Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2018
In reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken van uw Kamer
zoals neergelegd in de brief van 2 mei 2018, informeer ik u als volgt.
Naar aanleiding van het verslag van de zitting van de Parlementaire Vergadering van
de Raad van Europa (PACE) d.d. 17 april jl. (Kamerstuk 20 043, nr. 112), heeft de commissie het kabinet verzocht om de kabinetsreactie inzake de Nederlandse
inzet in het Comité van Ministers van de Raad van Europa ten aanzien van de regering
van Azerbeidzjan op het gebied van corruptiebestrijding.
Op 22 april jl. heeft de onderzoekscommissie van PACE aanbevelingen gepresenteerd
over vermeende corruptiepraktijken in PACE in relatie tot Azerbeidzjan. Deze beschuldigingen
van corruptie betreffen de leden van PACE, maar ondermijnen het vertrouwen, de legitimiteit
en het respect voor de Raad van Europa in zijn geheel.
Met de rechtsstaat als één van de kernwaarden van de Raad van Europa, is het van groot
belang dat tegen corruptie, wanneer deze wordt vastgesteld in één van de geledingen
van de Raad van Europa, krachtig en voortvarend wordt opgetreden. Corruptie vormt
een serieuze bedreiging voor de kernwaarden waar de Raad van Europa voor staat, in
het bijzonder de rechtsstaat, en de bestrijding ervan dient dan ook de hoogste prioriteit
te krijgen.
Om het vertrouwen in PACE te herstellen, is het uiteraard in de eerste plaats aan
PACE zelf maatregelen te nemen die nodig zijn om recht te doen aan de aanbevelingen
van de onderzoekscommissie, evenals aan de aanbevelingen van de Group of States against
Corruption (GRECO) inzake de gedragscode van de leden van PACE van juni 2017. GRECO
zal in brede zin de aanbevelingen van de onderzoekscommissie betrekken bij zijn monitoringsactiviteiten
ten aanzien van de landen genoemd in het rapport van de onderzoekscommissie.
Op initiatief van Nederland hebben Nederland en de Noordse en Baltische landen de
secretaris-generaal van PACE opgeroepen om de aanbevelingen van de onafhankelijke
onderzoekscommissie met voorrang op te pakken.
Deze oproep sluit aan bij een eerdere brief van secretaris-generaal Jagland aan de
voorzitter van PACE d.d. 24 maart 2017. Hierin verwijst ook de secretaris-generaal
expliciet naar de verantwoordelijkheid die de leden van PACE hebben als het gaat om
integriteit, mede gelet op de taak van PACE bij de verkiezing van de secretaris-generaal
van de Raad van Europa, de mensenrechtencommissaris en de rechters in het Europees
Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten,
rechtsstaat en democratie in heel Europa. Daarom zet Nederland zich in de Raad van
Europa in voor effectieve monitoring, uitvoering van verplichtingen en dialoog met
lidstaten over de bevordering van mensenrechten, rechtsstaat en democratie.
In dit kader spreekt Nederland landen aan op grond van verplichtingen waaraan zij
zichzelf hebben verbonden. Dat geldt ook voor Azerbeidzjan. Nederland hecht daarom
aan deelname van Azerbeidzjan in de Raad van Europa. Deze organisatie biedt de tien
miljoen burgers van Azerbeidzjan bescherming van hun rechten, onder meer door de mogelijkheid
verzoekschriften in te dienen bij het EHRM.
Nederland zet erop in dat het Comité van Ministers de bestrijding van corruptie in
PACE ondersteunt, en nauw blijft volgen welke maatregelen worden genomen om het vertrouwen
in de activiteiten van PACE volledig te herstellen.
Ik vertrouw erop u hiermee afdoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok