21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 1318 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 oktober 2015

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van 9 en 10 november te Brussel. Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering. Tevens is de geannoteerde agenda voor de Begrotingsraad van 13 november te Brussel toegevoegd.

Naar aanleiding van het verzoek d.d. 8 oktober 2015 om twee weken voorafgaand aan de Eurogroep over de ontwerpbegrotingsplannen op 23 november 2015 uw Kamer schriftelijk te informeren over de ontwerpbegrotingsplannen 2016 en de behandeling daarvan in de Eurogroep, informeer ik u hierbij ook dat de Commissie haar opinies ten aanzien van de ontwerpbegrotingen in de week voorafgaand aan de Eurogroep zal presenteren. Deze opinies staan centraal in de besprekingen in de Eurogroep. Ik zal uw Kamer daarom zo spoedig mogelijk na publicatie van de Commissieopinies schriftelijk informeren op de in uw brief genoemde punten. De begrotingsplannen van Griekenland zullen daar geen deel van uit maken. Griekenland heeft geen ontwerpbegroting 2016 ingediend bij de Commissie en hoeft dit op grond van het Two Pack (Verordeningen nr. 472/2013 en 473.2013) ook niet te doen zolang voor Griekenland een macro-economisch aanpassingsprogramma loopt. Hetzelfde geldt voor Cyprus. Uw Kamer wordt separaat geïnformeerd over de voortgang van de programmalanden.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Geannoteerde agenda t.b.v. de Eurogroep en Ecofinraad van 9 en 10 november 2015

Eurogroep

Bankenunie – presentatie werkzaamheden van gemeenschappelijke afwikkelingsraad

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Sinds 1 januari 2015 is het SRM van start gegaan en is de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (SRB) operationeel geworden. Vanaf 1 januari 2016 zal het SRM volledig van start en zal de SRB volledig verantwoordelijk zijn voor het in afwikkeling plaatsen van de banken die direct onder haar reikwijdte vallen, te weten alle banken die onder direct ECB toezicht staan plus alle grensoverschrijdende bankgroepen.

Sinds het operationeel worden van de SRB begin 2015 werkt de SRB hard om ervoor te zorgen dat zij vanaf 2016 de volledige afwikkelingsverantwoordelijkheden op zich kan nemen. Daartoe vinden in de eerste plaats organisatorische werkzaamheden plaats, zoals rondom huisvesting, het opzetten van ICT systemen en het aannemen van personeel. Daarnaast werkt de SRB aan de wijze van samenwerking met de belangrijkste stakeholders, zoals nationale afwikkelingsautoriteiten, de ECB, de Europese Commissie en het Europees parlement. Ook wordt gewerkt aan een handboek voor afwikkeling van banken om ervoor te zorgen dat binnen het SRM afwikkelingsplannen van banken door de SRB en nationale afwikkelingsautoriteiten op zoveel als mogelijk consistente en uniforme wijze worden opgesteld. Verder wordt hard gewerkt aan het opzetten van het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds.

In de Eurogroep zal de voorzitter van de gemeenschappelijke afwikkelingsraad, Elke König, een presentatie geven over de voortgang van de werkzaamheden van de SRB. Hierbij zal naar verwachting zowel worden ingegaan op de werkzaamheden die reeds zijn verricht in de huidige opbouwfase als de verdere benodigde stappen zodat de afwikkelingsraad volledig operationeel is in 2016.

Griekenland

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep zal de stand van zaken van het ESM-programma voor Griekenland bespreken. Uit de eerste tranche resteert nog een bedrag van drie miljard euro. Dit zal worden uitgekeerd in delen van respectievelijk twee miljard en één miljard euro, gekoppeld aan implementatie van twee sets milestones. Griekenland heeft op 16 oktober een eerste wetgevingspakket aangenomen met het oog op implementatie van de eerste set milestones, gekoppeld aan een uitkering van twee miljard. Verdere implementatie van de eerste set milestones is op dit moment nog gaande in overleg met de instituties. Voor Nederland geldt hierbij dat er geen uitkering van programmageld mogelijk is zolang niet is vastgesteld dat voldaan is aan de eisen die bij de betreffende uitkering horen. Na afronding van de eerste set milestones en uitkering van de bijbehorende twee miljard resteert nog één miljard euro uit de eerste tranche. De bijbehorende milestones moeten nog door de instituties worden opgesteld en door de EWG worden bekrachtigd.

Daarnaast zal de Eurogroep mogelijk stilstaan bij de uitkomsten van de Asset Quality Review en de stresstesten. Op basis hiervan wordt bepaald in hoeverre er sprake is van een kapitaaltekort bij de Griekse banken. Als het kapitaaltekort bekend is moeten de banken eerst zelf kapitaal proberen op te halen. Indien dit tekort niet volledig gedekt kan worden door privaat kapitaal aan te trekken kan geld uit het ESM worden gebruikt voor herkapitalisatie. Binnen het ESM-programma is hiervoor een bedrag van maximaal 25 miljard euro gereserveerd. Hiervan is reeds 10 miljard euro beschikbaar gemaakt op een aparte rekening bij het ESM. De resterende 15 miljard euro kan pas beschikbaar worden gesteld na implementatie van de hiervoor vereiste maatregelen uit het MoU.

Economische situatie

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep zal spreken over de economische situatie. Hierbij zal naar verwachting de herfstraming van de Europese Commissie worden besproken. Deze is op dit moment nog niet beschikbaar en wordt naar verwachting op 5 november gepubliceerd. Deze raming zal ook als input dienen voor de beoordelingen van de conceptbegrotingen, die bij de volgende Eurogroep worden besproken. Daarnaast wordt mogelijk stilgestaan bij recente inflatie- en wisselkoersontwikkelingen. Recent heeft het IMF de groeiraming voor het eurogebied in de World Economic Outlook ongewijzigd gelaten op 1,5% in 2015. Volgens cijfers van Eurostat kwam inflatie in het eurogebied in augustus uit op -0,1% j.o.j. Olieprijsdalingen dragen in hoge mate bij aan de lage inflatie. Kerninflatie, die corrigeert voor volatiele energieprijzen, was de afgelopen maanden stabiel en bedroeg in augustus 0,9% j.o.j.

Vierde post-programme surveillance missie Spanje

Document: Er is vooralsnog geen rapport beschikbaar. Het persbericht is te raadplegen via de volgende link: http://ec.europa.eu/economy_finance/articles/eu_economic_situation/2015-10-12_spain_en.htm

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting: De Eurogroep zal een mondelinge terugkoppeling krijgen over de uitkomsten van de vierde post-programme surveilance missie voor Spanje. Deze missie, waaraan de Europese Commissie, de ECB en het ESM deelnamen, heeft plaatsgevonden van 5 tot 8 oktober jl. Het doel van post-programme surveillance is het verkleinen van het risico dat een land dat steun heeft ontvangen terugvalt op «oud beleid», wat risico’s voor de financiële stabiliteit met zich mee kan brengen en in het ergste geval de terugbetaalcapaciteit van een land in gevaar brengt. In de persverklaring na afloop van de missie laten de Commissie en de ECB zich positief uit over het verdere economische herstel van de Spaanse economie in de eerste helft van 2015. Betere toegang tot krediet voor bedrijven en particulieren, toenemend vertrouwen en lagere olieprijzen ondersteunen de binnenlandse vraag.

De werkloosheid neemt snel af, hoewel het niveau erg hoog blijft. Ook wordt goede voortgang gemaakt met de herstructurering van de Spaanse bankensector. De Commissie en de ECB benadrukken echter ook dat de Spaanse economie nog steeds kampt met significante onevenwichtigheden en dat het Spaanse begrotingstekort hoog blijft. Nederland onderschrijft deze bevindingen. Het adresseren van de resterende beleidsuitdagingen – die onder meer zien op de arbeidsmarkt, de overheidsfinanciën en de dienstensector – blijft noodzakelijk.

De volgende post-programme surveillance missie naar Spanje zal plaatsvinden in de lente van 2016.

