29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten

Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2011

Op 15 november jl. verzocht dhr. Schouw (D66) tijdens de regeling van werkzaamheden een brief over de Nederlandse positie ten aanzien van de toetreding tot de Schengenzone door Bulgarije en Roemenië, nu is gebleken dat Finland van positie is veranderd. Met deze brief kom ik tegemoet aan het verzoek van dhr. Schouw.

Ik heb op verschillende gelegenheden het Nederlands standpunt terzake aan uw Kamer uiteen gezet. Nederland heeft steeds als voorwaarde voor de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Schengenzone gesteld, dat beide lidstaten onomkeerbare en duurzame vooruitgang laten zien als het gaat om hervormingen van de rechtsstaat en bestrijding van corruptie en, in Bulgarije, georganiseerde criminaliteit.

Finland heeft inmiddels aangegeven dat het bereid is een compromis te sluiten ten aanzien van een gedeeltelijke toetreding tot de Schengenzone door Bulgarije en Roemenië, dat wil zeggen het opheffen van controles aan de lucht- en maritieme grenzen, na het verschijnen van het interim-rapport van de Commissie over de voortgang van beide landen in het kader van het coöperatie en verificatie mechanisme in februari 2012.

Het Nederlands standpunt is op de inhoud gebaseerd en ik zie geen reden om van dit standpunt af te wijken nu Finland de positie heeft gewijzigd.

De minister voor Immigratie en Asiel,

G. B. M. Leers

Naar boven