21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2793 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 20 december 2023

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 11 december 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2790), het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 13 november 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2786) en de brief over het bevriezen van Russische tegoeden en de mogelijkheden om Russische tegoeden te confisqueren (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2779).

De vragen en opmerkingen zijn op 6 december 2023 aan de Minister van Buitenlandse Zaken voorgelegd. Bij brief van 9 december 2023 zijn de vragen beantwoord.

De fungerend voorzitter van de commissie, De Roon

De adjunct-griffier van de commissie, Dekker

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de Minister

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie danken de Minister voor het verslag en de geannoteerde agenda. Wel roepen bepaalde passages vragen op bij deze leden.

Israël

In het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 13 november jongstleden staat dat Nederland de Europese Commissie (EC) heeft gevraagd om zo «snel mogelijk de doorlichting van Europese Unie (EU)-ontwikkelingssamenwerking voor de Palestijnse Gebieden af te ronden.» Krijgt de Kamer inzage in de uitkomsten van deze doorlichting? Wordt de doorlichting openbaar gepubliceerd? Zo nee, waarom niet?

1. Antwoord van het kabinet:

De doorlichting is publiekelijk beschikbaar1, zoals ook aan uw Kamer meegedeeld in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 21 november jl.2

Al decennialang wordt hulpgeld dat bestemd is voor Palestijnen, misbruikt of weggegooid in eindeloze projecten. Daarom zijn de leden van de PVV-fractie voorstander van het volledig stopzetten van deze hulp. Zeker nu sinds 7 oktober jongstleden eens te meer is gebleken hoe Palestijnse terroristen de hulp(faciliteiten) gebruiken voor hun oorlog en haat tegen Israël.

Bewijs daarvoor is opgedoken en open en bloot in de straten van Gaza komen te liggen. De leden van de PVV-fractie willen weten of Nederland contact onderhoudt met de Israëlische autoriteiten voor informatie-uitwisseling over het misbruik van Nederlandse, Verenigde Naties (VN)- en of EU-hulpgelden? Deze leden krijgen hierop graag een reactie.

2. Antwoord van het kabinet:

Beschuldigingen van terrorisme of banden met terroristische organisaties dienen altijd uitermate serieus te worden genomen. Naar aanleiding van de brute aanval van Hamas op Israël op 7 oktober heeft het kabinet nogmaals een check uitgevoerd om zich ervan te vergewissen dat er geen geld naar terroristische organisaties gaat. Het kabinet beschikt op dit moment niet over aanwijzingen dat Nederlands hulpgeld terechtkomt bij terroristische organisaties. De afgelopen weken is er regelmatig contact geweest met de Israëlische autoriteiten. De inhoud van die gesprekken is vertrouwelijk, maar die gesprekken gaven geen aanleiding bovenstaande te herzien.

Diverse Nederlandse bewindspersonen zijn de laatste weken bij hun collega’s in het Midden-Oosten op visite geweest. Onder meer om te praten over het lot van de Palestijnen. Waarom is deze mensen niet verteld dat niet Nederland, maar zij het hulpgeld maar moeten ophoesten? Tenslotte wordt Hamas gesteund of gedoogd door landen zoals het rijke Qatar!

3. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet staat in nauw contact met regionale spelers als Egypte, Jordanië, Libanon, Qatar, Irak, Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Oman en Koeweit, naast de gesprekken die het voert met Israël en de Palestijnse Autoriteit. In die gesprekken benadrukt Nederland telkens het belang van de humanitaire steun die deze landen aan Gaza verstrekken en dat het van groot belang is dat landen in de regio actief betrokken blijven bij financiering van humanitaire hulpverlening, de wederopbouw van Gaza nadat Hamas is verslagen, en bij het toewerken naar een duurzame vrede.

Armenië

In het verslag is er wat aandacht voor Armenië, maar echt vrolijk worden de leden van de PVV-fractie daar niet van. Azerbeidzjan wordt indirect gewaarschuwd voor verdere escalatie, maar de EU lijkt geen plan te hebben mocht president Aliyev zich van die oproep niets aantrekken. Weliswaar wordt gedreigd met «gepaste maatregelen», maar wat houden deze in? Kan dat iets verder worden ingekleurd? Welke politieke opties liggen op tafel?

4. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet blijft zich inzetten voor vrede en stabiliteit in de regio. Op 7 december jl. hebben de regeringen van Armenië en Azerbeidzjan een gezamenlijke verklaring afgelegd waarin wordt aangegeven dat ze beiden de intentie hebben om hun relaties verder te normaliseren en verder werken aan vrede in de regio, gebaseerd op de principes van soevereiniteit en territoriale integriteit. Er zijn al stappen gezet om het wederzijds vertrouwen weer op te bouwen, zoals het vrijlaten van gevangen genomen militairen. Het kabinet ziet dit als stappen in de goede richting. In geval van eventuele nieuwe escalatie zou de EU met gepaste maatregelen moeten reageren, inclusief de mogelijkheid om bijvoorbeeld sancties op te leggen. Nederland heeft dit de afgelopen maanden uitgedragen in EU-verband. Het kabinet verwijst hiervoor onder meer naar de geannoteerde agenda’s en verslagen van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 oktober (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2719 en 2776). en 13 november 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nrs. 2777 en 2786).

De passage in het verslag over materiële steun is ook gehuld in abstracte termen, bijvoorbeeld daar waar melding wordt gemaakt van een verkenning van «een concreet voorstel voor non-letale steun via de EPF.» Je kunt verkennen totdat je een ons weegt, maar daar is Armenië niet bij geholpen. Het laat ook een andere vraag onbeantwoord: betreft de non-lethale steun hier zaken zoals dekentjes, medicijnen en scherfvesten? Of gaat het om pick-up trucks, laptops voor doelwitselectie en «tactische vesten» voor wapens als de M-16 en AK-47?

De leden van de PVV-fractie zouden dit graag nader toegelicht zien, omdat er in het verleden niet altijd even duidelijk/fraai werd gecommuniceerd over het geven van non-letale steun. Deze leden krijgen hierop graag een reactie.

5. Antwoord van het kabinet:

Nederland en de EU hebben zich uitgesproken voor steun aan Armenië om het land veilig, stabiel en op het spoor van democratische hervormingen te houden. Nederland is voorstander van non-lethale steun uit de Europese Vredesfaciliteit (EPF) aan Armenië. In januari zal een specifieke verkenning van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) voor non-lethale EPF-steun volgen waarbij de behoeften in kaart gebracht zullen worden. Op dit moment is er nog geen verzoek vanuit Armenië en dus ook nog geen concreet voorstel. Dit betekent dat in principe alle opties voor (non-lethale) EPF steun op tafel liggen, waaronder bijvoorbeeld individueel beschermingsmateriaal, medische apparatuur en logistieke hulpmiddelen. Afstemming tussen mogelijkheden van EU-lidstaten en de vraag van Armenië zullen doorslaggevend zijn voor het bepalen van de exacte steun.

Oekraïne

Op Europees niveau blijft Nederland inzetten op militaire steun aan Oekraïne. Dat kost ons land ook in 2024 honderden miljoenen euro’s, zo constateren de leden van de PVV-fractie. Veel geld gaat er op aan de Europese vredesfaciliteit (EPF). Kan de Minister aangeven hoeveel miljoen euro Nederland tot op heden in dat fonds heeft gestopt, en hoeveel er reeds is toegezegd?

Er wordt gepleit voor een meerjarige financiële dekking voor de EPF, maar hoeveel zit er actueel nog in dit fonds? De leden van de PVV-fractie willen dit graag weten voordat de portemonnee weer klakkeloos wordt getrokken.

Volgens het kabinet ontvangt Nederland een substantieel deel van de EPF-bijdrage voor Oekraïne terug via declaraties, maar wat is substantieel? Kan dit worden uitgedrukt in een absoluut bedrag of een percentage van het ingelegde geld? Zo nee, waarom niet?

6. Antwoord van het kabinet:

De Europese Vredesfaciliteit (EPF) is een belangrijk instrument voor de steun die EU-lidstaten leveren aan Oekraïne. Het wordt onder andere gebruikt om EU-lidstaten te compenseren voor het leveren van militaire steun aan Oekraïne en voor de financiering van de EU-trainingsmissie EUMAM Oekraïne.

De begroting voor de gehele EPF is 12 miljard euro voor de periode 2021–2027. Hiervan is momenteel ruim 5,75 miljard euro gecommitteerd aan Oekraïne: 5,5 miljard euro voor de compensatie van EU-lidstaten voor de levering van militair materieel en munitie en 255 miljoen euro voor de financiering van EUMAM Oekraïne. De Nederlandse bruto bijdrage aan de EPF-steun aan Oekraïne is op basis van de BNI-verdeelsleutel van 5,9% circa 345 miljoen euro.

Tot en met februari 2023 heeft Nederland voor ongeveer 462 miljoen euro aan prioritaire leveringen gedeclareerd.3 Omdat het totaal aan ingediende declaraties van de lidstaten groter is dan het beschikbare budget worden declaraties niet volledig gecompenseerd. Het vergoedingspercentage ligt nu gemiddeld op 50%. Nederland krijgt voor de gedeclareerde steun ter waarde van 462 miljoen euro (tot en met februari 2023) ruim 242 miljoen euro gecompenseerd.

Tot en met september 2023 is ongeveer 990 miljoen euro gedeclareerd. De declaraties over deze periode worden nog verwerkt, maar op basis van het huidige vergoedingspercentage zou Nederland hier ongeveer de helft van terugkrijgen. Dat zou betekenen dat Nederland voor 2022–2023 netto meer ontvangt dan dat het inlegt in de EPF-steunmaatregel voor Oekraïne. Hiermee bereikt de EPF-steunmaatregel voor Oekraïne een belangrijk doel, namelijk dat de financiële lasten voor militaire steun gelijkmatiger worden verdeeld over de lidstaten.

Door de steun aan Oekraïne was het nodig om het financieringsplafond van de EPF tweemaal op te hogen.4 Bij de laatste ophoging is besloten om een deel van het EPF-budget te reserveren voor inzet buiten Oekraïne, zodat de financiering van EU-missies en operaties en steunmaatregelen elders in de wereld niet in het geding komt tot het einde van de begrotingscyclus (2027). Voor 2024 t/m 2027 is hiervoor een bedrag opzijgezet van 2,5 miljard euro. Dat betekent dat er op dit moment nog circa 1,5 miljard euro beschikbaar is op de begroting voor Oekraïne. Veel lidstaten wensen deze middelen te gebruiken voor de compensatie van lidstaten voor de levering van militair materieel. Hongarije blokkeert dat echter. Op dit moment zijn er zoveel declaraties binnengekomen dat ook deze 1,5 miljard euro onvoldoende zal zijn om de declaraties te dekken.

Rusland

Naast de Russische agressie tegen Oekraïne, willen de leden van de PVV-fractie dat er ook gaat worden gesproken over de Russische hybride oorlogsvoering, met migranten als middel. Er zijn diverse Russische pogingen geweest om migranten de grens over te zetten bij Finland. Waarom is dit geen onderwerp van gesprek tijdens de RBZ? Heeft het kabinet harde bewijzen dat dit een georkestreerde daad is van de Russische (geheime) diensten? Is het kabinet bereid om tijdens de RBZ steun uit te spreken voor Finland, dat de grens met Rusland vrijwel volledig gesloten heeft?

7. Antwoord van het kabinet:

Het onderwerp staat hoog op de agenda. Zo is de situatie aan de Finse grens onder meer aan de orde gekomen op de JBZ-raad van 5 december. Daarnaast is migratie in brede zin ook onderwerp van gesprek tijdens de Europese Raad van 14-15 december.

Volgens de Finse autoriteiten arriveerden honderden irreguliere migranten via de Fins-Russische grensposten zonder in het bezit te zijn van de juiste documentatie. De EU is sterk gekant tegen de instrumentalisering van migratie. Het kabinet heeft begrip voor de complexe situatie waar Finland zich in bevindt. Nederland zal te allen tijde benadrukken dat Finland er niet alleen voor staat en zal ook middels de EU assisteren waar nodig, zoals reeds is gebeurd door de inzet van grensversterking via Frontex.

China

De leden van de PVV-fractie verbazen zich over het feit, dat het tijdens de RBZ weer nauwelijks over China gaat. Althans, volgens de agenda. Terwijl er toch een paar serieuze ontwikkelingen gaande zijn. Wordt het thema China op de achtergrond gehouden om de China EU-top niet dwars te zitten?

8. Antwoord van het kabinet:

De EU-China top, die op 7 december jl. plaatsvond, is het sluitstuk van een periode van intensieve contacten tussen de EU en China. De top is voorbereid met de lidstaten in de geëigende fora. Commissievoorzitter Von der Leyen heeft in een speech op 16 november in Berlijn nog eens haar visie uiteengezet op de EU-China betrekkingen. Het onderwerp staat dus wel degelijk hoog op de Europese agenda, ook als het ditmaal niet expliciet is geagendeerd voor de RBZ van 11 december a.s.

Feit is dat de Finse Minister van Europese Zaken meldde dat een Chinees vrachtschip waarschijnlijk bewust een anker over de bodem van de Baltische Zee sleepte, om datakabels en gaspijpleidingen te slopen. De leden van de PVV-fractie willen graag een reactie op de uitspraken van die Finse Minister. Ook willen deze leden weten of – en op welke wijze – Nederland op de hoogte wordt gehouden van deze gebeurtenis en het onderzoek?

9. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet heeft kennisgenomen van de uitspraken van de Finse en Estse autoriteiten. Nederland wordt via relevante kanalen op de hoogte gehouden over de Finse en Estse onderzoeken naar de gebeurtenissen bij de Balticconnector. Eerder werd uw Kamer geïnformeerd dat infrastructuur op en onder zee kwetsbaar is voor sabotageactiviteiten5. Het kabinet deelt de brede bezorgdheid over de veiligheid van infrastructuur op zee. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat informeerde uw Kamer al eerder over de aanpak om kritieke infrastructuur op de Noordzee beter te beveiligen6. Defensie heeft een vaste taak op de Noordzee bij het in kaart brengen van de dreiging op de Noordzee en het escorteren van eenheden van niet-NAVO landen, wanneer daar aanleiding voor is. De marine patrouilleert medio december met mijnenjager Zr.Ms. Zierikzee op de Noordzee. Dit gebeurt in een coalitie van gelijkgestemde landen, die samen de Joint Expeditionary Force (JEF) vormen. Behalve de JEF, patrouilleren vanuit de NAVO de beide noordelijke vlootverbanden geregeld in de Noord- en Oostzee voor beeldopbouw en afschrikking. Het luchtverdedigings- en commandofregat Zr.Ms. Tromp en mijnenjager Zr.Ms. Vlaardingen maken momenteel deel uit van die vlootverbanden.

Wordt dit door Finland gezien als een EU- of een Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) aangelegenheid?

10. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet kan geen inzicht geven in de perceptie van andere landen. Zowel in EU- als NAVO-verband wordt dreiging tegen kritieke infrastructuur primair als een nationale veiligheidsaangelegenheid gezien. Zowel de EU als NAVO kunnen, waar nodig en noodzakelijk, vanuit hun eigen expertise ondersteuning bieden.

Voorts willen de leden van de PVV-fractie het kabinet vragen een reactie te geven op het nieuwsbericht «China Secretly Transforms Huawei Into Most Powerful Chip War Weapon.»7

Klopt het dat China in het geniep een netwerk van bedrijven subsidieert om van Huawei een wereldleider op de chipmarkt te maken? Welke aanwijzingen heeft Nederland daarvoor? En deelt de Minister de conclusie dat Huawei nog maar vijf jaar achterloopt op de meest geavanceerde Westerse technologie?

11. Antwoord van het kabinet:

Net als in de Verenigde Staten, Europa en andere Aziatische landen investeert China flink in de opschaling en ontwikkeling van de eigen halfgeleiderindustrie. Huawei ontwerpt halfgeleiders en is een belangrijke afnemer. Technologisch leiderschap ten aanzien van geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleiders ligt bij Europa, Japan en de Verenigde Staten. De productie van halfgeleiders zelf wordt gedomineerd door Taiwan en Zuid-Korea. Recente mediaberichten over door het Chinese ecosysteem vervaardigde halfgeleiders laten zien dat China in staat is om geavanceerde halfgeleiders te produceren. Wegens de complexe technologie is het kabinet terughoudend om een technologische voorsprong, of achterstand, te meten naar een aantal jaren.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 11 december 2023. Zij hebben hier nog enkele opmerkingen en vragen bij.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie blijven zich grote zorgen maken over de ontwikkelingen in het Midden-Oosten. Na een korte gevechtspauze worden er weer zware gevechten gemeld in Gaza. Ook zijn er nog veel Israëlische gijzelaars die nog steeds worden vastgehouden door Hamas. Hierover maken deze leden zich eveneens grote zorgen. Er is een humanitaire catastrofe gaande met weinig uitzicht op de-escalatie. Zij benadrukken de noodzaak van een humanitair staakt-het-vuren. Op welke manier gaat het demissionaire kabinet (in EU-verband) de druk op Israël opvoeren om een staakt-het-vuren te bewerkstelligen?

12. Antwoord van het kabinet:

De zevendaagse gevechtspauze heeft tijdelijk enige verlichting geboden aan de bevolking van Gaza, maar de humanitaire hulp die geboden kon worden was bij lange na niet genoeg. De situatie is zeer nijpend en geeft reden tot grote zorg. Inmiddels heeft de Secretaris-Generaal van de VN artikel 99 van het VN-Handvest ingeroepen, waarmee hij vraagt om urgente actie van de VN-Veiligheidsraad.

Na de hervatting van de gevechten tussen Israël en Hamas zien we een verdere verslechtering van de humanitaire situatie in Gaza, die al zeer ernstig was. Het kabinet deelt de ernstige zorgen inzake de humanitaire situatie in Gaza. Met de EU bepleit Nederland nieuwe onmiddellijke gevechtspauzes en doorlopende humanitaire corridors voor de noodlijdende bevolking in Gaza en voor het veilig kunnen repatriëren van EU-burgers. Gevechtspauzes zijn zeer urgent om de toegang voor hulpkonvooien en hulpverleners op een veilige manier te faciliteren. Nederland roept Israël, ook in EU-verband, ook met klem op tot aantoonbaar terughoudend handelen en zal dit blijven doen. Er moet veel meer worden gedaan om burgerslachtoffers te voorkomen. Tevens blijft het kabinet zich maximaal inspannen om de gevolgen van het conflict voor de burgerbevolking van Gaza zoveel mogelijk te beperken. Dat doet het kabinet onder andere door consequent aan te dringen op onmiddellijke, volledige en veilige toegang voor humanitaire hulp en het openen van de verschillende grensovergangen. In dat opzicht verwelkomt het kabinet het recente nieuws dat de door Nederland geleverde scanners bij de Kerem Shalom grensovergang gebruikt kunnen gaan worden, zodat humanitaire hulp Gaza sneller kan bereiken, en de toezegging van Israël dat het meer brandstof gaat toelaten in Gaza.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat meerdere landen zich inzetten voor een internationale vredesconferentie. Deze leden onderstrepen het belang van een dergelijke conferentie op korte termijn. Op welke manier zet het demissionaire kabinet zich in zodat er op korte termijn een internationale vredesconferentie kan plaatsvinden?

13. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet zet zich in voor een duurzame oplossing van het conflict. Daar waar kansrijke initiatieven worden ontplooid om een politiek proces nieuw leven in te blazen, zal Nederland deze steunen. Dat geldt ook voor een internationale vredesconferentie, wanneer de vooruitzichten op succes van een dergelijke conferentie gunstig zijn. De Europese Raad van 26 oktober jl. refereerde hier reeds aan.

De Spaanse premier Pedro Sanchez liet eind november weten dat Spanje openstaat voor het erkennen van de Palestijnse staat. Hoe kijkt het demissionaire kabinet naar deze uitspraak? Staat Nederland hier eveneens voor open?

14. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet blijft zich inzetten voor het verwezenlijken van de twee-statenoplossing die zal bestaan uit een onafhankelijke, democratische en levensvatbare Palestijnse staat, naast een veilig Israël. Hoewel het kabinet zich het recht voorbehoudt om op enig moment over te gaan tot erkenning van een Palestijnse staat, is dit nu niet aan de orde. Samen met Europese partners is het kabinet van mening dat erkenning alleen zinvol is op een strategisch moment als het effectief, reëel en opportuun is in het kader van politieke onderhandelingen richting een twee-statenoplossing. Erkenning levert op dit moment geen bijdrage aan de hervatting van de vredesonderhandelingen.

Op welke manier kan Nederland (ofwel bilateraal ofwel in EU-verband) de Palestijnse Autoriteit steunen? Is de demissionair Minister bereid dit te doen? Zo nee, waarom niet?

