19 637
Vluchtelingenbeleid

26 338
Vreemdelingenbewaring

nr. 641
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 15 januari 2002

De vaste commissie voor Justitie1 heeft op 29 november 2001 overleg gevoerd met staatssecretaris Kalsbeek van Justitie over:

de brief van de staatssecretaris van Justitie d.d. 1 oktober 2001 over o.m. de vreemdelingenbewaring (19 637, nr. 608);

de brief van de staatssecretaris van Justitie d.d. 30 oktober 2001 inzake het regime vreemdelingenbewaring (26 338, nr. 6);

de brief van de minister van Justitie d.d. 1 november 2001 inzake de pilot telehoren rechtbank Den Bosch (28 000-VI, nr. 21);

de brief van de staatssecretaris van Justitie d.d. 2 november 2001 inzake de situatie van illegale prostituees uit Oost-Europa (19 637, nr. 620).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Middel (PvdA) vindt de voorgestelde aanpassing van de glijdende schaal behoorlijk rigoureus. Hij deelt het uitgangspunt dat vreemdelingen, als er sprake is van aantasting van de openbare orde, in de zin van mishandeling en vernieling, in voorkomende gevallen eerder ongewenst moeten kunnen worden verklaard. Het CDA-voorstel de gehele glijdende schaal met eenderde aan te scherpen, gaat hem echter te ver. De vorige staatssecretaris heeft bij de behandeling van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) aangegeven dat de glijdende schaal niet ingrijpend zou wijzigen. De fractie van de heer Middel verwachtte dus een lichte wijziging. Hij vindt, met het oog op de zojuist genoemde openbareorde-elementen, dat er alleen naar de eerste trede moet worden gekeken. Hij stemt in met de verlaging naar twee jaar als het gaat om de strafbedreiging, maar wil deze beperken, als dat wettelijk mogelijk is, tot grove schendingen van de openbare orde, waarbij mishandeling en vernieling in het geding zijn. Hij gaat ook akkoord met een verlaging van de eerste trede naar zes maanden.

Is de verscherping van de glijdende schaal ook mogelijk bij burgers uit de Gemeenschap en bij Turkse staatsburgers, met een verblijfsrecht op grond van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije?

Vreemdelingenbewaring ter fine van identiteitsvaststelling, ook in die gevallen dat dit wordt of is tegengewerkt, is al mogelijk op grond van artikel 59 van de Vw 2000. Mensen die crimineel gedrag vertonen en hier illegaal zijn, horen hier niet. Die moeten worden uitgezet. De regering heeft bij de algemene politieke beschouwingen toegezegd onderzoek te doen naar het VVD-voorstel over het, met het oog op criminele illegalen, verlengen van de termijn voor vreemdelingenbewaring. De fractie van de heer Middel is en blijft wat dit betreft voor een harde aanpak, maar wacht eerst het resultaat van het onderzoek af.

De discussie over de invoering van een identificatieplicht in het strafrecht moet in algemene zin worden gevoerd en niet in dit kader. Illegaal verblijf is geen strafbaar feit. Dat moet het ook niet worden. Daarmee loopt Nederland Europees gezien niet uit de pas. Daarnaast zijn er voldoende mogelijkheden illegaal verblijf in Nederland te bestrijden, bijvoorbeeld via vreemdelingenbewaring, ongewenstverklaring en de verruimde mogelijkheden voor vreemdelingentoezicht.

De heer Niederer (VVD) herinnert eraan dat zijn fractie de regering bij de algemene politieke beschouwingen heeft gevraagd te kijken naar de verlenging van de termijn van vreemdelingenbewaring, totdat de identiteit en de nationaliteit zijn vastgesteld, maar ook naar de mogelijkheid van het in voorlopige hechtenis nemen van een illegaal die een misdrijf heeft gepleegd, tot aan de zitting. Dat zou een zelfstandige grond moeten zijn voor voorlopige hechtenis, want op die manier kun je met name de draaideurklanten aanpakken. Nu wordt dit soort illegalen na verhoor op straat gezet, maar ze zijn vaak weer even snel terug. Wanneer komt de regering met haar standpunt hierover?

