19 637
Vluchtelingenbeleid

26 646
Terugkeerbeleid

nr. 609
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 oktober 2001

In het algemeen overleg met de vaste commissie voor Justitie van uw Kamer op 26 juni 2001 met betrekking tot het landengebonden asielbeleid, (19 637, nr. 601) heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de uitvoering van de doelgroepgerichte terugkeerprogramma's. Met deze brief wil ik deze toezegging gestand doen.

Beleidskader voor doelgroepgerichte terugkeerprogramma's

Het centrale uitgangpunt van het terugkeerbeleid is en blijft dat een beslissing tot niet toelaten tot Nederland betekent dat degene ten aanzien van wie een dergelijke beslissing is genomen Nederland dient te verlaten. Conform hetgeen in het regeerakkoord is bepaald, is in de terugkeernotitie van 25 juni 1999 (TK 1998–1999, 26 646, nr. 1), aangegeven dat ten behoeve van de zelfstandige terugkeer maatregelen worden getroffen die ondersteuning bieden bij de voorbereiding en heroriëntatie op de terugkeer, de feitelijke terugkeer en de eerste dagen van opvang in het land van herkomst en tenslotte het begin van de herintegratie in het land van herkomst.

Ten behoeve van een nadere uitwerking van deze fasegewijze aanpak, is conform het op 1 mei 2000 aan uw Kamer gestuurde document «Over Terugkeer. Context en Managementafspraken» (Just-00–338) een doelgroepgerichte aanpak ontwikkeld in aanvulling op de reguliere werkwijze ten aanzien van de terugkeer.

Door de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) wordt een standaard terugkeerregeling aangeboden die de basis vormt voor de doelgroepgerichte aanpak. De «Return and Emigration from Aliens from the Netherlands» (Rean)-regeling (zie bijlage) is in 1991 ontworpen om ondersteuning te bieden aan vreemdelingen die zelfstandig willen terugkeren. Deze regeling houdt in dat de vreemdeling in het bezit wordt gesteld van een vliegticket voor vertrek naar zijn land van herkomst en dat een eenmalige ondersteuningsbijdrage wordt toegekend ten behoeve van de kosten van levensonderhoud in de eerste periode na vertrek uit Nederland.

Bij de doelgroepgerichte aanpak wordt beoogd maatwerk te leveren ten aanzien van grotere groepen van een zelfde nationaliteit en waar nodig etniciteit. Een herintegratiepremie vormt een belangrijk onderdeel van het beoogde maatwerk. Een tweede belangrijk element van een doelgroepgerichte aanpak is dat vooraf wordt vastgesteld hoe lang het programma voor de doelgroep van toepassing zal zijn. Zowel ten aanzien van de doelgroep (die voor een bepaalde datum Nederland is binnengekomen) als ten aanzien van de periode dat die doelgroep een extra faciliteit krijgt aangeboden worden regels opgesteld. Reden hiervoor is gelegen in het voorkomen van een aanzuigende werking door het aanbieden van programma's alsmede het creëren van een extra stimulans om de doelgroep binnen een bepaalde periode te bewegen tot terugkeer.

Financiering van een dergelijke herintegratiepremie vindt plaats uit verschillende fondsen (OS-gelden, Justitie-gelden en Europese gelden). Op grond van de evaluatie van het project Gefaciliteerde Terugkeer Afgewezen Asielzoekers, welke op 11 april jl. met uw Kamer is besproken, heeft de minister voor Ontwikkelingssamenwerking aangegeven dat, voor zover het OS-gelden betreft, een bijdrage aan de herintegratie alleen kan plaatsvinden in een multilateraal kader, en dat deze bijdrage zowel ten goede moet komen aan de terugkeerders uit Nederland als aan de lokale bevolking en terugkeerders uit de regio. Hiermee wordt beoogd een duurzamere bestaansbasis te creëren voor de terugkeerder en de regio waarnaar wordt teruggekeerd.

Huidige doelgroepgerichte terugkeerprogramma's

Op dit moment zijn er ten aanzien van de volgende landen c.q. nationaliteiten doelgroepgerichte terugkeerprogramma's ontwikkeld, dan wel reeds geïmplementeerd. Het betreft programma's ten aanzien van Kosovo, Tsjechië, Slowakije, Roemenië en Bulgarije, Noord-Irak en Somaliland.

Kosovo

Bij de brief van 19 januari 2001 (TK 2000–2001, 19 637, nr. 556) is uw Kamer geinformeerd over de evaluatie van het toelatings- en terugkeerbeleid inzake Kosovo waarbij voor de terugkeer de volgende faciliteiten zijn aangeboden.

• de Rean-regeling die een tegemoetkoming betreft voor het eerste levensonderhoud; 1250,– gulden per alleenstaande; 1750 gulden voor een gezin met twee kinderen en 200 gulden per elk volgend kind, jonger dan 18 jaar.

• een extra vergoeding voor herinrichtingskosten in Kosovo, beschikbaar gesteld door de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking. De vergoeding bestaat uit 1000 DM per volwassene en 500 DM per kind, jonger dan 18 jaar, met een maximum van 4000 DM per gezin. Deze extra vergoeding is van tijdelijke aard en wordt per 31 december 2001 stopgezet.

• transport van verblijfplaats in Nederland naar de luchthaven, gebruik van chartervluchten en begeleiding op de vluchten naar Macedonië, en vervoer per bus naar Pristina.

• verschaffen van reisdocumenten, ic. EU-reisdocumenten ter facilitering van de transit in Macedonië.

• de mogelijkheid om extra bagage mee te nemen. Deze faciliteit is per september 2000 gestopt.

• het aanbieden van de diensten van de Mother Theresa Society. Deze faciliteit is per september 2000 gestopt.

De doelgroep die in aanmerking komt voor het terugkeerprogramma naar Kosovo bestaat uit personen die zich voor 16 juli 1999 in Nederland hebben aangemeld.

Return and counseling assistance to Czech, Slovakian and Romanian asylumseekers currently living in Belgium, Finland and the Netherlands (RCA)

In het jaar 2000 is in samenwerking met Finland en België een pilotproject uitgevoerd ten aanzien van de voorlichting en terugkeer van (afgewezen) asielzoekers uit Tsjechië, Slowakije en Roemenië. Aan het project nemen deel, naast de herkomstlanden, Tsjechië, Slowakije, Roemenië, en Bulgarije, de bestemmingslanden, België, Ierland, Finland en Nederland. Dit pilotproject is medegefinancierd door de Europese Commissie. In het kader van dit project wordt de volgende ondersteuning aan de terugkeerders aangeboden:

• de Rean-regeling

• extra bagage faciliteit

• begeleiding bij de inreis

• vervoer naar de eindbestemming

• advisering over huisvesting, scholing, werkgelegenheid en gezondheidszorg in de landen van herkomst

Vanaf september 2001 is dit project gecontinueerd met behulp van financiering vanuit het Europees Vluchtelingenfonds. De doelgroep van dit programma bestaat uit asielzoekers die voor 1 januari 2001 een asielverzoek hebben ingediend.

158 personen die in 2001 reeds zijn teruggekeerd naar een van de landen van herkomst, zullen worden benaderd om deel te nemen aan de herintegratie-activiteiten welke vanaf september 2001 weer beschikbaar zijn. Deze activiteiten bestaan onder meer uit het aanbod van kort beroepsgericht onderwijs en beroepsorientatiecursussen in de landen van herkomst. Tevens worden plannen ontwikkeld voor gemeenschapsgerichte activiteiten.

Noord-Irak

In de terugkeernotitie van 25 juni 1999 is aangegeven dat er voor de terugkeer naar Noord-Irak een plan van aanpak zal worden ontwikkeld. Een van de redenen voor de ontwikkeling van een specifiek plan van aanpak hield verband met de beeindiging van het VVTV-beleid ten aanzien van Noord-Irak per december 1998. In de Rapportages Asielketen/Vreemdelingenketen is uw Kamer over de jaren 2000 en 2001 op hoofdlijnen geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de voortgang van de terugkeer naar Noord-Irak.

Een van de onderdelen van dit plan van aanpak is het doelgroepenprogramma. Teneinde dit programma vorm te geven is een interdepartementale werkgroep in het leven geroepen en zijn verschillende ambtelijke missies afgereisd naar Turkije om onder meer tot afspraken te komen inzake de samenwerking met de Turkse autoriteiten over de terugkeer van personen naar Noord-Irak via het grondgebied van Turkije. Hierbij is met name gesproken over de aantallen terugkeerders en de begeleiding over Turks grondgebied. De Turkse autoriteiten hebben hierbij aangeven dat gedwongen terugkeer van Irakezen via Turks grondgebied niet aan de orde kan zijn. Ten aanzien van de begeleiding van de terugkeerders over Turks grondgebied zijn onderhandelingen gaande tussen IOM en de Turkse NGO «Anatolian Development Foundation» (ADF) die hopelijk op korte termijn kunnen worden afgesloten. Tenslotte worden door Nederland ook de mogelijkheden onderzocht om via andere buurlanden van Noord-Irak de terugkeer naar Noord-Irak te laten plaatsvinden.

Het terugkeerprogramma naar Noord-Irak is van toepassing op personen uit Irak die vóór 1 april 2001 Nederland zijn binnengekomen en is gericht op de volgende categorieën Irakezen:

a. Vvtv-ers: personen die in het bezit zijn van een vvtv

b. Ex-vvtv-ers: personen van wie de vvtv is ingetrokken en die nog in procedure zitten tegen deze intrekking dan wel uitgeprocedeerd zijn

c. Personen die geen vvtv hebben gekregen en nog in procedure zitten dan wel uitgeprocedeerd zijn.

In het kader van dit programma naar Noord-Irak worden de volgende faciliteiten aangeboden aan de potentiële terugkeerder.

• voorlichting, transport (incl. vliegticket), ondersteuning bij het verkrijgen van een reisdocument en begeleiding van betrokkene via het grondgebied van Turkije naar Noord-Irak.

• de Rean-regeling die een tegemoetkoming betreft voor het eerste levensonderhoud; 1250,– gulden per alleenstaande; 1750 gulden voor een gezin met twee kinderen en 200 gulden per elk volgend kind, jonger dan 18 jaar.

• een herintegratiepremie welke betaald wordt uit middelen die de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking beschikbaar stelt. Deze is opgebouwd uit een bedrag van USD 500,– voor een volwassene en USD 250,– voor een minderjarige met een maximum voor een gezin van USD 2000,–. De looptijd van de herintegratiepremie is 1 jaar.

De uitvoering van dit programma, ook wel genoemd REAN-plus, is met ingang van 1 april 2001 aangevangen. Uw Kamer is hierover in de eerste Rapportage Vreemdelingenketen 2001 geïnformeerd.

In het licht van het overleg met Uw Kamer op 26 juni jl. waarbij gesproken is over de REAN-plus regeling, heb ik het IOM verzocht de uitvoering van deze REAN-plus regeling tijdelijk aan te houden.

Somaliland

Bij brief van 20 november 1998 (Tweede Kamer vergaderjaar 1998–1999, 19 637, nr. 395) is uw Kamer geïnformeerd dat er een Tri-Partite overeenkomst is gesloten tussen de autoriteiten van Somaliland, de IND en het IOM over de facilitering van de zelfstandige terugkeer naar Somaliland. Kern van deze overeenkomst is:

• het betreft personen die aantoonbaar al voor 22 januari 1998 in Nederland verbleven.

• het betreft vrijwillige terugkeer van illegaal in Nederland verblijvende Somalilanders (waaronder afgewezen asielzoekers uit Somaliland);

• ter facilitering van de zelfstandige terugkeer worden de volgende faciliteiten aangeboden:

– de Rean-regeling (incl. een vliegticket) die een tegemoetkoming betreft voor het eerste levensonderhoud; USD 450,– voor een alleenstaande of het gezinshoofd. Daarnaast krijgt de echtgenote USD 300,– het eerste kind USD 200,–, en USD 100,– voor ieder volgend kind.

