21 501-20 Europese Raad

Nr. 2065 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de Europese Raad en de Eurozonetop van 21 en 22 maart 2024.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

VERSLAG VAN DE EUROPESE RAAD EN EUROZONETOP VAN 21 EN 22 MAART 2024

Op donderdag 21 en vrijdag 22 maart jl. vond een Europese Raad (ER) plaats in Brussel. Aansluitend aan de ER vond een Eurozonetop plaats. Voorafgaand aan de ER vond op 21 maart de eerste Nucleaire Energietop plaats in Brussel. Op 22 maart vonden een korte bijeenkomst en een fotomoment plaats ter ere van het dertigjarig bestaan van de Europese Economische Ruimte (EER) in aanwezigheid van IJsland, Noorwegen en Liechtenstein. De Minister-President nam aan al deze bijeenkomsten deel. Middels dit verslag ontvangt uw Kamer opvolging van de toezegging aan het lid Tuinman over de Europese defensie-industrie.1

Lunch met SGVN Guterres

Op uitnodiging van de voorzitter van de ER, Charles Michel, nam de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (SGVN), Antonio Guterres, deel aan de lunch voorafgaand aan de ER. Gesproken werd over de grote conflicten in de wereld, waaronder de oorlog in Oekraïne en het conflict in Gaza tussen Israël en Hamas, en de rol van de Verenigde Naties en het multilateralisme in de wereld.

Oekraïne

De leden van de ER spraken over de ontwikkelingen van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne. President Zelensky sprak de leden van de ER via een videoverbinding toe. Twee jaar na het begin van de agressieoorlog van Rusland tegen Oekraïne en tien jaar na de illegale annexatie door Rusland van de Krim blijft de ER standvastig in zijn steun voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen de internationaal erkende grenzen. Het fundament van de internationale rechtsorde staat daarmee onder druk: Rusland kan niet beloond worden voor het met geweld herschikken van grenzen. De EU is vastbesloten om Oekraïne en zijn bevolking alle noodzakelijke politieke, financiële, economische, humanitaire, militaire en diplomatieke steun te blijven bieden zo lang als nodig is.

Bij het uitoefenen van het recht op zelfverdediging heeft Oekraïne dringend behoefte aan luchtverdedigingssystemen, munitie en raketten. De EU en de lidstaten zullen de levering van militaire hulp zo veel mogelijk versnellen en intensiveren. De ER verwelkomde alle recente initiatieven in dit verband, waaronder het initiatief van Tsjechië om met spoed munitie voor Oekraïne aan te schaffen in lijn met de belofte van de EU om Oekraïne te voorzien van een miljoen artilleriemunitie. Nederland riep lidstaten op om militaire, en ook andere steun aan Oekraïne te intensiveren, zowel bilateraal als via de EU.

De ER is verheugd met de bilaterale veiligheidsarrangementen die verschillende lidstaten en partners met Oekraïne hebben gesloten. Deze zullen Oekraïne helpen zichzelf te verdedigen, weerstand te bieden aan destabilisatie-inspanningen en daden van agressie in de toekomst te ontmoedigen. De ER verwelkomde ook het besluit van de Raad over het Ukraine Assistance Fund dat de voortzetting van de militaire steun aan Oekraïne in het kader van de Europese Vredesfaciliteit waarborgt. De ER riep de Raad op om snel het besluit aan te nemen over het achtste steunpakket voor Oekraïne in het kader van de Europese Vredesfaciliteit en sprak haar steun uit voor de toegenomen capaciteit van de EU Military Assistance Mission.

De ER besprak concrete stappen om de buitengewone inkomsten uit de geïmmobiliseerde Russische tegoeden ten goede te laten komen aan Oekraïne, inclusief de mogelijkheid om deze te gebruiken voor militaire steun. De ER verzocht de Raad recente voorstellen van de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie uit te werken. Het kabinet verwelkomt deze opdracht van de ER aan de Raad om snel voortgang te boeken op de voorstellen van de HV en de Commissie. Het kabinet hanteert hierin een ambitieuze houding met aandacht voor financiële en juridische zorgvuldigheid en internationale samenwerking. Ook neemt het kabinet daarin de moties van de leden Krul2, Dobbe3 en Brekelmans4 in ogenschouw. In dat licht is het kabinet positief over de voorstellen. Een concreet tijdpad van het vervolgproces is nog niet duidelijk, maar het kabinet zet in op verdere stappen richting de Raad Buitenlandse Zaken van 22 april a.s. In het verslag van die Raad zal uw Kamer nader worden geïnformeerd over de stand van de discussie.

De ER verwelkomde het dertiende sanctiepakket en riep op tot verdere stappen om het vermogen van Rusland om zijn agressieoorlog voort te zetten te verzwakken. Volledige en effectieve tenuitvoerlegging van sancties is van essentieel belang. De ER verzocht de Raad en de Commissie de uitwisseling van informatie te verbeteren, de uitvoering te versterken, de samenwerking van de EU en haar lidstaten met derde landen te versterken en mazen in de wet zowel binnen als buiten de Unie te dichten. Dit omvat onder meer het voorkomen van het omzeilen van sancties door derde landen ook als het dochterondernemingen van EU-bedrijven in het buitenland betreft. De toegang van Rusland tot gevoelige items en technologieën die relevant zijn voor het slagveld moet zoveel mogelijk worden beperkt, onder meer door zich te richten op entiteiten in derde landen die deze omzeiling mogelijk maken. De ER riep de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie op verdere sancties tegen Belarus, Noord-Korea en Iran voor te bereiden.

De ER riep derde partijen op onmiddellijk te stoppen met het verlenen van materiële steun aan de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne. Zij is uiterst bezorgd over berichten dat Iran ballistische raketten en aanverwante technologie aan Rusland zou kunnen overdragen voor gebruik tegen Oekraïne, zoals het onbemande luchtvaartuigen (UAV’s) heeft geleverd aan Rusland die worden gebruikt bij meedogenloze aanvallen op de burgerbevolking in Oekraïne. Mocht Iran dit doen, dan is de EU bereid om samen met partners nieuwe en significante beperkende maatregelen tegen Iran te nemen.

De ER veroordeelt krachtig de voortdurende schendingen van de mensenrechten door Rusland in de tijdelijk bezette Oekraïense gebieden, waaronder de deportatie van kinderen. Zij verwerpt ook resoluut de illegale «verkiezingen» die Rusland organiseert in de tijdelijk bezette Oekraïense gebieden van de Krim, Sebastopol, Donetsk, Loehansk, Zaporizja en Kherson, en de resultaten daarvan, en zal deze schijnvertoning nooit erkennen.

Rusland en zijn leiders moeten volledig verantwoordelijk worden gehouden voor het voeren van een agressieoorlog tegen Oekraïne en voor andere zeer ernstige misdrijven onder het internationaal recht, evenals voor de enorme schade die door de oorlog wordt aangericht. De ER steunt de inspanningen van de Kerngroep om een tribunaal op te richten voor de vervolging van het misdrijf van agressie tegen Oekraïne en een toekomstig compensatiemechanisme. Het kabinet steunt deze inspanningen onder andere met de Restoring Justice for Ukraine conferentie die op 2 april in Den Haag heeft plaatsgevonden.

De EU steunt het herstel en de wederopbouw van Oekraïne in coördinatie met internationale partners. De ER verwelkomt de versterking van de adviesmissie van de EU (EUAM) voor Oekraïne waarmee overheidsinstanties worden ondersteund en aan hervormingen wordt bijgedragen in het kader van het EU-toetredingsproces. De ER riep op tot verdere steun voor psychologische en psychosociale rehabilitatie en tot meer hulp bij het opruimen van mijnen.

De EU en haar lidstaten zullen hun inspanningen voortzetten om de breedst mogelijke internationale steun te verzekeren voor een alomvattende, rechtvaardige en duurzame vrede op basis van de Oekraïense Vredesformule.

De ER benadrukte het strategische belang van veiligheid en stabiliteit in het Zwarte-Zeegebied en de noodzaak om Oekraïne te helpen bij het opnieuw opbouwen van zijn positie op traditionele exportmarkten, met name in het Midden-Oosten en Afrika.

De EU zal Moldavië blijven steunen bij het aanpakken van de uitdagingen waarmee zij wordt geconfronteerd als gevolg van de Russische agressie tegen Oekraïne, onder meer in het licht van de destabiliserende activiteiten van Rusland. De ER verwelkomde bilaterale toezeggingen van lidstaten om de EU Partnerschip Mission (EUPM) in Moldavië te ondersteunen. Het kabinet onderzoekt momenteel de mogelijkheden tot nadere veiligheidssamenwerking met Moldavië, waaronder een mogelijke aanvullende bijdrage aan EUPM in lijn met de motie van de leden Paternotte en Brekelmans.5

De EU zal Georgië blijven steunen bij het versterken van de weerbaarheid van het land in het licht van de Russische acties tegen de territoriale integriteit van Georgië en de gevolgen van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne voor Georgië.