15. Antwoord van het kabinet:

Nederland zet de bilaterale ontwikkelingssamenwerking voort en steunt ook het voortzetten van Europese ontwikkelingssamenwerking voor de Palestijnse Gebieden; omdat het stopzetten ervan de Palestijnse bevolking hard zou raken en zou leiden tot verdere instabiliteit. De voor de crisis reeds lopende Nederlandse ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp in de Palestijnse Gebieden bedraagt dit jaar EUR 51 miljoen. Zo lopen er programma’s om de Palestijnse rechtsorde te versterken, toegang tot water en land te vergroten en voor de economische ontwikkeling van de Palestijnse Gebieden. Hiervoor wordt geen begrotingssteun geleverd aan de Palestijnse Autoriteit of overheidsorganen in Gaza, maar worden private en maatschappelijke partners gecontracteerd. Er wordt wel goed samengewerkt met de Palestijnse Autoriteit. Ook blijft Nederland zich richten op het vergroten van de levensvatbaarheid van een toekomstige Palestijnse staat via onze deelname aan de United States Security Coordinator for Israel and the Palestinan Authority (USSC) die zich richt op professionalisering van de Palestijnse veiligheidssector en de civiele EU-missie ter ondersteuning van Palestijnse Politie en Rule of Law.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich eveneens zorgen over de voortzetting en escalatie van het geweld op de West Bank waar nog steeds nieuwe illegale nederzettingen worden gebouwd. Hoe gaat het demissionaire kabinet zich inzetten om (in EU-verband) de uitbreiding van illegale nederzettingen een halt toe te roepen? Is de demissionair Minister van Buitenlandse Zaken bereid om haar Israëlische ambtsgenoot aan te spreken op het geweld van kolonisten op de West Bank en dit hard te veroordelen?

16. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet deelt de zorgen over de voortzetting en escalatie van het geweld op de Westelijke Jordaanoever sinds 7 oktober jl. Het uitbreiden van nederzettingen en toenemend kolonistengeweld is onacceptabel en moet stoppen. Op Israël rust de (internationaal) rechtelijke plicht om geweldsgebruik door zowel kolonisten als Israëlisch overheidspersoneel zo veel mogelijk te voorkomen en hiertegen handhavend op te treden. Het kabinet draagt dit zowel bilateraal als in EU en VN verband uit en zal dit blijven doen. Ook brengt het kabinet dit regelmatig op in gesprekken met Israël. De Minister-President deed dit onder andere op 23 oktober en 8 november jl. in zijn gesprekken met premier Netanyahu tijdens zijn bezoek aan Israël en de Palestijnse Gebieden. Ook besprak de Minister van Buitenlandse Zaken dit met de Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken Elias Cohen tijdens haar bezoek aan Israël en de Palestijnse Gebieden op 23 november jl. Daarbij werd de verantwoordelijkheid van Israël om kolonistengeweld te stoppen expliciet onderstreept. Bij monde van de Hoge Vertegenwoordiger (HV) spreekt de EU zich eveneens nadrukkelijk uit over illegale nederzettingen en kolonistengeweld. De VS is overgegaan tot visumrestricties t.a.v. gewelddadige kolonisten. Momenteel worden in EU-verband ook handelingsopties verkend om kolonistengeweld tegen te gaan, conform toezegging aan de Kamer op 23 november. Over de uitwerking hiervan wordt u geïnformeerd middels een separate Kamerbrief.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich zorgen over de gevangengenomen Palestijnen – waaronder kinderen – die zonder veroordeling in Israëlische detentie zitten. Op welke manier zet het demissionaire kabinet zich in om deze mensen vrij te krijgen?

17. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is zeer bezorgd over de situatie in Israël en de Palestijnse Gebieden en spreekt zich consequent uit tegen de schendingen van de mensenrechten van Palestijnse burgers, waaronder langdurige administratieve detentie. Nederland bespreekt met regelmaat kwesties die van belang zijn met de Israëlische autoriteiten. Daarbij komen ook de mensenrechten aan de orde.

Tot slot hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie een vraag over de consulaire dienstverlening van Nederland in de Palestijnse gebieden. Logischerwijs zijn de mogelijkheden tot consulaire dienstverlening in Gaza erg gelimiteerd, ook de vertegenwoordiging in Ramallah is gesloten. Wat zijn de mogelijkheden voor Palestijnen die in een Nederlands visumproces zitten? Op welke manier wordt er zorggedragen voor de dienstverlening voor deze mensen? Zijn er mogelijkheden voor Palestijnen om uit te wijken naar Jordanië of Egypte voor consulaire diensten? Wat is er nodig om dit mogelijk te maken?

18. Antwoord van het kabinet:

Het is niet mogelijk om een afspraak te maken bij de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah voor het ophalen van een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) omdat Israël het niet toestaat dat mensen Gaza verlaten. Personen in bezit van een MVV-inwilliging kunnen zich wenden tot een Nederlandse vertegenwoordiging in een ander land, zoals Egypte of Jordanië, voor het verkrijgen van de MVV. Personen die hier gebruik van willen maken kunnen hiervoor contact opnemen met de IND.

Op dit moment worden geen nieuwe Schengen visumaanvragen vanuit de Palestijnse Gebieden in behandeling genomen, Zowel de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah als het kantoor van de externe dienstverlener hebben de deuren moeten sluiten voor publiek. Kerngezinsleden van Nederlanders die met hen meereizen naar Nederland kunnen nog wel een visum aanvragen. Hiervoor kunnen zij bij de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah een afspraak maken. De meest actuele informatie hierover is terug te vinden op de website van Nederland Wereldwijd.

Armenië en Azerbeidzjan

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat er een ministeriële bijeenkomst over het Oostelijk Partnerschap staat geagendeerd tijdens de Raad. Hierbij worden Armenië en Azerbeidzjan genoemd, maar wordt er verder niet ingegaan op de situatie aldaar en de insteek van Nederland voor deze landen in het kader van het Oostelijk Partnerschap. Deze leden blijven bezorgd over de nog altijd aanwezige spanningen tussen Armenië en Azerbeidzjan en hechten grote waarde aan het heropstarten van het vredesproces tussen deze landen. Deze leden hechten in het kader van accountability waarde aan een rol van de EU in het vredesproces. Op welke manier zet het demissionaire kabinet zich hiervoor in? Is hier nog zicht op?

19. Antwoord van het kabinet:

Duurzame vrede en stabiliteit is in het belang van de gehele regio en het blijft dan ook prioriteit van Nederland en voor de EU is het vredesproces onder leiding van de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel.

Ook hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zorgen over de mensen die tijdens de inname van Nagorno-Karabach gevangen zijn genomen en de noodzaak van tenminste een eerlijk proces. Heeft het demissionaire kabinet hier in bilateraal verband op aangedrongen? Op welke manier gaat de demissionair Minister hier in EU-verband aandacht voor vragen?

20. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet blijft in bilateraal en Europees verband bij Azerbeidzjan aandringen op een goede behandeling van gevangenen uit Nagorno-Karabach conform internationale standaarden, en aan toepassing van een eerlijk proces.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat Rusland de export van Armeense producten tegenhoudt en dit economische gevolgen heeft voor Armenië. Is de demissionaire Minister van mening dat de banden van de EU en Armenië juist versterkt moeten worden en hoe gaat zij zich hiervoor inzetten?

21. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet heeft zich uitgesproken voor steun aan Armenië op het gebied van veiligheid en economie alsmede voor het verkennen onder welke voorwaarden een dialoog over visumliberalisatie kan worden gestart. Zo spreekt Nederland zich uit voor het versterken van de economische banden tussen de EU en Armenië, onder meer in het kader van de Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement (CEPA), zoals met investeringen in infrastructuur. Ook het Oostelijk Partnerschap biedt voordelen zoals een strategische dialoog, het versterken van de betrekkingen en mogelijkheden voor economische investeringen in connectiviteit en ondersteuning van het MKB. Een voorbeeld hiervan is de Europese steun voor een technologische hub in Kapan of een project voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Ook bilateraal steunt Nederland Armenië, bijvoorbeeld door een recente landbouwmissie vanuit het Nederlands bedrijfsleven naar Armenië, alsook steun bij de economische integratie van vluchtelingen uit Nagorno-Karabach.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken op 11 december 2023. Zij hebben een aantal vragen en opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie hebben enkele vragen ten aanzien van de Russische agressie tegen Oekraïne. Het tegenoffensief van Oekraïne loopt niet zo goed als gehoopt en de aangebroken winter kan de situatie alleen nog maar bemoeilijken. Daarom heeft Oekraïne onze steun hard nodig. Wat gaat de concrete Nederlandse inzet zijn tijdens de aankomende RBZ om steun aan Oekraïne voort te zetten en waar nodig op te schalen?

22. Antwoord van het kabinet:

De situatie in Oekraïne blijft onverminderd zorgelijk en militaire steun blijft hard nodig om de voortdurende Russische agressie het hoofd te bieden. In lijn met de inzet op blijvende solidariteit met Oekraïne blijft het kabinet het belang van gezamenlijke EU-steun daarom benadrukken. Het kabinet zal zich tijdens de Raad sterk maken voor voortzetting van de militaire steun, onder andere door de oprichting van een Ukraine Assistance Fund binnen het EPF, het realiseren van meer structurele en voorspelbare macro-financiële steun via de Oekraïne-faciliteit, snelle aanname van een ambitieus twaalfde sanctiepakket en het starten van de EU-toetredingsonderhandelingen met Oekraïne.

De situatie in Oekraïne blijft onverminderd zorgelijk. Zonder een duurzame verdeling van de grote lasten, is het voor geen van de individuele actoren haalbaar Oekraïne succesvol te blijven steunen. In lijn met de inzet op blijvende solidariteit met Oekraïne blijft het kabinet het belang van gezamenlijke EU-steun daarom onderstrepen. Het kabinet zal zich tijdens de Raad sterk maken voor voortzetting van de militaire steun onder andere door de oprichting van een Ukraine Assistance Fund binnen de Europese Vredesfaciliteit, het realiseren van meer structurele en voorspelbare macro-financiële steun via de Oekraïne-faciliteit, snelle aanname van een ambitieus twaalfde sanctiepakket, en het starten van de EU-toetredingsonderhandelingen met Oekraïne.

Ook zal het kabinet het belang onderstrepen van het opschalen van de productiecapaciteit van de defensie-industrie ten behoeve van zowel militaire steun aan Oekraïne als onze eigen gereedstelling. In dit kader heeft het kabinet voorstellen uitgewerkt om defensie-industriële complementariteit tussen EU en NAVO te verbeteren. Het zal deze voorstellen op de aankomende Raad presenteren. De inhoud van deze voorstellen zal vertrouwelijk met uw Kamer worden gedeeld.

Ook lezen de leden van de VVD-fractie met genoegen dat het kabinet de steun aan Oekraïne meerjarig vast wil leggen en hierbij de komende periode spreekt over de bijdrage aan veiligheidsarrangementen ten behoeve van Oekraïne. Kan het kabinet een stand van zaken geven van de besprekingen over het meerjarig vastleggen van steun aan Oekraïne en het bieden van veiligheidsarrangementen? Kan er ook een tijdlijn gegeven worden van wanneer het kabinet ernaar streeft en verwacht dat er binnen deze inzet concrete meerjarige toezeggingen aan Oekraïne kunnen worden gegeven? En betekent dit ook dat Nederland zich hiermee in één keer voor meerdere jaren financieel wil committeren aan het leveren van steun?

23. Antwoord van het kabinet:

Nederland heeft op 12 juli jl. de G7+-verklaring over de veiligheidsarrangementen ten behoeve van Oekraïne medeondertekend, samen met bijna 30 andere landen. Nederland is als eerste niet-G7 land hierover consultaties met Oekraïne gestart en marge van de derde conferentie over de Vredesformule, die op 28 en 29 oktober jl. plaatsvond op Malta.

Het kabinet ziet deze veiligheidsarrangementen als een belangrijk signaal aan Kyiv, onze internationale partners en ook aan Moskou, van het voortgezette Nederlandse commitment aan Oekraïne, voor zo lang als dat nodig is. Over de invulling van deze arrangementen wordt met Oekraïne en in internationaal verband de komende maanden verder gesproken. Daarbij is het voorstelbaar dat de Nederlandse veiligheidsarrangementen de vorm krijgen van een meerjarige lange termijnovereenkomst met Oekraïne op het gebied van veiligheid en defensie in samenhang met bredere steun voor accountability en wederopbouw.

Daarbij acht dit kabinet het van belang om steun voor Oekraïne ook meerjarig vast te leggen. Of een meerjarige financiële committering voor steun aan Oekraïne onderdeel uit gaat maken van de veiligheidsarrangementen vergt nadere besluitvorming. Het kabinet zal uw Kamer blijven informeren over ontwikkelingen op dit terrein.

De leden van de VVD-fractie lezen het voornemen tot het sluiten van bilaterale veiligheidsarrangementen namelijk als een inzet los van de ophoging van de Europese Vredesfaciliteit (EVF), dat met vijf miljard per jaar sowieso niet van voldoende omvang zal zijn om de veiligheidsarrangementen te dekken. Klopt dit?

24. Antwoord van het kabinet:

Tijdens de RBZ wordt gesproken over de invulling van de veiligheidsarrangementen. De Nederlandse inzet is om stevige EU-veiligheidsarrangementen te sluiten die de bilaterale arrangementen van de lidstaten aanvullen.

Kernelement van de veiligheidsarrangementen van de EU is financiële steun via het EPF om Oekraïne op militair gebied meerjarig te kunnen ondersteunen. Zo draagt het bij aan het trainen van Oekraïense militairen via de EU Military Assistance Mission (EUMAM) die inmiddels circa 34.000 Oekraïense soldaten heeft getraind, het opschalen van de defensie-industrie ten behoeve van Oekraïne en het financieel ondersteunen van de militaire leveringen aan Oekraïne. Het opschalen van de defensie industrie is ook van belang voor onze eigen krijgsmacht.

De Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) schat dat jaarlijks EUR 5 miljard nodig is om de huidige EPF-steun voor Oekraïne voort te zetten gebaseerd op de Oekraïense noden. Deze ophoging is er niet op gericht om de volledige bilaterale veiligheidsarrangementen te dekken, maar om de steun van EU-lidstaten aan Oekraïne te faciliteren.

Daarnaast willen deze leden benadrukken dat als Rusland zal winnen, de gevolgen ook voor de EU niet te overzien zijn. Kan het kabinet deze boodschap ook nog benadrukken tijdens de aankomende RBZ? Op welke manieren zet Nederland zich in om de urgentie op het gebied van steun aan Oekraïne te bevorderen?

25. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet deelt de constatering dat de gevolgen voor de veiligheid op het Europees continent niet te overzien zijn als Rusland deze oorlog wint. Rusland heeft de principes van het VN Handvest met voeten getreden en probeert met geweld zijn wil op te leggen. Het kabinet blijft dit benadrukken in gesprekken in internationaal en EU-verband.

Nederland onderstreept hierbij in EU-verband en in bilaterale contacten met EU- lidstaten de urgentie en het belang van gezamenlijke EU-steun aan Oekraïne op meerdere sporen. Zo zal het kabinet zich tijdens de Raad sterk maken om snel tot een akkoord te komen over onder andere de voortzetting van de militaire steun aan Oekraïne zoals via een op te richten Ukraine Assistance Fund binnen de Europese Vredesfaciliteit, het realiseren van meer structurele en voorspelbare macro-financiële steun via de Oekraïne-faciliteit en de snelle aanname van een ambitieus twaalfde sanctiepakket.

De leden van de VVD-fractie hebben enkele aanvullende vragen over Oekraïne met betrekking tot de concrete inzet van Nederland rondom het leveren van militaire steun aan Oekraïne. Oekraïne heeft continue behoefte aan militaire steun, die steeds meer onder druk komt te staan. Zo heeft de EU eerder de belofte gedaan om voor maart 2024 1 miljoen 155-mm artilleriegranaten aan te schaffen voor Oekraïne, wat de EU recentelijk niet bleek na te kunnen komen. Deze leden zijn benieuwd naar hoeveel artilleriegranaten er nu al in Oekraïne door de EU zijn afgeleverd. Het Oekraïense Ministerie van Buitenlandse Zaken zegt dat er 300.000 artilleriegranaten zover ontvangen zijn en de voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen stelt dat er 480.000 artilleriegranaten al geleverd zijn of al onderweg zijn naar Oekraïne. Wat is het accurate cijfer?

26. Antwoord van het kabinet:

Het beeld dat het Oekraïense Ministerie van Buitenlandse Zaken schetst komt overeen met de cijfers die gedeeld zijn door de Hoge Vertegenwoordiger (HV). Er zijn tot dusver circa 300.000 artilleriegranaten geleverd. Daarnaast zullen in het kader van het munitie-initiatief van de EU ook nog leveringen plaatsvinden in 2024 en daarna. Het aantal van 480.000 stuks dat president Von der Leyen in haar toespraak noemt verwijst hiernaar. De Commissie baseert dit op informatie die de lidstaten gedeeld hebben met de Europese Commissie.

Ook stelt Von der Leyen dat de productiecapaciteit in de EU voor volgend jaar op de 1 miljoen artilleriegranaten zal liggen. Dit terwijl defensiebedrijf Nammo vorige maand nog meldde dat de capaciteit nog op minder dan een half miljoen ligt. Deelt de Minister de analyse van Von der Leyen dat een productiecapaciteit in 2024 van 1 miljoen artilleriegranaten haalbaar is, of niet? En wat wordt er gedaan om volgend jaar eventueel nog veel meer dan 1 miljoen artilleriegranaten te kopen? Erkent het kabinet dat meer dan 1 miljoen artilleriegranaten nodig zijn om Oekraïne te bevoorraadden en om de eigen reserves aan te vullen? Wat wordt er gedaan om de productie verder op te hogen boven de 1 miljoen? Hoe staat het hierbij met de aankoop van artilleriegranaten buiten de EU?

27. Antwoord van het kabinet:

De Commissie stelt op basis van haar contacten met de munitiebedrijven in Europa dat de defensie-industrie aan het opschroeven is en een aanzienlijke verhoging van de productiecapaciteit in 2024 zal worden gerealiseerd. Desondanks is de doelstelling van een productiecapaciteit van 1 miljoen artilleriegranaten ambitieus. Het kabinet verwacht dat de inspanningen van de EU en de lidstaten ook in 2024 voortgezet zullen moeten worden en zal zich daar ook hard voor maken.

Om de Europese Defensie industrie in brede zin te versterken zal de Europese Commissie naar verwachting in het eerste kwartaal van 2024 de Europese Defensie Industrie Strategie (EDIS) presenteren. Het kabinet zal zich ervoor inzetten dat deze strategie zich ook richt op het opschalen van productiecapaciteit. Het kabinet verwelkomt alle genoemde EU-instrumenten die een bijdrage leveren aan de steun aan Oekraïne en onderkent dat er meer nodig zal zijn, onder meer door additionele bestellingen door lidstaten van munitie bij de industrie.

Het kabinet is bereid te kijken naar instrumenten om de Oekraïense defensie-industrie te steunen en uit te bouwen. Op dit moment worden de mogelijkheden hiertoe onderzocht. Tevens verkent Nederland ook nationaal de mogelijkheden om de productiecapaciteit op te schalen. Inspanningen om de productiecapaciteit te verhogen zijn gericht op de behoeftes van Oekraïne en de Nederlandse krijgsmacht als onderdeel van het NAVO-bondgenootschap. Uw Kamer zal hierover te zijner tijd worden geïnformeerd.

Het staat lidstaten ten slotte vrij om ook buiten de EU-munitie voor Oekraïne te bestellen. Vanwege de sterk toegenomen wereldwijde vraag staat echter ook de productiecapaciteit van niet-Europese landen onder druk.

De leden van de VVD-fractie hebben nog enkele vragen over de militaire steun aan Oekraïne. Welke stappen worden gezet om de productie of aankoop van FPV-drones voor Oekraïne te regelen? Hoe staat het met de uitbreiding van de productiecapaciteit voor luchtafweerraketten en gepantserde voertuigen ten behoeve van Oekraïne? Daarbij zien deze leden dat de Oekraïense defensie-industrie zelf ook al veel aan het produceren is, zoals de bewapende FPV-drones.

28. Antwoord van het kabinet:

Nederland heeft bijgedragen aan de aankoop van drones voor Oekraïne. Het kabinet acht het van groot belang dat de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie wordt opgeschaald. In lijn met de motie van het lid Dassen c.s. (Kamerstuk 36 124, nr. 19) wil Nederland gebruik maken van het Duitse initiatief tot vraagbundeling van de gezamenlijke Europese behoefte aan Patriot-luchtverdedigingsraketten. Als onderdeel van het European Sky Shield Initiative (ESSI) zet Duitsland stappen om samen met de betrokken defensie-industrie de Europese productielijn voor Patriot-raketten te heropenen.

