21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 1002 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2022

Op 13 en 19 december hebben twee bijeenkomsten van de Energieraad plaatsgevonden. De Raad op 13 december stond volledig in het teken van het marktcorrectiemechanisme en het bereiken van een politiek akkoord daarop. Dit is toen vanwege uiteenlopende posities van de lidstaten niet gelukt.

Daarom is besloten de bespreking over het marktcorrectiemechanisme ook op de agenda te plaatsen voor de Energieraad van 19 december. Vanwege de potentiële impact van dit mechanisme en uw appreciatie van het voorstel in het schriftelijk overleg van 5 december, bied ik u hierbij voor het kerstreces een verslag van beide Raden aan. Dit verslag is specifiek toegespitst op het marktcorrectiemechanisme.

U zult begin januari een tweede verslag ontvangen gericht op de andere thema’s die tijdens de Energieraad van 19 december zijn besproken.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Verslag Energieraad 13 en 19 december 2022, toegespitst op het marktcorrectiemechanisme

Algemene terugblik

Maandag 19 december is een akkoord bereikt over een marktcorrectiemechanisme voor hoge gasprijzen. De problematiek omtrent het adresseren van hoge energieprijzen stond al langere tijd op de Europese agenda, maar was door verschil van inzicht overde juiste oplossing hiervoor nog niet eerder beslecht. Enerzijds pleitte een grote groep lidstaten voor directe marktinterventies door middel van maximumprijzen om zo de prijsvolatiliteit te adresseren. Anderzijds pleitte een andere groep lidstaten, waaronder Nederland, voor maatregelen als gasbesparing en gezamenlijke inkoop om het stijgen van de prijzen tegen te gaan. Hoewel in de loop van het jaar over een Europese verordening voor gas- en elektriciteitsbesparing en een heffing op inframarginale elektriciteitsproductie al overeenstemming bereikt is, bleef de wens voor een marktcorrectiemechanisme bestaan.

Op 18 oktober jl. publiceerde de Europese Commissie maatregelen die moesten zorgen voor meer solidariteit op de gasmarkt (door middel van bijvoorbeeld gezamenlijk inkopen). Kort daarna werd een noodverordening gepubliceerd die toezag op het versnellen van vergunningprocedures voor energieprojecten. Tot slot werd in dit verband ook het voorstel voor een marktcorrectiemechanisme gepubliceerd.1

Per brief van 2 december jl. heeft uw Kamer van mij een appreciatie van de Nederlandse inzet op deze laatste verordening ontvangen.2 Op 2 december heeft uw Kamer tevens de beantwoording ontvangen op de vragen van uw Kamer over de verordening en de Nederlandse inzet.3

Ik heb grote zorgen geuit bij het voorstel voor een marktcorrectiemechanisme, met name over de mogelijke impact op leveringszekerheid, financiële stabiliteit en het functioneren van de gasmarkt. Deze zorgen werden breed gedeeld door centrale banken, financiële toezichthouders en energiebedrijven en internationale energie-organisaties. Toch leek een marktcorrectiemechanisme in enige vorm onvermijdelijk, omdat een duidelijke meerderheid van lidstaten voorstander daarvan was en het voorstel per gekwalificeerde meerderheid kon worden aangenomen. Ondanks dat het voorzitterschap streefde naar consensus, was een stemming per gekwalificeerde meerderheid een reële optie na de oproep van de Europese Raad op 19 december om tot een akkoord te komen.

Met het oog daarop heb ik, ondanks mijn fundamentele bezwaren bij het voorstel, actief alternatieve voorstellen neergelegd die 1) de negatieve impact zoveel mogelijk mitigeren; 2) ervoor moeten zorgen dat het mechanisme echt als een allerlaatste middel ingezet wordt door zo hoog mogelijke triggers voor activatie en zo objectief mogelijke criteria voor opschorting; 3) het mechanisme bij enige aangebrachte schade direct opschorten. Elementen van deze voorstellen hebben hun weg gevonden in het uiteindelijk aangenomen voorstel, dat op sommige punten meer waarborgen omvat en niet lichtzinnig ingezet kan worden.

Tijdens de stemming over het uiteindelijke voorstel heeft Nederland zich onthouden van stemming, omdat het moment waarop het impact assessment gepland staat na activatie van het mechanisme is en de objectieve criteria voor opschorting en de triggers voor activatie nog concreter uitgewerkt dienden te worden. Behalve Nederland heeft ook Oostenrijk zich onthouden van stemming, en heeft Hongarije tegen het voorstel gestemd. Er komt nog een impact assessment van ACER en ESMA. De eerste voorlopige resultaten komen 23 januari beschikbaar, maar de officiële publicatie is pas voorzien op 1 maart. Dan is het mechanisme al inzetbaar (vanaf 15 februari). Wel kan, indien na de impact assessment blijkt dat niet aan voorwaarden voor leveringszekerheid en financiële stabiliteit wordt voldaan, de Commissie het mechanisme alsnog opschorten. Ook zijn er enkele andere safeguards, waardoor het mechanisme gedeactiveerd kan worden. Ik licht dit hieronder nader toe. Tot slot zijn met de uitkomst op het marktcorrectiemechanisme tevens de hierboven genoemde verordeningen over solidariteitsmaatregelen op de gasmarkt en versnelde vergunningprocedures voor energieprojecten aangenomen. Ik ga hieronder eerst in op de Raad van 13 december, dan op de Raad van 19 december en tot slot op de Nederlandse stemverklaring.

Buitengewone Energieraad 13 december

Lidstaten toonden tijdens deze Raad bereidheid tot een compromistekst te komen. Zoals hierboven vermeld, heb ik geprobeerd elementen in het mechanisme te laten opnemen die activatie moeilijker maakten en deactivatie gemakkelijker.

Tijdens deze discussie was voor Nederland een aantal zaken van belang. Ten eerste was een impact assessment vóóraf op de gevolgen van het marktcorrectiemechanisme voor leveringszekerheid en financiële stabiliteit van de markten noodzakelijk. Daarbij hoorde wat Nederland betreft een uitgestelde implementatiedatum van het marktcorrectiemechanisme naar het moment waarop deze impact assessment beschikbaar zal zijn. Ten tweede was in ieder geval van belang dat de toepassing van het mechanisme zich niet zou uitstrekken tot Over the Counter-trading (OTC of bilaterale transacties). Tegelijkertijd heeft Nederland ervoor gepleit om het marktcorrectiemechanisme wél gelijkelijk toe te passen voor alle Europese gashubs, niet alleen de TTF, zodat speculatie tussen hubs wordt tegengegaan en een gelijk speelveld zo veel mogelijk in stand blijft. Ten derde heb ik geprobeerd zoveel mogelijk mechanismen voor opschorting op basis van objectieve criteria in het Commissievoorstel te krijgen. Deze criteria zien met name toe op indicatoren als toename in de gasconsumptie, afname van de LNG import door te lage prijzen en afname van liquiditeit op de TTF. Tot slot vond Nederland de prijs en het biedingslimiet waarop het mechanisme geactiveerd wordt te laag ten opzicht van het voorstel van de commissie.

Naar aanleiding van de gespreksronde in de ochtend presenteerde het Tsjechisch voorzitterschap in de middag een nieuwe versie van het voorstel waarin een aantal Nederlandse wensen in zekere mate waren opgenomen. Zo heeft het Tsjechisch voorzitterschap opgenomen dat een impact assessment door ESMA en ACER moet plaatsvinden van de impact van het mechanisme op financiële stabiliteit, leveringszekerheid en financiële markten. Tot slot had het Voorzitterschap een aantal automatische en zowel kwantitatieve als kwalitatieve opschortingscriteria in de tekst opgenomen, waaronder criteria met betrekking tot stijging in gasvraag en daling in geïmporteerde volumes na invoering van het biedingslimiet.

Toch bleek tijdens de tweede gespreksronde de verdeeldheid tussen de lidstaten nog steeds aanwezig. De landen die voorstander zijn van het mechanisme, wilden lagere activatieprijzen (liefst rond 160 euro) en zij wilden dat het voorstel per direct op 1 januari 2023 van kracht zou zijn. Zij wilden deze lagere prijs uitruilen tegen de strenge criteria voor opschorting die waren opgenomen. Namens Nederland heb ik aangegeven dat hoge activatieprijzen en strenge opschortingscriteria noodzakelijk zijn voor het waarborgen van de financiële stabiliteit en leveringszekerheid.

Gedurende de dag bleek het nog niet mogelijk om tot overeenstemming te komen. Het Voorzitterschap besloot daarop de voorliggende tekst te bevriezen en de nog openstaande punten verder te bediscussiëren op de Energieraad van 19 december.

Energieraad 19 december4

Bij aanvang van deze Raad bleek de kloof tussen de landen die voor een mechanisme en de landen die tegen een mechanisme waren nog niet gedicht. Uiteindelijk hebben de verdere onderhandelingen ertoe geleid dat:

  • Activering van het mechanisme pas mogelijk is na 15 februari 2023, zodat een voorlopig impact assessment uitgevoerd kan worden door ACER en ESMA. De uiterlijke deadline hiervoor is 23 januari. Het definitieve impact assessment volgt 23 februari nadat het mechanisme al van kracht is.

  • De activatieprijs is vastgezet op een prijs van 180 euro. Na activatie geldt dit bedrag als ondergrens.

  • Waarborgen zijn toegevoegd die kunnen leiden tot opschorting van het mechanisme. Onder meer ook de waarborg dat, indien activatie leidt tot hogere margin calls, het mechanisme ook wordt opgeschort.

  • Het marktcorrectiemechanisme ook voor andere Europese gashubs zal gelden (na het impact assessment) in plaats van enkel Noordwestelijk Europese gashub TTF, met de kanttekening dat details op dit onderwerp nog door de Europese Commissie zullen worden vastgesteld.

  • OTC transacties buiten de reikwijdte zijn gebleven. Wel geldt hierbij dat de Commissie na tussentijdse beoordeling gedurende de looptijd van de verordening een voorstel tot wijziging ervan kan doen met als doel om die transacties alsnog onder de reikwijdte te brengen. Een dergelijk voorstel zal dan uiteraard voor besluitvorming moeten worden voorgelegd aan de Raad.

Nederlandse stemverklaring

Bij de onthouding heb ik een stemverklaring afgegeven, waarin ik de volgende redenen genoemd heb.

Ten eerste is het impact assessment dat nu wordt voorgesteld niet voldoende. Het assessment vindt plaats parallel aan het van kracht worden van het mechanisme, terwijl het enkele bestaan van het mechanisme (nog los van activatie) mogelijk al vergaande gevolgen kan hebben op de financiële stabiliteit van de gasmarkt en de leveringszekerheid. Ondanks de vele onderhandelingen zijn de risico’s wat mij betreft onvoldoende gemitigeerd. De risico’s van het mechanisme zijn op onderdelen door het verlagen van de activatieprijs naar 180 euro en het verbreden van de toepassing juist groter geworden.

Ten tweede zijn de adviezen en zorgen van financiële instanties, experts van de gasmarkt, centrale banken en energiebedrijven onvoldoende meegewogen in het uiteindelijke mechanisme. Deze zorgen en adviezen hadden hun weerslag moeten hebben in het hierboven genoemde impact assessment.

Ten derde zijn de potentiële effecten op het voortbestaan van de TTF (mede na de waarschuwingen van ICE Endex B.V.) mijns inziens onvoldoende meegenomen. Deze effecten kunnen ook impact hebben op het functioneren van de gasmarkt en de leveringszekerheid voor Noordwest Europa. Ook hier had het impact assessment vooraf meer inzicht in kunnen geven. De automatische en objectieve opschortingscriteria zijn helaas onvoldoende gekwantificeerd in het voorstel opgenomen om volledig vertrouwen te geven dat de genoemde effecten kunnen worden voorkomen.

Tot slot ontbreekt in dit mechanisme nog steeds de beste oplossing voor de crisis: gasbesparing. Door een sterkere inzet op gasbesparing hadden we, zonder de markt schade toe te brengen, de hoofdoorzaak van het probleem kunnen aanpakken, namelijk de disbalans tussen vraag en aanbod.

Namens Nederland heb ik aangegeven iedere aansprakelijkheid die (in)direct voortkomt uit activatie of het loutere bestaan van het mechanisme niet te zullen accepteren.


X Noot
1

Kamerstuk 22 112, nr. 3535.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-33, nr. 994.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-33, nr. 998

X Noot
4

Hier stonden meer onderwerpen op de agenda, maar hierover wordt met een apart verslag gerapporteerd.

Naar boven