nr. 290d
NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD
De leden van de CDA-fractie vragen een nadere onderbouwing van de vergroting
van de efficiency. Zij stellen dat alleen de veranderingen in het comptabel
bestel onvoldoende grond lijken te zijn voor efficiënter overheidsoptreden.
lmmers, zo stellen zij, ook andere niet extern verzelfstandigde overheidsdiensten
kunnen efficiënt opereren onder het vigerend comptabel bestel.
Ik ben het met de leden van de CDA-fractie eens dat de introductie alleen
van het baten–lasten-stelsel onvoldoende grond is voor een grotere efficiency
bij Staatsbosbeheer.
Belangrijker is dat de voor een grotere efficiency benodigde zakelijke
verhoudingen tussen de Minister van LNV als opdrachtgever en Staatsbosbeheer
als opdrachtnemer een grotere kans krijgen in het geval van externe verzelfstandiging.
Overigens wijs ik er wellicht ten overvloede op, dat niet efficiencywinst
maar de door mij gewenste vermaatschappelijking van Staatsbosbeheer de hoofdreden
is voor externe verzelfstandiging.
De leden van de CDA-fractie vragen zich vervolgens af of er inderdaad
nog wel ruimte is voor nadere fondsenwerving bij het loterijwezen. De fondsenwerving
door Staatsbosbeheer bij particulieren zou, als die markt verloopt, ten koste
gaan van de bestaande grote en kleine natuurbeschermingsorganisaties.
Ik wil nogmaals benadrukken dat Staatsbosbeheer geen leden en geen donateurs
zal kennen. In zoverre is er geen sprake van het vissen in dezelfde vijver
waarin bijvoorbeeld de particuliere natuurbeschermingsorganisaties vissen.
lk verwijs op dit punt naar het gestelde in paragraaf 6 van de memorie van
antwoord, waar ik inga op de vraag van de leden van de fracties van de VVD
en het CDA over het mogelijke gevaar van oneigenlijke concurrentie op de markt
van fondswerving. Wel zal het voor Staatsbosbeheer mogelijk zijn om nieuwe
financieringsbronnen aan te boren. Sponsoring en vormen van samenwerking met
derden zullen tot een goed terreinbeheer voor een lagere prijs voor de samenleving
kunnen leiden.
Daarnaast zal hierdoor de maatschappelijke inbedding van Staatsbosbeheer verbeteren. De Postcodeloterij is een initiatief van particuliere
organisaties waarin Staatsbosbeheer niet participeert en niet zal participeren.
Nu Staatsbosbeheer zo duidelijk commerciële activiteiten ontwikkelt
is de vraag gerechtvaardigd, zo stellen de leden van de CDA-fractie, waarom
geen duidelijke intentie wordt uitgesproken om tot een aparte rechtspersoon
te komen.
De marktactiviteiten van Staatsbosbeheer beperken zich tot taken die onlosmakelijk
verbonden zijn aan en een gevolg zijn van de uitvoering van de publieke taakopdracht.
Voorbeelden daarvan zijn onder meer het beheer van bossen met de daarbij
behorende verkoop van vrijkomend hout en het beheer van graslanden waaruit
hooi en gras verkocht wordt. Indien een marktactiviteit niet vereist is voor
de uitvoering van de publieke taak, dan dient dit te geschieden op basis van
artikel 3, zesde lid, dat als voorwaarde stelt dat het om activiteiten gaat
die samenhangen met de hoofdtaak en ten aanzien waarvan geen concurrentievervalsing
optreedt.
Staatsbosbeheer behoeft daarvoor de goedkeuring van de Raad van toezicht,
die zijn goedkeuring niet eerder verleent dan na een door de Minister van
LNV afgegeven verklaring van geen bezwaar. Bij de toetsing van dergelijke
marktactiviteiten zal ik er steeds op toezien dat concurrentievervalsing op
voorhand wordt uitgesloten. lk heb de intentie om in daarvoor in aanmerking
komende gevallen zo'n verklaring pas te geven wanneer Staatsbosbeheer die
activiteiten onderbrengt in een aparte – van Staatsbosbeheer losstaande –
rechtspersoon.
Verder betreuren de leden van de CDA-fractie het feit dat in de memorie
van antwoord niet wordt ingegaan op de rol van Staatsbosbeheer als «actievoerder».
Zij vragen zich af in hoeverre Staatsbosbeheer tegenover de nationale, provinciale
of locale overheid kan komen te staan met name op die terreinen waar het «eigen»
belang als «grootgrondbezitter» in het geding is.
Staatsbosbeheer zal niet opkomen voor het eigen belang als grootgrondbezitter.
Wel zal Staatsbosbeheer de taak krijgen om de terreinen en kwetsbare natuurwaarden
die door de samenleving aan de zorgen van de dienst zijn toevertrouwd, goed
te beheren en negatieve gevolgen van voornemens zoveel als mogelijk te voorkomen.
Het zou mijns inziens in strijd zijn met de taakopdracht van Staatsbosbeheer,
indien de dienst niet voor die belangen zou opkomen. Dit brengt met zich mee
dat Staatsbosbeheer zich in het openbaar zou moeten kunnen uitspreken over
de gevolgen van voornemens die invloed kunnen hebben op de terreinen. De dialoog
met de diverse overheden staat daarbij voorop. De karakterisering actievoerder
past dan ook niet bij het beeld van een verzelfstandigd Staatsbosbeheer zoals
in het wetsontwerp geschetst.
Tenslotte vragen de leden van de CDA-fractie nogmaals naar de argumentatie
voor de grote haast die bij de afwikkeling van het wetsvoorstel moet worden
betracht. Zij vragen welk tijdpad de minister voor ogen staat.
Het is mijn voornemen om Staatsbosbeheer per 1 januari 1998 te verzelfstandigen.
Daarom worden bijvoorbeeld de benodigde financiële en bedrijfsvoeringssystemen
voor de verzelfstandiging ingericht en is het opleidingsprogramma gestart
om de medewerkers op de nieuwe situatie voor te bereiden. Uitstel zou de investeringen
in en de motivatie van de medewerkers voor een belangrijk deel teniet doen.
Daarnaast is een voortdurende onzekerheid een grote handicap voor
de organisatie omdat zij op twee sporen moet blijven draaien zolang die onzekerheid
voortduurt.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen