Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 september 2013
Met deze brief informeer ik u dat met Jordanië principe-overeenstemming is bereikt
over de verkoop van vijftien F-16 jachtvliegtuigen in de MidLife Update M5-configuratie en 52 Maverick lucht-grondraketten. De vliegtuigen worden geleverd
met missie en overig ondersteunend materieel.
Over het voornemen om de F-16 vliegtuigen te verkopen, is uw Kamer met de beleidsbrief
van april 2011 en daarna door middel van het Materieelprojectenoverzicht geïnformeerd.
In september worden met Jordanië afrondende besprekingen gevoerd. Naar verwachting
zal het verkoopcontract begin oktober 2013 worden getekend.
Jordanië verwerft de Nederlandse F-16 vliegtuigen ter vervanging van eigen, verouderde
F-16 toestellen. Jordanië zal naar verwachting deze verouderde toestellen doorverkopen
aan een ander land. Hierdoor zal de omvang van de Jordaanse vloot in aantal F-16 vliegtuigen
gaan afnemen. De van Nederland gekochte toestellen zullen vanaf eind 2015 tot begin
2016 in drie keer aan Jordanië worden geleverd. Onderhouds- en gebruikersopleidingen
maken deel uit van deze overeenkomst. De kosten van deze opleidingen maken deel uit
van de verkoopprijs.
De vliegtuigen worden in operationele staat overgedragen. Defensie zal de toestellen
voorafgaand aan de overdracht gereed maken voor levering en in een door de Verenigde
Staten aangegeven configuratie ombouwen. Ook deze kosten maken deel uit van de verkoopprijs.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de overdracht van het materieel in januari
2012 getoetst aan de acht criteria zoals geformuleerd in het Gemeenschappelijk Standpunt
van de Europese Unie inzake wapenexport. Uit de toetsing is gebleken dat het niet
te verwachten is dat de overdracht van dit materieel gevolgen zal hebben voor de mensenrechtensituatie
in Jordanië of voor de interne verhoudingen.
Daarnaast zal de levering niet leiden tot een verstoring van de regionale machtsbalans
en stabiliteit, omdat deze toestellen ter vervanging dienen van de bestaande vloot.
Voorafgaand aan de levering van de goederen zal het Ministerie van Defensie een exportvergunning
aanvragen. Deze aanvraag zal opnieuw worden getoetst aan de acht criteria door het
Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Voor de financiële aspecten van de verkoop verwijs ik naar de bijgaande commercieel-vertrouwelijke
brief. Ik verzoek de gegevens in die brief vertrouwelijk te behandelen1.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert