21 501-28 Defensieraad

Nr. 147 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 november 2016

Op 15 november a.s. wordt in Brussel de Raad Buitenlandse Zaken met Ministers van Defensie (RBZ-Defensie) gehouden. In de ochtend komen de Ministers van Defensie samen als bestuursraad van het Europees Defensie Agentschap (EDA). Daarna vergaderen de Ministers in de gebruikelijke Raadsformatie over de uitvoering van de gezamenlijke EU-Navo verklaring van 8 juli jl. en de militaire missies en operaties. Daarbij gaat de aandacht voornamelijk uit naar EUNAVFOR MED Sophia en de mogelijke samenwerking met de Navo in het Middellandse Zeegebied. De secretaris-generaal van de Navo, de heer Stoltenberg, is voor de bijeenkomst uitgenodigd.

Voorafgaand aan de RBZ-Defensie, is er op 14 november een gezamenlijke sessie van de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over het Implementation Plan on Security and Defence (SDIP). Tijdens deze sessie komen de belangrijkste elementen van het plan en het verdere tijdsschema aan de orde. Minister Koenders zal hierbij aanwezig zijn.

In deze brief licht ik de verschillende agendaonderwerpen en de Nederlandse inzet nader toe. Ook zal ik kort stil staan bij het SDIP dat Hoge Vertegenwoordiger (HV) Mogherini op 14 november aan de lidstaten zal presenteren. Voorts informeer ik u over de laatste ontwikkelingen ten aanzien van de Preparatory Action (PA), overeenkomstig mijn toezegging van 14 september jl. (Kamerstuk 21 501-28, nr. 146).

Gezamenlijk sessie met Ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie over het EU Implementation Plan on Security and Defence

De Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie spreken op 14 november tijdens een gezamenlijke sessie over het Implementation Plan on European Security and Defence. Dit plan beschrijft het ambitieniveau van de EU op veiligheids- en defensie gebied op basis van de prioriteiten van de EU Global Strategy ten aanzien van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB):

  • 1) het beschermen van de EU en de lidstaten;

  • 2) een geïntegreerd crisis- en conflictbeleid;

  • 3) capaciteitsopbouw van partners ten behoeve van het versterken van de weerbaarheid (resilience) van staten en samenlevingen rondom de EU.

De Navo blijft het primaire kader in Europa voor de collectieve verdediging. Tegelijkertijd moeten de EU-lidstaten beter toegerust, opgeleid en georganiseerd zijn om de veiligheid van de EU actief te bevorderen.

De verwachting is dat in het implementatieplan voorstellen worden aangekondigd ter verdieping van defensiesamenwerking, onder andere ter bevordering van capaciteitsontwikkeling. Tevens zal worden voorgesteld structuren en (financiële) instrumenten te herzien of aan te passen. Verder geeft het implementatieplan een aanzet om het potentieel van het Verdrag van Lissabon voor defensiesamenwerking beter te benutten, zoals door middel van permanent gestructureerde samenwerking (PESCO). Ook zullen voorstellen worden gepresenteerd om de samenwerking met partners, waaronder de Navo en de VN, te versterken.

Na de presentatie van het plan op 14 november zal HV Mogherini het plan aan de staatshoofden en regeringsleiders voorleggen tijdens de Europese Raad van 15 en 16 december. Ook het Europese Defensie actieplan van de Europese Commissie en de uitwerking van de EU-Navo verklaring van 8 juli jl. zullen dan worden gepresenteerd.

Inzet Nederland

Het kabinet onderstreept het belang van de directe betrokkenheid van de verschillende EU-instellingen en lidstaten bij de spoedige uitvoering van de EU Global Strategy over de gehele breedte van het externe optreden van de EU.

Nederland pleit voor een versterkt GVDB waarbij een realistisch ambitieniveau en een pragmatische aanpak centraal staan. Dit zal de geloofwaardigheid van de EU ten goede komen en het past in de visie van een EU «that performs, delivers and protects».

Het kabinet vindt het belangrijk dat de EU zich richt op het bevorderen van praktische en doelmatige defensiesamenwerking, coherent optreden en het verbeteren van de interoperabiliteit. Ook ziet Nederland graag dat de civiel-militaire samenwerking wordt verbeterd en dat de structuren en capaciteiten om missies en operaties te plannen, coördineren en aan te sturen, worden herzien.

EDA-bestuursraad

Tijdens de EDA-bestuursraad op 15 november wordt gesproken over het EDA-budget voor 2017 en het daarbij behorende driejarenplan (2017–2019). Het EDA vraagt de lidstaten in te stemmen met een budgetverhoging van ongeveer 10 procent. De afgelopen vijf jaar is het budget van het EDA gelijk gebleven en niet gecorrigeerd voor inflatie. Vorig jaar kon er geen overeenstemming over een budgetverhoging worden bereikt. Hoewel het merendeel van de lidstaten voorstander van een verhoging was, blokkeerde het Verenigd Koninkrijk het voorstel. Om het operationele budget van het agentschap aan te vullen hebben toen lidstaten, waaronder Nederland, voor 2016 een additionele financiële bijdrage geleverd.

Inzet Nederland

Nederland steunt de manier waarop het EDA zich inzet om de gezamenlijke capaciteitsontwikkeling te versterken en om lidstaten te ondersteunen door samenwerking te stimuleren of te begeleiden. Het voorstel voor de budgetverhoging wordt momenteel nog nader bestudeerd. Nederland staat hier in beginsel positief tegenover, maar heeft behoefte aan meer informatie over de besteding en de verdeling van de budgetverhoging.

Raad Buitenlandse Zaken met Ministers van Defensie

Agenda onderwerp 1: Uitvoering van de EU-Navo verklaring

Tijdens de eerste werksessie zullen de Ministers spreken over de uitvoering van de gezamenlijke EU-Navo verklaring die op 8 juli jl. is uitgegeven. Overeenkomstig deze verklaring moet de voortgang in december aan zowel de Europese Raad als de Noord-Atlantische Raad worden gepresenteerd. De verwachting is dat HV Mogherini en Navo SG Stoltenberg de verschillende opties voor het verder versterken van de samenwerking zullen toelichten. De uitvoering van de plannen zal ook aan bod komen tijdens de Navo-bijeenkomst van Ministers van Buitenlandse Zaken op 6 december a.s., waarbij HV Mogherini ook aanwezig zal zijn.

Inzet Nederland

Nederland zal het belang van zichtbare vooruitgang van de EU-Navo samenwerking onderstrepen. Nederland ziet daarbij uit naar de concrete opties die voor de aandachtsgebieden worden ontwikkeld.

Nederland acht de verbeterde uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de EU en de Navo van groot belang, mede in het licht van de aanpak van hybride dreigingen. De gezamenlijke situational awareness moet worden verbeterd, bijvoorbeeld door beter gebruik te maken van de EU Hybrid Fusion Cell. Deze cel is een onderdeel van het EU Intelligence and Situation Centre (INTCEN) dat informatie van de EU-instellingen, lidstaten en partners kan verzamelen en analyseren ter versterking van de strategische besluitvorming. Verder zal Nederland pleiten voor het versterken van de operationele samenwerking en voor het organiseren van een gezamenlijke of gecoördineerde crisismanagementoefening in 2017 of 2018. Het is van belang dat de EU en de Navo meer inzicht krijgen in elkaars werkwijzen en procedures, zodat zij gezamenlijk snel kunnen reageren op opkomende crises.

Agenda onderwerp 2: GVDB-missies en operaties

Tijdens de tweede werksessie bespreken de Ministers de veiligheidssituatie in het Middellandse Zeegebied. Daarbij wordt stil gestaan bij operatie EUNAVFOR MED Sophia. In het kader van de maritieme capaciteitsopbouw zijn aan boord van Zr.Ms. Rotterdam trainingen van de Libische kustwacht en marine begonnen. Zr.Ms. Rotterdam is het platform voor de trainingen, die worden uitgevoerd door Britse, Duitse en Griekse trainingsteams. Er wordt nauw samengewerkt met een Italiaans schip. Aan boord van Zr.Ms. Rotterdam worden de trainees onderwezen in praktische vaardigheden, zoals boarding en brandbestrijding. Op het Italiaanse vaartuig worden theoretische lessen gegeven, waaronder een module over mensenrechten.

Op 7 oktober jl. heeft HV Mogherini de Navo gevraagd of de Navo operatie Sea Guardian ondersteuning kan bieden op het gebied van informatie-uitwisseling en logistiek. De verwachting is dat Navo SG Stoltenberg zal toelichten hoe het ondersteuningsverzoek wordt beantwoord, overeenkomstig de uitkomsten van de bijeenkomst van Navo-Ministers van Defensie op 26 en 27 oktober jl.

Inzet Nederland

Nederland zal de noodzaak onderstrepen om de ondersteuning van de Libische autoriteiten voort te zetten door een uitbreiding van de trainingsactiviteiten in 2017. Een Nederlandse bijdrage is thans niet aan de orde. Voorts verwelkomt Nederland het besluit van de Navo van 26 oktober jl. om EUNAFVOR MED Sophia te doen ondersteunen door de Navo-operatie Sea Guardian.

Overige zaken: recente ontwikkelingen Preparatory Action

Eerder dit jaar is op initiatief van het Europees parlement een proefproject gestart vooruitlopend op de Preparatory Action. Uit de 21 ingediende projectvoorstellen zijn drie winnende geselecteerd. Het gaat om projecten op het gebied van swarming, radar en remotely piloted autonomous vehicles. Nederland is betrokken bij het laatstgenoemde projectvoorstel, met het Nederlands Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium (NLR) als consortiumleider. De projecten zullen nog dit jaar van start gaan.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven