19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2765 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2021

Hierbij bied ik u de beleidsreactie op het WODC-onderzoek «Governance Meerjaren Productie Prognose migratieketen» aan.1 Aanleiding is de herijking van de toerekening van de eerstejaarsopvang van asielzoekers aan de Official Development Assistance (ODA) in 2018/2019. Met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) is destijds afgesproken dat de governance van de totstandkoming en besluitvorming over de Meerjaren Productie Prognose (MPP) inzake asiel wordt versterkt. Het WODC-onderzoek heeft hierbij als doel om inzicht te krijgen in de voor- en nadelen van het beleggen van de Meerjaren Productie Prognose (MPP) binnen de migratieketen of bij een externe onderzoeksinstelling. In opdracht van het WODC heeft Regioplan het onderzoek uitgevoerd. In deze brief zal ik ingaan op de bevindingen uit dit onderzoek. Ik vertrouw erop dat de uitkomsten van het onderzoek de verdere ontwikkeling van de MPP als transparant en kwalitatief instrument in een stroomversnelling brengt.

De Meerjaren Productie Prognose (MPP)

De Meerjaren Productie Prognose (MPP) is een periodiek overzicht van ambtelijke prognoses voor de organisaties in de migratieketen2, het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Ministerie van Buitenlandse zaken en de Rechtspraak. Door het bieden van zowel kwantitatieve als kwalitatieve inzichten aan betrokken organisaties wordt de MPP als belangrijk sturings- en planningsinstrument gezien. De MPP voorziet in jaarlijkse prognoses die elk halfjaar worden geüpdatet voor verschillende processen en is een van de bronnen voor de financiële cyclus.

Beleidsreactie

Zoals uit het WODC-onderzoek naar voren komt, kent elk prognose- of doorrekenmodel zijn unieke eigenschappen en is er niet een ideale vorm. Waarbij de meeste modellen een hybride vorm toepassen. Wel staat vast dat er wat betreft transparantie en openbaarheid van de MPP verbeteringen nodig zijn. Dit standpunt deel ik. Hierbij plaats ik wel de opmerking dat dit niet betekent dat er nog geen waarborgen in gang zijn gezet. Zoals ook uit het onderzoek blijkt, biedt de betrokkenheid van de verschillende partners met eigen belangen al een waarborg om oneigenlijke beïnvloeding te voorkomen. De MPP wordt binnen de verschillende gremia die de migratieketen kenmerken dan ook zorgvuldig afgestemd.

Aanbevelingen

Op basis van de uitkomsten van het WODC-onderzoek reageer ik op de adviezen, mede namens de betrokken partners:

Advies 1: Richt een externe auditcommissie op die de totstandkoming van de MPP structureel toetst

Het betreft hier het inrichten van een externe commissie die toeziet op het voorkomen van een schijn van oneigenlijke beïnvloeding in de totstandkoming van de MPP. Een vergelijkbare aanbeveling is ook te vinden in de recent gepubliceerde onderzoeken van EY naar de doorlichting van de vreemdelingen keten en de IND.3Deze aanbeveling neem ik over. Er zal daarbij sprake zijn van een structurele externe auditcommissie vanaf 2022. Het advies van EY richtte zich daarbij op een externe betrokkenheid op aanvraag. Echter, de betrokkenheid zal op structurele wijze worden ingericht rondom het gehele proces van de MPP.

Advies 2: Stel (onderdelen van) de MPP beschikbaar voor openbare inzage

Uit het onderzoek komt naar voren dat de MPP en het onderliggende proces nog onvoldoende beschikbaar worden gesteld in openbare stukken. Het openbaar stellen van de MPP vergroot niet alleen de onderlinge kennisuitwisseling van de betrokken partners van de migratieketen, maar maakt de MPP ook toegankelijker voor externe partijen. Hiermee geef ik tevens invulling aan de afspraken uit de Uitvoeringsagenda van programma Flexibilisering Asielketen om periodiek prognoses (en feitelijke ontwikkelingen in de asielketen) te delen en daarbij de onzekerheden aan te geven. Ik neem daarom de aanbeveling over. De wensen voor openbaarstelling worden onderzocht om zo de mogelijkheden in kaart te brengen en een afweging te maken voor het jaar 2022.

Advies 3: Kom tot de protocollering van het MPP-proces

Ondanks dat er sprake is van interne verslaggeving rondom de MPP, ontbreekt het volgens het onderzoek aan een (externe) beschrijving daarbinnen die recht doet aan het huidige proces rondom de totstandkoming van de MPP. Het uitschrijven en vastleggen van de processtappen, de inhoud en de rolverdeling van de betrokkenen maakt het gehanteerde format duidelijk voor allen die belang en/of interesse hebben in de MPP. Ik onderschrijf deze aanbeveling en zal in 2021 een vernieuwd MPP-protocol opstellen, waarbij de verschillende ontwikkelingen meegenomen worden (waaronder de externe auditcommissie).

Advies 4: Bied verbeterd inzicht in model en methodiek

De MPP is uitgegroeid tot een complex en technisch instrument dat meerdere onderdelen kent. Het advies is om verbeterd inzicht te bieden in het model, de gehanteerde methodes en onderliggende aannamen. Deze aanbeveling neem ik over, de uitlegbaarheid van het model en de methodiek zie ik als een essentieel onderdeel voor het faciliteren van interne en externe betrokkenheid en het openbaar maken van de MPP.

Advies 5: Versterk de monitoringsfunctie en (tussentijdse) evaluatie

In het advies staat de wens beschreven om de tussentijdse monitoring en evaluatie van eerder vastgestelde cycli concreet uit te werken (formeel wordt er twee keer per jaar een MPP vastgesteld). Deze aanbeveling wordt overgenomen, met een enkele kanttekening. Inherent aan een prognosemodel is dat er een zekere mate van onzekerheid bestaat. De evaluatie is al binnen de eerste fase van de MPP-cyclus ingebed en ook vindt er tussentijdse monitoring plaats. Criteria worden opgesteld om te bezien of een tussentijdse update van de MPP noodzakelijk is. Ook zal bij evaluaties gebruik worden gemaakt van historische data om vast te stellen hoe accuraat prognoses zijn geweest en welke lessen kunnen worden meegenomen.

Advies 6: Verdere inventarisatie van bestaande kennis en expertise op internationaal vlak

Bovenop de aanbevelingen die beschreven worden in het WODC-onderzoek en ik overneem, is vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid geadviseerd onderzoek te doen naar de systematiek van prognose- en doorrekenmodellen buiten Nederland. Ik onderschrijf het belang van aanvullende inzichten op basis van internationale kennis en expertise, om zo nieuwe inzichten in de MPP te implementeren, waaronder het binnenhalen van de kennis en kunde van betrokken partijen uit de externe auditcommissie.

Het rapport biedt de nodige handvatten om bovengenoemde aanbevelingen uit te voeren en daarnaast door te gaan met het ingezette beleid. Dit valt binnen een breder palet aan verbeteringen die uitgevoerd worden conform bovenstaande toezeggingen. Hiervoor zullen gesprekken plaatsvinden met externe partijen om de mogelijkheden voor een externe auditcommissie te inventariseren. Doordat de MPP een complex en technisch instrument is, wordt gedacht aan meerdere partijen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol


X Noot
2

IND, COA, DT&V, politie, DJI

X Noot
3

Kamerstuk 19 637, nr. 2740

Naar boven