Via de tussenstap van de ongewenstverklaring is illegaal verblijf strafbaar, maar in de praktijk werkt die mogelijkheid volstrekt onvoldoende uit, vanwege het grote aantal illegalen in Nederland. In artikel 67 van de Vw staat dat de minister de vreemdeling ongewenst kan verklaren, indien deze niet rechtmatig in Nederland verblijft en bij herhaling een bij de wet strafbaar gesteld feit heeft begaan. De heer Niederer pleit ervoor het laatste deel van dit artikel te schrappen, zodat een vreemdeling ongewenst kan worden verklaard, indien hij niet rechtmatig in Nederland verblijft. Vervolgens treedt artikel 197 van het Wetboek van Strafrecht in werking.

Wat betreft de glijdende schaal is de staatssecretaris een eind opgeschoven in de richting van de VVD-fractie, maar wil zij nog verder gaan, of is dit het? Wat de VVD-fractie betreft gaat de strafbedreiging van twee jaar in het algemeen gelden. Het soepeler maken van het regime vreemdelingenbewaring kost structureel 6 mln gulden. Dat is de wereld op zijn kop zetten, want er wordt dan structureel meer geld uitgegeven aan illegalen, mensen die hier niet mogen zijn. De heer Niederer is ervoor het regime te versoberen, zodat het overblijvende geld kan worden besteed aan mensen die hier wel mogen blijven.

Onder de oude Vw kon de marechaussee illegalen in het kader van het Mobiel toezicht vreemdelingen (MBT) zelfstandig aanhouden, voorgeleiden en insluiten. Nu moeten illegalen worden overdragen aan de vreemdelingendienst van de reguliere politie, met als gevolg dat de korpschef deze mensen in vreemdelingenbewaring moet stellen. De marechaussee komt die mensen echter weer snel tegen bij de grens, omdat de politie ze op vrije voeten stelt, als gevolg van capaciteits- en personeelsgebrek. Dat werkt demotiverend. Hoe zit dat? De marechaussee heeft voorgesteld op de oude situatie over te gaan, zodat men de voorgeleiding en insluiting weer zelfstandig kan doen. Daarvoor zou een soort mandaatconstructie moeten worden opgesteld, zodat de commandant van de marechaussee wordt gemandateerd aanhouding, voorgeleiding en insluiting te regelen.

De heer Wijn (CDA) constateert tevreden dat de staatssecretaris behoorlijk is tegemoetgekomen aan het CDA-voorstel over een aanpassing van de glijdende schaal en een verruiming van de mogelijkheden om recidive aan te pakken. Hij sluit niet uit dat een en ander in de toekomst nog verder moet worden verscherpt.

De vreemdelingenbewaring is de heer Wijn een doorn in het oog. Een illegaal met criminele antecedenten mag wat zijn fractie betreft niet meer op straat komen, maar het probleem is dat vreemdelingenbewaring momenteel niet langer dan zes maanden mag duren. Slechts in een uitzonderlijk geval kan die termijn worden verlengd. Een criminele illegaal die deze termijn heeft uitgezeten, komt daarna vaak weer op straat te staan. Dan zijn alle kosten en moeiten voor niets geweest, terwijl de Immigratie- en naturalisatiedienst (IND), de vreemdelingendiensten, de politie en de bewaarders zeer gedemotiveerd raken. Men moet in vreemdelingenbewaring blijven, totdat men wordt uitgezet. De minister-president heeft tijdens de algemene politieke beschouwingen toegezegd dat die kwestie wordt onderzocht, maar op die manier wordt de oplossing procedureel vooruitgeschoven. De staatssecretaris moet op heel korte termijn met een wetsvoorstel dienaangaande komen. Het regime vreemdelingenbewaring moet niet worden versoepeld, want dan is het helemaal geen probleem meer om de zes maanden uit te zitten. Daar komt bij dat de kwaliteit van de huidige opvang al een stuk is verbeterd en dat er geen zielige mensen zitten. Als de opvang nog luxer wordt, dan wordt de effectiviteit van vreemdelingenbewaring nog minder. Wat zijn de kosten per dag van vreemdelingenbewaring?