De leden van de VVD-fractie vinden het dan ook van groot belang om de Oekraïense defensie-industrie te steunen. Is het kabinet bereid om ook te kijken naar instrumenten om de Oekraïense defensie-industrie te steunen en uit te bouwen? Zijn hierbij mogelijkheden, bijvoorbeeld via het associatieverdrag, om Oekraïne toegang te geven tot bestaande fondsen (zoals het Europees Defensiefonds), of anders een speciaal fonds in te richten?

29. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is bereid te kijken naar instrumenten om de Oekraïense defensie-industrie te steunen en uit te bouwen. Op dit moment worden de mogelijkheden hiertoe onderzocht, inclusief de opties omtrent toegang voor Oekraïne tot bestaande Europese fondsen. Tevens verkent Nederland ook nationaal de mogelijkheden om de productiecapaciteit op te schalen. Inspanningen om de productiecapaciteit te verhogen zijn gericht op de behoeftes van Oekraïne en de Nederlandse krijgsmacht (als onderdeel van het NAVO-bondgenootschap). Uw Kamer zal hierover te zijner tijd worden geïnformeerd.

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het bezoek van de Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken Blinken aan Israël en de regio. Blinken stelde tijdens zijn bezoek dat Israël verder kan gaan met militaire operaties voor zelfverdediging tegen Hamas, maar dat het aantal burgerslachtoffers, schade aan civiele infrastructuur en ontheemden omlaag moet ten opzichte van de operaties die uitgevoerd zijn in het noorden van de Gazastrook. Deelt het kabinet deze inzet van Blinken ook? En hoe ligt de Amerikaanse inzet binnen de EU?

30. Antwoord van het kabinet:

Nederland steunt de inzet van de Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken Blinken. Net als de VS benadrukt het kabinet voortdurend dat Israël zich aan het humanitair oorlogsrecht dient te houden, zich aantoonbaar moet inspannen om burgerslachtoffers zo veel mogelijk te voorkomen en zo snel mogelijk en ongehinderd veel meer humanitaire hulp moet doorlaten. Het kabinet steunt het recht van Israël op zelfverdediging, maar roept nadrukkelijk op tot aantoonbare terughoudendheid in de militaire respons. Deze lijn wordt door het overgrote deel van de Europese lidstaten onderschreven.8

Daarnaast zijn deze leden benieuwd naar de stand van zaken met betrekking tot humanitaire hulp. Hoeveel humanitaire hulp komt er nu de Gazastrook binnen? Wat zijn de huidige belemmeringen om niet meer hulp Gaza binnen te laten komen? Daarnaast zijn deze leden benieuwd naar de Nederlandse inzet om weer tot langere humanitaire pauzes te komen. Kan het kabinet een stand van zaken geven over de Nederlandse inzet op dit gebied?

31. Antwoord van het kabinet:

De humanitaire pauze bood enig respijt voor de bevolking van Gaza en gaf humanitaire organisaties de kans om hulpoperaties op te schroeven. Tijdens deze pauze kregen dagelijks max. 200 trucks met hulp toegang tot Gaza, wat bij lange na niet voldoende was om in de noden te voorzien. Nu de humanitaire pauze voorbij is, is de hoeveelheid hulp die Gaza binnenkomt weer gedaald. Invoer wordt onder meer vertraagd door de beperkte capaciteit van grensovergang Rafah die niet op trucks is ingericht, administratieve procedures en de controle van ingaande goederen door Israël die op afstand van Rafah plaatsvindt, beschadigde opslagcapaciteit van hulporganisaties in Gaza, en de veiligheidssituatie. Hulporganisaties geven aan dat de hervatting van gevechten in Gaza ervoor zorgt dat veiligheid van hulpverleners onvoldoende wordt gewaarborgd om hun werk uit te kunnen voeren. Ook hebben hulporganisaties te kampen met brandstoftekorten en een verlies van sociale orde in Gaza ten gevolge van de aanhoudende crisissituatie.

Nederland steunt structureel humanitaire organisaties met ongeoormerkte flexibele bijdragen (waaronder VN-organisaties als UNRWA, de Rode Kruis en Halvemaanbeweging en de Dutch Relief Alliance). Gezien de aard en omvang van de Gazacrisis heeft Nederland additioneel 25 miljoen Euro aan humanitaire steun bijgedragen.

Het kabinet blijft zich maximaal inspannen om de gevolgen van het conflict voor de burgerbevolking van Gaza zoveel mogelijk te beperken. Dat doet het kabinet onder andere door consequent aan te dringen op onmiddellijke, volledige en veilige toegang voor humanitaire hulp en het openen van de verschillende grensovergangen. Het kabinet betreurt het dat de humanitaire pauze niet kon worden verlengd. Met de EU bepleit Nederland nieuwe onmiddellijke gevechtspauzes en doorlopende humanitaire corridors voor de noodlijdende bevolking in Gaza en voor het veilig kunnen repatriëren van EU-burgers. Gevechtspauzes zijn zeer urgent om de toegang voor hulpkonvooien en hulpverleners op een veilige manier te faciliteren. Het kabinet verwelkomt het recente nieuws dat de door Nederland geleverde scanners bij de Kerem Shalom grensovergang gebruikt kunnen gaan worden, zodat humanitaire hulp Gaza sneller kan bereiken, als ook de toezegging van Israël dat het meer brandstof toelaat in Gaza.

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de agendering van de situatie in de Sahel en hebben hier enkele vragen over. De Sahel-regio lijkt steeds instabieler te worden met toenemend geweld, wat er eerder ook aan heeft bijgedragen dat financiële steun vanuit Nederland en de EU aan de regio is stopgezet. Het stopzetten van deze gelden lijkt er nu aan bij te dragen dat de strategische doelen van Nederland nog onwaarschijnlijker worden. Nederlandse belangen zoals het tegengaan van irreguliere migratie worden namelijk steeds lastiger om te verwezenlijken en de invloed van Rusland en China neemt in de regio zowel politiek als economisch toe. Hoe denkt het kabinet dat zij concreet tegenwicht kan bieden aan de groeiende invloed van China en Rusland zowel op politiek, economisch als militair gebied? In hoeverre weegt de groeiende invloed van Rusland en China voor het kabinet op tegen onze houding ten aanzien van samenwerken met ondemocratische regimes?

32. Antwoord van het kabinet:

Zoals beschreven in de eerder dit jaar verschenen Afrikastrategie, staat het Afrikaanse landen vrij om hun internationale partners te kiezen. De Sahellanden hebben al decennia banden met verschillende partners, maar duidelijk is dat de Sahel meer dan voorheen het toneel is van geopolitieke spanningen. Landen als China en Rusland zijn actief en voeren activiteiten uit, die soms haaks staan op de EU en Nederlandse belangen. Het kabinet acht het mede daarom van belang om samen met de EU en andere like-minded partners betrokken te blijven in de Sahel om zo tegenwicht te bieden aan de groeiende invloed van andere geopolitieke actoren. Hierbij gaat het er vooral om te laten zien dat we er op de lange termijn voor de bevolking zijn, hetgeen een combinatie vergt van diplomatieke inzet, ontwikkelingssamenwerking en waar mogelijk samenwerking op het terrein van veiligheid en migratie. Het kabinet verwijst voor de huidige inzet in de Sahel naar de Kamerbrief die uw Kamer op 1 december 2023 is toegekomen.

Het kabinet hecht voorts aan realiteitszin en transparantie over de Nederlandse invloed, de beleidsdoelen en de te behalen resultaten. Zoals ook geconstateerd door IOB, kan de gecombineerde Nederlandse inzet slechts beperkte invloed hebben op de situatie in fragiele staten. Derhalve moeten realistische doelen worden geformuleerd.

Het kabinet wil meegeven dat niet de gehele financiële steun vanuit Nederland en de EU aan de Sahel is beëindigd. Enkel de financiële en materiële steun aan de centrale overheden is gepauzeerd. Nederland blijft een partner van de bevolking en levert steun via multilaterale organisaties, internationale NGOs en het maatschappelijk middenveld.

En welke concrete strategie voert het kabinet nu om de irreguliere migratie vanuit de Sahel-regio te beperken, zowel bilateraal als in EU-verband? Welke specifieke stappen is het kabinet voornemens te zetten? Welke acties ondernemen de Nederlandse diplomatieke posten op dit terrein?

33. Antwoord van het kabinet:

De aanpak van migratie in de Sahel is op dit moment moeilijk. Nederland en ook Europa willen dat irreguliere migratie wordt beperkt en dat mensenhandel en -smokkel worden bestreden. De Nederlandse inzet beoogt daarom migratie-gerelateerde wetgeving te verbeteren, de opsporingscapaciteit te verbeteren en grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen ten behoeve van het bestrijden van mensensmokkel en irreguliere migratie.

Vanwege de staatsgrepen in Mali, Burkina Faso en Niger heeft het kabinet de inzet op het gebied van samenwerking met de autoriteiten op het gebied van migratie in deze landen op dit moment grotendeels moeten pauzeren, vooral waar het samenwerking met de centrale overheden betreft. Wel levert Nederland via de VN (International Organization for Migration) assistentie en bescherming aan migranten in de Sahel, zoals het bieden van onderdak, medische assistentie en vrijwillige terugkeer.

Nederland is aanwezig in de Sahel met ambassades en programma’s in het licht van onze brede belangen op de terreinen van migratie, veiligheid en duurzame ontwikkeling. Inzet op duurzame ontwikkeling is naast het behalen van de SDGs belangrijk om de grondoorzaken van conflict en migratie aan te pakken. Nederland doet dit in nauwe samenwerking met Europese en Amerikaanse partners en met regionale organisaties die actief zijn in de Sahel, zoals de VN en ECOWAS.

De EU inzet om irreguliere migratie tegen te gaan is tot op heden voornamelijk via de EUCAP Sahel verlopen; deze samenwerking staat nu onder druk vanwege het besluit van de Nigerijnse junta om de militaire samenwerking met de EU op te zeggen. Gezien de volatiele en verslechterende politieke en veiligheidssituatie in de bredere regio is het van belang om verder te kijken dan alleen de Sahel en ook in te blijven zetten op het aanpakken van grondoorzaken in West- en Centraal Afrika. In de Sahel Kamerbrief die uw Kamer op 1 december 2023 is toegekomen wordt daarom ook ingegaan op de Nederlandse veiligheidsinzet in West-Afrikaanse kuststaten.

De leden van de VVD-fractie hebben naast vragen over de Nederlandse inzet in de Sahel ook nog enkele specifieke vragen over de situatie in Niger. Deze leden hebben namelijk kennisgenomen van het besluit van Niger om de strafbaarstelling van mensensmokkel te beëindigen. Wat is het oordeel van het kabinet over dit besluit?

34. Antwoord van het kabinet:

De Nigerijnse junta heeft de afgelopen weken besloten zich uit meerdere internationale samenwerkingsverbanden en akkoorden terug te trekken. Een daarvan betreft de aankondiging om nationale wetgeving op het gebied van migratie in te trekken. Dit besluit heeft mogelijk ook invloed op programma’s die met Nederlandse financiering worden uitgevoerd in Niger die voor een groot deel ten goede komen aan het tegengaan van mensensmokkel, mensenhandel, bescherming van (de mensenrechten van) migranten en vrijwillige terugkeer en herintegratie in het land van herkomst. De gevolgen van de intrekking van de wet worden momenteel samen met implementerende partners en in afstemming met de ambassade in kaart gebracht.

Op welke maatregelen wil het kabinet inzetten en welke maatregelen is de EU van plan te nemen om te voorkomen dat hierdoor nieuwe of grotere migratiestromen naar de EU ontstaan? Welke drukmiddelen kunnen door de EU worden ingezet tegen Niger of buurlanden?

35. Antwoord van het kabinet:

Het is nog te vroeg om precies te duiden welke gevolgen de Nigerijnse aankondiging heeft op de migratiebewegingen die via Niger lopen. De eventuele drukmiddelen zijn hierbij beperkt omdat de EU geen formele dialoog heeft met de Nigerijnse junta. Wel blijven Nederland en andere internationale partners actief in de vorm van steun aan de VN-organisatie International Organization for Migration (IOM) op het gebied van migratie. Ook is Nederland actief in de buurlanden van Niger, zowel op het gebied van directe migratiesamenwerking als op het terrein van het aanpakken van de grondoorzaken van migratie.

Ziet het kabinet het als een mogelijkheid om een deel van de financiële steun aan Niger te hervatten als het land de bestrijding van mensensmokkel weer oppakt?

36. Antwoord van het kabinet:

Het is nu voorbarig om vooruit te lopen op een hervatting van de Europese steun aan of Nederlandse samenwerking met Niger en in welke vorm dat zou zijn. Het is voor de EU belangrijk dat de regionale organisatie ECOWAS en Niger tot een akkoord komen om de gevangen gezette Nigerijnse president Bazoum vrij te krijgen en de weg in te slaan naar de terugkeer van de constitutionele orde en de organisatie van verkiezingen. Wel wordt opgemerkt dat zowel de EU als Nederland nog steeds samenwerkt en financiële steun verstrekt aan de VN en maatschappelijke organisaties werkzaam in Niger, ook op het gebied van de aanpak van migratie.

De leden van de VVD-fractie hebben vernomen dat er goede stappen gezet worden tussen Armenië en Azerbeidzjan om tot een vredesakkoord te komen. Toch lijken de onderhandelingen stroef te gaan en aan te stevenen op een impasse. Wat is nu de Nederlandse inzet, via de EU, om bij te dragen aan een vredesakkoord tussen Armenië en Azerbeidzjan?

37. Antwoord van het kabinet:

Op 7 december jl. hebben de regeringen van Armenië en Azerbeidzjan een gezamenlijke verklaring afgelegd waarin wordt aangegeven dat ze beiden de intentie hebben om hun relaties verder te normaliseren en verder werken aan vrede in de regio, gebaseerd op de principes van soevereiniteit en territoriale integriteit. Er zijn al stappen gezet om het wederzijds vertrouwen weer op te bouwen, zoals het vrijlaten van gevangengenomen militairen. Het kabinet ziet dit als stappen in de goede richting. Duurzame vrede en stabiliteit is in het belang van de gehele regio en het blijft dan ook prioriteit van Nederland en de EU. Leidend voor de EU is het vredesproces onder leiding van de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel.

Denkt het kabinet hierbij dat een dergelijk akkoord er ook voor zal zorgen dat de gevluchte populatie uit Nagorno-Karabach, die nu in Armenië zit onder vaak slechte omstandigheden, ook weer terug kan keren?

38. Antwoord van het kabinet:

Het Internationaal Gerechtshof (IGH) heeft zich recent uitgesproken dat Azerbeidzjan zorg moet dragen dat alle personen die Nagorno-Karabach na 19 september 2023 hebben verlaten en willen terugkeren, dat veilig, snel en ongehinderd kunnen doen. In lijn met deze uitspraak blijft het kabinet zich in EU-verband uitspreken voor hun recht op terugkeer.

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het recente breed aangenomen referendum in Venezuela om het olierijke gebied Essequibo in Guyana bij Venezuela in te lijven. Wat is de Nederlandse inzet, zowel bilateraal als via de EU, om Venezuela af te houden van mogelijke agressie tegen Guyana?

39. Antwoord van het kabinet:

Het Koninkrijk neemt geen positie in ten aanzien van grensgeschillen die voorliggen bij het Internationaal Gerechtshof, zoals in het geval van Essequibo. Het Koninkrijk roept staten op om uitspraken van het Internationaal Gerechtshof te respecteren. In EU-verband heeft Nederland zijn zorgen gedeeld over de oplopende spanningen tussen Venezuela en Guyana, mede vanwege de nabijheid van de Caribische delen van het Koninkrijk.

Op welke manier wordt hierin samengewerkt met regionale partners als de Verenigde Staten (VS) en Brazilië om Venezolaanse agressie te voorkomen?

40. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet monitort de situatie nauwgezet en staat in contact met diverse regionale partners.

En bestaat er gezien de houding van Venezuela ook een verhoogd risico tegen de Caribische delen van het Koninkrijk?

41. Antwoord van het kabinet:

Er is geen aanleiding te veronderstellen dat er sprake is van een verhoogd risico ten aanzien van de Caribische delen van het Koninkrijk. Het kabinet onderhoudt frequent contact met de Caribische delen van het Koninkrijk en deelt relevante informatie.

De leden van de VVD-fractie hebben er kennis van genomen dat de externe dimensie economische veiligheid weer geagendeerd staat voor de RBZ en zijn benieuwd naar een stand van zaken hiervan. Zijn er nog relevante ontwikkelingen geweest op onderdelen van de Europese Economische Veiligheidsstrategie (EEV) sinds de afgelopen RBZ?

42. Antwoord van het kabinet:

In de periode sinds de afgelopen Raad van 13 november is door de Commissie en de lidstaten verder gewerkt aan de uitwerking van de Europese Economische Veiligheidsstrategie (EEV). Zo is het werk aan de risicoanalyses op semicon, quantum, AI en biotech in volle gang. Ook hebben inmiddels twee bijeenkomsten van de Outbound Investment Expert Group plaatsgevonden. De Commissie streeft ernaar om op korte termijn de eerste voorstellen voortkomend uit de Europese Economische Veiligheidsstrategie met de lidstaten te delen.

Is de Nederlandse inzet nog onveranderd ten opzichte van de vorige RBZ in november waarbij het onderwerp nog niet besproken kon worden? Kan het kabinet bevestigen dat het zich nog steeds proactief en met een positieve grondhouding inzet voor een screeningsmechanisme voor uitgaande investeringen?

43. Antwoord van het kabinet:

De Nederlandse inzet ten opzichte van de externe dimensie van economische veiligheid is onveranderd ten opzichte van de vorige RBZ, waar het onderwerp wegens tijdsgebrek niet besproken is9. Conform het BNC-fiche over de Europese Economische Veiligheidsstrategie is Nederland hierbij positief over het onderzoeken van de mogelijke risico’s van ongewenste technologie- en kennisoverdracht bij uitgaande investeringen. In dit proces neemt het kabinet een proactieve rol in, in acht nemende de motie Brekelmans c.s. (Kamerstuk 35 207, nr. 70).10

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de fractie van Nieuw Sociaal Contract (NSC) hebben met belangstelling kennisgenomen van het Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) op 13 november jl. Met betrekking tot de voortdurende Russische agressie tegen Oekraïne hebben de leden van de NSC-fractie de volgende vraag: wanneer verwacht de Minister de opzet van bilaterale veiligheidsarrangementen voor Nederland met Oekraïne te kunnen afronden?

44. Antwoord van het kabinet:

De voortgang van bilaterale veiligheidsarrangementen tussen Nederland en Oekraïne is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder het verloop van de Russische oorlog en de internationale coördinatie en ontwikkelingen. Het kabinet streeft ernaar de veiligheidsarrangementen in de loop van 2024 af te ronden.

Als het gaat om de zorgelijke situatie in het Midden-Oosten, inzake het conflict tussen Israël en Hamas, hebben de leden van de NSC-fractie een vraag als het gaat om het internationaal humanitair recht. Naar aanleiding van de gewelddadigheden in 2014 tijdens de Gaza-oorlog, stelde de toenmalig Secretaris-Generaal van de VN een onderzoekscommissie in onder leiding van de Nederlandse generaal-majoor der mariniers b.d. Patrick Cammaert. Is bij de Minister het eindrapport van deze commissie bekend? Is Nederland opnieuw voornemens de heer Cammaert of een soortgelijk persoon beschikbaar te maken voor een dergelijke rol? Kan dit eventueel ook een voorstel van de EU binnen de VN betreffen?

45. Antwoord van het kabinet:

De Secretaris-Generaal van de VN heeft naar aanleiding van de Gaza-oorlog van 2014 een Board of Inquiry ingesteld onder leiding van de heer Cammaert om onderzoek te doen naar incidenten die zich hebben voorgedaan tussen 8 juli en 26 augustus 2014 waarbij personeel, gebouwen en werkzaamheden van de Verenigde Naties betrokken waren. Een samenvatting van het eindrapport van de commissie is beschikbaar op de website van de Verenigde Naties.11 Op dit moment is er bij het kabinet geen verzoek aan Nederland bekend om een kandidaat voor een dergelijke onderzoekscommissie te leveren.

Ten derde de humanitaire hulp voor de Gazastrook. Is de Minister voornemens een coördinator van enig gewicht en met voorkennis voor dergelijke humanitaire hulp aan te stellen? De leden van de NSC-fractie zijn van mening dat deze coördinator zowel in Nederland overleg kan voeren (civiel, militair, interdepartementaal, betrokken ngo’s), met spelers in de regio en onder Europese landen een voorhoede kan helpen creëren, met EU-lidstaten als Frankrijk en Italië, maar bijvoorbeeld ook het Verenigd Koninkrijk (VK), voor effectieve, snelle en grootschalige humanitaire hulp in de Gazastrook. Deelt de Minister deze mening en ziet zij mogelijkheden om een coördinator aan te stellen?

46. Antwoord van het kabinet:

Nederland stelt een speciaal gezant voor humanitaire aangelegenheden in het Midden-Oosten aan. Zij zal de Nederlandse diplomatieke inzet versterken ten behoeve van de humanitaire crisis in Gaza, inclusief werkzaamheden om het verlenen van levensreddende hulp aan de meest kwetsbare mensen te bespoedigen en de bescherming van burgers te verbeteren, in coördinatie met de Verenigde Naties en andere partners.

Het kabinet onderschrijft het belang van goede coördinatie en gezamenlijkheid in de humanitaire respons voor Gaza. Dit geldt zowel voor gezamenlijkheid in het faciliteren, organiseren en versterken van humanitaire hulpoperaties, alsook voor het belang van coördinatie en afstemming van humanitaire diplomatieke inzet. Deze gezamenlijke inzet moet in eerste plaats in dienst staan van de gemandateerde, professionele humanitaire organisaties (zoals de relevante VN-organisaties en de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging).

De leden van de NSC-fractie lezen dat na de zitting van de RBZ op 11 december 2023 een ministeriële bijeenkomst Oostelijk Partnerschap volgt. Is de Minister voornemens deze bijeenkomst zelf bij te wonen, mede met het oog op de discussie over EU-uitbreiding in de Raad Algemene Zaken de dag erop, of is de Minister van plan deze bijeenkomst aan een ambtenaar te laten?

47. Antwoord van het kabinet:

De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan de ministeriële bijeenkomst van het Oostelijk Partnerschap.

Hoe vaak heeft een dergelijke bijeenkomst de afgelopen vijf jaar plaatsgevonden en hoe vaak is deze door een Nederlandse bewindspersoon bijgewoond?

48. Antwoord van het kabinet:

Bijeenkomsten van de Ministers van Buitenlandse Zaken van de EU en de landen van het Oostelijk Partnerschap vinden in principe jaarlijks plaats. Daarnaast vindt ook in principe tweejaarlijks een top van Oostelijk Partnerschap plaats op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders.

Nederland is de afgelopen jaren doorgaans op ministerieel niveau vertegenwoordigd geweest. Als de Minister verhinderd was, werd deze vervangen door de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de EU. Tijdens de vorige ministeriële bijeenkomst van het Oostelijk Partnerschap intervenieerde de Minister van Buitenlandse Zaken namens de Benelux-partners.

Op welke manier zal het kabinet concreet pleiten voor versterking van rechtsstaatontwikkeling als basis voor samenwerking?

49. Antwoord van het kabinet:

Democratie, rechtsstaatontwikkeling en mensenrechten vormen de basis voor samenwerking in het Oostelijk Partnerschap. Samen met EU-instellingen en andere lidstaten snijdt Nederland deze onderwerpen waar mogelijk aan, zowel tijdens de komende OP-ministeriële, als bij andere gelegenheden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van D66-fractie danken de Minister voor de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 11 december 2023. Deze leden hebben er enkele vragen over.

Russische agressie in Oekraïne

De leden van D66-fractie juichen de toezegging van het kabinet toe om voor het jaar 2024 een bedrag van 2.2 miljard euro aan steun te leveren. Tegelijkertijd maken deze leden zich zorgen over de eventuele (geopolitieke) gevolgen van de binnenlandse politieke situatie in de VS, waarbij het gevaar bestaat dat de politieke, militaire en financiële steun vanuit de VS richting Oekraïne zal gaan verminderen. Deze leden vragen hoe het kabinet daarop anticipeert.

50. Antwoord van het kabinet:

Sinds de Russische invasie in Oekraïne hebben de Verenigde Staten een belangrijke rol gespeeld in het leveren van militaire steun aan Oekraïne. De VS leverde tot dusverre EUR 42,1 miljard aan militaire steun en levert daarmee in absolute termen veruit de meeste steun. Deze steun en die van andere internationale partners is cruciaal voor de Oekraïense verdediging. De voortzetting daarvan blijft van het grootst mogelijke belang.

In de Senaatsstemming van woensdag 6 december jl. is tegen een Democratisch voorstel van 106 miljard dollar gestemd voor partners, waaronder Oekraïne en Israël (49–51 tegen, 60 stemmen voor nodig), voornamelijk omdat Republikeinse senatoren meer migratiebeperking en grensbewaking wensen. De Amerikaanse Secretary of State, Anthony Blinken, heeft in reactie op de stemming 175 miljoen vrijgemaakt voor aanvullende munitie voor OEK.

De Verenigde Staten en andere internationale partners blijven zich volledig inzetten voor de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne. Dit bleek andermaal tijdens de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Defensie op 11 en 12 oktober jl., de Ukraine Defence Contact Group (UDCG) op 11 oktober jl. en de NATO-Ukraine Council (NUC) tijdens de NAVO Foreign Ministers Meeting (FMM) van 28-29 november jl.

Europese lidstaten, inclusief Nederland, dragen substantieel bij aan de steun aan Oekraïne. Net als uw Kamer onderkent het kabinet de noodzaak om de steun ook op de lange termijn onverminderd voort te zetten, ongeacht de besluitvorming in de VS over de Amerikaanse steun aan Oekraïne.

De leden van de D66-fractie zijn van mening dat Rusland als hoofdschuldige ook verantwoordelijkheid draagt voor de compensatie voor de aangerichte schade naar aanleiding van de Russische agressie in Oekraïne. In dat kader vragen deze leden wat de huidige gang van zaken is aangaande het overhevelen van bevroren Russische tegoeden voor wederopbouw van Oekraïne.

51. Antwoord van het kabinet:

Zoals recent aan uw Kamer gecommuniceerd is confiscatie (of overheveling) van bevroren tegoeden momenteel niet aan de orde.12 Wel wordt gekeken naar een zogenoemde windfall contribution waarbij uitzonderlijke opbrengsten in handen van particuliere entiteiten in de EU die rechtstreeks voortkomen uit de geïmmobiliseerde tegoeden van de Russische Centrale Bank kunnen worden bestemd ter ondersteuning van Oekraïne. Tijdens de Europese Raad van 26 en 27 oktober jl. is, mede door Nederland, een oproep gedaan aan de Europese Commissie en Hoge Vertegenwoordiger om de werkzaamheden om hiervoor tot voorstellen te komen te bespoedigen. De werkzaamheden hiertoe worden voortgezet in de daarvoor bestemde Raadswerkgroep, waaraan Nederland een actieve bijdrage levert.

In de onderhandelingen over de tussentijdse herziening van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) stelt het Spaans Voorzitterschap voor om de Oekraïne-faciliteit zo mogelijk aan te vullen met eventuele opbrengsten die rechtstreeks voortkomen uit de geïmmobiliseerde tegoeden van Rusland. Vooralsnog ligt er echter geen concreet voorstel op tafel om dit te bewerkstelligen. Het kabinet vindt het belangrijk dat een eventueel voorstel juridisch en financieel zorgvuldig is. Een dergelijke stap neemt de EU idealiter in samenwerking met internationale partners, onder andere vanwege eventuele gevolgen voor de internationale positie van euro.

Situatie in het Midden-Oosten

De leden van de D66-fractie zijn teleurgesteld dat de afspraak tussen Israël en Hamas voor een gevechtspauze is afgeblazen. De zorgen onder deze leden over de humanitaire gevolgen van het hervatten van de gevechten, blijven groot.

De leden van de D66-fractie merken op dat de VN recent wederom haar zorgen heeft geuit over de hervatting van de gevechten en de verergering van de humanitaire situatie in Gaza. Deelt het kabinet deze mening en welke stappen gaat de Minister in daden ondernemen om een verdere humanitaire ramp te voorkomen? De leden van de D66-fractie merken op dat de VN recent wederom haar zorgen heeft geuit over de hervatting van de gevechten en de verergering van de humanitaire situatie in Gaza. Deelt het kabinet deze mening en welke stappen gaat de Minister in daden ondernemen om een verdere humanitaire ramp te voorkomen?

52. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet deelt de ernstige zorgen over de verdere verslechtering van de humanitaire situatie en de opgelaaide gevechten. Met de EU bepleit Nederland nieuwe onmiddellijke gevechtspauzes en doorlopende humanitaire corridors, alsook naleving van het humanitair oorlogsrecht waar ongehinderde, veilige humanitaire toegang onder valt. Humanitaire hulp moet ook ongehinderd doorgang kunnen vinden buiten gevechtspauzes om. Gevechtspauzes zijn echter zeer urgent om opschaling van hulpkonvooien en hulpverleners op een veilige manier te faciliteren. Tevens blijft het kabinet zich maximaal inspannen om de gevolgen van het conflict voor de burgerbevolking van Gaza zoveel mogelijk te beperken. Nederland roept Israël, ook in EU-verband, daarom op tot aantoonbaar terughoudend handelen en zal dit blijven doen. Het kabinet verwelkomt het recente nieuws dat de door Nederland geleverde scanners bij de Kerem Shalom grensovergang gebruikt kunnen gaan worden, zodat humanitaire hulp Gaza sneller kan bereiken, als ook de toezegging van Israël dat het meer brandstof toelaat in Gaza. Nederland stelt daarnaast een speciaal gezant voor humanitaire aangelegenheden in het Midden-Oosten aan. Zij zal de Nederlandse diplomatieke inzet versterken ten behoeve van de humanitaire crisis in Gaza, inclusief werkzaamheden om het verlenen van levensreddende hulp aan de meest kwetsbare mensen te bespoedigen en de bescherming van burgers te verbeteren, in coördinatie met de Verenigde Naties en andere partners.

De leden van de D66 fractie hebben kennisgenomen van het statement van de Minister waarin ze oproept tot militaire terughoudendheid en nieuwe humanitaire pauzes. Deelt de Minister de mening dat blijven oproepen tot militaire terughoudendheid geen weerklank vindt bij de Israëlische autoriteiten en de noodzaak op dit moment ligt bij een staakt-het-vuren?

53. Antwoord van het kabinet:

Met de aanhoudende gewapende aanvallen van Hamas blijft het kabinet van mening dat een oproep tot een permanente staakt-het-vuren nu niet te verenigen is met de noodzaak van Israël om zich hiertegen te verdedigen. Het kabinet deelt de ernstige zorgen inzake de humanitaire situatie in Gaza. Nederland roept Israël, ook in EU-verband, daarom met klem op tot aantoonbaar terughoudend handelen en zal dit blijven doen. Tevens blijft het kabinet zich maximaal inspannen om de gevolgen van het conflict voor de burgerbevolking van Gaza zoveel mogelijk te beperken. Dat doet het kabinet onder andere door aan te dringen op maximale toegang voor humanitaire hulp en het openen van de verschillende grensovergangen. In dat opzicht verwelkomt het kabinet het recente nieuws dat de scanners bij de Kerem Shalom grensovergang gebruikt kunnen gaan worden, zodat humanitaire hulp Gaza sneller kan bereiken, en de toezegging van Israël dat het meer brandstof toelaat in Gaza. Met de EU bepleit Nederland nieuwe onmiddellijke gevechtspauzes en doorlopende humanitaire corridors voor de noodlijdende bevolking in Gaza en voor het veilig kunnen repatriëren van EU-burgers. Gevechtspauzes zijn zeer urgent om de toegang voor hulpkonvooien en hulpverleners op een veilige manier te faciliteren.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het besluit van de VS met betrekking tot visumrestricties tegen de gewelddadige kolonisten op de Westoever. Wat is de huidige stand van zaken aangaande de toezegging van de Minister om de steun op EU-verband te inventariseren voor een soortgelijke maatregel?

54. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet deelt de zorgen over de voortzetting en escalatie van het geweld op de Westelijke Jordaanoever. Sinds 7 oktober jl. is de situatie op de Westelijke Jordaanoever aanzienlijk verslechterd. Het uitbreiden van nederzettingen en toenemende kolonistengeweld vindt het kabinet onacceptabel en moet stoppen. Op Israël rust de (internationaal-)rechtelijke plicht om geweldsgebruik door zowel kolonisten als Israëlisch overheidspersoneel zoveel mogelijk te voorkomen en hiertegen handhavend op te treden. Het kabinet zal hiertoe zowel bilateraal, in EU en VN verband blijven oproepen. Het kabinet brengt de zorgelijke situatie en het kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever regelmatig op in gesprekken met Israël. De Minister-President deed dit onder andere op 23 oktober en 8 november jl. in zijn gesprekken met premier Netanyahu tijdens zijn bezoek aan Israël en de Palestijnse Gebieden. Ook de Minister van Buitenlandse Zaken besprak dit met de Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken tijdens haar bezoek aan Israël en de Palestijnse Gebieden op 23 november jl. Daarin werd de verantwoordelijkheid van Israël om kolonistengeweld te stoppen expliciet onderstreept. Bij monde van Hoge Vertegenwoordiger (HV) spreekt de EU zich eveneens nadrukkelijk uit over illegale nederzettingen en kolonistengeweld. Momenteel worden in EU-kader handelingsopties verkend om kolonistengeweld tegen te gaan, conform toezegging aan de Kamer op 23 november. De uitwerking hiervan zal u separaat toekomen middels een Kamerbrief.

De leden van de D66-fractie beamen het standpunt van het kabinet inzake de tweestatenoplossing, met de inzet voor de veiligheid van Israël en een levensvatbare Palestijnse staat. Dat impliceert ook Palestijnse controle over de Gazastrook, maar de leden van de D66-fractie zijn ongerust over de berichten waaruit blijkt dat premier Netanyahu van Israël zou hebben gezegd dat de controle van de Gazastrook na het eindigen van het conflict onder geen beding zal geschieden door de Palestijnse autoriteiten. Is de Minister bereid om in EU-verband te blijven pleiten voor de tweestatenoplossing, inclusief een vreedzame oplossing inzake de controle over de Gazastrook?

55. Antwoord van het kabinet:

Het toewerken naar een duurzame oplossing voor vrede is altijd onderdeel geweest van het beleid van het kabinet. Hierin is een twee-statenoplossing met de grenzen van voor 4 juni 1967 nog altijd leidend voor het kabinet. Het kabinet zal in EU- en internationaal verband blijven pleiten voor de twee-statenoplossing. Sinds de meest recente escalatie van het conflict hebben de Minister-President en Minister van Buitenlandse Zaken met EU-collega’s en tal van regionale partners gesproken. Daarin wordt ook steevast benadrukt dat er alleen duurzame vrede kan worden bereikt als er met steun van de regio wordt toegewerkt naar een twee-statenoplossing, waarbij de toekomstige Palestijnse staat bestaat uit de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem tenzij door beide partijen tot een andere oplossing wordt gekomen. Het kabinet acht het van belang dat er een vreedzaam, democratisch en legitiem Palestijns bestuur in de Westelijke Jordaanoever en Gaza komt en dat het toekomstige Palestijnse bestuur de staat Israël erkent.

Kirgizië

De leden van de D66-fractie zijn tevreden met het initiatief van de EU om banden aan te halen met de landen in Centraal-Azië, waaronder Kirgizië. Deze leden hebben echter vraagtekens bij de positionering van Kirgizië sinds de Russische invasie in Oekraïne als het gaat om sancties tegen Rusland.

56. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet erkent de zorgen van de D66-fractie over de houding van verschillende derde landen ten aanzien van sancties en met name de omzeiling daarvan, naar aanleiding van de Russische oorlog tegen Oekraïne, waaronder Kirgizië. In dat kader steunt het kabinet de inspanningen van EU-gezant O’Sullivan en voert Nederland ook in verscheidene bilaterale contacten voortdurend een gesprek over zaken gerelateerd aan de oorlog, waaronder sanctie-omzeiling.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie nemen kennis van de geannoteerde agenda voor de RBZ van 11 december 2023 en het verslag van de RBZ van 13 november 2023. Daarover hebben zij nog een set vragen en opmerkingen.

Geannoteerde agenda

De leden van de BBB-fractie merken op dat tijdens de RBZ van 13 november jongstleden de Hoge Vertegenwoordiger Josep Borrell een aantal uitgangspunten benoemde, waaronder een grotere regionale betrokkenheid van de EU in het vredesproces in het Midden-Oosten. Hoe ziet die grotere rol eruit en welke inspanning verwacht Nederland daarin te leveren?

57. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet onderschrijft de uitgangspunten zoals geformuleerd door de Hoge Vertegenwoordiger. Wat het kabinet betreft moet de EU er in ieder geval toe bijdragen dat het vredesproces hoog op de internationale agenda blijft staan en dat ook regionale partners zich committeren aan een politiek proces. Een tweestatenoplossing blijft wat het kabinet betreft de enige geloofwaardige optie voor een duurzame vrede. Bij voorkeur zou een dergelijke oplossing gepaard gaan met een breed, regionaal steunpakket in lijn met het Peace Day Effort initiatief van o.a. de Arabische Liga, Egypte, Jordanië en de Europese Unie.

Het is nog te vroeg om aan te kunnen geven hoe de rol van de EU en NL er exact uit zal zien. De noodzaak tot het nieuw leven inblazen van een politiek proces en de betrokkenheid van de EU daarbij, is nog onderdeel van gesprek in Raadsverband.

Er wordt kritiek geleverd op de inhoudelijke basistraining die de EU Military Assistance Mission (EUMAM) levert aan Oekraïense militairen, door zowel Westerse experts als Oekraïense deelnemers. In hoeverre neemt de Minister die kritiek mee in het verbeteren van de ondersteuning die Nederland samen met partners levert aan Oekraïne?

58. Antwoord van het kabinet:

Uit de vraagstelling wordt niet duidelijk om welke kritiek het gaat. De EU Military Assistance Mission (EUMAM) kan op grote waardering van Oekraïne rekenen vanwege het feit dat die trainingen direct bijdragen aan het Oekraïense militaire vermogen; op dit moment zijn meer dan 34.000 Oekraïense soldaten via EUMAM getraind. De multinationale en Nederlandse trainingsmodules die via EUMAM worden aangeboden, worden uiteraard waar nodig aangepast aan geleerde lessen en de veranderende behoeften van Oekraïne.

De leden van de BBB-fractie zijn groot voorstander van het versterken van de Oekraïense wapenindustrie in eigen land. In hoeverre ondersteunen we als Nederland – al dan niet binnen de fondsen die wij daarvoor hebben opgesteld – de wederopbouw en versterking van de Oekraïense industrie in het ontwikkelen en produceren van hun eigen munitie en militaire middelen? Biedt het nieuw op te zetten Ukraine Assistance Fund (UAF) daar mogelijkheden voor?

59. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet kijkt momenteel naar de mogelijkheden en bijbehorende instrumenten om de Oekraïense defensie-industrie te steunen en uit te bouwen. Op dit moment lopen de onderhandelingen voor het Ukraine Assistance Fund (UAF) onder de EPF. Duidelijk is dat het gezamenlijk opschroeven van de defensie-industrie ten behoeve van Oekraïne hier mogelijk een grotere rol in gaat spelen. Mogelijk kan de versterking van de Oekraïense industrie hierbij ook een rol spelen. Voor het kabinet staat voorop dat onze steun via dit fonds bijdraagt aan maximale steun aan Oekraïne.

De wederopbouw van Oekraïne, in welke hoedanigheid dan ook, wordt een project van ongekende omvang. Een soeverein Oekraïne op basis van een goed functionerende rechtstaat, die in staat is om haar eigen soevereiniteit te verdedigen, is een belangrijke voorwaarde om Rusland het hoofd te kunnen bieden. Kan de Minister aandacht vragen in de RBZ van 11 december aanstaande voor de inspanning die moet worden geleverd om Oekraïne weer op de benen te brengen?

60. Antwoord van het kabinet:

De wederopbouw opgave en de behoefte aan humanitaire steun en macro-financiële steun aan Oekraïne zijn groot. Nederland draagt aan het lenigen van die noden haar fair share bij. Tijdens de RBZ zal het kabinet het belang en de urgentie van gezamenlijke steun onderstrepen en EU-lidstaten oproepen om Oekraïne daarbij bilateraal en gezamenlijk te helpen. Het kabinet zet in op blijvende solidariteit met Oekraïne en zal pleiten voor een tijdig akkoord op een pakket van substantiële economische en financiële steun aan Oekraïne via de Oekraïne Faciliteit (zie ook Meerjarig Financieel Kader).13 Deze steun is noodzakelijk om essentiële publieke dienstverlening in Oekraïne op peil te houden en om de veiligheid en het functioneren van de Oekraïense staat te garanderen.

Tot dit akkoord is bereikt vindt Nederland het van belang dat de macro-financiële bijstand aan Oekraïne wordt voortgezet. Hiervoor is een nieuw Commissievoorstel nodig, waarover de Raad met gekwalificeerde meerderheid stemt. Nederland dringt er bij de Commissie op aan een dergelijk voorstel op korte termijn uit te werken. Uw Kamer is hierover nader geïnformeerd via het schriftelijk overleg voor de Raad Algemene Zaken van 12 december 2023, waar dit onderwerp wordt besproken.

De leden van de BBB-fractie maken zich ernstige zorgen over de verslechterende situatie in de Sahel. Diverse coups hebben de landen in de Sahel in onzekerheid gebracht. De terugtrekkende beweging van Frankrijk en EU-missies en activiteiten hebben de deuren verder opengezet voor andere landen en partijen. Deze leden willen specifieke aandacht vragen voor de toegenomen inzet en activiteit van de Russische Wagnergroep in de Sahel. Wagner, en in het verlengde daarvan Rusland, wordt meer en meer de geprefereerde partner van landen zoals Mali, Niger en Burkina Faso. Erkent de Minister deze verschuiving en heeft dat volgens haar veiligheidsimplicaties voor Europa en Nederland specifiek?

61. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet erkent de toenemende invloed van Rusland in de Sahel en de negatieve gevolgen daarvan op lange termijn voor Europa. Rusland tracht met de inzet van de paramilitaire Wagner Group en desinformatiecampagnes de Westerse invloed in de regio terug te dringen. Er is sprake van toenemende samenwerking tussen Rusland met Burkina Faso, Mali en recentelijk Niger. Het kabinet maakt zich zorgen over de betrokkenheid van de Wagner Group bij mensenrechtenschendingen in Mali, wat een negatieve impact heeft op de bevolking. Vooralsnog is er geen aantoonbare aanwezigheid van Wagner in Niger en Burkina Faso.

De inzet van de Wagner Group door landen als de Centraal-Afrikaanse Republiek en Mali heeft geen directe veiligheidsimplicaties voor Europa en voor Nederland specifiek. Indirect zijn er wel mogelijke gevolgen, omdat de wijze van opereren van de Wagner Group de voedingsbodem voor gewelddadig extremisme versterkt en nog meer instabiliteit in de Sahel kan veroorzaken. Het kabinet verwijst voor de huidige veiligheidsinzet in de Sahel naar de Kamerbrief die uw Kamer op 1 december 2023 is toegekomen.

De Raad zal met vertegenwoordigers van de oostelijke nabuurschapslanden Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië en Oekraïne spreken over de stand van zaken met betrekking tot het Oostelijk Partnerschap. Wat is de actuele situatie van de Armeense ontheemden? Om hoeveel personen gaat het nu nog, in wat voor toestand verkeren zij, hoeveel kinderen zijn ontheemd en is er nog altijd noodzaak voor voedsel, water, medicijnen en andere levensmiddelen?

62. Antwoord van het kabinet:

Volgens recente cijfers zijn 101.848 ontheemden geregistreerd bij de Armeense Migration and Citizenship Service14. De Armeense overheid heeft deze mensen een tijdelijke beschermde status toegekend. Onder deze groep zijn ongeveer 30.000 kinderen, 9.000 mensen met een beperking en 12.000 ouderen. De ouderen kunnen zich inschrijven voor pensioensteun. Daarnaast kunnen kinderen en studenten zich inschrijven op scholen en bij universiteiten. Van deze groep wordt 70% opgevangen in Jerevan of de omliggende administratieve regio’s. Ruim 95.000 Armenen zijn betrokken bij de opvang van de ontheemden. Dit zijn veelal familie, vrienden of kennissen van de ontheemden. Een ander deel van de groep ontheemden wordt nog altijd opgevangen in accommodaties die zijn aangeboden door de overheid. Door de inzet van o.a. de Armeense autoriteiten, bevolking en internationale organisaties verloopt de opvang in de meeste gevallen goed en kan in de eerste levensbehoeften worden voorzien. Dit neemt niet weg dat de situatie schrijnend blijft en dat de opvang voor grote druk op de samenleving zorgt. De Armeense autoriteiten geven aan dat er o.a. behoefte is aan investeringen in (semi)permanente huisvesting, ondersteuning aan de nationale gezondheidszorg en economische weerbaarheid van ontheemden.

Wat kan Nederland (binnen de EU) nog meer doen om zoveel mogelijk menselijk leed in deze regio te voorkomen?

63. Antwoord van het kabinet:

Duurzame vrede is in het belang van de regio en om menselijk leed te voorkomen. Op 7 december jl. hebben de regeringen van Armenië en Azerbeidzjan een gezamenlijke verklaring afgelegd waarin wordt aangegeven dat ze beiden de intentie hebben om hun relaties verder te normaliseren en verder werken aan vrede in de regio, gebaseerd op de principes van soevereiniteit en territoriale integriteit. Er zijn al stappen gezet om het wederzijds vertrouwen weer op te bouwen, zoals het vrijlaten van gevangengenomen militairen. Het kabinet ziet dit als stappen in de goede richting. Duurzame vrede en stabiliteit is in het belang van de gehele regio en het blijft dan ook prioriteit van Nederland en de EU. Leidend voor de EU is het vredesproces onder leiding van de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel.

De EU heeft nu al grote moeite om tot besluitvorming te komen en het krachtenveld ligt op landbouw, migratie en marktwerking ver uit elkaar. De legitimiteit van de EU in lidstaten staat al onder druk. De leden van de BBB-fractie staan kritisch tegenover uitbreiding van de EU en daarmee de import van problemen en conflicten van buiten Europa. Vanuit dat licht beschouwend, deelt de Minister de mening dat een eventuele kandidaatstelling van Armenië voor het EU-lidmaatschap niet gewenst is?

64. Antwoord van het kabinet:

Armenië heeft vooralsnog geen verzoek ingediend bij de Raad om lid te mogen worden van de EU, dus de vraag of dit wenselijk is, is niet aan de orde.

Kan de Minister aangeven op welke wijze kennisveiligheid onderdeel uitmaakt van de «Externe dimensie economische veiligheid» van de EU in het kader van protect maatregelen om de weerbaarheid van de EU in de wereld te bevorderen en daarmee haar rol als geopolitieke speler te verstevigen?

65. Antwoord van het kabinet:

Kennisveiligheid speelt een duidelijke rol binnen economische veiligheid. Het beschermen van sensitieve kennis in de academische sector is van groot belang om risico’s voor de nationale veiligheid te mitigeren, de academische waarden te beschermen en onze kennispositie te borgen. Het weglekken van kennis wordt binnen de Europese Economische Veiligheidsstrategie (EEV) van de Europese Commissie gezien als een van de risico’s waar Europese economieën mee worden geconfronteerd. In het kader van de protect kant van de EEV worden er concrete maatregelen genoemd.15 Hierbinnen ligt de focus op het beschermen van kennis, het verlagen van het risico van uitlekken van kennis, en het voorkomen van buitenlandse inmenging. Behoud van openheid van ons kennissysteem is daarbij leidend, omdat dit de basis vormt voor het Nederlandse en Europese wetenschapssysteem en kenniseconomie. Over de laatste stand van zaken van het Nederlandse kennisveiligheidsbeleid werd Uw Kamer in oktober door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geïnformeerd16.

Concrete maatregelen die worden genoemd, welke breder zijn dan enkel kennisveiligheid zijn onder andere cyberweerbaarheid, screening van buitenlandse directe investeringen, verbetering uitvoercontroles op producten voor tweeërlei gebruik en een ontwikkelde toolkit om het bewustzijn in en weerbaarheid van de onderzoeks- en innovatiesector te vergroten. Meer specifiek komt de Commissie begin 2024 met een voorstel om kennisveiligheid in de EU te versterken. Dit pakket aan maatregelen heeft tot doel de weerbaarheid van de EU te vergroten en zodoende haar rol als geopolitieke speler te versterken. De kracht van de Europese normen en waarden en de internationale normering van Europese regelgeving spelen hier een duidelijke rol.

Verslag van de vergadering Raad Buitenlandse Zaken d.d. 23 november 2023

De leden van de BBB-fractie hebben met opluchting vernomen dat de Nederlander Ofir Engel bevrijd is uit gijzeling door Hamas en bedanken de Nederlandse regering en overige partijen voor de inspanning en bemiddeling. Het staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas is recent opgeschort. Op de eerste dag vielen er al gelijk tientallen doden melden diverse media. De leden van de BBB-fractie willen benadrukken dat Israël in haar recht staat om een volgende «7 oktober» te voorkomen. Tegelijkertijd moeten we humanitaire pauzes proberen in te brengen, zodat goederen, voedsel, water en medicijnen kunnen worden geleverd aan de kwetsbaren in Gaza. Kan de Minister aangeven in welke mate de Nederlandse bijdrage aan de maritieme corridor daadwerkelijk bijdraagt aan de humanitaire hulpverlening aan Gaza?

66. Antwoord van het kabinet:

Het verruimen en versnellen van de humanitaire toegang over land is de snelste en meest effectieve manier om hulp Gaza in te krijgen. De ernst van de situatie vraagt echter om het verkennen van alle opties. Daarom heeft Nederland marineschip Zr.Ms. Holland tot eind dit jaar in gereedheid gebracht in de Oostelijke Middellandse Zee om een mogelijke bijdrage te leveren aan eventuele humanitaire hulp of voor evacuatiescenario’s. Vooralsnog is een maritieme corridor in internationaal verband echter nog niet overeengekomen en heeft Zr.Ms. Holland nog geen rol kunnen spelen bij humanitaire hulpverlening. Mocht een dergelijke corridor tot stand gebracht kunnen worden, dan dient deze in dienst te staan van de hulpverlening van professionele, gemandateerde humanitaire organisaties en met instemming van alle relevante partijen. Nederland onderhoudt hierover nauw contact met bondgenoten en partnerorganisaties.

Welke actieve rol ziet de Minister voor de EU en Nederland specifiek in de bemiddeling naar een politieke oplossing in het conflict tussen Israël en Hamas?

67. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet onderhoudt geen directe diplomatieke contacten met Hamas en is daarvoor afhankelijk van bemiddeling van met name Qatar, dat in het verleden herhaaldelijk een belangrijke rol speelde bij het beëindigen van vijandigheden tussen Israël en Hamas. Zie voor de inzet van het kabinet ten aanzien van het vredesproces het antwoord op vraag 43.

De leden van de BBB-fractie maken zich grote zorgen over de regionale destabilisering die het conflict tussen Israël en Hamas veroorzaakt. Welke diplomatieke inspanningen verwacht de Minister in de komende weken te verrichten om de kans op escalatie te verminderen? Qatar speelt een dubbelrol in de regio; aan de ene kant financiert Qatar Hamas en aan de andere kant is Qatar een belangrijke bemiddelaar die het mogelijk maakt om te communiceren met Hamas.

68. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet blijft zo lang als nodig diplomatieke inspanningen verrichten, niet alleen in EU-verband maar juist ook richting regionale partners. Zo sprak de Minister van Buitenlandse Zaken tijdens de recente ministeriële bijeenkomst van de Union for the Mediterranean onder andere met Jordanië en Turkije. Ook zal de Minister van Buitenlandse Zaken op 9 december in de VAE gesprekken met regionale collega’s voeren. Zoals ook aangegeven in de beantwoording van het schriftelijk overleg over de situatie in Israël en Gaza van 18 november jl.17, heeft Qatar in het verleden herhaaldelijk een belangrijke rol gespeeld bij het beëindigen van vijandigheden tussen Israël en Hamas. Ook speelt Qatar een cruciale rol bij het vrij krijgen van gegijzelden en het vertrek van buitenlanders uit Gaza. Een van de redenen dat Qatar die belangrijke rol kan spelen, is de aanwezigheid van de leiders van Hamas in Qatar.

In een artikel in de Economist van 30 november jongstleden wordt gesteld dat de vooruitzichten voor Poetin op een overwinning er nu het beste uitzien sinds de start van zijn invasie.18 Rusland heeft een oorlogsindustrie gebouwd, zijn grip op de macht versterkt, militaire middelen en voorraden veiliggesteld uit bevriende regimes en helpt de Global South zich te keren tegen de VS en ondermijnt daarmee de verbondenheid en overtuiging van de Westerse militaire en diplomatieke steun aan Oekraïne. Beseffende dat de winter er aankomt met de verwachte aanvallen op energie en infra-systemen, zijn Nederland en de EU zich bewust van de kritieke fase van de oorlog die Oekraïne ingaat? En verwacht de Minister dat het twaalfde EU-sanctiepakket in combinatie met de achtste tranche (500 miljoen euro) uit het EDF-pakket, voldoende zijn om zicht te kunnen houden op Zelenski’s Vredesformule?

69. Antwoord van het kabinet:

Nederland is zich zeer bewust van de moeilijke fase nu de winter aanbreekt en Oekraïne wederom kwetsbaar is voor Russische aanvallen op kritieke infrastructuur. Het kabinet pleit daarom, ook binnen de EU, voor meerjarige en meer steun voor Oekraïne, en snelle aanname van een ambitieus 12de sanctiepakket. Hierbij moet worden aangetekend dat Rusland er nog steeds niet in slaagt Oekraïne te overmeesteren en zware verliezen lijdt. De EU ondersteunt de Vredesformule van president Zelensky en verwelkomt dat bij de besprekingen van dit Oekraïense initiatief ook vele niet-westerse landen als India en Zuid-Afrika zijn betrokken en dus bestaat naast de Europese (en andere westerse) steun.

Wanneer verwacht de Minister dat het twaalfde EU-sanctie pakket in werking kan treden en verwacht zij eventuele tegenwerking vanuit lidstaten die een unaniem besluit kunnen verhinderen? Wat is de opstelling van Hongarije en Polen bijvoorbeeld?

70. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet bepleit snelle aanname van een ambitieus 12de sanctiepakket tegen Rusland. Het is immers essentieel om de druk op Rusland verder op te voeren. Het kabinet kan echter niet ingaan op het verloop van de onderhandelingen. Bij besluitvorming over sancties gelden de algemene uitgangspunten van EU-eenheid, leveringszekerheid en juridische houdbaarheid.

Kan de Minister ingaan op de aard en reikwijdte van de bilaterale gesprekken van lidstaten met Oekraïne over veiligheidsgaranties?

71. Antwoord van het kabinet:

Nederland heeft in juli jl. de G7-verklaring medeondertekend, samen met bijna 30 andere landen. Verschillende landen zijn inmiddels gestart met bilaterale gesprekken met Oekraïne over hun respectievelijke bijdragen aan veiligheidsarrangementen. Het kabinet kan niet ingaan op de gesprekken van andere lidstaten met Oekraïne.

Het kabinet ziet de veiligheidsarrangementen als een belangrijk signaal aan Kyiv, onze partners en zeker ook aan Moskou, van het voortgezette Nederlandse commitment aan Oekraïne, voor zo lang als dat nodig is. Over de invulling van deze arrangementen wordt met Oekraïne en in internationaal verband de komende maanden verder gesproken. Daarbij is het voorstelbaar dat de veiligheidsarrangementen de vorm krijgen van een meerjarige lange termijnovereenkomst met Oekraïne op het vlak van veiligheid en defensie en in samenhang met bredere steun op vlak van accountability en wederopbouw. Het kabinet zal uw Kamer blijven informeren over ontwikkelingen op dit terrein.

Is het Nederlandse kabinet met Oekraïne in gesprek over veiligheidsgaranties voor Oekraïense soevereiniteit en, zo ja, kan de Minister ons daar inhoudelijk over informeren? Is het Nederlandse kabinet met Oekraïne in gesprek over veiligheidsgaranties voor Oekraïense soevereiniteit en, zo ja, kan de Minister ons daar inhoudelijk over informeren?

72. Antwoord van het kabinet:

Nederland werkt samen met Oekraïne aan een bilateraal veiligheidsarrangement. Het gaat daarbij om wederzijdse afspraken, niet om juridisch bindende «garanties». Het arrangement is een belangrijk signaal aan Kyiv en Moskou dat Nederland Oekraïne blijft steunen. Via brede steun helpt het kabinet Oekraïne de eigen soevereiniteit zo goed mogelijk te verdedigen.

Kan de Minister delen op welke wijze het kabinet haar besluitvorming omtrent de te varen koers en/of strategie met betrekking tot de Oekraïense oorlog ondersteunt met scenario’s? En, zo ja, met welke scenario’s houdt de Minister dan rekening?

73. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet houdt bij het bepalen van zijn beleid met betrekking tot de Russische oorlog in Oekraïne rekening met verschillende scenario’s. Die scenario’s worden regelmatig besproken en waar nodig aangescherpt op basis van ontwikkelingen en informatie ontvangen van partners. Het kabinet is graag bereid deze scenario’s in een technische briefing aan de Kamer toe te lichten.

Rusland is deze agressie-oorlog begonnen en kan deze ieder moment beëindigen. Rusland toont echter in geen enkel opzicht dat het daartoe bereid is en geeft ook niet aan dat het bereid is tot enige waarachtige onderhandeling. Het is ook, gegeven de uitlatingen en de militarisering van de Russische economie en mobilisatie niet realistisch te verwachten dat dit snel zal gebeuren. Nederland zet daarom, samen met een grote groep landen, ook buiten de EU, in op meerjarige internationale hulp om Oekraïne in alle nodige opzichten te steunen tegen deze agressie: politiek, militair en economisch. Tevens wordt internationaal ingezet om Rusland, zo veel mogelijk onder druk te zetten deze oorlog zo spoedig mogelijk te beëindigen (o.a. middels EU-sancties). Nederland ondersteunt tevens de zgn. Vredesformule van President Zelensky met alle elementen nodig voor het bereiken van een duurzame en rechtvaardige vrede voor een wederopgebouwd en economisch levensvatbaar Oekraïne, waardoor ook de Europese veiligheid in zijn geheel wordt vergroot. Het kabinet houdt bij het bepalen van zijn beleid met betrekking tot de Russische oorlog in Oekraïne rekening met verschillende scenario’s. Die scenario’s worden regelmatig besproken en waar nodig aangescherpt op basis ontwikkelingen en van informatie ontvangen van partners. Het gaat te ver om hier in detail in te gaan op alle scenario’s waar op dit moment rekening mee wordt gehouden, maar het kabinet is graag bereid deze scenario’s in een technische briefing aan de Kamer toe te lichten.

Iran

Hoe duidt de Minister de recente ontwikkelingen in de Rode Zee bij Jemen, waar drie commerciële schepen door vanuit Iran gesteunde Houthi-rebellen zijn aangevallen? Zijn Nederlandse schepen ook in gevaar, gezien het feit dat zij ook gebruikmaken van de Rode Zee?

74. Antwoord van het kabinet

Het kabinet veroordeelt de aanvallen op commerciële schepen in de Rode Zee door Houthi-milities. De EU roept, mede namens Nederland, de Houthi’s op om de bedreigingen te stoppen en zich te onthouden van verdere aanvallen. Veilige internationale scheepvaartroutes zijn cruciaal om bemanningsleden te beschermen en ononderbroken handelsverkeer te garanderen. Daarom blijft het kabinet zich inzetten voor de veiligheid van commerciële zeevaart in de regio.

Het kabinet houdt rederijen doorlopend op de hoogte van het risiconiveau en heeft recent waarschuwingsberichten uitgestuurd ten aanzien van de veiligheidssituatie. Wanneer de ontwikkelingen daarom vragen wordt een vernieuwde waarschuwing uitgevaardigd. De veiligheidssituatie in de Rode Zee is internationaal al jaren een aandachtspunt, en heeft ook geleid tot internationale militair maritieme presentie en ondersteuning, ook vanuit Nederland. Zo draagt Nederland sinds 2009 bij aan de door de Europese Unie geleide antipiraterijmissie Operatie Atalanta.

Is de Minister van mening dat er een grens is overschreden door Iran in het licht van deze ontwikkelingen, aangezien een van de schepen «aanzienlijk beschadigd» zou zijn?

75. Antwoord van het kabinet:

De aanvallen zijn uitgevoerd door Houthi-milities. Hoewel Iran benadrukt dat het geen directe betrokkenheid heeft bij deze aanvallen, steunt Iran uiteraard wel de Houthi’s in militaire en politieke zin. Het kabinet blijft alle partijen oproepen tot de-escalatie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben de volgende opmerkingen en vragen naar aanleiding van de geannoteerde agenda (GA).

Oekraïne

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de bewering van de Minister dat er geen sprake is van een patstelling en dat de Zelensky Peace Formula het enige geloofwaardige diplomatieke traject uit de oorlog is Kamerstuk 28 676, nr. 447. Deze leden zijn verbaasd over dit totaal gebrek aan ambitie en verbeeldingskracht om met diplomatieke middelen een einde aan de oorlog te bereiken. Hoe ziet een patstelling er wel uit, als dit er geen is? Deelt de Minister de mening dat het de taak is van diplomaten om te verkennen onder welke omstandigheden een gesprek mogelijk wordt? Is de Minister bereid om dit in Brussel te bepleiten?

76. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet onderkent dat de frontlijn de afgelopen maanden niet significant is veranderd. Er is echter geen sprake van een patstelling. De gevechten aan de frontlijn zijn onverminderd intensief, met honderden gesneuvelden per dag, waarbij zowel Oekraïne als Rusland regelmatig nog bescheiden terreinwinst claimen.

Het diplomatieke proces gebaseerd op president Zelensky’s Vredesformule krijgt wereldwijd steeds meer steun, ondanks Russische pogingen dit proces te bagatelliseren en frustreren. Bij een laatste diplomatiek overleg in Kyiv waren meer dan 80 landen en organisaties betrokken. Nederland is nauw betrokken bij diverse werkgroepen die gestalte geven aan verdere implementatie van deze vredesformule. Zowel binnen als buiten de EU blijft Nederland steun voor de vredesformule uitspreken.

