20 043 Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa

BE/ Nr. 112 VERSLAG VAN DE ZITTING 2018 (EERSTE DEEL)

Vastgesteld 17 april 2018

1. Inleiding

Van 22 tot en met 26 januari 2018 vond in Straatsburg de eerste van vier plenaire deelsessies van dit jaar plaats van de parlementaire assemblee van de Raad van Europa (Parliamentary Assembly of the Council of Europa, PACE). Namens de Staten-Generaal woonden de Eerste Kamerleden Van de Ven (delegatieleider, VVD), De Bruijn-Wezeman (VVD), Kox (SP), Oomen-Ruijten (CDA), Overbeek (SP), Stienen (D66) en Strik (GL) deze vergadering bij, samen met de Tweede Kamerleden Anne Mulder (VVD), Koopmans (VVD) en Omtzigt (CDA). De twee belangrijkste politieke punten op de agenda waren de verkiezing van een nieuwe Commissioner for Human Rights als opvolger van de Let Nils Muižniks en de instelling van een ad hoc commissie met als opdracht een herbezinning op de rol en de missie van de assemblee.

Verkiezing Commissioner for Human Rights

De commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa wordt iedere zes jaar benoemd door de parlementaire assemblee. Deze functionaris heeft als taak om lidstaten te alerteren op knelpunten en mogelijke beperkingen in de bescherming van mensenrechten. De functie, die in 1999 is ingesteld, is achtereenvolgens vervuld door de Spanjaard Alvaro Gil-Robles, de Zweed Thomas Hammarberg en de Let Nils Muižniks. In de maanden voorafgaand aan de deelsessie van januari hadden drie kandidaten actief campagne gevoerd om deze laatste op te volgen: de Franse parlementariër Pierre-Yves Le Borgn», de Sloveense Goran Klemencic en de Bosnische Dunja Mijatović. Mevrouw Mijatovic, die zich net als de andere twee kandidaten ook aan de Nederlandse delegatie had gepresenteerd, won de stemming in twee rondes met 109 stemmen van de heer Le Borgn», die 107 stemmen kreeg. De heer Klemencic kreeg 19 stemmen. De nieuwe Mensenrechtencommissaris was van 2010 tot en met 2017 de Vertegenwoordiger voor de Vrijheid van de Media in de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), één van de vier hoge functionarissen in deze veiligheidsorganisatie.

De Nederlandse delegatie heeft op dinsdag 23 januari uitgebreid gesproken met de scheidend commissaris, de heer Muižniks, tijdens het gebruikelijke diner op de residentie van de Nederlandse Permanent Vertegenwoordiger, de heer Böcker. De Letse commissaris reflecteerde daarbij uitgebreid op de ontwikkeling van de mensenrechten in het verdragsgebied in de afgelopen zes jaar. Hij stond daarbij onder meer stil bij het feit dat hem al jaren de toegang tot Rusland wordt ontzegd. Tevens duidde hij de ontwikkelingen in met name Azerbeidzjan, Turkije, Hongarije en Polen als zorgelijk. De delegatie is de heer Böcker zeer erkentelijk voor de organisatie van dit boeiende gesprek.

Ad Hoc Committee on the Role and Mission of the Assembly

De sessie stond verder grotendeels in het teken van de problematische positie van de Russische delegatie in de assemblee. Ook dit jaar bood deze delegatie opnieuw geen geloofsbrieven aan en weigert zij vooralsnog deel te nemen aan de vergaderingen van de PACE uit onvrede over sancties tegen Rusland na de illegale annexatie van de Krim, de Russische betrokkenheid bij het conflict in Oost-Oekraïne en de gebrekkige medewerking aan het onderzoek naar het neerschieten van vlucht MH17. Rusland weigert sinds de zomer van vorig jaar om contributie aan de Raad van Europa te betalen. Gecombineerd met het besluit van Turkije om haar positie als «groot betaler» aan de organisatie te beëindigen naar aanleiding van de kritiek op de mensenrechtensituatie in dat land, is de Raad van Europa hiermee voor acute financiële problemen komen te staan. Op een begroting van ongeveer € 350 mln is hierdoor een tekort van ongeveer € 50 mln ontstaan. In de Raad van Europa is een discussie op gang gekomen of de als gevolg hiervan benodigde bezuinigingen taakgericht moeten worden doorgevoerd of volgens de «kaasschaafmethode».