– als herintegratiepremie krijgt de alleenstaande/gezinshoofd USD 1200,–, de echtgenote USD 1100,– en voor kinderen die ouder zijn dan 18 jaar USD 1000,–. Deze herintegratiepremie wordt door het ministerie van Justitie bekostigd.

– de autoriteiten van Somaliland ontvangen USD 1000 per terugkeerder voor gemaakte kosten en voor een fonds ten behoeve van de versterking van gemeenschapsvoorzieningen;

• de autoriteiten van Somaliland zullen zorgen voor reisdocumenten e.d. voor kandidaat-terugkeerders;

Bij brief van 3 april 2000 (TK 1999–2000, 19 637, nr. 520) is uw Kamer onder meer geïnformeerd over het ambtsbericht Somalië en het te voeren toelatingsbeleid en de eenzijdige beeindiging van de terugkeerregeling door de Somalilandse autoriteiten. Hierbij is aangegeven dat getracht zal worden de dialoog met Somaliland over dit onderwerp te herstellen. Tot op heden zijn er geen Somalilanders onder dit programma teruggekeerd naar Somaliland. In 2000 zijn er 10 personen naar Somalië teruggekeerd.

Onlangs heeft een missie van het ministerie van Buitenlandse Zaken en Justitie een bezoek gebracht aan Somaliland met als doel de dialoog met Somaliland weer te herstellen. De missie is in dit doel geslaagd, en een eerste voorzichtige stap is gezet om te komen tot een mogelijke samenwerking op het gebied van de terugkeer. Vooralsnog is het uitgangspunt dat een hernieuwde samenwerking met de autoriteiten van Somaliland gebaseerd zal worden op de faciliteiten die in de hiervoor beschreven regeling zijn opgenomen.

Huidige cijfers terugkeer onder de doelgroepenprogramma's

Doelgroepenprogramma2000tot 1 augustus 2001
RCA444158*
Kosovo707 35**
Noord-Irakn.v.t. 5***
SomalilandOpgeschortOpgeschort

* 158 personen die in 2001 reeds zijn teruggekeerd naar een van de landen van herkomst, zullen worden benaderd om deel te nemen aan de herintegratie-activiteiten welke vanaf september 2001 weer beschikbaar zijn.

** de lage animo voor terugkeer is naar verluidt mede gelegen in de gebrekkige gezondheidszorg en het ontbreken van (voldoende) huisvesting.

*** deze 5 personen zijn vertrokken voordat is besloten tot tijdelijke opschorting van het programma.

Samenvatting

De zelfstandige terugkeer is de meest wenselijke optie, waarbij de gedwongen terugkeer het noodzakelijk complement is. Om de eigen verantwoordelijkheid voor de terugkeer van de vreemdeling te ondersteunen is conform het regeerakkoord en de notitie terugkeerbeleid een beleidslijn ontwikkeld met een pakket van maatregelen die afhankelijk van de nationaliteit en/of etniciteit, wordt aangepast aan de behoeften van de doelgroep en de regio waarnaar wordt teruggekeerd. De basis van het pakket van maatregelen is gelegen in de Rean-regeling. Deze kan worden aangevuld met extra maatregelen indien de situatie waarin de doelgroep en de regio waarnaar kan worden teruggekeerd daar aanleiding voor geeft, zoals het verstrekken van een herintegratiepremie.

In het kader van het vernieuwde terugkeerbeleid heeft de IOM een sterkere rol gekregen in Nederland. Om deze reden, en mede gelet op de ontwikkelingen op het gebied van de doelgroepenprogramma's wordt overwogen om de sinds 1991 in werking zijnde standaard Rean-regeling aan te passen aan de huidige beleidsontwikkelingen. Mogelijke beleidsvoornemens hieromtrent in relatie tot de doelgroepenprogramma's zullen worden meegenomen in de terugkeerbrief welke is toegezegd aan Uw Kamer.

In verband met het tijdelijke aanhouden van het terugkeerprogramma (REAN-plus) naar Noord-Irak en de noodzakelijke voortgang van het programma, wil ik u verzoeken tot een spoedige reactie op deze brief te komen.

De Staatssecretaris van Justitie,

N. A. Kalsbeek

Naar boven