Veiligheid en Defensie

Voortbouwend op de Verklaring van Versailles en het Strategisch Kompas en in de context van toenemende dreigingen en veiligheidsuitdagingen is de EU vastbesloten om haar defensieparaatheid en -capaciteiten te vergroten en strategische afhankelijkheden te verminderen. De Europese technologische en industriële defensiebasis moet daarom in de hele Unie worden versterkt.

In overeenstemming met de bevoegdheden van de lidstaten sprak de ER over de volgende aanvullende inspanningen:

  • a) het substantieel verhogen van de defensie-uitgaven en samen beter en sneller investeren;

  • b) het verbeteren van de toegang van de Europese defensie-industrie tot publieke en private financiering. In deze context verzocht de ER de Raad en de Commissie om opties voor het mobiliseren van financiering te onderzoeken en uiterlijk in juni verslag uit te brengen. Bovendien wordt de Europese Investeringsbank verzocht haar beleid voor kredietverlening aan de defensie-industrie en haar huidige definitie van dual use goederen te herzien en tegelijkertijd haar financieringscapaciteit veilig te stellen;

  • c) het stimuleren van gezamenlijke aanbestedingen om tekortkomingen in essentiële defensiecapaciteiten in de EU aan te pakken, met name op het gebied van strategische enablers, en beter gebruik te maken van de synergiën tussen nationale en Europese defensieplanningsprocessen;

  • d) het vergroten van gezamenlijke defensie-investeringen en het verbeteren van de voorspelbaarheid, bijvoorbeeld via meerjarige vaste contracten;

  • e) het vergroten van de veerkracht van de Europese defensie-industrie, haar flexibiliteit en haar vermogen om innovatieve defensieproducten te ontwikkelen en te produceren, de interoperabiliteit en uitwisselbaarheid ervan te vergroten en de beschikbaarheid ervan voor de lidstaten te waarborgen;

  • f) het stimuleren van verdere integratie van de Europese defensiemarkt door de toegang tot defensietoeleveringsketens te vergemakkelijken en door administratieve lasten terug te dringen;

  • g) snelle identificatie van knelpunten in de toeleveringsketens voor de defensiemarkt te bevorderen en ervoor te zorgen dat de EU-regelgeving geen belemmering vormt voor de ontwikkeling van de Europese defensie-industrie;

  • h) initiatieven ondersteunen om te blijven investeren in geschoolde arbeidskrachten om tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden in de defensie-industrie aan te pakken.

De ER verzocht de Raad, de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie snel voortgang te boeken met de werkzaamheden aan de gezamenlijke mededeling over een Europese defensie-industriestrategie (EDIS). Ook verzocht de ER de Raad onverwijld werk te maken van het begeleidende voorstel voor een Europees Defensie-industrieprogramma (EDIP).

Nederland gaf aan met een positieve blik te zullen kijken naar de voorstellen en onderstreepte dat het versterken van de Europese defensie-industrie noodzakelijk is om de militaire steun aan Oekraïne te kunnen voortzetten. Het kan ook een belangrijke bijdrage leveren aan de gereedstelling en slagkracht van de eigen Europese strijdkrachten in het licht van de verslechterde veiligheidssituatie.

De ER benadrukte dat de implementatie van het Strategisch Kompas op het gebied van het vergroten van de Europese defensieparaatheid moet worden versneld. De Rapid Deployment Capacity van de EU, de militaire mobiliteit, live-oefeningen, het verbeteren van de ruimteveiligheid, het tegengaan van cyber- en hybride dreigingen en het aanpakken van Foreign Information Manipulation and Interference (FIMI) zijn in dat opzicht van bijzonder belang.

De ER benadrukte de noodzaak van een beter gecoördineerde militaire en civiele paraatheid en strategische crisisbeheersing. De ER verzocht de Commissie om samen met de Hoge Vertegenwoordiger maatregelen voor te stellen om de paraatheid en crisisrespons op EU-niveau te versterken rekening houdend met de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de lidstaten.

Een sterkere en capabelere EU op het gebied van veiligheid en defensie zal een positieve bijdrage leveren aan de mondiale en trans-Atlantische veiligheid en is complementair aan de NAVO die voor haar leden de basis blijft van de collectieve defensie.

Toezegging aan het lid Tuinman naar aanleiding van plenair debat ER d.d. 19 maart jl.

Het kabinet zal zich in het kader van de mededeling (Europese Defensie-Industrie Strategie) en de verordening (Europese Defensie-Industrie Programma) hard maken voor de positionering van de Nederlandse Technologische en Industriële Basis, conform de Defensie-Industrie Strategie.6 Nederland heeft een hoogtechnologische en innovatieve defensie-industrie die bestaat uit een aantal Original Equipment Manufacturers (OEMs), maar vooral uit toeleverende (middel- en klein)bedrijven. Voor Nederlandse bedrijven is het essentieel om een eerlijke kans te krijgen om toe te kunnen treden tot de toeleveringsketens van grote Europese producenten van eindproducten. Over het algemeen hebben de ketens nu nog een nationaal en gesloten karakter. Het kabinet acht het in het kader van de mededeling en de verordening daarom van belang dat grensoverschrijdende industriële samenwerking een centraal element vormt in de initiatieven die worden ontplooid op het gebied van gezamenlijke aanschaf, capaciteitsontwikkeling, materieelsamenwerking, productiecapaciteit en leveringszekerheid. Uiteindelijk moet dit leiden tot het Europeaniseren van defensietoeleveringsketens, meer concurrentie en een gelijk speelveld.

Midden-Oosten

De ER besprak de recente ontwikkelingen in het Midden-Oosten en sprak uit geschokt te zijn door het ongekende verlies aan burgerlevens en de kritieke humanitaire situatie. De ER riep op tot een onmiddellijke humanitaire pauze die moet leiden tot een duurzaam staakt-het-vuren, de onvoorwaardelijke vrijlating van alle gijzelaars en het verlenen van volledige en ongehinderde toegang van humanitaire hulp.

De ER bevestigde de eerdere conclusies, waarin Hamas in de sterkst mogelijke bewoordingen wordt veroordeeld voor zijn brute terroristische aanslagen in Israël op 7 oktober 2023, waarbij het recht van Israël wordt erkend om zichzelf te verdedigen in overeenstemming met het internationaal recht en het internationaal humanitair recht, en wordt opgeroepen tot de onmiddellijke vrijlating van alle gijzelaars zonder enige voorafgaande voorwaarde. Hun veiligheid en welzijn zijn van groot belang. De ER riep de Raad op om de werkzaamheden voor verdere beperkende maatregelen tegen Hamas te bespoedigen.

De ER is ernstig bezorgd over de catastrofale humanitaire situatie in Gaza en de onevenredige gevolgen daarvan voor burgers, met name kinderen, en over het onmiddellijke gevaar van hongersnood. Volledige, snelle, veilige en ongehinderde humanitaire toegang tot en door de Gazastrook via alle toegangen is essentieel om de burgerbevolking op grote schaal te kunnen voorzien van voedsel, levensreddende hulp en basisdiensten. De ER sprak steun uit voor het Amalthea-initiatief, dat een maritieme route opent voor noodhulp van Cyprus naar Gaza, als aanvulling op de landroutes die de belangrijkste manier blijven om de benodigde volumes te leveren.

Er moeten onmiddellijk maatregelen worden genomen om verdere ontheemding van de bevolking te voorkomen, veilig onderdak te bieden aan mensen die hun huis hebben moeten verlaten en ervoor te zorgen dat burgers te allen tijde worden beschermd. De ER dringt er bij de Israëlische regering op aan geen grondoperatie in Rafah uit te voeren, die de toch al catastrofale humanitaire situatie zou verergeren en de dringend noodzakelijke verstrekking van basisdiensten en humanitaire hulp zou verhinderen. Meer dan een miljoen Palestijnen zoeken momenteel veiligheid tegen de gevechten en toegang tot humanitaire hulp daar.

Alle partijen moeten het internationaal recht respecteren, inclusief het internationaal humanitair recht en het internationaal recht op het gebied van de mensenrechten. De ER benadrukte het belang van het respecteren en uitvoeren van de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 26 januari 2024, die juridisch bindend is. Schendingen van het internationaal humanitair recht moeten grondig en onafhankelijk worden onderzocht. De ER neemt met grote bezorgdheid nota van de rapporten van de speciale vertegenwoordiger van de VN, Pramila Patten, en is geschokt door het seksuele geweld tijdens en na de aanslagen van 7 oktober. De EU steunt onafhankelijke onderzoeken naar alle beschuldigingen van seksueel geweld.

De ER benadrukte dat de diensten die UNRWA in Gaza en in de hele regio levert, essentieel zijn. De ER neemt nota van de recente EU-maatregelen en de financiële steun. Zij verwelkomde de snelle start door de VN van een intern onderzoek en externe evaluatie naar aanleiding van de ernstige beschuldigingen tegen twaalf medewerkers van de UNRWA over hun vermeende deelname aan de terroristische aanslagen van 7 oktober. Zij kijkt uit naar de resultaten van het onderzoek en naar de maatregelen van de VN om de verantwoordingsplicht te waarborgen en de controle en het toezicht te versterken.

De ER riep op tot een onmiddellijke stopzetting van het geweld op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem en tot het waarborgen van een veilige toegang tot de heilige plaatsen. De ER veroordeelt het geweld van extremistische kolonisten krachtig. Daders moeten ter verantwoording worden geroepen. De ER riep de Raad op om de werkzaamheden voor gerichte beperkende maatregelen te bespoedigen. De ER veroordeelde de besluiten van de Israëlische regering om de illegale nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever verder uit te breiden. Het dringt er bij Israël op aan deze besluiten terug te draaien.

De EU zal intensief blijven samenwerken met regionale en internationale partners om verdere regionale escalatie te voorkomen, met name in Libanon en de Rode Zee. De ER riep alle actoren, en met name Iran, op zich te onthouden van escalerende acties. Zij verwelkomt de lancering van EU-operatie ASPIDES om de vrijheid van navigatie en de veiligheid van zeevarenden in de Rode Zee, de Golf van Aden en de bredere regio te waarborgen.

De EU blijft zich inzetten voor een duurzame vrede op basis van de tweestatenoplossing. Palestijnen en Israëliërs hebben een gelijk recht om in veiligheid, waardigheid en vrede te leven. De ER roept alle partijen op zich te onthouden van acties die het beginsel van de tweestatenoplossing en de levensvatbaarheid van een toekomstige Palestijnse staat ondermijnen. De ER herinnert eraan dat de twee GVDB-missies – de politiemissie van de EU voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS) en de grensbijstandsmissie van de EU bij de grensovergang bij Rafah (EUBAM Rafah) – op basis van dit beginsel een belangrijke rol kunnen spelen ter ondersteuning van een toekomstige Palestijnse staat. De EU staat klaar om samen te werken met Israël, de Palestijnse Autoriteit en regionale en internationale partijen om bij te dragen aan het opnieuw leven inblazen van een politiek proces, onder meer via het Peace Day-initiatief en een vredesconferentie die zo snel mogelijk bijeen moet worden geroepen. Het steunt de Palestijnse Autoriteit terwijl het de noodzakelijke hervormingen doorvoert. De EU staat klaar om een gecoördineerde internationale inspanning voor de wederopbouw van Gaza te steunen.

Nederland sprak steun uit voor een onmiddellijk humanitair staakt-het-vuren dat moet leiden tot het vrijlaten van alle gegijzelden en op een drastische toename van humanitaire hulp aan Gaza. Nederland steunde ook nadrukkelijk de oproep aan Israël om af te zien van een grootschalig grondoffensief in Rafah en onderstreepte dat regionale escalatie voorkomen moet worden en dat er met Libanon tot een diplomatieke oplossing dient te worden gekomen. Nederland sprak zich ook uit voor een dringend beroep op Israël om recent aangekondigde plannen voor de uitbreiding van nederzettingen terug te draaien. Het kabinet steunde het initiatief voor het tot stand brengen van een humanitaire corridor over zee via Cyprus en onderzoekt, in lijn met de motie van het lid Boswijk cs.7, op welke wijze Nederland hieraan kan bijdragen en riep ook op om tot fast-track toegang te komen in lijn met de motie van de leden Paternotte en Klaver.8 Nederland zet zich in EU-verband en in samenwerking met VN-coördinator voor Gaza Sigrid Kaag op alle mogelijke manieren in om toegang voor humanitaire hulp tot Gaza te versnellen. In lijn met de motie Van Baarle cs.9 pleitte Nederland daarnaast voor onafhankelijke waarnemers bij de controle op toegang van humanitaire hulpmiddelen.

Externe relaties

Rusland

De ER riep op tot de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen in Rusland en het beëindigen van de vervolging van oppositieleden. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de dood van Alexei Navalny ligt bij de Russische autoriteiten en het is belangrijk dat er onafhankelijk onderzoek plaatsvindt naar de exacte omstandigheden van zijn dood. De ER verwelkomde nieuwe beperkende maatregelen tegen de verantwoordelijken voor ernstige schendingen van de mensenrechten en riep de Raad op om hiervoor een nieuw sanctieregime in het leven te roepen.

Haïti

De ER sprak haar grote bezorgdheid uit over de verslechterende situatie in Haïti, de golf van geweld die sinds eind februari was ontstaan en het lijden van de bevolking als gevolg daarvan in het land. Het verwelkomde de humanitaire hulp van EUR 20 miljoen die de EU beschikbaar had gesteld. De ER riep op te komen tot een duurzaam plan voor politieke transitie en riep de verantwoordelijke politici op tot een akkoord te komen in het belang van het land en de bevolking. De ER verwelkomde VN veiligheidsraadsresolutie 2699 die pleit voor de creatie van een Multinational Security Support missie.

Belarus

De ER sprak haar bezorgdheid uit over de verslechterende mensenrechtensituatie in Belarus. Mensenrechtenschendingen, beperkingen met betrekking tot politieke participatie en gebrek aan toegang tot onafhankelijke media in Belarus bereikten een ongekend niveau in de aanloop naar de parlements- en lokale verkiezingen van 25 februari, die niet voldeden aan de fundamentele democratische normen. De ER riep op tot de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen en herhaalde de solidariteit van de EU met het Belarussische maatschappelijk middenveld en de democratische krachten.

Uitbreiding en hervormingen

De ER stond stil bij de voortgang van de voorbereiding van uitbreiding aan de hand van twee parallelle sporen. Enerzijds zal de EU zichzelf moeten voorbereiden. De ER van 14 en 15 december jl. concludeerde dat de ER in de zomer van 2024 een routekaart zal aannemen om dit voorbereidende werk te structureren. Anderzijds werd de geboekte voortgang van Oekraïne en Moldavië verwelkomd en vroeg de ER de Raad het werk voort te zetten ter voorbereiding van de onderhandelingsraamwerken. Georgië werd aangemoedigd voortgang te boeken ten aanzien van de openstaande prioritaire hervormingen.

Bosnië en Herzegovina

De ER sprak over Bosnië en Herzegovina op basis van de Commissierapportage van 12 maart jl.10.

In lijn met de motie van de leden Tuinman en Van Campen11 heeft de Minister-President gepleit voor een strikt en fair beleid en heeft benadrukt dat Bosnië en Herzegovina eerst aan alle acht criteria van de Commissieaanbeveling van 12 oktober 2022 moet voldoen voordat onderhandelingsgesprekken kunnen worden geopend. Hij heeft aangegeven dat de voorwaarden objectief en stevig moeten worden verankerd in het onderhandelingsraamwerk. Andere leden van de ER pleitten voor een meer ruimhartige benadering richting Bosnië en Herzegovina. Uiteindelijk kwam de ER overeen het signaal af te geven de onderhandelingen met Bosnië en Herzegovina te openen. De ER verzocht de Commissie het technische werk ter voorbereiding van het toekomstige onderhandelingsraamwerk te starten. Over de vaststelling van het onderhandelingsraamwerk zal met unanimiteit worden besloten. De vaststelling kan pas plaatsvinden als aan alle stappen uit de Commissieaanbeveling van 12 oktober 2022 is voldaan.

Partnerschappen met derde landen

De ER verwelkomde de gezamenlijke verklaring over het partnerschap tussen de EU en Egypte. In het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 maart 2024 is de Kamer hierover nader geïnformeerd.12

Overig

Landbouw

De ER onderstreepte het belang van een weerbare en duurzame landbouwsector voor onder meer de voedselzekerheid in de EU. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft daarin een essentiële rol. Erkend werd dat boeren een stabiel en voorspelbaar kader nodig hebben waarmee ze begeleid worden bij het beantwoorden van milieu- en klimaatuitdagingen.

De leden van de ER stonden stil bij de zorgen die zijn geuit door de landbouwsector en het werk dat op Europees niveau wordt verricht om daarop stappen te zetten. De Minister-President benadrukte het belang van het verminderen van regeldruk en administratieve lasten. Ook benadrukte Nederland het belang van het bevorderen van innovatieve oplossingen voor de uitdagingen van de boeren. In dat kader heeft Nederland de afgelopen tijd voor het toestaan van RENURE13 gepleit.

De ER nodigde de Commissie en de Raad uit om snelle voortgang te boeken ten aanzien van:

  • alle mogelijke korte en middellange termijn maatregelen, zoals het verminderen van regeldruk en administratieve lasten en het doorvoeren van innovatieve oplossingen,

  • het versterken van de positie van boeren in de voedselproductieketen, mede met het oog op een eerlijk inkomen,

  • het verlichten van financiële druk op boeren te verminderen door het in kaart brengen van mogelijkheden voor additionele steun, bijvoorbeeld door het verlengen van het tijdelijke staatssteunkader,

  • het verzekeren van eerlijke concurrentie binnen de interne markt en op wereldschaal,

  • en het op eerlijke en gebalanceerde wijze adresseren van de vraagstukken rond de autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne waarbij het doel is op termijn terug te keren naar de EU-Oekraïne handelsrelaties in het kader van het AA/DCFTA (Association Agreement / Deep and Comprehensive Free Trade Area).

De ER zal vinger aan de pols houden ten aanzien van de voortgang. Tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 26 maart jl.14 is het werk hieraan voortgezet.

Migratie

De ER stond kort stil bij de stand van zaken ten aanzien van migratie op basis van de mededeling van de Europese Commissie waarin wordt teruggeblikt op de belangrijke behaalde mijlpalen op het gebied van migratie van de afgelopen vier jaar.15 De leden van de ER waren het eens dat verder gewerkt moet worden aan een geïntegreerde benadering van migratie, in lijn met de ER conclusies van december 2023. Ook werd steun uitgesproken voor het versterken van het EU instrumentarium om mensenhandel en -smokkel tegen te gaan, evenals de lancering van een Global Alliance.

Europees semester

De ER omarmde zowel de beleidsprioriteiten uit de Annual Sustainable Growth Survey 2024 (ASGS)16 als de raadsaanbevelingen over het economisch beleid voor de eurozone.17

Strategische Agenda

De leden kregen een procesmatige update van de voorbereidingen van de nieuwe Strategische Agenda van 2024 tot en met 2029. De voorzitter van de ER is voornemens staatshoofden en regeringsleiders in kleine groepen te consulteren voordat dit terugkomt in de ER van juni.

Eurozonetop

Na afloop van de ER vond een Eurozonetop (EZT) plaats. Tijdens de EZT kwamen de economische situatie in de eurozone, een verklaring over de coördinatie van het begrotingsbeleid, de eurozonetoetreding van Bulgarije, concurrentievermogen en de toekomst van de Europese kapitaalmarkt aan de orde. De voorzitter van de Eurogroep, Paschal Donohoe, had voorafgaand aan de ER in een brief aan de voorzitter van de ER de stand van zaken van deze onderwerpen al toegelicht.

Verklaring coördinatie begrotingsbeleid Eurozone

De EZT bekrachtigde een gezamenlijke verklaring over oriëntatie van het begrotingsbeleid (fiscal stance) in de Eurozone voor 2025. Deze verklaring is reeds aangenomen tijdens de Eurogroep op 11 maart jl.18 De verklaring geeft aan dat een licht verkrappend begrotingsbeleid passend is voor het bevorderen van schuldhoudbaarheid en het verder terugdringen van inflatie. Daarnaast benadrukt de verklaring het belang van investeringen en hervormingen en van implementatie en handhaving van de herziene Europese begrotingsregels. De EZT onderschreef deze verklaring. De president van de Europese Centrale Bank, Christine Lagarde, onderschreef de verklaring eveneens. Ze wees op de vergelijking met onder andere de VS, waarbij de EU minder goed presteert als het gaat om economische groei, met name als gevolg van een lage productiviteitsgroei in de EU. Daarnaast benoemde Lagarde de uitdagingen rond inflatie.

Financiële en kapitaalmarkten

De gemeenschappelijke verklaring van de Eurogroep stond centraal in de discussie. Die verklaring geeft een strategische visie op de toekomst van de Europese kapitaalmarkten. Die visie geeft prioriteiten om de kapitaalmarktunie verder te ontwikkelen en kan als input dienen voor de (nieuwe) Europese Commissie. Nederland benadrukte hier dat verdere integratie van de kapitaalmarktunie essentieel is voor het mobiliseren van de benodigde investeringen voor de uitdagingen waar de EU voor staat, zoals de transities op duurzaamheid en digitalisering, en om het concurrentievermogen te versterken. Deze investeringen vergen privaat kapitaal in aanvulling op financiering uit publieke middelen. Hierbij is bijvoorbeeld van belang dat we werken aan een verdere integratie van het toezicht op de kapitaalmarkten. Voorzitter van de Eurogroep, Donohoe, gaf een toelichting op de verklaring. Hij wees er daarnaast op dat de EU kleinere volumes kapitaal heeft dan de rest van de wereld, er in de EU minder risico’s worden genomen, en dat van belang is dat we meer gezamenlijke pad op moeten op het punt van toezicht. De EZT onderschreef de verklaring en riep op om op hoogambtelijk niveau richting de ER van april actief voortgang te boeken. ECB-president, Lagarde, onderschreef eveneens de verklaring en benadrukte dat private financiering moet worden gemobiliseerd voor de benodigde investeringen in de EU.

Eurotoetreding Bulgarije

De stand van zaken inzake de eurotoetreding van Bulgarije kwam kort aan de orde. Bulgarije streeft naar invoering van de euro per 1 januari 2025. In juni komt de Commissie met het volgende (tweejaarlijkse) convergentierapport dat zal beschrijven in hoeverre Bulgarije voldoet aan de criteria voor toetreding tot de euro. De EZT spoorde Bulgarije aan om haar inspanningen om aan de criteria te voldoen te continueren. Het standpunt van het kabinet is dat landen bij eurotoetreding aan de convergentiecriteria moeten voldoen. Verder vindt het kabinet, hoewel zij geen formele toetsingsgrond vormen, dat landen ook moeten voldoen aan toezeggingen die zij zijn aangegaan bij toetreding tot het Europees Wisselkoersmechanisme (de zogenoemde post-entry commitments).

Nucleaire energietop

Op 21 maart jl. vond tevens de eerste Nucleaire Energietop van staatshoofden en regeringsleiders van verschillende landen plaats in Brussel. Deze top werd georganiseerd door België en het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) en stond los van de ER. De Minister-President nam deel aan de Nucleaire Energietop.

De staatshoofden en regeringsleiders bespraken de rol die nucleaire energie heeft in het verminderen van fossiele brandstoffen, het verhogen van de energiezekerheid, en het bevorderen van economische groei. Veel landen onderstreepten dat sterke inzet voor kernenergie een belangrijke sleutel is tot vermindering van broeikasgassen, energiezekerheid en duurzame ontwikkeling, met een doel van netto nul uitstoot tegen midden 21e eeuw. Ook benadrukten veel staatshoofden en regeringsleiders de centrale rol van de IAEA in nucleaire energiesamenwerking, de noodzaak van financiële steun via publieke en private investeringen en de ontwikkeling van toekomstige nucleaire arbeidskracht door onderwijs en training. Nederland ziet kernenergie als cruciale pijler naast hernieuwbare energie voor het bereiken van een fossielvrije toekomst en het versterken van energiezekerheid. Nederland zet in op uitbreiding van en investering in de bestaande kerncentrale in Borssele en de bouw van nieuwe faciliteiten. Voor de kabinetsinzet op kernenergie wordt verwezen naar de recente Kamerbrief over de stand van zaken van de nieuw te bouwen kerncentrales.19

Tijdens de top werd een verklaring van de Nucleaire Alliantie aangenomen20. Deze verklaring benadrukt de cruciale rol van kernenergie naast hernieuwbare bronnen voor het bereiken van klimaatneutraliteit tegen 2050, het bevorderen van economische groei en het versterken van de energieveiligheid, met een focus op het verminderen van strategische afhankelijkheden en het stimuleren van de nucleaire sector en innovatie binnen Europa. De verklaring roept ook op tot het verkennen van financieringsmogelijkheden, het creëren van deskundige en diverse nucleaire arbeidsmarkt en het bevorderen van industriële en onderzoekssamenwerking. Nederland ondertekende de verklaring.


X Noot
1

Toezegging plenair debat voor de Europese Top d.d. 19 maart 2024.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1959.

X Noot
3

Kamerstuk 36 410 V, nr. 65.

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-20, nr. 2034.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2854.

X Noot
6

Toezegging plenair debat voor de Europese Top d.d. 19 maart 2024.

X Noot
7

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2852.

X Noot
8

Kamerstuk 21 501-20, nr. 2048.

X Noot
9

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2856.

X Noot
11

Kamerstuk 21 501-20, nr. 2055.

X Noot
12

Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 18 maart 2024, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2866, d.d. 8 april 2024.

X Noot
13

Kunstmestvervangers op basis van dierlijke mest, zie ook het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 23 januari 2024 Kamerstuk 21 501-32, nr. 1616.

X Noot
14

Kamerbrief over de Landbouw- en Visserijraad 26 maart 2024 en informele Visserijraad 24 en 25 maart 2024, Kamerstuk 21 501-32, nr. 1625.

X Noot
18

Kamerstuk 21 501-07, nr. 2023.

X Noot
19

Kamerstuk 32 645, nr. 121.

Naar boven