In een brief van de minister van Justitie staat dat, omdat de capaciteit vreemdelingenbewaring te groot is, een deel ervan is overgeboekt naar reguliere cellen. Bij recente invallen in het Westland zijn echter 69 illegalen op vrije voeten gesteld, omdat de capaciteit vreemdelingenbewaring te gering was. Kan de staatssecretaris dit toelichten? Kunnen de kosten van uitzetting op de illegaal zelf worden verhaald? Als men hier illegaal heeft gewerkt, dan heeft de werkgever daar goed aan verdiend. De heer Wijn pleit ervoor de kosten van uitzetting dan te verhalen op de werkgever. Hetzelfde geldt voor de kosten van vreemdelingenbewaring.

De heer Hoekema (D66) vraagt of de Nederlandse Orde van advocaten (NOvA) ook bezwaren heeft tegen het experiment met telehoren in vreemdelingenzaken. Hoe staat het met de pilot in de rechtbank Den Bosch en de penitentiaire inrichting Tilburg?

Het verhalen van de uitzettingskosten op de vreemdeling kan in bepaalde gevallen succesvol zijn. Gebeurt dat dan ook, wellicht via een civiele procedure, of wordt dat nagelaten? Ook de heer Hoekema vindt dat moet worden geprobeerd de kosten van vreemdelingenbewaring, als dat juridisch kan, en de uitzettingskosten te verhalen op de werkgevers.

De aanpassing van het Vreemdelingenbesluit op het punt van de glijdende schaal en de mogelijkheden om recidive aan te pakken moet langs de Kamer, want dan kan zij nog een keer bezien of een en ander juridisch correct in het Vreemdelingenbesluit is opgenomen. De heer Hoekema ziet geen strijdigheid tussen de voorstellen van de staatssecretaris, het Europees verdrag voor de rechten van de mens en de conclusies van Tampere.

De fractie van de heer Hoekema maakt zich zorgen over het maatschappelijke probleem van criminele illegalen, ook gelet op het draagvlak voor het asielregime. Hij is benieuwd naar de resultaten van het toegezegde onderzoek op dit punt. De Rechtseenheidkamer heeft aangegeven wanneer iemand langer dan zes maanden mag worden vastgehouden, maar waar ligt de grens precies? Het valt niet mee om die juridisch waterdicht te formuleren.

Artikel 59 van de Vw biedt voldoende mogelijkheden een vreemdeling te vragen zich te identificeren. De mogelijke invoering van een identificatieplicht moet eerst in den brede worden bediscussieerd. Deelt de staatssecretaris de mening van onder andere Forum dat de vreemdelingenrechter het voortraject vreemdelingenbewaring moet toetsen, of steunt zij de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat de rechterlijke toetsing in het voortraject nog niet voldoende wettelijk is geregeld? Deelt zij de mening van de Afdeling bestuursrechtspraak dat de zaak niet ontvankelijk moet worden verklaard, indien de advocaat niet expliciet in het beroepsschrift is gemachtigd? Hoe staat het met de organisatorische en capaciteitsproblemen bij de Schipholzittingen?

De heer Hoekema is voorstander van een beschaafd regime voor vreemdelingenbewaring. Het soberder regime is bestemd voor mensen die zich misdragen. Hebben de cursussen al resultaat gehad? Is er al een dekking voor het bedrag van 6 mln gulden? Blijft het daarbij? Is er nu sprake van over- of onderbezetting als het gaat om vreemdelingenbewaring?

Mevrouw Halsema (GroenLinks) vindt dat illegalen hier niet thuishoren en dat zij moeten terugkeren naar hun eigen land. Het feit dat je illegaal een grens oversteekt, zonder een paspoort, betekent echter niet dat je mag worden vervreemd van een groot aantal elementaire mensenrechten, zoals bewegingsvrijheid en persoonlijke levenssfeer. Vrijheidsbeneming in het geval van illegalen moet nauw omschreven zijn ter fine van uitzetting. Die moet van beperkte duur zijn. Criminele illegalen horen thuis in het strafrechtelijke circuit. Zij moeten, als er sprake is van bewijs, de gevangenis in om hun straf uit te zitten. De overheid moet zich tot het uiterste inspannen criminele illegalen terug te sturen naar hun eigen land. Het achterhalen van de identiteit levert echter vaak problemen op, omdat daarmee wordt gerommeld, omdat men suggereert ergens anders vandaan te komen. Dat kan ertoe leiden dat de Staat moet berusten in het voortduren van een maatschappelijk probleem, al is dat uitermate frustrerend. Het voorgoed insluiten staat echter haaks op de elementaire waarden die in de Nederlandse samenleving zijn vastgelegd. Eén daarvan is dat er een grens is aan vrijheidsbeneming. Klopt het dat uitzetting van illegalen door bureaucratische traagheid stagneert, bijvoorbeeld doordat het contact met ambassades veel tijd kost, of door problemen met de voorgeleiding voor de rechter en het vervoer?

Mevrouw Halsema is erg blij met de versoepeling van het regime vreemdelingenbewaring. Op die manier voorkom je hospitalisering en krijgt men enige bewegingsvrijheid binnen de beperkingen van vreemdelingenbewaring. Daardoor behoudt men de noodzakelijke zelfstandigheid, benodigd voor de terugkeer. Daar komt bij dat vrijheidsbeneming een van de meest ingrijpende instrumenten van een Staat is. De terugkeercursussen spelen ook een belangrijke rol. Klopt het dat het nieuwe systeem duurder is? Volgens mevrouw Halsema is het cellulaire systeem in Nederland het duurste. Gebouwelijke aanpassingen kosten altijd geld, maar op termijn wordt dit regime door het onderbrengen van mensen op slaapzalen en het verminderen van de bewaking goedkoper. Kan er bij vreemdelingenbewaring een scheiding worden aangebracht tussen criminele illegalen en illegalen? Dan krijgen illegalen niet te maken met de sfeer van criminaliteit. Het effect van een verlenging van de duur van vreemdelingenbewaring, bijvoorbeeld langer dan een jaar, verdwijnt naarmate de bewaring langer duurt. Dat is al een paar keer nagegaan. Als instrument van uitzetting heeft die nauwelijks nog effect. Dat moet ook worden meegewogen bij deze discussie. Overigens is in jurisprudentie al vastgelegd dat vreemdelingenbewaring langer duurt als er criminele antecedenten zijn. Het idee dat iedereen op hetzelfde moment weer uit de vreemdelingenbewaring wordt gegooid, klopt niet.

De manier waarop mensen in het Grenshospitium moeten leven, is inhumaan, terwijl het ook hier gaat om mensen die illegaal de grens over zijn gekomen. Het zijn geen criminelen. Wil de staatssecretaris daarnaar kijken?

De strafbedreiging wordt verlaagd van drie naar twee jaar. Dat gebeurt vooral met het oog op mishandeling en vernieling, maar de strafbedreiging op mishandeling is recentelijk al naar twee jaar verlaagd. Welke delicten vallen onder de strafbedreiging tot twee jaar? Bij vernieling hoort ook de steen door de ruit, maar verder gaat het om de allerlichtste misdrijven. Mevrouw Halsema twijfelt aan de proportionaliteit van het naar beneden brengen van de glijdende schaal, vooral omdat het gaat om mensen die hier al een verblijf hebben opgebouwd. Er moeten grenzen worden gesteld aan de ernst van het strafbare feit. Wil de staatssecretaris het aangepaste Vreemdelingenbesluit naar de Kamer sturen?

Wanneer komen advocaten, gelet op de equality of arms, in een onaanvaardbare positie te verkeren bij telehoren? Wanneer komt de brief over de EU-prostituees? Hoe staat het met het antwoord op de vragen over de toetsing van het voortraject vreemdelingenbewaring door de vreemdelingenrechter?

Antwoord van de regering

De staatssecretaris vindt de aanpassing van het openbareordebeleid nog wel meevallen. In het eindrapport van de stuurgroep Vreemdelingen in de strafrechtketen (VRIS) staat dat criminele illegalen die vaak kleinere delicten plegen, de zogenaamde draaideurcriminelen, niet goed kunnen worden aangepakt met behulp van de huidige glijdende schaal. Dat heeft geleid tot de voorgestelde aanpassing van deze schaal. Mensen die voor de eerste keer over de schreef gaan, maar zich schuldig maken aan een delict, waarop een strafbedreiging van twee jaar staat, vallen nu ook onder de glijdende schaal. Het gat tussen het moment van eerste toelating en een eenjarig verblijf is in de huidige schaal vrij groot. Bij de beoordeling van een eerste toelating tellen weliswaar niet alle veroordelingen mee, maar een vreemdeling die slechts een dag in het bezit van een vergunning is, moet voor meer dan negen maanden zijn veroordeeld om intrekking van de vergunning mogelijk te maken. Om deze discrepantie te verkleinen, wordt de eerste trede van de schaal aangescherpt. In het verlengde daarvan zijn ook de tweede en de derde trede aangepast.

Onder de delicten die gaan vallen onder de strafbedreiging van twee jaar vallen met name de eenvoudige mishandeling, de droge klap, en vernielingen. Nieuwe delicten met een strafbedreiging van twee jaar vallen ook onder de glijdende schaal. De staatssecretaris zegt toe de aanpassing van het Vreemdelingenbesluit ter kennisneming naar de Kamer te sturen, maar er is geen voorhangprocedure.

Voor de beëindiging van het verblijf van Gemeenschapsonderdanen en Turkse staatsburgers moet op het moment van de beoordeling sprake zijn van een actuele bedreiging van de openbare orde. Eerdere veroordelingen leiden niet automatisch tot beëindiging. De glijdende schaal is wel een richtsnoer, maar bij de beoordeling moet rekening worden gehouden met de actualiteit van de bedreiging. In concreto wordt op dit punt veel minder snel tot het intrekken van een verblijfsvergunning gekomen.

De staatssecretaris voelt er niets voor iemand al ongewenst te verklaren als hij of zij niet rechtmatig in Nederland verblijft. Het huidige beleid op dit punt wordt niet gewijzigd. Zelfstandig strafbaar stellen is indirect mogelijk via de ongewenstverklaring. Dat staat ook in de nieuwe Vw, maar dat komt niet automatisch neer op het strafbaar stellen van illegaal verblijf.

Vreemdelingenbewaring is iets anders dan gevangenisstraf of voorlopige hechtenis. Is er sprake van een criminele vreemdeling, dan moet worden bekeken of er een wettelijke grond aanwezig is de persoon in voorlopige hechtenis te nemen. Is dat niet het geval, dan moet worden bekeken of er tot vreemdelingenbewaring moet worden overgegaan. Het gaat niet aan een vreemdeling die een strafbaar feit heeft gepleegd, ongeacht welk, meteen in voorlopige hechtenis te nemen.

De staatssecretaris wijst erop dat een Kamermeerderheid heeft aangedrongen op een aanpassing van het regime vreemdelingenbewaring, gelet op de status van degene die daar verblijft. Vreemdelingenbewaring is een gesloten regime, maar een en ander verloopt er iets soepeler dan bij gewone detentie. Je kunt verschillend denken over wat al of niet sober is, maar de wijze waarop vreemdelingenbewaring nu plaatsvindt, is alleszins verantwoord. Van luxe is geen sprake. Op dit punt past ook zorgvuldigheid, want niet iedere burger kan met eigen ogen zien hoe het er daadwerkelijk aan toe gaat bij vreemdelingenbewaring. Verhalen over vreemdelingenbewaring die volstrekt niet sporen met de werkelijkheid moeten dus worden voorkomen. De feiten zijn dat men met zijn achten op een zaal ligt, met stapelbedden, dat men beschikt over een televisie en dat in een afgesloten hoekje een kookfaciliteit staat. Dat is heel sober. Daar komt bij dat vreemdelingenbewaring in hoge mate gecompartimenteerd is. Je kunt je dus niet op elk moment van de dag naar de recreatieruimte begeven om te pingpongen of iets van dien aard. Dat kan maar een paar uur per week.

De kosten van de aanpassing liggen hoger. Enerzijds wordt het regime aangepast op de status van de vreemdeling. Anderzijds moet het ordeaspect in de gaten worden gehouden, want het gaat om mensen die Nederland moeten verlaten, terwijl de meerderheid dat helemaal niet wil. Dat brengt spanning met zich, tussen de vreemdelingen onderling, maar ook in de richting van degenen die hen moeten bewaken. Het vergt meer personeelsinzet om een en ander ordelijk te laten verlopen. Het meer laten bewegen van de vreemdelingen en het waarborgen van de veiligheid brengen dus iets hogere kosten met zich. Justitie neemt het bedrag van 6 mln gulden voor haar rekening, maar er wordt gezocht naar een structurele financiering.

Scheiding van criminele illegalen en andere illegalen is niet mogelijk, maar dat is ook niet goed. Heeft men criminele antecedenten, dan is men daarvoor bestraft. Dan is men hier alleen illegaal en wordt men samen met anderen in bewaring genomen. Het probleem van bureaucratische procedures wordt nauwkeurig in de gaten gehouden. Deze moeten in ieder geval zo snel mogelijk worden doorlopen.

De capaciteit voor vreemdelingen- en strafrechtelijke bewaring wordt berekend op basis van prognoses. In de praktijk kan het gebeuren dat de reguliere bewaringshuizen vol zitten, terwijl de vreemdelingencapaciteit niet volledig wordt benut. Toen die situatie zich voordeed, is besloten de onbenutte vreemdelingencapaciteit tijdelijk in te zetten voor strafrechtelijke bewaring. Inmiddels is de druk op de vreemdelingencapaciteit toegenomen. De uitgeleende capaciteit wordt daarom gefaseerd teruggehaald en weer ingezet voor vreemdelingenbewaring. De capaciteit voor vreemdelingenbewaring is echter heel lastig te plannen. Het is niet zeker dat een plotselinge toevloed altijd het hoofd kan worden geboden. Het is zeer onwenselijk, maar als er op een bepaald moment onvoldoende capaciteit is, dan worden mensen heengezonden. Wel wordt de capaciteit voor vreemdelingenbewaring uitgebreid, onder andere in de Randstad, en worden de procedures zoveel mogelijk bekort, want hoe korter men in vreemdelingenbewaring zit, hoe meer plekken vrijkomen.

Er wordt momenteel bekeken, in overleg met de Koninklijke marechaussee, of herstel van de bevoegdheid tot het zelfstandig in bewaring stellen van vreemdelingen door de Kmar gewenst is. Het samenlopen van de procedures bij de Schipholzittingen, te weten die voor de afwijzing op het Aanmeldcentrum (AC) Schiphol en die met betrekking tot de 10-dagentoets voor de bewaring, is complex en leidt deels tot dubbel werk, maar beide kwesties moeten nu eenmaal aan de rechter worden voorgelegd. De samenloop is onvermijdelijk, maar er wordt zoveel mogelijk geprobeerd de zittingen op elkaar te laten aansluiten. Een en ander verloopt momenteel vrij goed.

Uitgangspunt bij het verhalen van de uitzettings- en bewaringskosten op de vreemdeling is dat deze zelf verantwoordelijk is voor zijn vertrek en de kosten daarvan. Soms betaalt de vreemdeling zijn uitzetting zelf, maar het grootste deel van de verwijderingen komt voor rekening van de Staat, want de meeste vreemdelingen hebben geen cent. Dat wordt overigens gecheckt. Een uitgebreider onderzoek hiernaar heeft geen zin. De IND en Sociale Zaken onderzoeken momenteel, naar aanleiding van de motie-Dittrich over het verhalen van de uitzettingskosten op de werkgever, of deze verhaalsmogelijkheid kan worden vormgegeven. Dit onderzoek, dat enkele maanden in beslag zal nemen, vindt plaats in de vorm van een ex-ante-uitvoeringstoets, maar ook de wetgeving moet erop worden nagekeken.

De pilot met telehoren is begin november van start gegaan en beslaat twee periodes van vier maanden. In de eerste periode wordt ervaring opgedaan met telehoren, waarbij alle procespartijen, behalve de vreemdeling, zich in de rechtbank bevinden. De tweede periode wordt gebruikt om ervaring op te doen met telepleiten, waarbij alle procespartijen, behalve de rechter en de secretaris, zich op de bewaringslokatie bevinden. De resultaten van de pilot worden gebruikt om te bezien of deze werkwijze navolging verdient. De NOvA en de stichtingen Rechtsbijstand asiel Nederland (SRA) zijn er ook bij betrokken. Er wordt ook in overleg met de NOvA en de SRA bezien op welke wijze kan worden tegemoetgekomen aan de eventuele zorgen en bezwaren van rechtshulpverleners.

Over de kwestie van de rechterlijke toetsing in het voortraject heeft mevrouw Halsema schriftelijke vragen gesteld. Die worden op korte termijn beantwoord. De formulering van het beroepsschrift vloeit voort uit de wet en is bevestigd door de Raad van State. Het moet voor de advocatuur niet moeilijk zijn de juiste formulering te gebruiken.

Nadere gedachtewisseling

De heer Middel (PvdA) vindt dat de aanpassing van de gehele glijdende schaal tot een fundamentele aantasting van de rechtspositie van vreemdelingen met een verblijfsvergunning leidt. Hij blijft erbij dat alleen de eerste trede moet worden aangepast. Hij ziet het debat over de aanpassing van het Vreemdelingenbesluit op dit punt met belangstelling tegemoet.

De heer Niederer (VVD) blijft van mening dat wat betreft het regime vreemdelingenbewaring sprake is van een luxe situatie, zeker als je dat vergelijkt met andere EU-landen. Dit heeft onmiskenbaar een aanzuigende werking. Hij blijft ook van mening dat de gronden voor voorlopige hechtenis moeten worden uitgebreid met de grond dat iemand illegaal is. Dan is het mogelijk iemand na diens arrestatie vast te houden tot aan de zitting.

De heer Hoekema (D66) is benieuwd hoe lang iemand een eerdere veroordeling wordt nagedragen als het gaat om een verblijfstitel. Zijn de termijnen van vijf en tien jaar in beton gegoten? Van de 6 mln gulden aan meerkosten voor een soepeler regime is 1 mln gulden bestemd voor de verbouwing. Dat bedrag is incidenteel, maar de vaart moet er wel in worden gehouden.

De heer Verhagen (CDA) blijft tegen de voorgestelde aanpassing van het regime vreemdelingenbewaring. Er moet ook worden gekeken naar de mogelijkheid van het verhalen van de kosten van vreemdelingenbewaring op de werkgever. Dat is een stok achter de deur voor werkgevers om geen illegalen in dienst te nemen.

De staatssecretaris constateert dat haar voorstellen met betrekking tot de openbare orde op een Kamermeerderheid kunnen rekenen.

Een veroordeling wordt tien jaar tegengeworpen als het gaat om een geweldsof drugsmisdrijf en vijf jaar bij andere delicten, maar daar kan op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht van worden afgeweken. Degenen die in het Grenshospitium terechtkomen, zitten daar in het algemeen slechts enkele dagen. Het Grenshospitium is een verantwoorde voorziening en maakt als het ware onderdeel uit van het reizen. De staatssecretaris zegt toe dat in de Vreemdelingenketenrapportage zal worden ingegaan op de maximale verblijfsduur in het Grenshospitium.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

Swildens-Rozendaal

De griffier van de vaste commissie voor Justitie,

Pe


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Swildens-Rozendaal (PvdA), voorzitter, Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Zijlstra (PvdA), Apostolou (PvdA), Middel (PvdA), Van Heemst (PvdA), Dittrich (D66), ondervoorzitter, Rabbae (GroenLinks), Van Oven (PvdA), Kamp (VVD), Rouvoet (ChristenUnie), O. P. G. Vos (VVD), Passtoors (VVD), Van Wijmen (CDA), De Wit (SP), Ross-van Dorp (CDA), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Halsema (GroenLinks) Weekers (VVD), Van der Staaij (SGP), Wijn (CDA).

Plv. leden: Wagenaar (PvdA), Balkenende (CDA), Çörüz (CDA), Van Vliet (D66), Duijkers (PvdA), Kuijper (PvdA), Albayrak (PvdA), Barth (PvdA), Hoekema (D66), Karimi (GroenLinks), Santi (PvdA), Luchtenveld (VVD), Slob (ChristenUnie), Van den Doel (VVD), Rijpstra (VVD), Rietkerk (CDA), Marijnissen (SP), Buijs (CDA), Van Baalen (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), De Vries (VVD), Van Walsem (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Arib (PvdA).

Naar boven