Op dit moment houdt Rusland nog steeds ruim 20% van Oekraïne bezet, terroriseert het de bevolking in die regio’s en valt civiele infrastructuur elders in het land aan. Er zijn nog steeds geen indicaties dat Rusland overweegt zijn troepen uit Oekraïne terug te trekken. Aan voorwaarden voor duurzame vrede wordt momenteel dus niet voldaan. Het is overigens in de eerste plaats aan Oekraïne om te bepalen wanneer de juiste voorwaarden zich voordoen om vredesonderhandelingen te starten.

Gaza

De leden van de SP-fractie zijn zeer teleurgesteld over de hervatting van de aanvallen op Gaza door Israël, als gevolg waarvan Israël verantwoordelijk is voor nog meer schendingen van het humanitair oorlogsrecht. Zelfs de VS maakt zich zorgen dat er teveel burgerdoden vallen. Inmiddels heeft het kort geding tegen de Staat plaatsgevonden om levering van F-35 onderdelen aan Israël stop te zetten. Is het kabinet bereid de uitspraak af te wachten en tot die tijd geen nieuwe (door)leveringen te doen?

77. Antwoord van het kabinet:

Nee. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft op advies van de Minister van Buitenlandse Zaken besloten om niet in te grijpen op een bestaande regeling die in het kader van Nederlandse deelname aan het F-35-programma is ingeroepen en waarmee Amerikaanse F-35 onderdelen worden doorgeleverd naar gebruikers van de F-35, waaronder Israël. Onderbouwing van dit besluit heeft het kabinet uitvoerig toegelicht aan uw Kamer in beantwoording van eerdere Kamervragen op dit onderwerp (Kamerstukken 2023D46888, 2023D46880 en 2023D46897) en tijdens het Commissiedebat over de situatie in Gaza van 23 november (Kamerstuk 23 432, nr. 503 ).

Sahel

De leden van de SP-fractie hebben nota genomen van het voornemen van het kabinet om recentelijk geleerde lessen over buitenlandse interventies in de Sahel toe te passen op de toekomstige inzet, waaronder «realiteitszin en transparantie over de Nederlandse invloed, de beleidsdoelen en de te behalen resultaten». Deze leden zullen dat in de praktijk blijven volgen. Ook positief is dat het kabinet een onderscheid maakt tussen de «transitieautoriteiten» in desbetreffende landen en de bevolking. Deze leden vragen wel hoe het kabinet de zinsnede «... de EU als partner die oog houdt voor het perspectief van de bevolking» concreet voor zich ziet. Is er slechts «een» perspectief en hoe neemt men daar kennis van?

78. Antwoord van het kabinet:

Het is duidelijk dat de bevolking in de Sahel kampt met grote uitdagingen. Zo scoren de Sahellanden slecht op het gebied van onder meer gezondheid, goed bestuur, voeding, onderwijs, inkomen, levensstandaard en levensduur. Ook zijn centrale overheden in grote delen van de Sahelregio afwezig en zijn deze onvoldoende in staat burgers en gemeenschappen buiten de steden te beschermen. Hierdoor hebben (jihadistische) groeperingen en criminele organisaties in deze gebieden vrij spel. Bij de Europese inzet in de Sahelregio dringt Nederland daarom aan op het centraal stellen van de bevolking door specifieke nadruk te leggen op de bescherming van mensenrechten, de positie van minderheden en jongeren, de versterking van de relaties tussen burgers en overheden (sociaal contract) en het verbeteren van relaties tussen bevolkingsgroepen (sociale cohesie). Ook pleit het kabinet in Europees verband voor een sterke focus binnen de EU-inzet op het bieden van perspectief aan jongeren, vrouwen en meisjes.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de stukken. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie lezen dat een kernelement van de veiligheidsarrangementen het versterken van de defensie-industrie is. Deze leden zijn benieuwd hoe hier praktisch invulling aan wordt gegeven. In een interview met NAVO-topmilitair Rob Bauer uit de NRC van 4 december wordt ook het wapenproductiethema aangesneden. Hij stelt onder andere: Als het gaat om voorraden hebben wij de afgelopen jaren in het Westen alleen gekeken naar efficiëntie. Zo weinig mogelijk geld uitgeven, just in time, just enough. Onze hele liberale economie is daarop gebaseerd. Dat betekent dat je je productiecapaciteit maximaal benut, en daarmee wordt het zo goedkoop mogelijk. Dat is prima voor mobiele telefoons en toiletpapier, maar het werkt niet in oorlogstijd voor militair materieel. «Wat wij moeten doen is onze economieën een soort oorlogseconomie brengen. Dat is wettelijk lastig. In sommige landen zijn regeringen eigenaar of deels eigenaar van de defensie-industrie. Daar kan de overheid directer druk zetten. In Nederland en Duitsland is het een discussie tussen overheid, industrie en financiers om te investeren in productiecapaciteit. En dat duurt allemaal veel te lang. Het is naïef om te denken dat dit alleen maar het probleem is van de Oekraïners. Het duurt te lang voordat dit op gang komt.»).19

De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd of het demissionair kabinet deze constatering deelt en, zo ja, hoe op basis van deze analyse concrete stappen worden gezet om de wapenproductie in Europa fors en snel op te voeren.

79. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet deelt de analyse dat het tijd kost om de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie op te schalen en dat hiervoor overleg nodig is tussen overheid, industrie en financiers. Dit jaar zijn er in de EU concrete stappen gezet om de productiecapaciteit versneld op te schalen door de inwerkingtreding van de Act in Support of Ammunition Production (ASAP). Daarnaast wordt eind februari 2024 de Europese Defensie Industrie Strategie (EDIS) door de Europese Commissie gepresenteerd en het kabinet zal zich ervoor inzetten dat deze strategie zich ook zal richten op het opschalen van productiecapaciteit.

Het kabinet verwelkomt de genoemde EU-instrumenten die een bijdrage leveren aan de steun aan Oekraïne en onderkent dat er meer nodig zal zijn, onder meer door additionele bestellingen door lidstaten van munitie bij de industrie. Hiernaast is het onder meer nodig dat lidstaten elkaars nationale planningen beter op elkaar afstemmen en hun investeringen beter coördineren, zodat de EU's Defence Technological and Industrial Base(EDTIB) kan profiteren van schaalvoordelen. Het kabinet zet zich hiervoor in. Ook worden mogelijkheden onderzocht om toegang van de defensie-industrie tot kritieke grondstoffen en componenten te verzekeren. Tot slot is het van belang dat de defensie-industrie voldoende toegang heeft tot kapitaal om te kunnen investeren en mogen Europese criteria voor duurzame investeringen die toegang niet onnodig belemmeren. Het kabinet is tegelijkertijd van mening dat dit gesprek ook maatschappelijk gevoerd moet worden en hoopt uw Kamer aan haar zijde te vinden.

Het kabinet is verder bereid te kijken naar instrumenten om de Oekraïense defensie-industrie te steunen en uit te bouwen. Op dit moment worden de mogelijkheden hiertoe onderzocht. Ten slotte verkent Nederland ook nationaal de mogelijkheden om de productiecapaciteit op te schalen. Inspanningen om de productiecapaciteit te verhogen zijn gericht op de behoeftes van Oekraïne en op die van de Nederlandse krijgsmacht als onderdeel van het NAVO-bondgenootschap. Uw Kamer zal hierover te zijner tijd worden geïnformeerd.

De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet zich diplomatiek blijft inspannen om te komen tot een zo breed mogelijke steun voor Oekraïne. Deze leden steunen deze inzet. Deze leden zijn wel benieuwd naar de gevolgen van de Nederlandse en Westerse positie ten aanzien van het conflict tussen Israël en Hamas voor de wereldwijde steun voor Oekraïne. Het Westen zou volgens sommige landen een dubbele standaard hanteren. De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd of er al iets te concluderen valt over de mogelijke gevolgen van de Westerse steun voor de oorlog in Gaza op de steun voor Oekraïne.

80. Antwoord van het kabinet:

De kritiek van dubbele standaarden is iets wat langer speelt, ook al voor 7 oktober. Het Kabinet is zich daar bewust van. De parallellen tussen verschillende conflicten, vooral tussen de agressieoorlog van Rusland en de oorlog tussen Israël en Hamas, gaan niet op. Iedere situatie is anders. Rusland is bijvoorbeeld zonder enige aanleiding Oekraïne binnengevallen. Rusland maakt burgers tot doelwit. Dat is anders dan zelfverdediging in reactie op een ongekende terreurdaad tegen Israëlische burgers. Nederland onderstreept het belang van het humanitair oorlogsrecht en dringt op naleving hiervan aan. Gedegen en onafhankelijk onderzoek zal nodig zijn om schendingen vast te stellen. Het humanitair oorlogsrecht geldt voor alle partijen tijdens een gewapend conflict op dezelfde wijze. Schending door de ene partij ontslaat de andere partij niet van zijn eigen verplichtingen.

Nederland blijft doorgaan met het steunen van Oekraïne. In zowel bilateraal als multilateraal verband blijven wij onderstrepen dat wij Oekraïne niet vergeten. Wij kunnen het ons in Nederland en Europa niet veroorloven dat aandacht en steun voor Oekraïne verslapt. De gevolgen voor de Europese veiligheid zullen zeer ernstig zijn als Rusland deze oorlog wint. Daarbij voert Rusland nog dagelijks aanvallen uit in Oekraïne. Blijvende en voorspelbare steun aan Oekraïne is dus van groot belang, zeker tijdens deze wintermaanden waarin Oekraïne kwetsbaar is voor Russische aanvallen op kritieke infrastructuur. Het kabinet is zich er daarbij van bewust dat voor blijvende steun aan Oekraïne Nederlandse en Europese inzet en outreach noodzakelijk blijven, ook met partners buiten de Euro-Atlantische gebieden.

De leden van de CDA-fractie zijn ook benieuwd hoe het kabinet reflecteert op de uitspraken van de Amerikaanse Minister van Defensie Austin. Hij stelt onder meer dat Israël een nederlaag riskeert als er niet beter rekening wordt gehouden met de impact van de strijd op de burgerbevolking in Gaza. Vice-President Harris stelde eerder al dat er te veel onschuldige Palestijnen zijn omgekomen en dat Israël moet zorgen voor genoeg veilige gebieden voor Palestijnen in de Gazastrook. Deze leden maken hieruit op dat de Amerikanen van toon zijn veranderd. Hoe kijkt het kabinet hiernaar? Is hier afstemming over geweest met de EU? En kan de EU samen optrekken met de VS om bij Israël aan te dringen op de creatie van meer veilige zones, meer humanitaire hulp en gematigd militair optreden?

81. Antwoord van het kabinet:

Net als de VS benadrukt het kabinet dat Israël zich aan het humanitair oorlogsrecht dient te houden, burgerslachtoffers zo veel mogelijk moet voorkomen en zo snel mogelijk en ongehinderd humanitaire hulp moet doorlaten. Het kabinet roept Israël zowel bilateraal als in EU-verband met klem op tot aantoonbare terughoudendheid en trekt met partners, waaronder de VS, op om nieuwe humanitaire pauzes en corridors te faciliteren en om de toevoer van humanitaire hulp te vergroten.

De leden van de CDA-fractie maken zich grote zorgen over de situatie in de Sahel-regio. In plaats van dat we aan invloed winnen, lopen we achter de feiten aan. Zelfs Niger is een andere route ingeslagen, terwijl de EU toch veel verwachtingen had van dit voormalig partnerland. Deze leden zijn benieuwd hoe er binnen de EU wordt gereflecteerd op dit verlies van invloed in de regio. We hebben de \afgelopen jaren heel actief ingezet op verbeterde relaties, het bevorderen van stabiliteit en gelijkwaardige partnerschappen, maar toch is vrijwel overal het tegenovergestelde waarheid geworden. Welke lessen worden hieruit getrokken? En wat betekent dit voor onze toekomstige inzet?

82. Antwoord van het kabinet:

De instabiele politieke en zich verslechterende veiligheidssituatie nopen de internationale gemeenschap inderdaad tot introspectie. Ook binnen de Europese Unie dringt het besef door dat er ondanks voorbeelden van succesvolle samenwerking ook lessen getrokken moeten worden, bijvoorbeeld over de militaire inzet en over het instrumentarium op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Daarbij moet opgemerkt worden dat de Europese invloed grenzen heeft en geen staatsgrepen kan stoppen. Ook de landen zelf en regionale Afrikaanse organisaties hebben hier een verantwoordelijkheid. Nederland werkt eraan om binnen de EU consensus en met andere internationale organisaties te krijgen over de beste weg voorwaarts in de Sahel. Vanuit de Europese en Nederlandse belangen in de regio kunnen we de landen en de bevolking niet de rug toekeren. De EU bespreekt dit daarom ook op de RBZ.

De Nederlandse inzet in de Sahel is gestoeld op een aantal uitgangspunten dat aansluit op de Afrikastrategie20, de Kamerbrief Nederlandse inzet in de Sahelregio21 en de BHOS-nota22. Deze uitgangspunten zijn beschreven in een Kamerbrief die u op 1 dec 2023 is toegekomen en nemen de geleerde lessen uit recente evaluaties in acht, waaronder de IOB-eindevaluatie over de Nederlandse bijdrage aan VN-missie MINUSMA in Mali tussen 2014 en 20194, de IOB-eindevaluatie over de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-missie Resolute Support in Afghanistan en de IOB-evaluatie Nederlands beleid stabiliteit, veiligheid en rechtsorde in enkele van de meest fragiele contexten.

De leden van de CDA-fractie lezen dat er ook wordt gesproken over de externe dimensie van economische veiligheid, waarin protect maatregelen een belangrijke rol vertolken. In dat kader zijn deze leden benieuwd naar de beweegredenen omtrent het besluit om geen onderzoek in te stellen naar de overname van de Delfste startup Nowi door de Chinees-Nederlandse chipfabrikant Nexperia. Demissionair Minister Adriaansens van Economische Zaken meldde aan de Tweede Kamer dat er «geen wettelijke bezwaren» zijn tegen de overname. Als reden geeft ze aan dat de technologie van Nowi niet aangemerkt kan worden als geschikt voor militair gebruik.

Wat betreft deze leden is de vraag gerechtigd of het wenselijk is dat dergelijke tech-startups en bedrijven in handen komen van een Chinees bedrijf, ongeacht de vraag of de technologie wordt gebruikt voor militaire doeleinden. Recent heeft de Britse regering Nexperia verplicht een fabriek te verkopen en in Duitsland kreeg het bedrijf als enige consortium geen geld vanuit een speciaal steunprogramma. In beide gevallen werd het feit dat Nexperia onderdeel is van een Chinees bedrijf als een te groot risico gezien. Hoe reflecteert het kabinet hierop? Duitsland is bovendien een EU-lidstaat. Waarom wordt hier geen coherente EU-lijn getrokken?

83. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet heeft kennisgenomen van de besluiten van het Verenigd Koninkrijk en Duitsland en staat voortdurend in nauw contact met bondgenoten. Net als het Verenigd Koninkrijk en Duitsland maakt het kabinet een eigen afweging op basis van de risico’s voor de nationale veiligheid bij investeringen, fusies en overnames. Hierbij streeft het kabinet zoveel mogelijk naar harmonisatie op Europees niveau.

Deze leden constateren ook dat voor onderzoeken met terugwerkende kracht onder de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Vifo) is bepaald dat ondernemingen actief op het gebied van sensitieve technologie zijn uitgesloten van de reikwijdte van het wetsvoorstel. Deze leden vragen of dit klopt en waarom hiervoor is gekozen. Deze leden vragen of het onderzoek naar de overname van Nowi wel noodzakelijk was binnen de kaders van de Wet Vifo, als er geen sprake was van een onderzoek met terugwerkende kracht.

84. Antwoord van het kabinet:

De reikwijdte van de terugwerkende kracht van de Wet vifo is vastgesteld tot die ondernemingen die actief zijn op het gebied van dual-use technologie en/of militaire goederen vanwege de rechtszekerheid voor bedrijven en investeerders ten behoeve van een sterk en weerbaar investeringsklimaat. Zoals toegelicht in de Rapportage toepassing Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (Kamerstuk 35 153, nr. 30 ) is op basis hiervan vastgesteld dat er geen wettelijke gronden zijn om de overname van Nowi door Nexperia met terugwerkende kracht aan een formele toetsing te onderwerpen. De uitvoering van de Wet Vifo valt onder de bevoegdheid van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de stukken ten behoeve van het schriftelijk overleg over de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 11 december. Deze leden hebben de volgende vragen.

In het verslag benadrukt het kabinet tegen het gedwongen verplaatsen van Palestijnen te zijn. Echter, hoe taxeert het kabinet de vrijwillige verplaatsing die Israël voorstelt om Palestijnse burgers juist buiten schot te houden, zo vragen de leden van de SGP-fractie.

85. Antwoord van het kabinet:

Het humanitair oorlogsrecht biedt de mogelijkheid om de burgerbevolking, bij uitzondering, te verplaatsen indien hun veiligheid of dwingende militaire redenen dit vereisen. In dat geval dienen alle mogelijke maatregelen te worden genomen om deze burgers in behoorlijke omstandigheden elders op te vangen voor wat betreft onderdak, hygiëne, gezondheid, veiligheid, voedsel en water. De situatie in het zuiden van Gaza met grote aantallen ontheemden is uiterst zorgwekkend. Het kabinet dringt mede daarom bij Israël, naast aantoonbare terughoudendheid en het zo veel mogelijk voorkomen van burgerslachtoffers, aan op zeer gerichte interventies.

Het kabinet zegt ook te benadrukken dat er geen annexatie of herbezetting door Israël van Gaza mag plaatsvinden. Erkent het kabinet dat dit geenszins de intentie van Israël is en dat Israël heeft gesteld Gaza niet te willen bezetten.

86. Antwoord van het kabinet:

Hoewel Israël zich in 2005 heeft teruggetrokken uit Gaza, heeft Israël de controle over de grenzen, het luchtruim en de zee behouden. Gezien de controle die Israël over Gaza uitoefent, gelden voor Israël nog steeds verplichtingen op basis van het bezettingsrecht. Israël heeft aangegeven de strijd voort te zetten net zolang totdat Hamas is verslagen, maar heeft nog geen duidelijke uitspraken gedaan over wat het van plan is te doen in Gaza op de langere termijn.

Kan het kabinet meer uitleg geven over het criterium «aantoonbare terughoudendheid» dat ze noemt en wat zij daaronder verstaat? Ten opzichte van wie of wat geldt de terughoudendheid die Nederland benadrukt? En schaadt of beperkt dit niet het recht van Israël om legitieme doelen uit te schakelen ten behoeve van Israëls zelfverdediging?

87. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet heeft steun uitgesproken voor Israëls recht op zelfverdediging binnen de grenzen van het internationaal recht, waaronder de vereisten van proportionaliteit en noodzakelijkheid. Daarnaast dienen alle partijen bij een gewapend conflict zich te houden aan het humanitair oorlogsrecht, dat onder meer bepaalt dat alleen militaire doelen mogen worden aangevallen en dat burgers te allen tijden moeten worden ontzien en beschermd. De oproep van het kabinet tot aantoonbare terughoudendheid in Israëlisch optreden ziet op deze bestaande internationaalrechtelijke inperkingen op geweldgebruik.

De leden van de SGP-fractie zijn benieuwd naar de EDEO-missie naar Armenië van eind november. Is al bekend hoe de EU steun kan bieden, zo vragen deze leden. Is er gekeken naar welke behoeftes er zijn?

88. Antwoord van het kabinet:

Recentelijk hebben EDEO en de Europese Commissie een gezamenlijk bezoek gebracht (ook met EBRD en EIB) aan Jerevan. Er is gesproken met een grote verscheidenheid aan politieke en maatschappelijke actoren om een beter beeld te krijgen van de noden en van mogelijke opties voor versterkte samenwerking. Armenië heeft hierbij aangegeven dat het onder meer behoefte heeft aan versterking van de EU-missie in Armenië en aan het verkennen van mogelijkheden tot visumliberalisatie. Verdere uitwerking hiervan zal in EU-verband plaatsvinden.

De voornoemde leden vragen ook naar de beperking tot non-letale steun. Wat vindt het kabinet dat Nederland moet doen indien er een verzoek tot letale steun komt en dit de effectiviteit van de inzet ten goede zou komen?

89. Antwoord van het kabinet:

Er ligt op dit moment geen verzoek voor lethale steun voor. Als een dergelijk verzoek binnenkomt zal het kabinet dit op zijn merites beoordelen.

De Hoge Vertegenwoordiger heeft met Westelijke Balkanlanden gesproken over het Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en het overnemen van sancties die tegen Rusland zijn opgelegd. Hoe is daarop gereageerd in Servië, zo vragen de leden van de SGP-fractie. Hoe wordt een eensgezinde koers ten opzichte van Rusland bevorderd?

90. Antwoord van het kabinet:

In het landenrapport voor Servië, gepubliceerd door de Commissie op 8 november, spreekt de Commissie wederom zorgen uit over het lage percentage van GBVB-aansluiting en het niet overnemen van EU-sancties tegen Rusland. Nederland vindt dit terecht en bleef in dit kader Servië het afgelopen jaar consequent aanspreken, zowel in EU verband als bilateraal, op het belang van volledige aansluiting bij het GBVB, inclusief de overname van de EU-sancties tegen Rusland. Ook verwacht het kabinet dat Servië de ingezette samenwerking rondom sanctieomzeiling bestendigt. In bredere zin, en mede n.a.v. de motie van de heer Van Wijngaarden c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2565), heeft het kabinet de Commissie verzocht om met voorstellen te komen op basis waarvan er consequenties binnen het uitbreidingsproces verbonden kunnen worden aan gebrekkige aansluiting bij het GBVB. Het kabinet verwelkomt de toegenomen aandacht van de Commissie voor het belang van GBVB-aansluiting in het kader van het toetredingsproces van alle kandidaat-lidstaten, en zal hierover met de Commissie en andere lidstaten in gesprek blijven.

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de agenda van de komende Raad Buitenlandse Zaken. Zij hebben daarover een aantal vragen en opmerkingen.

Na de ongekende terreuraanval op Israël heeft het Israëlische leger een tegenaanval in de Gazastrook ingezet met als doel Hamas definitief uit te schakelen. De gerapporteerde aantallen burgerslachtoffers die hierbij vallen, stemmen tot grote zorgen. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Minister of zij het eens is met de Amerikaanse Vice-President Kamala Harris die Israël heeft opgeroepen om meer te doen om Palestijnse burgers te beschermen tegen vernietigende bombardementen.23 Deze leden vragen de Minister ook of zij bereid is namens de Raad een gelijkluidende oproep te doen aan Israël.

91. Antwoord van het kabinet:

Nederland deelt deze oproep van Vice-President Harris. Het kabinet roept Israël in de vele bilaterale contacten consequent op om zich aan het humanitair oorlogsrecht te houden en om burgerslachtoffers zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast roept het kabinet Israël op tot aantoonbaar terughoudend handelen. De situatie in het zuiden van Gaza met grote aantallen ontheemden is uiterst zorgwekkend. Het kabinet dringt mede daarom bij Israel aan op aantoonbare terughoudendheid en het zoveel mogelijk voorkomen van burgerslachtoffers. Dat laat onverlet dat Nederland niet eigenstandig namens de Raad een dergelijke oproep kan doen aan Israël.

Tegelijk vragen de leden van de ChristenUnie-fractie of de Minister de indruk deelt dat de cijfers omtrent de aantallen burgerslachtoffers ook onderdeel zijn van de informatieoorlog die rond dit conflict woedt. De hoge cijfers verhogen de druk op Israël om de strijd te staken en zijn daarmee op zichzelf onderdeel van de strijd. Deelt de Minister deze visie? Zo nee, waarom niet?

92. Antwoord van het kabinet:

Het verkrijgen van de juiste informatie is belangrijk, maar ook uiterst ingewikkeld. Afgezien van de discussie over de exacte cijfers, is het duidelijk dat zeer hoge aantallen burgerslachtoffers te betreuren zijn binnen dit conflict. Het kabinet blijft Israël nadrukkelijk oproepen tot aantoonbare terughoudendheid, naleving van humanitair oorlogsrecht en de bescherming van burgers.

In dit verband blijft ook de vraag spelen hoe betrouwbaar de cijfers zijn. Deze leden vragen de Minister bijvoorbeeld of zij de cijfers kan duiden die de VN-organisatie Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA) doorgeeft.24 Uit de gegevens van OCHA valt op te maken dat tussen dag 58 en dag 60 het totaal aantal doden met 725 gestegen is, maar dat het aantal vrouwen en kinderen in dezelfde twee dagen met 1353 gestegen is. Is er een verklaring voor deze discrepantie of zijn deze cijfers hoe dan ook niet voldoende betrouwbaar om op af te kunnen gaan, zo vragen deze leden.

93. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet neemt de cijfers in acht die worden gebruikt door gemandateerde (VN-) organisaties ter plaatse met relevante kennis en expertise. Het kabinet monitort de ontwikkelingen – waaronder ook de cijfers – kritisch. Daarbij wordt meegewogen dat het inherent is aan een crisissituatie met een dergelijke mate van ontregeling dat cijfers voortdurend worden aangepast naarmate meer informatie beschikbaar komt.

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn van mening dat er hoe dan ook veel te veel burgerslachtoffers vallen in deze oorlog. Deze leden vragen zich daarbij wel af in welke mate Israël verantwoordelijk is en in welke mate Hamas, dat er bewust voor kiest om de strijd te voeren vanuit dezelfde locaties als waar veel burgers verblijven.

Nederland erkent het recht van Israël op zelfverdediging, maar de leden van de ChristenUnie-fractie zouden van de Minister willen weten hoe deze opvatting zich verhoudt tot de opvatting van het kabinet dat Israël de Gazastrook bezet houdt. De jurist Nollkaemper stelde tijdens een hoorzitting voor de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken dat het recht op zelfverdediging voor Israël niet zou gelden, omdat het de Gazastrook bezet. Kan de Minister uitleggen waarom Israël volgens het kabinet dan toch het recht op zelfverdediging heeft? Beseft de Minister overigens dat de opvatting dat Israël de Gazastrook ondanks de terugtrekking in 2005 nog altijd bezet houdt, niet door alle juristen wordt aanvaard? Erkent de Minister dat de opvatting die Nederland over de bezetting van de Gazastrook huldigt, wezenlijk een politieke keuze is?

94. Antwoord van het kabinet:

Het recht op zelfverdediging is vastgelegd in artikel 51 van het VN-Handvest en kan individueel of collectief worden uitgeoefend. Het standpunt van het kabinet is dat het recht op zelfverdediging ook kan worden uitgeoefend tegen een gewapende aanval van een niet-statelijke gewapende groepering (Kamerstuk 27 925, nr. 518). Hoewel Israël zich in 2005 heeft teruggetrokken uit Gaza, heeft Israël de controle over de grenzen, het luchtruim en de zee behouden. Gezien de controle die Israël over Gaza uitoefent, gelden voor Israël nog steeds verplichtingen op basis van het bezettingsrecht.

Oekraïne-Rusland

De leden van de ChristenUnie-fractie steunen de inzet van het kabinet om zich diplomatiek te blijven inspannen om te komen tot een zo breed mogelijke internationale steun voor een rechtvaardige en duurzame vrede op basis van President Zelensky’s vredesformule. Deze leden vragen de Minister hoe zij denkt te kunnen bijdragen aan een meer verenigd Europees front nu Hongarije verschillende vormen van steun blokkeert. Deelt de Minister de mening dat de geblokkeerde fondsen voor Hongarije in verband met de rechtsstaatproblemen in het land niet vrijgegeven mogen worden in ruil voor een soepeler opstelling van Hongarije?

95. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet blijft zowel in EU-verband als in bilaterale contacten met lidstaten de urgentie en het belang van gezamenlijke EU-steun aan Oekraïne benadrukken. Er worden momenteel, met steun van Nederland, drie financiële instrumenten tegen Hongarije ingezet, om door middel van opschorting van uitbetaling van EU-middelen hervormingen op het terrein van rechtsstaat af te dwingen: 1) de voorwaarden voor betaling van EU-middelen uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit, met uitzondering van de genoemde 0,9 mld. euro voorfinanciering waarvan 0,8 mld. leningen ten behoeve van de financiering van de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk, 2) de MFK-rechtsstaatsverordening, en 3) de voorwaarden voor betaling van EU-middelen uit fondsen die vallen onder de Gemeenschappelijke Bepalingen Verordening (Common Provisions Regulation (CPR)). Voor al deze instrumenten geldt dat het kabinet het belang van een zorgvuldige toets door de Commissie van de door Hongarije genomen maatregelen om te voldoen aan de voorwaarde voor uitbetaling blijft benadrukken.

Kan de Minister uitleggen waarom de EC heeft besloten 900 miljoen euro uit het Herstelfonds uit te betalen? Voldoet Hongarije volgens de Minister aan alle voorwaarden hiervoor?

96. Antwoord van het kabinet:

De leden van de ChristenUnie verwijzen naar de 20% voorfinanciering van de RepowerEU-middelen uit het gewijzigde Hongaarse herstelplan. Voor HON komt dit neer op 0.9 mld., waarvan bijna 0.8 mld. in de vorm van een lening.

Zoals aangegeven in de geannoteerde agenda voor de Ecofinraad van 8 december 202325, vindt het kabinet het onwenselijk dat Hongarije 20% voor financiering van de RepowerEU-middelen zal ontvangen nog voordat de hervormingen op het gebied van de rechtstaat zijn gerealiseerd. De HVF-verordening voorziet er evenwel niet in dat aan de voorfinanciering eisen kunnen worden gesteld, in de vorm van mijlpalen of doelstellingen. Het recht op voorfinanciering ontstaat automatisch na het vaststellen van een concept-uitvoeringsbesluit ter goedkeuring van een gewijzigd herstelplan. Tijdens de Ecofinraad van 8 december 2023 ligt het concept-uitvoeringsbesluit ter goedkeuring van het gewijzigde Hongaarse herstelplan voor. Het kabinet is voornemens om zich dan te onthouden van stemming. In de geannoteerde agenda voor de Ecofinraad is dit verder toegelicht.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de protesten van Poolse en Slovaakse vrachtwagenchauffeurs tegen de toegang van Oekraïense vrachtwagenchauffeurs tot de EU. Klopt het dat de Oekraïense chauffeurs tegen lagere kosten kunnen werken, zo vragen deze leden de Minister. En vindt de Minister dat de Poolse en Slovaakse vrachtwagenchauffeurs terechte bezwaren hebben? Kan zij het antwoord op deze vraag toelichten?

97. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet heeft weliswaar begrip voor de zorgen die zijn geuit door de Poolse en Slowaakse vrachtwagenchauffeurs, maar zet erop in dat de blokkades zo snel mogelijk worden opgeheven en dat de afspraken in het akkoord (the EU-Ukraine Agreement on the carriage of freight by road) worden nageleefd. De zogenaamde solidariteitscorridors tussen de EU en Oekraïne moeten ervoor zorgen dat producten vanuit Oekraïne via de EU de wereldmarkt weer kunnen bereiken. Het is de levenslijn van de Oekraïense economie en tegelijkertijd essentieel voor humanitaire hulp. Het kabinet zet zich in voor het verlenen van steun aan Oekraïne, inclusief het bevorderen van de economische samenwerking tussen de EU en Oekraïne. De Europese Commissie benadrukt het belang van handhaving van het akkoord met Oekraïne en roept op tot het vinden van een gezamenlijke oplossing. Ook de Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft tijdens de Transpoortraad van 4 december jl. opgeroepen tot het vinden van een Europese oplossing.

Wat betreft de toegezegde munitieleveringen aan Oekraïne die onhaalbaar blijken, vragen de leden van de ChristenUnie-fractie de Minister wat er op Europees niveau aan gedaan kan worden om dit probleem zo snel mogelijk aan te pakken. Wat kan Nederland op dit punt zelf doen?

98. Antwoord van het kabinet:

Nederland heeft via het EU-initiatief om gezamenlijk munitie aan te schaffen langs twee sporen munitie aangeschaft voor Oekraïne: voor 130 mln. euro via het EDA-inkoopproject en met 130 mln. euro aan het door Duitsland geleide inkoopproject. Op dit moment worden de mogelijkheden om meer munitie voor Oekraïne aan te schaffen nader onderzocht. Zie verder antwoord bij vraag 28.

Oostelijk Partnerschap

Uit de passage in de geannoteerde agenda over het Oostelijk Partnerschap zouden de leden van de ChristenUnie-fractie de indruk kunnen krijgen dat er geen dreiging is voor een verder escalerende situatie tussen Armenië en Azerbeidzjan. Is daar inderdaad geen reden tot zorg over volgens de Minister, zo vragen deze leden.

99. Antwoord van het kabinet:

Op 7 december jl. hebben de regeringen van Armenië en Azerbeidzjan een gezamenlijke verklaring afgelegd waarin wordt aangegeven dat ze beiden de intentie hebben om hun relaties verder te normaliseren en verder werken aan vrede in de regio, gebaseerd op de principes van soevereiniteit en territoriale integriteit. Er zijn al stappen gezet om het wederzijds vertrouwen weer op te bouwen, zoals het vrijlaten van gevangengenomen militairen. Het kabinet ziet dit als stappen in de goede richting en steunt het tot stand brengen van een duurzaam vredesakkoord tussen Armenië en Azerbeidzjan. Leidend hierbij is voor het kabinet de inzet van de EU onder leiding van Raadsvoorzitter Charles Michel.

Ziet de Minister verschillen in de rechtsstaatontwikkeling tussen de verschillende leden van het Oostelijk Partnerschap en kan zij die helder op een rij zetten voor deze leden?

100. Antwoord van het kabinet:

In alle landen van het Oostelijk Partnerschap is rechtsstaatontwikkeling een punt van zorg. Om die reden besteedt het kabinet zowel tijdens bijeenkomsten van het Oostelijk Partnerschap als in bilateraal verband regelmatig aandacht aan dit onderwerp.

Het Eastern Partnership Civil Society Forum heeft in 2021 een overzicht gemaakt van de situatie met betrekking tot de rechtsstaat in partnerlanden. Daarbij wordt o.a. in kaart gebracht hoe het gesteld is met de vrijheid van meningsuiting/vrijheid van vergadering in landen en de onafhankelijkheid van de rechtelijke macht26. Hieruit blijkt dat de situatie met betrekking tot de rechtsstaat in Azerbeidzjan en Belarus verhoudingsgewijs minder goed is dan in Armenië, Moldavië, Georgië en Oekraïne. Ook inzake onafhankelijkheid van de rechtelijke macht blijven Azerbeidzjan en Belarus binnen het Oostelijke Partnerschap achter.

Welke steun krijgt Armenië concreet van de EU nu zo’n honderdduizend mensen hals over kop hebben moeten vluchten uit Nagorno-Karabach? Welke rol kan de ambassade in Jerevan spelen met betrekking tot de noden van de vluchtelingen?

101. Antwoord van het kabinet:

De Europese Commissie heeft tot nu toe verschillende vormen van steun aan Armenië toegezegd ter ondersteuning27. Dit omvat onder andere 10.45 miljoen euro aan humanitaire hulp, 800,000 euro extra voor het EU4Peace programma en mobilisatie van 15 miljoen euro aan budgetsteun ter ondersteuning van financiële hulp aan en integratie van de mensen die Nagorno-Karabach zijn ontvlucht.

Het kabinet stelt meerjarige, ongeoormerkte en flexibele financiering beschikbaar aan diverse VN-organisaties en -fondsen, evenals het internationale Rode Kruis/ de Rode Halve Maan. Deze financiering stelt hulporganisaties in staat om snel te reageren op rampen en crises, zoals in Nagorno-Karabach.

Welke actie onderneemt de EU ten behoeve van de voormalige Armeense bestuurders van de Nagorno-Karabach die nu vervolgd worden of al veroordeeld zijn door de Azerbeidzjaanse autoriteiten?

102. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet blijft in bilateraal en Europees verband bij Azerbeidzjan aandringen op een goede behandeling van gevangenen uit Nagorno-Karabach conform internationale standaarden, en op bescherming van alle mensenrechten van betrokkenen, waaronder het recht op een eerlijk proces.

Welke actie onderneemt de EU ten behoeve van de voormalige Armeense bestuurders van Nagorno-Karabach die nu vervolgd worden of al veroordeeld zijn door de Azerbeidzjaanse autoriteiten? Deelt de Minister de mening dat deze Armenen politieke gevangenen zijn en dringt zij aan op hun vrijlating en vrije aftocht naar Armenië? Zo nee, waarom niet?

103. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is niet bekend met het precieze aantal en de status van de gevangenen als gevolg van de militaire escalatie in Nagorno-Karabach. Ongeacht wie zij zijn, zal het kabinet in bilateraal en Europees verband bij Azerbeidzjan blijven aandringen op een goede behandeling van gevangenen uit Nagorno-Karabach conform internationale standaarden, en op bescherming van alle mensenrechten van betrokkenen, waaronder het recht op een eerlijk proces.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

De leden van de PvdD-fractie zijn tegen elke vorm van geweld en veroordelen de daden van Hamas en het Israëlische leger allebei. Deze leden vinden het nog steeds, op morele en internationaalrechtelijke grond, onbegrijpelijk en onacceptabel dat het kabinet niet voor een onmiddellijk staakt-het-vuren pleit. Er moet een einde aan de geweldsspiraal komen om meer burgerslachtoffers te voorkomen en de gijzelaars zo snel mogelijk veilig thuis te krijgen.

Seksueel geweld

De leden van de PvdD-fractie hebben met verdriet en afschuw de berichtgeving gevolgd. De nieuwsberichten over het seksueel geweld tegen onschuldige vrouwen en zelfs meisjes is afschuwelijk en verwerpelijk.28 29 Deze leden waarderen dat het kabinet financiering vrij heeft gemaakt voor het Internationaal Strafhof om onderzoek te doen naar de gruwelijke misdaden van Hamas die op 7 oktober en daarna zijn gepleegd, en gaan er vanuit dat deze gruweldaden mee worden genomen in het onderzoek. Zijn er manieren waarop de Minister zich in kan zetten om de slachtoffers fysiek en mentaal bij te staan? Zo ja, gaat de Minister die manieren inzetten?

104. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is zeer bezorgd over gedetailleerde berichten en getuigenissen van seksueel geweld door Hamas tegen vrouwen en meisjes. Het kabinet verwerpt alle vormen van seksueel geweld. Het is van belang dat hier grondig en onafhankelijk onderzoek naar wordt gedaan en bij eventuele behoefte aan Nederlandse assistentie daarbij zal dit bekeken worden.

Het Internationaal Strafhof verricht onderzoek naar alle vermeende internationale misdrijven die op of sinds 7 oktober zijn gepleegd door alle partijen. Het kabinet onderstreept het belang daarvan en stelt mede daarvoor drie miljoen euro extra beschikbaar als vrijwillige bijdrage. In verband met de onafhankelijkheid van het Strafhof is het niet mogelijk om vrijwillige bijdragen te oormerken voor specifieke onderzoeken.

In hetzelfde nieuwsbericht wordt ook gemeld dat Palestijnse vrouwen zeggen slachtoffer te zijn geweest van seksueel geweld in de Israëlische gevangenissen. Gaat de Minister erop aandringen dat deze beschuldigingen ook moeten worden onderzocht door het Internationaal Strafhof? En gaat de Minister er bilateraal en in EU-verband op aandringen dat elke vorm van seksueel geweld door elke partij onacceptabel is?

105. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is zeer bezorgd over de berichten van seksueel geweld in Israëlische gevangenissen. Het is van belang dat deze meldingen worden onderzocht, in eerste instantie door Israël zelf. Het is aan het Internationaal Strafhof om te bepalen of zij rechtsmacht heeft over vermeende internationale misdrijven begaan door Israël op Israëlisch grondgebied, maar Israël is geen partij bij het Verdrag van Rome inzake het Internationaal Strafhof. Het kabinet spreekt zich consequent uit tegen de schendingen van de mensenrechten van Palestijnse burgers en brengt deze aan de orde in gesprekken met Israëlische autoriteiten.

Bombardementen

De leden van de PvdD-fractie lezen dat het kabinet de goede contacten met Israël, de Palestijnse Autoriteit en landen in de regio en daarbuiten ten volle blijft inzetten om partijen op te roepen zich volledig te houden aan het humanitair oorlogsrecht om burgerslachtoffers te voorkomen.

Jan Egeland, hoofd van de Noorse Vluchtelingenraad, zegt dat het bombardement op Gaza «nu behoort tot de ergste aanvallen op een burgerbevolking in onze tijd».30

De VN waarschuwt dat het onmogelijk is om «zogenaamde veilige zones» te creëren voor burgers om naar toe te vluchten in de Gazastrook te midden van de Israëlische bombardementen.31 Op welk moment zal het kabinet zijn diplomatieke middelen inzetten om de Israëlische regering onmiddellijk te laten stoppen met het vermoorden van kinderen en burgers?

106. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is zeer bezorgd over de ernst en schaal van het conflict en het onnoemelijke leed waarmee dit gepaard gaat. Het kabinet blijft Israël nadrukkelijk oproepen tot aantoonbare terughoudendheid, naleving van humanitair oorlogsrecht en de bescherming van burgers, waaronder kinderen. In de verschillende bilaterale gesprekken met Israël is dit eveneens onderstreept. Tegelijkertijd moet Israel zichzelf kunnen verdedigen met inachtneming van het humanitair oorlogsrecht, zolang Hamas niet bereid is te stoppen met het geweld.