Voorstellen Europese Commissie t.a.v. de Economische en Monetaire Unie

Document: De stukken zijn vinden onder de volgende link: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-15–5874_en.htm

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting: Op 21 oktober jl. bracht de Commissie een mededeling uit inzake stappen naar voltooiing van de Economische en Monetaire Unie. Tegelijk bracht de Commissie stukken uit aansluitend bij elementen uit deze mededeling. Het gaat om een mededeling inzake consistente externe representatie van de eurozone in internationale fora, een voorstel inzake een verenigde representatie van de eurozone in het IMF, een aanbeveling voor een Raadsaanbeveling voor de opzet van nationale raden voor concurrentievermogen, en een Commissiebesluit tot opzet van een adviserende Europese Budgettaire Raad. Agendering van het pakket in de aankomende Eurogroep en Ecofinraad is bedoeld om lidstaten de gelegenheid te bieden een eerste reactie te geven op het pakket. Verdere inhoudelijke bespreking van de individuele voorstellen volgt op een later moment.

Het kabinet zal de Kamer op korte termijn middels een Kamerbrief informeren over de appreciatie van de verschillende publicaties. Het kabinet heeft gekozen voor een Kamerbrief ter vervanging van BNC-fiches om het proces richting de Kamer te versnellen.

Portugal; beleidsprioriteiten nieuwe regering

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

In Portugal vonden op 4 oktober jl. parlementsverkiezingen plaats. Deze zijn gewonnen door de regerende centrum-rechtse coalitie van premier Passos Coelho, maar de coalitie raakte wel haar meerderheid in het parlement kwijt. De Portugese president heeft premier Passos Coelho aangewezen als formateur. Zijn tweede kabinet is op 30 oktober beëdigd en presenteert uiterlijk binnen tien dagen het regeringsprogramma. In de Eurogroep zal de Portugese Minister van Financiën mogelijk worden gevraagd de beleidsprioriteiten van de regering toe te lichten.

AIIB

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Raad van Bewindvoerders van de AIIB telt 12 leden (stoelen), waarvan 9 voor de regionale landen en 3 voor niet-regionale landen. Met 57 aandeelhouders zullen kiesgroepen moeten worden geformeerd. In de oprichtingsartikelen van de AIIB is niet vastgelegd welke landen een kiesgroep zullen vormen. Dit kan vrij worden ingericht. Tijdens dit agendapunt zal worden gesproken over de mogelijkheid om een Eurogroep stoel te vormen. De eurolanden die, onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring, toetreden tot de AIIB zijn: Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Oostenrijk, Finland, Nederland, Luxemburg en Malta. Nederland zal tijdens de Eurogroep steun uitspreken voor een gezamenlijke Eurogroep stoel en een rotatieschema dat inclusief is. Dit betekent dat alle deelnemende landen kans moeten hebben om de (alternate) bewindvoerder te leveren. Daarnaast zet Nederland er op in dat het land dat de (alternate) bewindvoerder levert een kandidaat nomineert op basis van merites.

Terugkoppeling G7

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroepvoorzitter zal een terugkoppeling geven van de bijeenkomst van de G7 die in de marges van de IMF Jaarvergadering in Lima gehouden is. De G7 heeft gesproken over de mondiale economische situatie en recente economische ontwikkeling. De G7 heeft specifiek stilgestaan bij de economische situatie in China, Oekraïne en Griekenland.

Ecofinraad

Kapitaalmarktunie

Document: Raadsconclusies Actieplan Kapitaalmarktunie (niet openbaar)

Aard bespreking: vaststellen Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: consensus

Toelichting: Tijdens de Ecofinraad van 10 november staan concept-Raadsconclusies over het Actieplan Kapitaalmarktunie geagendeerd. In de concept-Raadsconclusies worden de uitgangspunten en geformuleerde acties van het Actieplan Kapitaalmarktunie onderschreven. Het verbeteren van de financieringsmogelijkheden voor de reële economie is een van de speerpunten van het Actieplan. In Europa is momenteel nog sprake van fragmentatie van markten voor financiering en zijn bedrijven in sterke mate afhankelijk van bancaire financiering. Er is vraag naar versterking en verbreding van de mogelijkheden voor financiering. Het is daarom cruciaal voor de groei en werkgelegenheid in Europa dat de Europese kapitaalmarkt verder wordt ontwikkeld. In het eerdere groenboek en de Raadsconclusies van de Ecofinraad van 19 juni werd ingegaan op de mogelijkheden tot het verbeteren en verbreden van de financieringsmogelijkheden en wordt specifiek gesproken over securitisaties, venture capital, crowdfunding, kredietinformatie, private placements, mini-bonds en prospectussen. Hierbij is ook genoemd dat de Europese Commissie onder de noemer van de kapitaalmarktunie ongerechtvaardigde en onevenredige belemmeringen voor het vrije verkeer van kapitaal zal identificeren en aankaarten. Zo geeft de Europese Commissie aan met een voorstel voor convergentie op het gebied van insolventiewetgeving te willen komen, waarbij de verwachting is dat de Europese Commissie in dit kader begin volgend jaar een consultatie start. Nederland is voorstander van het verbeteren en verbreden van de financieringsmogelijkheden in Europa en onderschrijft de inzet van de Europese Commissie om te komen tot een kapitaalmarktunie. Bovendien wordt de Europese Commissie opgeroepen om haar studie over de grensoverschrijdende aspecten van bestuursverboden en bestuurdersaansprakelijkheid zo spoedig mogelijk af te ronden. Dat strookt met de al herhaaldelijk aan uw Kamer berichte Nederlandse inzet om fraudebestrijding vast op de Europese agenda te verankeren. De kabinetsreactie kapitaalmarktunie volgt op korte termijn met een separate BNC-fiche over securitisaties.

Bankenunie

Document: n.v.t.

Aard bespreking: presentatie en gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Ecofinraad zal naar verwachting spreken over de voortgang van nationale implementatieprocedures en in het bijzonder de implementatie van de richtlijn voor herstel en afwikkeling van banken (BRRD) en de ratificatie van de intergouvernementele overeenkomst betreffende de overdracht en mutualisatie van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (SRF). Met het oog op de volledige inwerkingtreding van het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme (SRM) op 1 januari 2016 is het van groot belang dat lidstaten bovengenoemde regelgeving dan hebben geïmplementeerd. Nederland hecht hier ook veel belang aan en werkt hard om de implementatie van de BRRD/SRM zo snel mogelijk af te ronden. Daartoe staat op 3 november aanstaande de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer geagendeerd. Op 10 november zal in Nederland de overeenkomst betreffende de overdracht en mutualisatie van bijdragen aan het SRF in werking treden, waarna Nederland de akte van ratificatie bij de Commissie zal deponeren.

Brugfinanciering SRM

Document: n.v.t.

Aard bespreking: besluitvorming

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: De Ecofinraad zal spreken over de vormgeving van brugfinanciering voor het SRF met het doel om daarover tot politieke overeenstemming te komen. In de backstopverklaring van de ministers van de Eurogroep en Ecofinraad (d.d. 18 december 2013) is opgenomen dat er voor de overgangsperiode van het SRF gewerkt zal worden aan een systeem waarbij in laatste instantie brugfinanciering aan het SRF verstrekt kan worden. Het systeem van brugfinanciering dient uiterlijk 1 januari 2016 beschikbaar te zijn. Daarnaast is in de backstopverklaring opgenomen dat tijdens de overgangsperiode gewerkt zal worden aan een gemeenschappelijke backstop die uiterlijk aan het einde van de overgangsperiode (2024) beschikbaar zal zijn.

Voor de vormgeving van brugfinanciering is gewerkt aan een systeem van individuele kredietlijnen van lidstaten aan de SRB. De omvang van iedere individuele lidstaatkredietlijn zal gelijk zijn aan de maximale omvang van het compartiment van de betreffende lidstaat. Gebaseerd op de berekening hoeveel de Nederlandse banken zullen gaan bijdragen aan het SRF zal dit voor Nederland betekenen dat de kredietlijn een omvang van ca. € 4,5 mrd zal bedragen bij een fondsomvang van € 55 mrd.

Brugfinanciering is noodzakelijk aangezien er zich situaties kunnen voordoen waarbij de aanwezige middelen in het SRF ontoereikend zijn om de kosten voortkomend uit de resolutiecasus mee te financieren en het vervolgens niet mogelijk is om ex post bijdragen bij banken direct te innen. Indien in die situatie de SRB ook niet in staat is om de benodigde middelen zelfstandig op de markt te lenen, zal de lidstaat een kredietlijn aan de SRB verstrekken om zo de ex post bijdragen tijdelijk voor te financieren.

Deze individuele kredietlijnen zijn in lijn met de Nederlandse inzet, namelijk dat in de overgangsperiode nationale overheden alleen verantwoordelijk zijn voor hun eigen nationale bankensector. Het bereiken van een politiek akkoord in de Ecofinraad over brugfinanciering wordt door enkele lidstaten gekoppeld aan meer concrete afspraken ten aanzien van het naar voren halen van de inwerkingtreding van de gemeenschappelijke backstop voor het SRF. Nederland is ten aanzien van de ontwikkeling van een gemeenschappelijke backstop echter van mening dat verdergaande risicodeling verdere risicovermindering in het bankwezen vereist door het verder aanscherpen van regelgeving zoals bijvoorbeeld het verder harmoniseren van het kapitaaleisenraamwerk en striktere prudentiële behandeling van staatobligaties. Zolang hier geen sprake van is, houdt Nederland vast aan de backstopverklaring uit 2013.

Zodra de Ecofinraad politieke overeenstemming bereikt over de vormgeving van brugfinanciering zal in Nederland de kredietlijn aan de SRB via de geëigende begrotingsprocedures als een garantie ten behoeve van brugfinanciering in begroting IX worden opgenomen.

5 Presidentenrapport: Commissievoorstellen economic governance

Document: n.v.t.

Aard bespreking: presentatie en gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Zie hiervoor het punt «Voorstellen Europese Commissie t.a.v. de Economische en Monetaire Unie» hierboven.

Raadsconclusies Klimaatfinanciering ter voorbereiding op de VN-Klimaatconferentie (COP21) in Parijs

Document: Nog niet gepubliceerd

Aard bespreking: Aanname Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: Consensus

Toelichting: Van 30 november t/m 11 december 2015 vindt de VN Klimaatconferentie (COP21) in Parijs plaats. In Parijs zal een nieuw ambitieus en universeel geldend klimaatakkoord afgesloten moeten worden. Klimaatfinanciering vormt een belangrijk onderdeel van de onderhandelingen, waarbij afspraken gemaakt worden over het bijeenbrengen van financiering voor investeringen in ontwikkelingslanden gericht op de reductie van broeikasgassen (mitigatie) en het vergroten van weerbaarheid tegen de effecten van klimaatveranderingen (adaptatie) De Ecofinraad is verantwoordelijk voor de Europese inzet over de financiële aspecten van de internationale klimaatonderhandelingen en zal tijdens de Ecofinraad van 10 november Raadsconclusies aannemen die de Europese inzet vormen op klimaatfinanciering in het nieuwe akkoord.

Tijdens de VN Klimaatconferentie zal Nederland en de Europese Unie herbevestigen dat het gecommitteerd is aan de afspraak om vanaf 2.020 USD 100 mld. per jaar aan klimaatfinanciering te mobiliseren. De Europese Unie en de lidstaten lopen voorop in hun bijdrage en hebben in 2.014 EUR gezamenlijk 14,5 mld. aan klimaatfinanciering verstrekt. De komende jaren zal deze bijdrage verder oplopen. Nederland kijkt jaarlijks in de HGIS-nota één jaar vooruit en naar verwachting zal de Nederlandse bijdrage voor 2016 verder worden opgehoogd tot EUR 550 mln t.o.v. EUR 440 mln. in 2015. Het recent uitgebrachte rapport van de OESO laat eveneens zien dat de bijdrage aan klimaatfinanciering groeiende is en schat de totale omvang van Klimaatfinanciering gemobiliseerd door alle ontwikkelde landen in 2014 op USD 62 mld.

Nederland zet voor het nieuwe akkoord in op dynamische afspraken die ervoor zorgen dat alle landen naar draagkracht zullen gaan bijdragen en de verantwoordelijkheid voor klimaatfinanciering niet uitsluitend legt bij ontwikkelde landen, zoals nu het geval is. Daarnaast is Nederland van mening dat alle bronnen en maatregelen moeten meetellen die leiden tot meer klimaatgerelateerde investeringen en zet daarbij in op eenduidige definities voor klimaatfinanciering en heldere en eerlijke afspraken over hoe bijdragen aan klimaatfinanciering aan individuele landen toegerekend mogen worden. Deze collectieve bijdrage aan klimaatfinanciering, afkomstig uit zowel publieke als private bronnen, moet periodiek beoordeeld worden en leiden tot verder opschaling van de gemobiliseerde financiering voor klimaatgerelateerde investeringen. Daarbij moet er volgens Nederland een balans zijn tussen financiering voor mitigatie en adaptatie. Nederland zal tijdens de klimaatonderhandelingen bevestigen dat ook na 2020 publieke financiering zal worden bijgedragen aan klimaatfinanciering, maar is geen voorstander van verplichtende publieke financieringsdoelen in het nieuwe klimaatakkoord. Publieke financiering moet gericht zijn op de ontwikkelingslanden die het armst en meest kwetsbaar zijn en het minst goed in staat zijn om zelf financiering te mobiliseren. Nederland is van mening de private sector een belangrijke rol dient te spelen in klimaatinvesteringen. Om verdere private investeringen te vergroten is het noodzakelijk om innovatieve financiële instrumenten te ontwikkelen. Nederland heeft met FMO voorbeelden in huis die aantonen welke innovatieve oplossingen mogelijk zijn om investeringsbarrières te overwinnen. Ook is Nederland van mening dat ontwikkelingslanden zelf een verantwoordelijkheid hebben om de juiste voorwaarden te scheppen voor het vergroten van investeringen en zal daarbij in de onderhandelingen wijzen op maatregelen om koolstof te beprijzen en initiatieven om milieuschadelijke subsidies uit te faseren.

In de Ecofinraad lijken er geen verschillen van inzicht te bestaan over de Raadsconclusies die voorliggen ter besluitvorming. Nederland kan zich goed vinden in de Raadsconclusies, omdat deze benadrukken dat in het nieuwe akkoord alle landen moeten gaan bijdragen aan klimaatfinanciering en de private sector een belangrijke plek moet krijgen in het nieuwe akkoord.

Follow-up G20 vergadering Ministers van Financiën en Centrale Bank Gouverneurs 8 oktober in Lima, Peru

Document: n.v.t.

Aard bespreking: terugkoppeling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Het voorzitterschap en de Europese Commissie zal een terugkoppeling geven van de G20 vergadering van de ministers van Financiën en Centrale Bank gouverneurs die onder Turks voorzitterschap en marge van de IMF/WB jaarvergadering op 8 oktober heeft plaatsgevonden. De EU-inzet was vooraf gecoördineerd middels een Terms of Reference. De thema’s binnen de G20 zijn met name de stand van de mondiale economie (met een focus op opkomende markten/China) en het G20 raamwerk voor duurzame groei, internationale belastingkwesties (o.a. bekrachtiging van het BEPS project); en financiële regulering.

Geannoteerde agenda t.b.v. de Begrotingsraad van 13 november 2015

Op 13 november aanstaande vindt een Begrotingsraad plaats. Op de agenda staat de conciliatie (bemiddeling) met het Europees parlement over de Europese begroting voor 2016.

Proces

Op 15 juni 2015 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de ontwerpbegroting 2016, die de Europese Commissie op 27 mei presenteerde.1 Op 26 juni presenteerde de Europese Commissie amending letter 1 voor de financiering van het garantiefonds voor het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI). De EU-lidstaten hebben amending letter 1 betrokken bij het begrotingsvoorstel en bereikten een akkoord over een positie van de Raad op 6 juli.2 Hierover bent u ook geïnformeerd. Het Europees parlement (EP) heeft vervolgens gelegenheid gekregen om het Raadscompromis te amenderen. Het EP heeft op 19 oktober plenair amendementen aangenomen ten aanzien van de Europese begroting voor 2016.

De Raad heeft niet ingestemd met de amendementen van het EP. Vervolgens is de conciliatie tussen de Raad en het EP van start gegaan. Op grond van het EU-werkingsverdrag (artikel 314, lid 5) duurt deze conciliatie maximaal 21 dagen. Dit betekent dat uiterlijk op 19 november tot een akkoord moet worden gekomen. Indien Raad en EP niet tot een resultaat komen dan dient de Europese Commissie een nieuw voorstel te presenteren en geldt voorlopig de Europese begroting voor 2015, waarbij de Europese Commissie iedere maand waarin nog geen besluit is genomen een beroep kan doen op maximaal één twaalfde van de Europese begroting 2015. Over de Europese begroting 2016 wordt met gekwalificeerde meerderheid in de Raad en een gewone meerderheid in het EP besloten.

Op 14 oktober presenteerde de Europese Commissie amending letter 2; ik heb uw Kamer hierover op 16 oktober geïnformeerd.3 Dit voorstel heeft vooral betrekking op de migratievoorstellen van 9 en 23 september en de extra steun aan bepaalde landbouwsectoren. In totaal leidt dit voorstel tot 1.017 miljoen euro aan additionele vastleggingen en 914 miljoen euro aan additionele betalingen in 2016. Deze amending letter 2 maakt geen deel uit van de eerder overeengekomen Raadspositie, noch van de positie van het EP. Amending letter 2 wordt zodoende betrokken bij de conciliatie tussen de Raad en het EP.

In tegenstelling tot de conciliatie vorig jaar worden de aanvullende begrotingen in dit begrotingsjaar niet betrokken in conciliatie. Vorig jaar legde het EP een directe relatie tussen de ontwerpbegroting voor 2015 en aanname van de aanvullende begrotingen voor 2014. De Europese Commissie presenteerde dit jaar acht aanvullende begrotingen. Aanvullende begroting 1–7 zijn reeds aangenomen door de begrotingsautoriteit; de besluitvorming over de achtste aanvullende begroting loopt – zie eveneens onderstaand (Proces DAB8). Dit betekent dat de aanvullende begrotingen voor 2015 geen deel uitmaken van de conciliatie; de conciliatie zal enkel betrekking hebben op begrotingsjaar 2016.

Begroting 2016

De Europese Commissie presenteerde een begroting voor 2016 van 153,0 miljard euro in vastleggingen en 143,2 miljard euro in betalingen. Vervolgens gebruikt de Europese Commissie een aantal speciale instrumenten (het Globaliseringsfonds, het Flexibiliteitsinstrument, het Solidariteitsfonds, de Noodhulpreserve). De Commissie plaatst de middelen voor de inzet van deze instrumenten buiten de plafonds van het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Inclusief de inzet van deze instrumenten komt de begroting voor 2016 uit op 153,3 miljard euro in vastleggingen en 143,5 miljard euro in betalingen. Inclusief beide amending letters bedraagt het Commissievoorstel 154,9 miljard euro in vastleggingen en 144,5 miljard euro in betalingen (inclusief de inzet van speciale instrumenten. Het Commissievoorstel blijft hiermee onder het betalingenplafond; de resterende marge bedraagt 229 miljoen euro. Het Commissievoorstel inclusief amending letters is weergegeven in tabel 1.

Tabel 1: Begroting 2016 (miljoen euro)
 

Commissievoorstel

Raadspositie

Europees parlement

Categorie

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1a Concurrentiekracht

18.926,4

17.523,1

18.785,50

17.087,70

20.327,0

18.009,6

1b Cohesiebeleid

50.821,7

49.060,1

50.818,60

48.840,00

51.304,3

50.224,1

2 Landbouw

62.616,1

55.377,6

62.616,20

55.326,50

63.615,0

56.386,7

3 Veiligheid en Burgerschap

4.050,0

3.017,8

4.024,90

2.984,20

3.601,1

2.845,5

4 Extern Beleid

9.031,7

10.154,2

8.868,30

9.703,80

9.143,0

9.671,7

5 Administratie

8.932,6

8.934,1

8.901,50

8.903,00

8.912,6

8.912,9

Totaal

154.378,5

144.066,9

154.015,00

142.845,20

156.902,9

146.050,5

Speciale instrumenten

524,6

389,0

524,6

389

524,6

409,0

Totaal incl. speciale instr.

154.903,1

144.455,9

154.539,60

143.234,20

157.427,5

146.459,5

MFK-plafonds

154.738,0

144.685,0

154.738,00

144.685,00

154.738,0

144.685,0

Marge tot betalingenplafond

229,1

1.450,80

– 1.774,5

In de Raad is een begrotingstotaal overeengekomen van 152,7 miljard euro in vastleggingen en 141,7 miljard euro in betalingen. Indien Amending letter 2 hierbij opgeteld zou worden, bedraagt de Raadspositie 154,5 miljard euro in vastleggingen en 143,2 miljard euro in betalingen (inclusief de inzet van de speciale instrumenten); hiermee resteert een marge onder het betalingenplafond van 1.451 miljoen euro. Het EP stelt een begroting voor met 157,4 miljard euro in vastleggingen en 146,5 miljard euro in betalingen. Het EP verhoogt betalingen en vastleggingen in vrijwel alle begrotingscategorieën (categorie 5 uitgezonderd) en overschrijdt daardoor zowel het vastleggingen- als het betalingenplafond in 2016. De inzet van EP is alleen mogelijk door de inzet van de zogenoemde contingency margin – het speciale instrument voor onvoorziene omstandigheden, waarmee MFK-middelen in de tijd naar voren gehaald worden ten koste van latere jaren.

Nederlandse inzet

Het Nederlandse kabinet zal in conciliatie de Raadspositie als uitgangspunt nemen. Dit jaar zal ook het inpassen van amending letter 2 een belangrijke rol spelen. Nederland zal inzetten op het behouden van de marges zowel onder het vastleggingenplafond als het betalingenplafond van het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Voor Nederland is het van belang dat de begroting in betalingen voldoende ruimte houdt onder het MFK-betalingenplafond om het risico van overschrijding van het plafond door onvoorziene uitgaven lopende het begrotingsjaar te beperken. Speciale instrumenten zouden zo min mogelijk al voor aanvang van het begrotingsjaar ingezet moeten worden. Het Nederlandse kabinet zet daarom in op voldoende marge onder het betalingenplafond om de inzet van deze instrumenten in te passen zonder overschrijding van dit plafond lopende het begrotingsjaar.

Het Nederlandse kabinet steunt de budgettaire omvang van de migratievoorstellen van de Europese Commissie, maar zal bij de inpassing binnen de begroting 2016 voorgaande principes hanteren. Bij het behouden van de marges onder het MFK-plafond zal Nederland uitgaven aan onderzoek en innovatie zoveel mogelijk proberen te ontzien. Als laatste blijft het Nederlandse kabinet inzetten op de overeengekomen doelstelling voor stafreductie van 5% voor 2017. Alleen bij vaststelling van de begroting op een niveau boven het MFK-plafond in betalingen, is sprake van hogere EU-afdrachten dan opgenomen in de raming in de Miljoenennota 2016.

Krachtenveld

Nederland zal in de onderhandelingen nauw samenwerken met gelijkgezinde lidstaten aangezien besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid plaatsvindt. In aanloop naar de Begrotingsraad zal Nederland de onderhandelingsinzet en onderhandelingsstrategie met de gelijkgestemde lidstaten afstemmen. Dit betreft ook de positie ten aanzien van amending letter 2. De Europese Commissie is van mening dat de besparingen in de Raadspositie (ten opzichte van het Commissievoorstel) onverstandig zijn. De inzet van het EP is naar mening van de Europese Commissie evenmin verstandig, omwille van de overschrijding van het vastleggingen- en betalingenplafond. De positie van het EP is alleen mogelijk met inzet van de contingency margin, hetgeen naar oordeel van de Europese Commissie onnodige druk op latere begrotingsjaren legt. Tijdens de conciliatie zal het verschil tussen beide posities overbrugd moeten worden.

Proces DAB 8

Zoals vorige week gemeld in mijn brief over de uitkomsten van het BNI-comité met betrekking tot de nacalculatie van de BTW- en BNI-grondslag, loopt de behandeling van de achtste aanvullende begroting nog in Raad en Europees parlement (Kamerstuk 21 501-03, nr. 91). Ondanks de versnelde procedure in de Raad, lijkt het vooralsnog onwaarschijnlijk dat het Europees parlement DAB8 voor 16 november in plenaire sessie zal goedkeuren. Dit heeft als gevolg dat de restituties van de nacalculatie, die afhankelijk zijn van aanname van deze aanvullende begroting, pas in een call for funds begin volgend jaar plaats zullen vinden. Het gaat daarbij om de restituties voor de nacalculatie 2015, de tweede restitutie van de nacalculatie 2014, alsmede de meevallers als gevolg van de aanpassing van de raming van invoerrechten en boete-inkomsten. Dit zou leiden tot een tegenvaller in de raming van de EU-afdrachten in 2015 en een meevaller in 2016. In de Najaarsnota zal ik uw Kamer in detail informeren op basis van de definitieve uitkomsten van deze procedure.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-03, nr. 87

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-03, nr. 88

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-03, nr. 90

Naar boven