Nederland een nader standpunt innemen. Het uitgangspunt hierbij voor Nederland is dat beleid op het terrein van vrijwilligers in beginsel op nationaal niveau dient te geschieden.

Kennis en ervaring opgedaan in vrijwilligerswerk kan leiden tot vrijstelling in het onderwijs (dit ter beoordeling van het opleidingsinstituut) of als aanbeveling bij een sollicitatie. Nederland is van mening dat voor een gereglementeerd beroep blijft gelden, dat kennis en ervaring die wettelijk noodzakelijk is voor een bepaald beroep, niet door vrijwilligerswerk kan worden opgedaan, tenzij het opleidingsinstituut daar de verantwoording voor neemt.

De voorstellen van de Commissie om meer bekendheid te geven aan financieringsmogelijkheden en deze meer te richten op grensoverschrijdend vrijwilligerswerk wordt in beginsel door Nederland positief beoordeeld. Het gaat om bestaande mogelijkheden waarbij een specifiek aandachtspunt – namelijk vrijwilligers – aan wordt toegevoegd.

Het lijkt erop dat de Commissie graag zou zien dat de nationale systemen op elkaar worden afgestemd, om zo de uitwisseling van vrijwilligers voor een langere periode te vergemakkelijken. Het is belangrijk op te merken dat Nederland een onderscheid maakt tussen vrijwilligerswerk als bijactiviteit en vrijwilligerswerk als hoofdactiviteit. Nederland staat positief tegenover vrijwilligerswerk als bijactiviteit en acht dit van belang, ook voor jongeren. Voor vrijwilligerswerk als hoofdactiviteit kent Nederland geen stelsel.


X Noot
1

In deze Mededeling verstaat de Commissie onder vrijwilligerswerk alle typen vrijwillige activiteit, formeel of informeel. Vrijwilligers werken uit vrije wil, uit eigen keuze en eigen beweegredenen en zonder financiële voordelen na te streven. Het is één van de manieren waarop individuele burgers en verenigingen menselijke, sociale of milieuproblemen en behoeften kunnen identificeren en aanpakken.

Naar boven