Deelt de Minister de mening dat het verschrikkelijk is dat er nog steeds burgerslachtoffers vallen en dat ondanks de zogezegde inspanningen van het kabinet om burgerslachtoffers te voorkomen, dat niet succesvol is en het einde van het onmenselijke leed ver uit het zicht is? Zo nee, waarom niet?

107. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is zeer bezorgd over de ernst en schaal van het conflict. Het leed aan zowel Israëlische als Palestijnse zijde is hartverscheurend. Het kabinet blijft Israël nadrukkelijk oproepen tot aantoonbare terughoudendheid, naleving van humanitair oorlogsrecht en de bescherming van burgers. Verdere burgerslachtoffers moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. In dat licht is snelle en ongehinderde toegang van humanitaire hulp essentieel, nieuwe gevechtspauzes eveneens. Het kabinet blijft zich hiervoor ten volle inzetten.

De leden van de PvdD-fractie zijn benieuwd hoe het kabinet op dit moment een levensvatbare Palestijnse staat voor zich ziet. Er zou geen humanitair recht voor nodig moeten zijn om een morele grens te trekken en te pleiten voor een onmiddellijk staakt-het-vuren. Hoe plaatst de Minister de trauma’s van mensen in deze levensvatbare Palestijnse staat?

108. Antwoord van het kabinet:

Een twee-statenoplossing blijft wat het kabinet betreft de enige geloofwaardige optie voor duurzame vrede, waarbij beide staten onafhankelijk en in veiligheid naast elkaar kunnen leven. Bij voorkeur zou een dergelijke oplossing gepaard gaan met een breed, regionaal steunpakket in lijn met het Peace Day Effort initiatief van de EU en internationale en regionale partners.

Wat zou de Minister als Minister van Nederland, het land dat zich inzet voor internationale rechtvaardigheid en mensenrechten, tegen die mensen willen zeggen? De Spaanse Minister-President Pedro Sanchez zegt ernstige twijfels te hebben of Israël zich aan het internationaal humanitair recht houdt. Gezien alle nieuwsberichten van journalisten en waarschuwingen van organisaties ter plaatse, zijn deze leden benieuwd waarom de Minister die twijfels niet heeft.32 Sanchez heeft ook aangegeven de situatie in Gaza onaanvaardbaar te vinden. Deelt de Minister die mening? Zo nee, waarom niet?

109. Antwoord van het kabinet:

Het internationaal recht is een hoeksteen van het Nederlands buitenlands beleid. Het kabinet zal dit ook in de komende periode centraal blijven stellen. Nederland blijft zijn goede contacten met Israël, de Palestijnse Autoriteit en andere relevante landen in de regio en daarbuiten ten volle inzetten om partijen op te roepen zich volledig te houden aan het humanitair oorlogsrecht en meer burgerslachtoffers te voorkomen. Het kabinet heeft steun uitgesproken voor Israëls recht op zelfverdediging binnen de grenzen van het internationaal recht, waaronder de vereisten van proportionaliteit en noodzakelijkheid. Daarnaast dienen alle partijen bij een gewapend conflict zich te houden aan het humanitair oorlogsrecht, dat onder meer bepaalt dat alleen militaire doelen mogen worden aangevallen en dat burgers te allen tijden moeten worden ontzien en beschermd. De oproep van het kabinet tot aantoonbare terughoudendheid in Israëlisch optreden ziet op deze bestaande internationaalrechtelijke inperkingen op geweldgebruik. Dit neemt niet weg dat het tegelijkertijd zeer complex is ons een oordeel te vormen over de naleving van het humanitair oorlogsrecht in relatie tot concrete gevechtshandelingen zoals bombardementen. De reden is dat de benodigde specifieke informatie over de omstandigheden en afwegingen daartoe op dit moment ontbreekt. Gedegen en onafhankelijk onderzoek zal nodig zijn om de relevante feiten boven water te krijgen. Het kabinet onderstreept het belang daarvan en stelt mede daarvoor drie miljoen euro extra beschikbaar als vrijwillige bijdrage voor het Internationaal Strafhof.

Humanitaire toegang

De leden van de PvdD-fractie lezen dat het kabinet aandringt, ook in EU-verband, op snelle, veilige en ongehinderde humanitaire toegang en hulp. Nu de Israëlische grondoperaties gericht zijn op het zuiden van Gaza, «zijn de voorwaarden niet aanwezig» om hulp te verlenen, aldus Lynn Hastings, de humanitaire coördinator van de VN voor de bezette Palestijnse gebieden. Hij waarschuwde dat «een nog helser scenario» op komst is in de Palestijnse enclave, volgens de laatste beoordeling van de VN voor Gaza.33 Daarbij komt dat sinds de bombardementen zijn gestart ook de buurt van grensovergang Rafah is gebombardeerd, waardoor de humanitaire hulp geen doorgang kon vinden. Gister werd ook bekend dat de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) bericht heeft ontvangen van het Israëlische leger dat het de voorraden uit het medische magazijn in het Zuiden van Gaza binnen 24 uur moest verwijderen, omdat grondoperaties het magazijn onbruikbaar zouden maken.34

De Palestijnse Rode Halve Maan Society heeft gezegd dat Israëlische troepen haar medici verhinderden vluchtelingenkampen te bereiken, «ondanks de aanwezigheid van gewonden die hulp nodig hebben en wiens leven wordt bedreigd».35 Neemt de Minister deze berichten serieus en, zo ja, wat zijn de daaruit volgende acties van de Minister? Zo nee, waarom niet?

110. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet heeft kennisgenomen van deze berichten en neemt deze zeer serieus. Nederland onderhoudt nauw contact met humanitaire organisaties die in Gaza werken, en zoekt voortdurend naar mogelijkheden waarmee het de humanitaire hulpverlening in Gaza kan ondersteunen. Dat humanitaire hulpverleners hun werk op dit moment niet in veiligheid kunnen uitvoeren, en de invoer van humanitaire hulpgoederen ver onder het vereiste niveau is, is zeer zorgwekkend. Net als veel andere landen roept Nederland Israël op tot volledige naleving van het humanitair oorlogsrecht, zodat humanitaire hulp ongehinderd de Gazastrook in kan, en gedistribueerd kan worden aan hulpbehoevenden in heel Gaza. Het kabinet verwelkomt het recente nieuws dat de door Nederland geleverde scanners bij de Kerem Shalom grensovergang gebruikt kunnen gaan worden, zodat humanitaire hulp Gaza sneller kan bereiken, en de toezegging van Israël dat het meer brandstof toelaat in Gaza. Nederland stelt daarnaast een speciaal gezant voor humanitaire aangelegenheden in het Midden-Oosten aan. Zij zal de Nederlandse diplomatieke inzet versterken ten behoeve van de humanitaire crisis in Gaza, inclusief werkzaamheden om het verlenen van levensreddende hulp aan de meest kwetsbare mensen te bespoedigen en de bescherming van burgers te verbeteren, in coördinatie met de Verenigde Naties en andere partners.

Deelt de Minister de mening dat humanitaire hulp met de dag onmogelijker wordt gemaakt, ondanks de inspanningen van het kabinet om humanitaire doorgang mogelijk te maken?

111. Antwoord van het kabinet:

De humanitaire gevechtspauze bood enig respijt voor humanitaire hulpverlening en gaf humanitaire organisaties de kans om hulpoperaties op te schroeven. Tijdens deze pauze kregen dagelijks max. 200 trucks met hulp toegang tot Gaza, wat bij lange na niet voldoende was om in de noden te voorzien. Nu de humanitaire pauze voorbij is, is de hoeveelheid hulp die Gaza binnenkomt weer gedaald naar een veel te laag niveau, ondanks inspanningen van de internationale gemeenschap. Maar zelfs tijdens de gevechtspauze kon amper genoeg hulp worden geleverd aan de noodlijdende bevolking van Gaza. Nederland blijft Israël oproepen tot volledige naleving van het humanitair oorlogsrecht, inclusief ongehinderde en veilige humanitaire toegang. Nederland roept, met de EU, op tot nieuwe onmiddellijke gevechtspauzes, zodat humanitaire hulp zo snel mogelijk kan worden opgeschaald, ter verlichting van het onnoemelijke leed van de Palestijnse bevolking. Het kabinet verwelkomt het recente nieuws dat de door Nederland geleverde scanners bij de Kerem Shalom grensovergang gebruikt kunnen gaan worden, zodat humanitaire hulp Gaza sneller kan bereiken, en de toezegging van Israël dat het meer brandstof toelaat in Gaza. Nederland stelt daarnaast een speciaal gezant voor humanitaire aangelegenheden in het Midden-Oosten aan. Zij zal de Nederlandse diplomatieke inzet versterken ten behoeve van de humanitaire crisis in Gaza, inclusief werkzaamheden om het verlenen van levensreddende hulp aan de meest kwetsbare mensen te bespoedigen en de bescherming van burgers te verbeteren, in coördinatie met de Verenigde Naties en andere partners.

Veroordeelt het kabinet deze acties van de Israëlische regering, waarmee het humanitaire toegang belemmerd?

112. Antwoord van het kabinet:

De huidige humanitaire toegangssituatie is voor Nederland niet acceptabel, en Nederland keurt acties af die ervoor zorgen dat humanitaire organisaties geen toegang kunnen krijgen tot mensen in nood. Nederland blijft Israël oproepen tot volledige naleving van het humanitair oorlogsrecht en onmiddellijke en ongehinderde toegang.

Human Rights Watch (HRW) heeft ontdekt dat boomgaarden, kassen en landbouwgrond zijn verwoest als gevolg van de Israëlische grondinvasie in het noorden van Gaza.36 Deelt de Minister de mening dat dit voedselonzekerheid vergroot en het verhongering van Palestijnse mannen, vrouwen en kinderen vergroot? Zo nee, waarom niet?

113. Antwoord van het kabinet:

Volgens de VN en ngo-rapportages zal het geweld in de Gazastrook gevolgen hebben voor de landbouw en voedselvoorziening. Het kabinet beschikt niet over alle feiten van alle individuele gevallen. De trends en ontwikkelingen zoals omschreven in het door Human Rights Watch geschreven artikel zijn bekend en geven reden tot zorg. Momenteel inventariseert de FAO de noden in het gebied. Nederland heeft extra humanitaire middelen beschikbaar gesteld voor onze gemandateerde, professionele humanitaire partners. Deze additionele middelen zijn flexibel inzetbaar, en kunnen zodoende ook voor voedselhulp worden ingezet.

Geweld Westelijke Jordaanoever

De leden van de PvdD-fractie lezen dat het kabinet zich in toenemende mate zorgen maakt over de stabiliteit op de Westelijke Jordaanoever, en spreekt zich zowel bilateraal als in EU-verband uit over de zorgelijke toename voor wat betreft het kolonistengeweld. Deze leden zijn benieuwd of de Minister de mening deelt dat het niet alleen een zorgelijke toename van het kolonistengeweld is, maar ook een onacceptabele toename van geweld op de Westelijke Jordaanoever door zowel kolonisten, als het Israëlische leger. Erkent de Minister daarbij de faciliterende rol van de Israëlische regering in dit toenemende geweld door wapens aan burgers te leveren? Gaat de Minister zich zowel bilateraal als in EU-verband uitspreken over die rol en tegen dit geweld?

114. Antwoord van het kabinet:

Sinds 7 oktober is ook de situatie op de Westelijke Jordaanoever aanzienlijk verslechterd. Dit geeft reden tot grote zorg bij het Kabinet. Op Israël rust de (internationaal-)rechtelijke plicht om geweldsgebruik door zowel kolonisten als Israëlisch overheidspersoneel zoveel mogelijk te voorkomen en hiertegen handhavend op te treden. Nederland zal hiertoe blijven oproepen, zoals het altijd heeft gedaan. Meest recentelijk heeft de Minister van Buitenlandse Zaken dit gedaan tijdens haar bezoek aan Israël en de Palestijnse Gebieden op 20 november. Eerder riep zij hier ook toe op tijdens de Open Sessie van de VN Veiligheidsraad. De Minister-President deed dit onder andere op 23 oktober en 8 november 2023 in zijn gesprekken met Premier Netanyahu. De VS is overgegaan tot visumrestricties t.a.v. gewelddadige kolonisten. Momenteel worden in EU-verband ook handelingsopties verkend om kolonistengeweld tegen te gaan, conform toezegging aan de Kamer op 23 november. Over de uitwerking hiervan wordt u geïnformeerd middels een separate Kamerbrief.

Gevolgen natuur, klimaat en milieu

De leden van de PvdD-fractie hebben eerder aandacht gevraagd voor de toenemende ongelijkheid waarin Palestina en Israël getroffen worden door klimaatverandering, met name door waterschaarste. Experts zijn bezorgd over de gevolgen van de oorlog voor klimaat en milieu.37 Rottende lichamen en vervuilde watervoorraden zijn een «tikkende tijdbom» die zal leiden tot de verspreiding van ziekten. Volgens de Noorse Vluchtelingenraad leidde de totale sluiting van de afvalwaterzuiveringsinstallaties in oktober, nadat Israël een volledige blokkade oplegde voor alle brandstof die de strook binnenkwam, tot het vrijkomen van meer dan 130.000 kubieke meter onbehandeld rioolwater per dag in de Middellandse Zee, wat een ernstig milieurisico vormt. Daarbij blijkt uit eerdere rapporten dat er in de eerste weken van de oorlog 25.000 ton munitie op Gaza is gegooid. De koolstofuitstoot hiervan zou gelijk staan aan het jaarlijkse energieverbruik van ongeveer 2.300 huizen, of de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen van ongeveer 4.600 passagiersvoertuigen. Erkent de Minister de desastreuze gevolgen voor de natuur, het milieu, het klimaat en daarmee voor de Palestijnse en Israëlische burgers?

115. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet deelt de zorgen over de gevolgen voor klimaat en milieu van het conflict in Gaza. Nederland heeft consequent bij alle partijen, inclusief Israël, aangedrongen op het toelaten van humanitaire middelen, in het bijzonder brandstof in de Gazastrook. Brandstof is niet alleen hard nodig voor schoon drinkwater maar ook zodat ziekenhuizen operationeel blijven en de verspreiding van ziektes wordt beperkt. Nederland zal deze oproep steevast en krachtig blijven uitdragen, zowel bilateraal als in EU verband. Daarnaast blijft het kabinet zich (ook buiten de huidige escalatie) inzetten voor duurzame grensoverschrijdende samenwerking op water tussen Israël en de Palestijnse Gebieden.

Erkent de Minister tevens dat dit de weg naar een duurzame oplossing bemoeilijkt, omdat een levensvatbare Palestijnse staat ten eerste verder uit zicht raakt door de vele bombardementen, maar ook door waterschaarste en vervuilde bodem en water?

116. Antwoord van het kabinet:

Het huidige conflict heeft eens te meer duidelijk gemaakt dat een duurzame oplossing essentieel is. NL en EU moeten hun volle diplomatieke gewicht inzetten om een tweestatenoplossing nieuw leven in te blazen. De negatieve impact van waterschaarste is een constante factor in het Midden-Oosten Vredesproces. Het kabinet blijft zich inzetten voor duurzame grensoverschrijdende samenwerking op water tussen Israël en de Palestijnse Gebieden. Waar mogelijk zal NL toenadering tussen beide partijen ondersteunen. De door Nederland gefaciliteerde werkgroepen op het gebied van handel, water, en energie lenen zich hier goed voor. In het kader van de twee-statenoplossing wordt ook op het gebied van water samengewerkt met de Palestijnse Autoriteit. Deze samenwerking bestaat uit capaciteitsversterking van overheidsorganen zoals de Palestinian Water Authority, lokale gemeentes en dienstverleners voor waterzuivering en watervoorzieningen. Nederland blijft zich via de VN en partnerorganisaties inzetten om de toegang tot water en land te vergroten en voor de economische ontwikkeling van de Palestijnse Gebieden.


X Noot
2

Kamerstuk 21 501-04, nr. 265

X Noot
3

Kamerstuk 22 054, nr. 397

X Noot
4

Europese Vredesfaciliteit (EPF) terug- en vooruitblik, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2468; Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 26 juni 2023, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2687.

X Noot
5

Kamerstuk 30 821, nr. 175

X Noot
6

Kamerstuk 33 450, nr. 123

X Noot
7

Bloomberg, 1 december 2023, «How China is helping Huawei make advanced chips to take on the US» (https://www.bloomberg.com/graphics/2023-china-huawei-semiconductor/?sref=Tp5e9cqh)

X Noot
9

Kamerstukken nr. 21 501-02, nr. 2786

X Noot
10

Kamerstuk 35 207, nr. 70

X Noot
11

Letter dated 27 April 2015 from the Secretary-General addressed to the President of the Security Council, Doc S/2015/286.

X Noot
12

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2779

X Noot
13

Kamerstuk 22 112, nr. 3758

X Noot
14

UNHCR Armenia Emergency Refugee Response Inter-Agency Update, 31 October – 07 November 2023, gepubliceerd op 13 november 2023.

X Noot
15

Kamerstuk 22 112, nr. 3761

X Noot
16

Kamerstuk 31 288, nr. 1077

X Noot
17

Kamerstuk 23 432, nr. 502

X Noot
18

The Economist, 30 november 2023, «Putin seems to be winning the war in Ukraine–for now» (https://www.economist.com/leaders/2023/11/30/putin-seems-to-be-winning-the-war-in-ukraine-for-now)

X Noot
20

Afrikastrategie 2023–2032, d.d. 30 mei 2023, Kamerstuk 29 237, nr. 183

X Noot
21

Nederlandse inzet in de Sahelregio, Kamerstuk 2023Z19615

X Noot
22

Beleidsnota Doen waar Nederland goed in is, d.d. 24 juni 2023, Kamerstuk 36 180, nr. 1

X Noot
23

The Times of Israel, 3 december 2023, «VP Harris: Suffering in Gaza «devastating»; Israel must do more to protect civilians» (https://www.timesofisrael.com/kamala-harris-holds-talks-on-post-war-gaza-during-diplomatic-blitz-in-dubai/).

X Noot
24

OCHA, «Hostilities in the Gaza Strip and Israel – reported impact | Day 60» (https://www.ochaopt.org/content/hostilities-gaza-strip-and-israel-reported-impact-day-60).

X Noot
25

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1990

X Noot
28

NOS, 5 december 2023, «Steeds meer bewijs voor seksueel geweld Hamas op muziekfestival Israël»

(https://nos.nl/collectie/13959/artikel/2500490-steeds-meer-bewijs-voor-seksueel-geweld-hamas-op-muziekfestival-israel)

X Noot
29

The Times, 2 december 2023, «First Hamas fighters raped her. Then they shot her in the head» (https://www.thetimes.co.uk/article/ten-hamas-fighters-were-raping-the-woman-she-begged-for-death-6ldlmh8sp)

X Noot
30

Al Jazeera, 5 december 2023, «Israel-Hamas war updates: More than 16,200 dead in Gaza from Israeli attack» (https://www.aljazeera.com/news/liveblog/2023/12/5/israel-hamas-war-live-israeli-attacks-on-southern-gaza-reach-new-depths)

X Noot
31

Al Jazeera, 5 december 2023, «Israel-Hamas war updates: More than 16,200 dead in Gaza from Israeli attack» (https://www.aljazeera.com/news/liveblog/2023/12/5/israel-hamas-war-live-israeli-attacks-on-southern-gaza-reach-new-depths)

X Noot
32

Al Jazeera, 5 december 2023, «Amid Israel’s onslaught of Gaza, Spain’s leader shows empathy for Palestine» (https://www.aljazeera.com/news/2023/12/5/always-felt-sympathy-for-palestinians-tracing-spains-solidarity)

X Noot
33

Al Jazeera, 5 december 2023, «Israel and WHO in online row over removal of medical supplies in Gaza» (https://www.aljazeera.com/news/2023/12/5/israel-and-who-in-online-row-over-removal-of-medical-supplies-in-gaza)

X Noot
34

Al Jazeera, 5 december 2023, «Israel and WHO in online row over removal of medical supplies in Gaza» (https://www.aljazeera.com/news/2023/12/5/israel-and-who-in-online-row-over-removal-of-medical-supplies-in-gaza)

X Noot
35

Al Jazeera, 29 november 2023, «Israeli forces kill two Palestinian children in occupied West Bank raid» (https://www.aljazeera.com/news/2023/11/29/israel-kills-two-children-in-latest-raid-on-jenin-refugee-camp)

X Noot
36

Al Jazeera, 5 december 2023, «Israel's ground invasion destroys farmland in Gaza» (https://www.middleeastmonitor.com/20231205-israels-ground-invasion-destroys-farmland-in-gaza/)

X Noot
37

Al Jazeera, 5 december 2023, «Is Israel’s Gaza bombing also a war on the climate?» (https://www.aljazeera.com/news/2023/12/5/is-israels-war-on-gaza-also-hurting-the-climate)

Naar boven