Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 maart 2014
Naar aanleiding van het Notaoverleg over het Fyra-alternatief van 4 november 2013
(Kamerstuk 22 026, nr. 451) heeft uw Kamer de volgende motie, ingediend door de leden De Boer en Hoogland, aangenomen
(Kamerstuk 22 026, nr. 440):
«De Kamer verzoekt de regering, om NS, in de studiefase, de mogelijkheden te laten
onderzoeken om met de nieuwe IC sneller dan 200 km/uur op de binnenlandse corridors
van de HSL te rijden, waarbij het streven erop gericht moet zijn om de eerste treinen
al vanaf 2018 in te zetten.»
In deze brief leg ik uit hoe ik deze motie uitvoer, waarbij zorgvuldigheid in het
proces om dit nieuwe materieel te bestellen en in te faseren voorop staat.
De wens van uw Kamer is helder. NS is zeer bereid om hieraan mee te werken. Ik heb
met NS afgesproken dat zij in de studiefase grondig onderzoek verricht naar de rijsnelheid
van het materieel en het moment van infaseren in de (commerciële) treindienst. Om
op een goede manier invulling te geven aan de motie zal ik een onafhankelijke partij
een audit laten uitvoeren op zowel het plan van aanpak voor het nadere onderzoek als
de onderzoeksresultaten.
Rijsnelheid
NS onderzoekt de snelheid van het nieuw aan te schaffen IC-materieel, en welke consequenties
hierbij horen. NS onderzoekt of een snelheid van 220 km per uur mogelijk is. In het
onderzoek zal aan de orde komen in welke mate hogere snelheid daadwerkelijk reistijdwinst
oplevert op de HSL-Zuid (en daarmee verbonden trajecten).
Het is van belang dat NS een totaalafweging kan maken tussen alle ontwerpelementen.
De rijsnelheid van het IC-materieel is één van de ontwerpelementen. Daarnaast speelt
een groot aantal andere zaken waaraan het materieel moet voldoen, waarover NS nu een
keuze moet maken om een goede aanbesteding te kunnen uitvoeren. Het gaat bijvoorbeeld
om veiligheidseisen, vervoercapaciteit en zelfstandige toegankelijkheid voor mindervalide
reizigers. Het nieuwe IC-materieel dat op de HSL-Zuid wordt ingezet is onderdeel van
een grote bestelling – ca. 300 treinstellen – die gedurende een lange tijd op het
hoofdrailnet inclusief HSL-Zuid rijden.
Instroomplanning
Naar aanleiding van het Notaoverleg met uw Kamer heb ik nader met NS gesproken over
de instroomplanning. Zoals met uw Kamer gedeeld heeft NS oorspronkelijk gemeld dat
IC-materieel voor de HSL-treindiensten per 2021 in de dienstregeling zal gaan instromen1. Ik heb nu met NS afgesproken dat zij ook in 2021 de instroom afrondt, en dus het
binnenlandse bedieningspatroon op het HSL-traject Amsterdam-Rotterdam-Breda uitvoert
met het IC-materieel. NS zal de snelst mogelijke realistische instroomplanning van
het IC-materieel nader onderzoeken.
Genoemde instroomplanning dient ambitieus en tegelijkertijd realistisch te zijn. De
doorlooptijd voor het aantrekken van nieuw materieel en het inzetten hiervan hangt
nauw samen met de vaste termijnen en fases die gelden voor aanbestedingsprocedures
en het feit dat het nieuwe IC-materieel aan een groot aantal (toelatings)eisen en
specificaties moet voldoen.
NS zal mij uiterlijk op 1 juli 2014 rapporteren over de uitkomsten van het nadere
onderzoek. Vanzelfsprekend blijf ik tot 1 juli en ook gedurende het daaropvolgende
proces toezien op het tempo van de implementatie, waarbij ook zorgvuldigheid een belangrijk
element vormt.
Ik zal uw Kamer nader rapporteren wanneer de resultaten van de audit en het nadere
onderzoek beschikbaar zijn. Daarnaast wil ik aanbieden uw Kamer in een vertrouwelijke
briefing te informeren over het proces van het bestellen van nieuw materieel en de
afwegingen die hierin worden gemaakt.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld