21 501-28 Defensieraad

Nr. 87 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2012

Op 19 november a.s. komen de EU ministers van Defensie bijeen in de Raad Buitenlandse Zaken. Er is nog geen formele agenda vastgesteld, maar waarschijnlijk komen de volgende onderwerpen aan de orde.

Operaties

De ministers van Defensie worden geïnformeerd over de stand van zaken van de piraterijbestrijding bij de Hoorn van Afrika (operatie Atalanta) en de EU trainingsmissie in Oeganda (EUTM), door respectievelijk de operatiecommandant admiraal Potts en Head of Mission kolonel Beary. De meeste aandacht zal uitgaan naar de verlenging van de EUTM. Momenteel werkt de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) de benodigde planningsdocumenten uit. Het is de bedoeling om de missie met twee jaar te verlengen (tot eind 2014) en, stapsgewijs, uit te breiden naar Mogadishu. EUTM heeft de afgelopen twee jaar meer dan tweeduizend Somalische militairen opgeleid en getraind, ter verbetering van de veiligheidssituatie in Somalië. De inzet is om de behaalde resultaten te consolideren en de veiligheidsstructuren in Somalië verder te versterken. Nederland steunt de overkoepelende EU-strategie voor de Hoorn van Afrika. De EUTM en operatie Atalanta, alsmede de civiele missie EUCAP NESTOR die zich vanaf begin 2013 gaat richten op regionale maritieme capaciteitsopbouw, maken een geïntegreerde aanpak van de problemen in Somalië en in de regio mogelijk.

Mogelijk zal ook worden gesproken over EUFOR Althea. De verkleining van de omvang van deze operatie naar ongeveer 560 militairen is voltooid en tijdens de RBZ van 15 oktober jl. hebben de lidstaten ingestemd met een verlenging van de operatie met een jaar. De VN zal hiertoe voor 15 november het mandaat verlenen.

EU Battlegroups

Tijdens de laatste Battlegroup Coordination Conference bleek opnieuw dat het rooster voor de gereedstelling van de EU Battlegroups de komende jaren gaten vertoont. In dit licht heeft de EDEO de lidstaten opgeroepen om een meer systematische benadering te kiezen voor de vulling van het rotatierooster. Lidstaten zouden met vaste regelmaat bijdragen kunnen leveren en een leidende rol kunnen vervullen als framework nation. De EDEO heeft de lidstaten daarom gevraagd informatie te verschaffen over de nationale ambitie voor bijdragen aan de EU Battlegroups. Dit betreft ook de vraag of, en zo ja, met welke regelmaat, de lidstaten daarbij een leidende rol kunnen vervullen. De ministers van Defensie zullen op basis van een presentatie van de resultaten van deze inventarisatie discussiëren over het framework nation-concept. Nederland levert regelmatig substantiële bijdragen en steunt het EU Battlegroup-concept onverminderd. De EDEO is gemeld dat Nederland zijn verantwoordelijkheid zal nemen en daarbij zoveel mogelijk samenwerking zal zoeken met strategische partners. Ik steun voorts een nadere analyse van verschillende voorstellen om de EU Battlegroups anders gereed te stellen en in te zetten.

Task Force Defence Industry and Market

Eurocommissaris voor Interne markt en Diensten Barnier zal de ministers informeren over de activiteiten van de Task Force Defence Industries and Markets. De defensie-industrie in Europa staat onder druk vanwege de financieel-economische situatie en de daaruit voortvloeiende defensiebezuinigingen. Voor behoud en verbetering van productiecapaciteit en kennis zijn juist investeringen en innovatie nodig. De task force is opgericht om de versnippering op de defensiemarkt te verminderen en het concurrentievermogen en de innovatiekracht te versterken. Samen met het Europese Defensie Agentschap (EDA) werkt de task force aan beleidsinitiatieven ter ondersteuning van een open, transparante defensiemarkt en rationalisatie van de defensie-industrie. Ook wordt geïnvesteerd in gezamenlijke onderzoeksprogramma’s (European Framework Cooperation) teneinde zoveel mogelijk synergie te bereiken bij de ontwikkeling van dual use toepassingen op veiligheidsgebied.

Europees Defensie Agentschap

Op 19 november komen de ministers van Defensie ook bijeen als bestuursraad van het EDA. De ministers zullen tijdens de bestuursraad de ontwikkelingen bespreken op het gebied van Europese defensiesamenwerking. Naast de projectinitiatieven in het Gent proces, waarover u bij brief op 2 november bent geïnformeerd, richt het EDA zich op het scheppen van betere voorwaarden voor defensiesamenwerking door beleidsmatige uitgangspunten te formuleren. Zo heeft het EDA een gedragscode op het terrein van pooling and sharing ontwikkeld. Als de lidstaten deze gedragscode volgen, worden pooling and sharing beter verankerd in de nationale plannen en werkwijzen. De inhoud van de gedragscode sluit aan bij de uitgangspunten die Defensie reeds hanteert voor de verdieping van defensiesamenwerking.

Wat de projecten betreft zal ik de Letter of Intent (LoI) on a European Multi-Role Tanker Transport Initiative medeondertekenen. Op 22 maart jl. heeft Nederland een politieke verklaring bekrachtigd over de versterking van de Europese tankvliegtuigcapaciteit (Air to Air Refueling). Nederland speelt sindsdien samen met Frankrijk en Duitsland een leidende rol bij de uitwerking van het initiatief, daarbij ondersteund door het EDA. Door de LoI te ondertekenen maken lidstaten kenbaar te willen participeren in een onderzoek naar opties voor gezamenlijke verwerving en voor modellen voor gezamenlijke operationele inzet van tank/transportvliegtuigen. Nederland heeft de leiding bij dit onderzoek. Ook zal ik een technische overeenkomst ondertekenen voor het EDA-project Diplomatic Clearances. Dit project voorziet in eenvoudiger procedures voor het verkrijgen van diplomatieke toestemming met een langere geldigheidsduur voor het gebruik van nationale luchtruimen door militaire luchttransportvliegtuigen. Tot slot zal ik een raamwerkovereenkomst ondertekenen voor multinationale helikopteroefeningen en van symposia voor de uitwisseling van kennis en ervaring op het gebied van helikopteroperaties.

De deelnemende lidstaten dragen jaarlijks contributie af aan het EDA. Deze contributie berust op het door de ministers geaccordeerde EDA-budgetvoorstel. Tijdens de bestuursraad zal de ministers worden gevraagd in te stemmen met het EDA-budgetvoorstel voor het jaar 2013 en het EDA-werkplan. Voor het budget van 2013 wordt de nullijn gehanteerd, waardoor het budget nagenoeg gelijk is aan dat van 2012, te weten € 31,1 mln. Ik zal tijdens de bestuursraad instemmen met het budgetvoorstel 2013 en het bijbehorende werkplan.

Lunch met de ministers van Buitenlandse Zaken

Tijdens de gezamenlijke lunch van de defensieministers en de ministers van Buitenlandse Zaken is een oriënterende gedachtewisseling voorzien over het Gemeenschappelijk Veiligheids en Defensiebeleid (GVDB). De Europese Raad zal zich in december 2013 buigen over de defensieaspecten van het GVDB. De Europese Raad zal de tasking hiervoor in zijn bijeenkomst van volgende maand vaststellen. De lunchdiscussie biedt de gelegenheid daarover van gedachten te wisselen. Ik zal een lans breken voor de verdere intensivering van defensiesamenwerking, zoals Nederland eerder heeft gedaan in het Gent-proces en tijdens de Navo-top in Chicago. Verdergaande defensiesamenwerking is nodig om de militaire slagkracht in Europa op peil te houden.

De ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie zullen gezamenlijk de mogelijkheden bespreken tot ondersteuning van Mali door middel van een GVDB-missie gericht op versterking van de capaciteit en herstructurering van het Malinese leger. Daartoe zal naar verwachting een Crisis Management Concept worden gepresenteerd. De Raad zal op een later moment, mogelijk tijdens de Raadsbijeenkomst van 10 december, een definitief besluit nemen over het al of niet instellen van een missie.

De situatie in Mali is reeds geruime tijd onderwerp van overleg in de VN Veiligheidsraad en in de Afrikaanse Unie (AU). Gebrek aan consensus tussen de verschillende partijen (VN, AU, ECOWAS, Mali, EU) over de aanpak bemoeilijkt een constructieve uitwerking van het politieke en het militaire spoor. Nederland pleit voor de inbedding van een eventuele GVDB-missie in het bredere VN-kader om een geïntegreerde aanpak van de problematiek te waarborgen. Dit zou gevolgen kunnen hebben voor de tijdsplanning van de EU-besluitvorming.

Ook zal Nederland erop wijzen dat de modaliteiten van eventuele EU-ondersteuning in de komende periode zorgvuldig moeten worden uitgewerkt. Het kabinet beklemtoont dat Malinees ownership onontbeerlijk is voor een duurzame EU-bijdrage aan stabiliteit in Mali.

De minister van Defensie, J. A. Hennis-Plasschaert

Naar boven