21 501-20 Europese Raad

Nr. 598 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2011

Graag bieden wij u hierbij aan, mede namens de minister-president, de geannoteerde agenda van de Europese Raad van 8 en 9 december 2011 te Brussel.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Geannoteerde agenda Europese Raad d.d. 8 en 9 december te Brussel

De Europese Raadsagenda behelst de volgende onderwerpen:

  • 1. Economisch beleid, inclusief de situatie in de eurozone en de Europese Groei-agenda.

  • 2. Europees energiebeleid;

  • 3. Uitbreidingspakket van de Europese Commissie en ondertekening van het Toetredingsverdrag met Kroatië;

  • 4. Overige agendapunten, waaronder mogelijk toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Schengenzone en ontwikkelingen op extern terrein (Zuidelijke Nabuurlanden, Iran).

Ondergaand worden deze agendapunten achtereenvolgens kort toegelicht.

Op het moment van schrijven was niet duidelijk of aansluitend aan de Europese Raad een Eurozone Top zal plaatsvinden.

1. Economisch beleid

Situatie Eurozone: governance

De Europese Raad zal spreken over het tussenrapport van ER-voorzitter Van Rompuy over sterkere economische convergentie in de eurozone, strakkere begrotingsdiscipline en een nauwere economische unie inclusief de mogelijkheid van een beperkte verdragswijziging. Dit rapport is op het moment van schrijven nog niet beschikbaar. Daarnaast zal de Europese Raad de voortgang bespreken van de werkzaamheden in de verschillende Raadsformaties ter uitvoering van het pakket van besluiten van de Europese Raad en Eurozone Top van respectievelijk 23 en 26 oktober jl. en hierover waar nodig nadere aanwijzingen geven.

Zoals uiteengezet in de geannoteerde agenda voor de RAZ van 5 december is de inzet van het kabinet in dit proces onverkort de positie die het heeft ingenomen in de kabinetsbrief over de toekomst van de Economische en Monetaire Unie van 7 september jl. Kern daarvan is dat Nederland wil dat begrotingsdiscipline daadwerkelijk afdwingbaar wordt onder onafhankelijk toezicht van een Eurocommissaris. De afgelopen weken zijn op dit vlak belangrijke stappen gezet.

Allereerst kwam de Eurozone Top van 26 oktober jl. een aantal aanscherpingen overeen ter versterking van de begrotingsdiscipline, met een oplopend niveau al naar gelang de mate waarin een lidstaat zijn verplichtingen onder het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) niet naleeft. Op 23 november jl. presenteerde de Europese Commissie twee wetgevingsvoorstellen ter uitwerking van deze afspraken. Het eerste voorstel maakt het mogelijk dat de Commissie lidstaten onder verscherpt toezicht plaatst die ernstige moeilijkheden (dreigen te) ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit. De Commissie kan aanvullende eisen stellen bovenop de afspraken uit het Stabiliteits en Groeipact, zoals het uitvoeren van een stress test. Het gaat hierbij niet uitsluitend om landen die financiële steun aanvragen. Het tweede voorstel voorziet erin dat de Commissie zich zo nodig een oordeel zal vormen over ontwerpbegrotingen van eurolanden (en om aanpassing kan vragen als met de plannen significant wordt afgeweken van de eisen uit het Stabiliteits- en Groeipact) en stelt een procedure in voor nauwere monitoring van eurolanden in een buitensporige tekort-procedure. Daarbij kan bijvoorbeeld onafhankelijke controle van statistieken plaatsvinden als de Commissie vindt dat daartoe aanleiding is, of moeten lidstaten laten zien welke extra inspanningen zullen worden genomen indien er een risico bestaat dat lidstaten (gaan) afwijken van de eisen die gelden in de buitensporige tekortprocedure. Doet een lidstaat dit niet dan doet de Commissie een aanbeveling aan de Raad in het kader van de buitensporige tekortprocedure.

Deze voorstellen zijn voor een groot deel in lijn met de Nederlandse ideeën die begin september zijn gepresenteerd, maar hadden wat Nederland betreft een stapje verder mogen gaan. Nederland blijft aansturen om de regels, meer dan nu het geval is, onafhankelijk van de Raad te kunnen handhaven door de Commissie.

De afgelopen weken werd ook de onafhankelijke positie van Commissaris Rehn van Economische en Monetaire Zaken binnen de Europese Commissie aanzienlijk versterkt. Een belangrijk deel van de Commissiebesluiten ten aanzien van het SGP is aan hem gedelegeerd. Daarnaast wordt de objectiviteit van Commissie-besluitvorming versterkt door het instellen van een Hoofd Economisch Analist en door het scheiden van de verantwoordelijkheid voor het verzamelen en analyseren van gegevens.

In de aanloop naar de Europese Raad zal Nederland bij ER-voorzitter Van Rompuy, Commissievoorzitter Barroso en andere lidstaten bepleiten dat de resterende mogelijkheden ter versterking van de begrotingsdiscipline binnen het huidige Verdrag maximaal worden benut. Een deel van de Nederlandse voorstellen, ook waar deze nog niet in de recente Commissievoorstellen zijn verwerkt, kan naar het oordeel van het kabinet binnen het Verdrag worden gerealiseerd. Nederland sluit een beperkte verdragswijziging niet uit, indien deze kan bijdragen aan verdere versterking van begrotingsdiscipline voor eurolanden.

EFSF

Voorts zal de Europese Raad spreken over vergroting van de financiële slagkracht van het EFSF, zoals is overeengekomen tijdens de Eurozone Top op 26 oktober jl. Daarbij wordt gekeken naar de uitwerking van de twee modaliteiten zoals voorgesteld door de Eurogroep van 29 november alsook naar de grotere betrokkenheid van het IMF die door Nederland bepleit wordt. Ter zake verwijzen wij u naar het verslag van de Eurogroep/EcoFin van 29 en 30 november.

Situatie in individuele Eurozone-landen

Hoewel geen formeel agendapunt, zal de Europese Raad naar verwachting tevens komen te spreken over de situatie in probleemlanden. Nederland vindt het belangrijk dat landen hun eigen verantwoordelijkheden nemen en dat hier in Europa streng op wordt toegezien. Budgettaire maatregelen moeten hierbij hand in hand gaan met groeibevorderende maatregelen.

Zo heeft Italië toegezegd maatregelen door te voeren om de overheidsfinanciën te saneren en het groeipotentieel van de economie te verhogen. De Commissie stelt dat deze voorstellen een goede basis vormen voor een nog ambitieuzer hervormingsprogramma dat nodig is om groei te bevorderen en de schuldpositie terug te dringen. Hier bovenop heeft premier Monti aangekondigd vergaande aanvullende maatregelen te zullen nemen. Dit zal met name structurele hervormingen betreffen, aangevuld met extra bezuinigingen en belastingverhogingen.

De Eurogroep van 29 november heeft, na een positief Trojka-advies en onder voorbehoud van instemming van de IMF-board, ingestemd met uitkering van de 6e tranche voor Griekenland. De Eurozonetop van 26 oktober jl. ging hiermee eerder akkoord, onder voorwaarde van breed politiek commitment in Griekenland voor het tweede steunpakket. Hiertoe hebben de belangrijkste partijen alsmede de Griekse regering inmiddels een schriftelijke reactie aan de Trojka gestuurd. Het IMF zal op 5 december een besluit nemen.

De Europese Raad zal zich laten informeren over de voortgang van de onderhandelingen tussen Griekenland en private crediteuren. De Eurozone Top van 26 oktober heeft een duidelijke randvoorwaarde gesteld: obligatie-omruil tegen een afslag van 50% van de nominale waarde van de obligatie, hetgeen moet leiden tot afname van de Griekse schuldquote tot 120% BBP in 2020. In lijn met de internationale systematiek is het nu aan Griekenland om met private crediteuren tot overeenstemming te komen over de wijze waarop aan deze randvoorwaarden invulling wordt gegeven. De Europese Raad behoeft over Griekenland geen besluiten te nemen.

Europese Groei-agenda

De Europese Raad zal nader ingaan op de prioriteiten voor groeibevordering die tijdens de bijeenkomst in oktober jl. zijn geïdentificeerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om uitvoering van de Interne Markt Akte, voltooiing van de digitale interne markt en vermindering van regeldruk.

Nederland wil focus en tempo behouden bij het vaststellen van concrete doelen en tijdpaden ten aanzien van groeibevorderende maatregelen. Daarom is Nederland bij uitwerking van de Interne Markt Akte dan ook voorstander van de door de Commissie voorgestelde fast track procedure voor voorstellen op dit terrein. Dit op voorwaarde dat dit niet ten koste gaat van de kwaliteit van het wetgevingsproces. Nederland acht tevens versnelde actie noodzakelijk om de beoogde voltooiing van de Digitale Interne Markt per 2015 te verwezenlijken. Ten aanzien van vermindering van regeldruk zal Nederland blijven insisteren op de noodzaak tot het terugdringen van onnodige administratieve lasten voor de private sector, in het bijzonder lasten die drukken op het MKB.