Waar deze situatie op zich al belemmerend kan werken in het functioneren van de assemblee, wordt die nog eens gecompliceerd door het lopende onderzoek naar mogelijke corruptie van een aantal leden. Vorig jaar is de voorzitter van de assemblee, de Spaanse senator Agramunt, al afgetreden naar aanleiding van beschuldigingen van corruptie. In april wordt een onderzoeksrapport gepubliceerd, waaruit moet blijken in hoeverre de corruptiepraktijken wijder verbreid zijn.

Op 22 januari heeft het Bureau (bestuur) van de assemblee besloten om een ad hoc commissie in te stellen, die zich de komende maanden moet bezinnen op de passende rol en missie van de parlementaire component van de Raad van Europa. Het advies dat deze commissie moet uitbrengen aan het Bureau (waarschijnlijk in het voorjaar of de vroege zomer) moet ervoor zorgen dat de assemblee intern orde op zaken kan stellen in de aanloop naar een mogelijke nieuwe topbijeenkomst van lidstaten in 2019. Drie leden van de Nederlandse delegatie hebben zitting in deze ad hoc commissie: de heer Van de Ven als delegatieleider, de heer Kox als rapporteur van de Politieke Commissie (speciaal aangesteld om een rapport te schrijven over het advies van de ad hoc commissie) en mevrouw Oomen, die tijdens deze sessie is gekozen als de nieuwe voorzitter van de Politieke Commissie. De voorzitter van de assemblee, de heer Nicoletti, vroeg in de eerste vergadering aan alle delegaties om voor het midden van februari schriftelijk hun suggesties kenbaar te maken voor het beter functioneren van de assemblee. Deze ideeën worden tijdens een volgende vergadering van de ad hoc commissie in maart in Parijs besproken.

De heer Kox bracht in een eerste reactie op de instelling van de ad hoc commissie in dat er een betere balans gevonden zou moeten worden tussen de assemblee en het comité van Ministers. Als de assemblee relevant wil blijven, was zijn opvatting, dan zouden de regels aangaande het lidmaatschap van beide statutaire organen geharmoniseerd dienen te worden.

Ook de heer Van de Ven sprak in de plenaire vergadering in een eerste reactie zijn steun uit voor het besluit van president Nicoletti om de ad hoc commissie in te stellen. Discussies met de Russische delegatie, die deel uit maakt van de ad hoc commissie, moesten volgens hem wel bezien worden in de context van eerdere discussies in de assemblee over de illegale annexatie van de Krim, de situatie in Oost-Oekraïne en het onderzoek naar het neerschieten van de MH17.

2. Benoemingen Nederlandse delegatie

Zoals hierboven vermeld, is mevrouw Oomen tijdens deze sessie gekozen tot voorzitter van de Politieke Commissie, één van de negen commissies die de assemblee telt. De heer Van de Ven werd gekozen tot vice-voorzitter van de Commissie voor het Reglement van orde, immuniteit en institutionele zaken («Rules Committee»), een commissie die zich bezighoudt met de werkwijze van de assemblee. Hij is vervolgens ook gekozen om als rapporteur namens het «Rules Committee» een opinie te schrijven over een rapport van de Politieke Commissie over de identiteit, rol en missie van de parlementaire assemblee. Voor dit rapport is de heer Kox als rapporteur benoemd. Beide commissies zullen daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan de discussie in de hierboven genoemde ad hoc commissie over de toekomst van de organisatie.

3. Actualiteitsdebat Turkse interventie in Syrië

Op 24 januari sprak de heer Kox namens zijn UEL-fractie in een door hem aangevraagd actualiteitsdebat over de Turkse militaire interventie in Syrië. Eerder die week had president Erdogan het bevel gegeven tot bombardementen op de Koerdisch-Syrische regio Afrin en waren Turkse troepen de grens overgestoken. De heer Kox veroordeelde dit optreden van Turkije als in strijd met het Handvest van de Verenigde Naties en met de fundamentele waarden en principes van de Raad van Europa. De militaire operatie was niet gericht op zelfverdediging tegen IS, zo stelde hij, maar vooral tegen de Koerdische milities. Daarmee gooide Turkije olie op het vuur van het Syrische conflict en zijn vooral vluchtelingen, die uit andere delen van Syrië naar deze tot voor kort rustige regio waren gevlucht, het slachtoffer. Hij riep de Turkse regering dan ook op om de militaire interventie onmiddellijk te staken en het Handvest van de VN te respecteren. De lidstaten van de Raad van Europa zouden hun invloed moeten aanwenden voor een VN Veiligheidsraadresolutie, die op een politieke oplossing aanstuurt. Een hervatting van het vredesproces tussen Turkije en de Koerdisch-Turkse gemeenschap is de enige manier om een permanente vreedzame oplossing voor het Koerdische vraagstuk te vinden, benadrukte senator Kox.

4. Het nakomen van de verplichtingen en afspraken door Bosnië-Herzegovina (doc. nr. 14465, resolution 2201 (2018))

De heer Kox presenteerde diezelfde dag ook een rapport en een resolutie over de uitvoering, die Bosnië-Herzegovina geeft aan de verplichtingen op basis van de conventies van de Raad van Europa. Hij deed dit als co-rapporteur (samen met de Britse parlementariër, de heer Gale) voor het zogenaamde «Monitoring Committee». Hij signaleerde daarin als grootste probleem dat de jongeren van Bosnië het vertrouwen beginnen te verliezen in de ontwikkeling van hun rechtsstaat. Hij was kritisch over het feit dat een aantal leden van de Bosnische delegatie zijn rapport «onevenwichtig» had genoemd, terwijl zij in gebreke waren gebleven toen hij hen in een eerder stadium vroeg om input te leveren. Hij sprak de Bosnische collega’s erop aan hun politieke verantwoordelijkheid te nemen en uitvoering te geven aan de vonnissen van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

5. Rapport «Pluk ze»-wetgeving (doc. nr. 14516)

In de Commissie voor Juridische Zaken en Mensenrechten presenteerde de heer Van de Ven een ontwerprapport en bijbehorende resolutie over de strijd tegen georganiseerde misdaad door illegale goederen te confisqueren, de zogenaamde «pluk ze»-wetgeving. In Ierland, Italië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk zijn goede resultaten geboekt met deze methode. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft deze werkwijze goedgekeurd. De heer Van de Ven bepleitte dan ook dat andere lidstaten van de Raad van Europa dit voorbeeld volgen en soortgelijke wetgeving aannemen. Het zou goed zijn als er internationaal meer wordt samengewerkt om illegaal verkregen opbrengsten en tegoeden te confisqueren, vond hij. Zijn resolutie werd unaniem door de commissie aanvaard en zal tijdens de volgende plenaire deelsessie van de PACE in april in stemming komen.

6. Deense voorzitterschap

In het kader van het Deense voorzitterschap van het comité van Ministers belichtte de Deense Minister van Buitenlandse Zaken, de heer Anders Samuelsen, de prioriteiten die zijn land gesteld heeft voor de Raad van Europa. Als eerste noemde hij daarbij de hervorming van het Europese mensenrechtensysteem door daar meer focus en effectiviteit in aan te brengen. Voor de Denen draait het daarbij vooral om ratificatie van protocol 15 bij het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarin verwezen wordt naar het principe van subsidiariteit bij zaken die voor de rechter kunnen worden gebracht. Ook wordt daarin de periode waarin een zaak aanhangig gemaakt kan worden bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, beperkt van zes tot vier maanden. Als overige prioriteiten noemde de Deense Minister achtereenvolgens 1) gelijke kansen, 2) mensen met beperkingen («disabilities»), 3) kinderen, jongeren en democratie en 4) de strijd tegen marteling.

Minister Samuelsen prees het bestuur van de assemblee, dat in december in Parijs een informele ontmoeting met Russische parlementariërs had. Hij sprak de hoop uit dat deze poging om de meningsverschillen te overbruggen, tot resultaten zou leiden. De heer Kox sloot zich aan bij deze oproep tot verzoening tussen de assemblee en het Russisch parlement. Voorts bepleitte hij toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zoals in het Verdrag van Lissabon is aangekondigd. Het Europese Hof van Justitie heeft een opinie gegeven over een ontwerp-verdrag inzake toetreding van de EU tot het EVRM, die momenteel bestudeerd wordt door de Europese Commissie en de Europese Raad.

7. Overige

Naar aanleiding van de presentatie op 23 januari van het «progress report» door president Nicoletti, waarin hij de belangrijkste ontwikkelingen in de assemblee uiteenzette sinds de laatste deelsessie van oktober 2017, reageerde de heer Omtzigt met een drieledige interventie. Hij bekritiseerde de secretaris-generaal van de Raad van Europa, Jagland, die recent geweigerd had om de zaak-Mammadov1 te bespreken met de Commissie voor Juridische Zaken en Mensenrechten. Vervolgens verwees de heer Omtzigt naar het corruptieonderzoek, dat tot april verlengd was. Het Bureau zou het rapport, zodra dat klaar was, direct moeten doorsturen aan de assemblee, vond hij. Elke zweem van geheimzinnigheid zou moeten worden vermeden, volledige transparantie is geboden. Tot slot verwees hij naar de resolutie die de assemblee in oktober 2017 had aangenomen, waarin was bepaald dat IS genocide had gepleegd in Syrië en Irak. De heer Omtzigt herinnerde eraan dat in veel gevallen deze genocide gepleegd was door burgers van Europese landen, lidstaten van de Raad van Europa. De betreffende overheden hebben de plicht om alles te doen om deze «genocidaires» te vervolgen.

In een debat over gedwongen huwelijken in Europa in de Commissie voor Gelijkheid en Non-discriminatie op 23 januari benadrukte mevrouw Stienen dat in deze problematiek vaak drie aspecten van belang zijn: 1) het recht om te scheiden, 2) gevangenschap in het huwelijk («marital captivity») en 3) dubbele nationaliteit. Vrouwelijke familieleden zijn vaak medeplichtig als vrouwen gedwongen worden om te trouwen. De heer Omtzigt sloot hierbij aan. Hij meende dat dubbele nationaliteit vaak een obstakel is bij de erkenning van scheidingen. Het aantal kindhuwelijken, waarbij een man met een minderjarig meisje trouwt, neemt niet af in Nederland, ondanks een verbod hierop. Hij pleitte er dan ook voor om een stap verder te gaan. Hotels zouden standaard gescheiden slaapvertrekken moeten aanbieden als een man met een minderjarig meisje incheckt bij een hotel.

In een debat op 26 januari inzake de juridische onschendbaarheid van internationale organisaties en hun staf (doc. nr. 14443) sprak de heer Van de Ven namens zijn ALDE-fractie. Hij noemde de onafhankelijkheid van internationale organisaties essentieel en zag het verstrekken van privileges en immuniteiten daarvoor als een noodzakelijke voorwaarde. Niettemin bestaat er de mogelijkheid dat het bestuur van een internationale organisatie deze immuniteit en onafhankelijkheid misbruikt, bijvoorbeeld in een arbeidsconflict met het eigen personeel. Voor de ALDE-fractie was dit echter niet zomaar een reden om de immuniteit van een internationale organisatie te beperken of op te heffen. Als iemand uit vrije wil in dienst van een internationale organisatie treedt, levert dat privileges op, maar ook een vorm van arbeidsrechtelijke bescherming, die vaak iets minder is dan van een nationale ambtenaar. Zijn fractie stelde voor om de werkverhoudingen in internationale organisaties te blijven monitoren, maar zag vooralsnog geen aanleiding om de immuniteit op te heffen bij een arbeidsconflict.

In een debat diezelfde dag over versterkte internationale regulering van handel in goederen, die gebruikt worden voor marteling en doodstraffen (doc. nr. 14454), sprak mevrouw Bruijn-Wezeman haar afschuw uit over dit soort producten. Namens de ALDE-fractie steunde zij de verschillende aanbevelingen in het onderhavige rapport om strengere wetten in te voeren voor de regulering van de handel. Ook onderschreef zij een oproep aan zes lidstaten van de Raad van Europa, die dat nog niet gedaan hadden, om zich aan te sluiten bij de «Global Alliance to end the trade in goods used for capital punishment and torture». De bestaande regels van de Europese Unie gelden algemeen als «best practice» en zij riep andere lidstaten van de Raad van Europa dan ook op om die te volgen.

De voorzitter van de delegatie, Van de Ven

De griffier van de delegatie, Westerhoff


X Noot
1

Ilgar Mammadov is een politicus van de oppositie in Azerbeidzjan, die in februari 2013 gevangen is gezet in de aanloop naar de presidentsverkiezingen in dat land. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft inmiddels geconcludeerd dat hij vrijgelaten dient te worden, maar daaraan heeft de regering van Azerbeidzjan vooralsnog geen gehoor gegeven.

Naar boven