21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 470 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2017

Hierbij bied ik u het verslag aan van Sociale Top Gotenburg van 17 november 2017.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra

VERSLAG SOCIALE TOP GOTENBURG VAN 17 NOVEMBER 2017

Op 17 november 2017 organiseerde de Europese Commissie samen met de Zweedse regering een informele «sociale top voor eerlijke banen en groei» in Gotenburg. De Minister-President heeft deelgenomen aan de top, samen met staatshoofden en regeringsleiders van andere EU-lidstaten, alsook sociale partners en diverse stakeholders. In de plenaire bespreking en drie parallelle panelsessies is er van gedachten gewisseld over gedeelde uitdagingen en samenwerking op sociaal beleid en de arbeidsmarkt. De Pijler van Sociale Rechten is na afloop ondertekend door de voorzitters van de Europese instellingen. Tijdens een besloten informele lunch is van gedachten gewisseld over de rol van onderwijs en cultuur binnen een toekomstbestendige Unie.

Sociale top Gotenburg

De sociale top werd geopend met een publieke plenaire sessie, waar een brede vertegenwoordiging van sprekers van de Europese instellingen evenals vakbonden, werkgevers en de jeugd onder leiding van een moderator inging op uitdagingen op sociaal beleid. De sprekers vonden overeenstemming in het belang van versterking van sociaal beleid voor verdieping van de interne markt, om opwaartse economische en sociale convergentie tussen lidstaten te bevorderen en om de concurrentiekracht van de Europese Unie te bestendigen.

De Minister-President nam vervolgens deel aan de eerste – openbare – panelsessie met als thema «toegang tot de arbeidsmarkt», samen met andere regeringsleiders, vertegenwoordigers van de Europese instellingen en sociale partners. Hierin benadrukte de Minister-President het belang van het versterken van de sociale dimensie om te komen tot een diepere en een eerlijkere interne markt.Het recente akkoord op de herziening van de detacheringsrichtlijn is hierin een eerste goede stap. De volgende stap hierop is een spoedig akkoord op het transportdossier. Daarnaast is het zaak dat de handhaving van de regels versterkt wordt. Hoewel dit een nationale competentie is, kunnen lidstaten hier van elkaar leren en kan de samenwerking op handhaving tussen lidstaten versterkt worden, bijvoorbeeld via het Europese Platform tegen Zwart Werk. Tevens noemde de Minister-President voorbeelden van de Nederlandse inzet om de arbeidsmarktdeelname van vooral jongeren en migranten te vergroten. Tot slot heeft de Minister-President benadrukt dat stabiele overheidsfinanciën en het doorvoeren van structurele hervormingen belangrijke randvoorwaarden zijn voor economische groei en banen, waarmee de sociale dimensie verder wordt versterkt. Er dient rekening te worden gehouden met verschillen tussen lidstaten en het feit dat sociaal beleid in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de lidstaten zelf is.

Deze boodschap kon op bijval rekenen van de Europese Commissie en andere regeringsleiders, waaronder allereerst de Minister-President van Spanje. Structurele hervormingen zijn economisch duurzame investeringen. De Europese meerwaarde zit in het verder bevorderen van arbeidsmobiliteit binnen de Unie, bijvoorbeeld door verbeterde coördinatie van sociale zekerheidsstelsels. De discussie ging in op uitwerking van het uitgangspunt «werk moet lonen». De regeringsleiders van Malta, Polen, Tsjechië en Roemenië gaven voorbeelden van maatregelen die zij hebben genomen om de arbeidsparticipatie te verhogen, bijvoorbeeld door investeringen in kinderopvang, kinderbijslag, vergroten van aanbod parttime werk, verhogen van minimumloon en verbeteren van de aansluiting tussen school en werk. Sociale partners vroegen aandacht voor het creëren van banen, door het verlichten van administratieve lasten en vergroten van toegang tot leningen voor het MKB.

Zoals gemeld in de kamerbrief met de Nederlandse inzet bij deze top (Kamerstuk 21 501-31, nr. 462), zijn er tijdens de top geen conclusies geformuleerd. De Europese Commissie zal wel, samen met de Zweedse regering, een samenvatting van de discussies over de sociale dimensie maken en beschikbaar stellen. Naar verwachting zal de Europese Raad van 14 en 15 december ook op deze bijeenkomst terugblikken.

Tijdens de top is de Inter-Institutionele Afkondiging van de Pijler van Sociale Rechten ondertekend door de voorzitters van de Europese Raad, de Europese Commissie en het Europees Parlement. Deze pijler was reeds geaccordeerd tijdens de laatste Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (23 oktober 2017) waar uw Kamer over is geinformeerd1. Nederland heeft het akkoord over de pijler verwelkomd2, omdat de principes een bijdrage kunnen leveren aan goed functionerende, eerlijke en toekomstbestendige arbeidsmarkten en sociale zekerheidsstelsels. De bevoegdheid van lidstaten op sociaal beleid blijft intact; de pijler is een niet-bindend document waar geen rechten aan kunnen worden ontleend.

Informele lunchdiscussie regeringsleiders

De informele lunchdiscussie werd gevoerd onder leiding van de voorzitter van de Europese Raad, op basis van het vooraf gepubliceerde discussiepaper over onderwijs en cultuur. Deze discussie over de toekomst van de Europese Unie is een vervolg van eerdere gedachtenwisselingen tijdens de Digitale top in Tallinn (29 september 20173) en de Europese Raad (19 oktober 20174). Het belang van een nader gesprek over onderwijs en cultuur werd onderstreept door de regeringsleiders, om de gedeelde uitdagingen op de arbeidsmarkt als gevolg van digitale, technologische ontwikkelingen en globalisering aan te gaan. Het opdoen van vaardigheden die burgers en de beroepsbevolking toerusten om te functioneren in een sterk veranderende maatschappij én op een veranderende arbeidsmarkt (scholing, bijscholing, leven lang leren) is noodzakelijk voor een toekomstbestendig en concurrerend Europa.

Als effectief instrument om hiertoe te komen heeft de Minister-President het belang van programma’s als Erasmus+ en Horizon2020 benadrukt. Voortzetting van deze programma’s en andere voorstellen moeten echter worden bezien binnen de bredere onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Deze positie kon op brede steun rekenen onder de regeringsleiders. De Minister-President legde tevens nadruk op het belang van Europa als waardengemeenschap, en van onderwijs en kennis voor zelfontplooiing en vergroten van weerbaarheid.

De informele lunchdiscussie had niet tot doel te komen tot concrete afspraken of conclusies. De voorzitter van de Europese Raad zal de uitkomsten meenemen bij het opstellen van conclusies over deze onderwerpen voor de Europese Raad van 14–15 december 2017. U zult hier in de aanloop naar deze Europese Raad op de gebruikelijke wijze over worden geïnformeerd.

Informatievoorziening

Op 16 november verzocht de vaste Kamercommissie Europese Zaken om uw Kamer te informeren over de voorbereiding, besluitvorming(procedure) en informatievoorziening ten aanzien van de in de Leaders» Agenda aangekondigde extra (informele) toppen, en over de penvoering, totstandkoming en status van de zogeheten decision notes. Met deze brief wil ik aan dat verzoek voldoen. Ik verwijs u in dit verband eveneens op de antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Leijten, welke u op 16 november 2017 zijn toegegaan (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 464). Ten aanzien van stukken die tijdens de Europese Raad aan de orde komen geldt dat deze onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van de Europese Raad worden opgesteld en verspreid. Het kabinet kan dus geen garanties geven over de inhoud en het moment waarop stukken worden verspreid. Zoals ook vorig jaar voorafgaand aan de top in Bratislava is toegezegd, zal het kabinet uw Kamer steeds op de hoogte houden van de onderwerpen die tijdens de toppen aan de orde komen, via reguliere geannoteerde agenda’s voor de Raad Algemene Zaken en de geannoteerde agenda’s voor de Europese Raad en waar nodig via afzonderlijke brieven in de aanloop naar informele toppen. Het kabinet zal stukken ter voorbereiding van deze top, voor zover deze al niet openbaar zijn, ter vertrouwelijke inzage met uw Kamer delen (Zie Handelingen II 2015/16, nr. 111, item 10). Dit is eveneens ter voorbereiding van de toppen in Tallinn en Gotenburg gebeurd.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-31, nr. 457.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-31, nr. 452.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1249.

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-20, nrs. 1250 en 1260.

Naar boven