De Europese Raad zal ook een stand van zaken opmaken met betrekking tot de uitvoering van toezeggingen die de lidstaten die aan het Europlus Pact deelnemen, tijdens de Europese Raad van maart 2011 hebben gedaan. In dit kader heeft ook Nederland een aantal maatregelen genomen gericht op versterking van de concurrentiekracht, bevordering van de werkgelegenheid, de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en versterking van de financiële stabiliteit.

De Europese Raad zal tot slot kennis nemen van de Annual Growth Survey 2012 die de Commissie bij wijze van kick-off van het Europees Semester heeft gepresenteerd. De Survey identificeert vijf prioriteiten waarop de lidstaten en de Unie zich de komende periode moeten concentreren teneinde duurzame groei te realiseren: begrotingsconsolidatie, toegang van het bedrijfsleven tot kapitaal, groeibevorderende maatregelen, werkgelegenheid & sociale gevolgen van de crisis en modernisering van het openbaar bestuur. Nederland kan zich vinden in deze prioriteiten die in lijn zijn met het huidige kabinetsbeleid.

De Annual Growth Survey zal de komende maanden uitvoerig worden besproken in alle Vakraden. De Voorjaars-ER (maart 2012) zal de uitkomsten van bespreking in de Vakraden vervolgens bekrachtigen en politieke oriëntaties vaststellen die in juni/juli a.s. moeten uitmonden in landen-specifieke aanbevelingen voor structurele financiële en sociaal-economische maatregelen.

2. Energiebeleid

De Europese Raad van 4 februari jl. heeft een aantal ambitieuze doelstellingen vastgesteld ten aanzien van hervorming van het Europese energiebeleid. De december-ER zal op basis van een rapport van het Poolse voorzitterschap worden geïnformeerd over de voortgang die inmiddels op verschillende deelterreinen is geboekt: energie-efficiëntie, de interne energiemarkt, energie-infrastructuur, externe energie relaties en nucleaire veiligheid (stress tests). In de geannoteerde agenda voor de Energieraad van 24 november jl. is uw Kamer geïnformeerd over de hoofdlijnen van de voortgangsrapportage van het voorzitterschap alsook over de Nederlandse appreciatie daarvan (Kamerstuk 21 501-33, nr. 345).

De Europese Raad zal naar verwachting op basis van het voortgangsrapport oproepen tot meer spoed bij de totstandkoming van de interne energiemarkt en afronding van de verschillende voorstellen op het terrein van het Europese energiebeleid. Staatshoofden en regeringsleiders zullen daarnaast opnieuw het belang van nucleaire veiligheid benadrukken. Nederland is tevreden met de voortgang die sinds de Europese Raad van februari van dit jaar is gerealiseerd.

3. Uitbreidingspakket

De Europese Raad zal mogelijk besluiten over stappen in het uitbreidingsproces voor Servië en Montenegro, op basis van de conclusies over het Uitbreidingspakket die door de Raad Algemene Zaken op 5 december worden aangenomen.

De Tweede Kamer is per brief d.d. 28 oktober jl. (kabinetsappreciatie van het Uitbreidingspakket, Kamerstuk 23 987, nr. 120, 28 oktober 2011) en van 28 november (geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 5 december) geïnformeerd over het kabinetsbeleid. Hierover heeft ook overleg plaatsgevonden met de Tweede Kamer (algemeen overleg EU-uitbreiding d.d. 22 november jl.; algemeen overleg voor de Raad Algemene Zaken op 30 november jl.).

Montenegro

Nederland kan instemmen met een principebesluit van de december-ER om de toetredingsonderhandelingen met Montenegro te openen indien drie ankerpunten1 van de nieuwe onderhandelingsmethodiek voor de onderhandelingshoofdstukken 23 (rechtstaat, fundamentele vrijheden) en 24 (justitie, vrijheid, veiligheid) van toepassing zullen zijn op de onderhandelingen met Montenegro. De daadwerkelijke onderhandelingen kunnen naar Nederlandse opvatting pas starten nadat de Raad de uitwerking van de nieuwe methodiek inzake hoofdstuk 23 en 24 voor Montenegro heeft goedgekeurd.

Servië

Nederland kan instemmen met het verlenen van de kandidaat-lid status aan Servië op voorwaarde dat in de dialoogronde tussen Servië en Kosovo van 30 november-2 december jl. verder is voortgebouwd op de constructieve dialoogronde van 21 november jl. (waar een akkoord werd bereikt over implementatie van wederzijdse erkenning van universitaire diploma’s). Deze dialoog is nog gaande en wordt waarschijnlijk de komende dagen voortgezet. Op moment van schrijven zijn nog geen verdere concrete uitkomsten hiervan bekend.

Het kabinet acht het van belang dat in de dialoog tussen Servië en Kosovo voldoende resultaten worden geboekt, onder meer over geïntegreerd grensbeheer en normalisering van de relaties, waaronder Kosovaarse deelname aan regionale fora. Nederland zal daarbij de inschatting van andere relevante lidstaten meewegen. Nederland betreurt het recente geweld in Noord-Kosovo. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij een kleine groep Servische Kosovaren. De Servische President Tadic heeft het geweld krachtig veroordeeld (zie ook het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 1 december 2011).

Ondertekening toetredingsverdrag Kroatië

In de marge van de Europese Raad zal het toetredingsverdrag met Kroatië worden getekend. De toetredingsonderhandelingen met Kroatië werden op 30 juni 2011 afgerond. De Europese Raad van 23-24 juni 2011 spoorde Kroatië aan de noodzakelijke hervormingen te blijven implementeren, in het bijzonder op het vlak van de rechterlijke macht en fundamentele rechten. De Raad zal scherp toezien op deze hervormingen via versterkt toezicht door de Commissie (monitoring tussen het moment van afsluiting van de onderhandelingen en daadwerkelijke toetreding). Indien nodig kan de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid passende maatregelen nemen. Het eerste monitoringsrapport verschijnt in het voorjaar van 2012.

De indicatieve toetredingsdatum van Kroatië is 1 juli 2013. De definitieve toetredingsdatum is afhankelijk van de nationale goedkeuringen van het toetredingsverdrag. In Kroatië vindt naar verwachting in het begin van 2012 een referendum plaats over EU-toetreding.

4. Overige onderwerpen

Schengen

Dit onderwerp is geagendeerd voor de Europese Raad omdat er sinds de Europese Raad van 23 oktober jl. geen overeenstemming is bereikt tussen alle Lidstaten over (gedeeltelijke) toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Schengenzone. Voor Nederland blijft het een voorwaarde dat beide lidstaten onomkeerbare en duurzame vooruitgang laten zien als het gaat om hervormingen van de rechtsstaat en bestrijding van corruptie en, in Bulgarije, georganiseerde criminaliteit.

Per brief d.d. 16 november jl. (Kamerstuk 29 407, nr. 133) is uw Kamer geïnformeerd over het feit dat Finland inmiddels heeft aangegeven dat het bereid is een compromis te sluiten ten aanzien van een gedeeltelijke toetreding tot de Schengenzone van Bulgarije en Roemenië na het verschijnen van het interim CVM-rapport in februari 2012. Tijdens de aanstaande Europese Raad zal Nederland, evenals naar verwachting Finland en mogelijk ook andere lidstaten, de nadruk leggen op het belang van positieve CVM-rapportage. Verder geldt de bovenvermelde Nederlandse lijn onverkort.

Extern beleid

De Europese Raad zal mogelijk spreken over Iran, Afghanistan en de Zuidelijke buurlanden, afhankelijk van actuele ontwikkelingen.

Het kabinet zal bepleiten dat de EU, in overeenstemming met de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 1 december jl., het sanctiepakket ten aanzien van Iran zo spoedig mogelijk verder uitbreidt en alle mogelijkheden benut de druk op Iran op te voeren, teneinde Iran ertoe te bewegen aan zijn internationale verplichtingen te voldoen en volledig mee te werken met het IAEA.

Ook ten aanzien van Syrië zal het kabinet zich ervoor inspannen dat de internationale druk wordt opgevoerd. Hiertoe dient, zolang het geweld van het Syrische regime aanhoudt en geen democratische transitie in gang is gezet, voortdurend te worden bezien hoe de sancties van de EU kunnen worden uitgebreid. Nu de Arabische Liga een stevig pakket maatregelen heeft aangenomen, moet ook worden bezien of in VNVR-verband druk kan worden uitgeoefend.

Wat betreft de Zuidelijke Buurlanden, zoals Egypte, Tunesië, Jemen en Libië, zal het kabinet het belang van inclusieve democratische transitie onderstrepen, waarbij de EU haar ondersteuning moet blijven baseren op het beginsel van intelligente conditionaliteit («more for more», «less for less»).

Ten aanzien van Afghanistan zal de Europese Raad waarschijnlijk voortbouwen op de uitkomsten van de Afghanistan conferentie in Bonn op 5 december.


X Noot
1

(1) De Raad blijft aan het stuur: de nieuwe methodiek is aanvullend op de verscherpte uitbreidingsstrategie van 2006; (2) hoofdstukken 23 & 24 als een van de eerste open; (3) bij terugval op rechtsstaat moet de mogelijkheid bestaan tot het nemen van maatregelen in het onderhandelingsproces (zie ook geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 28 november 2011 alsmede de brief van Commissaris Füle aan minister Rosenthal van 28 november die op 30 november aan de Tweede Kamer is overhandigd).

Naar boven