19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2270 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2016

Met mijn brief van 13 mei 20161 heb ik toegezegd om uw Kamer voor het eind van het jaar te informeren over het verloop van de pilot inbewaringstelling door de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en uw Kamer tevens te informeren of de in de pilot gehanteerde werkwijze structureel zal worden ingevoerd.

Zoals ook al bleek uit de eerdere evaluatie van de pilot, waarover ik uw Kamer per brief heb geïnformeerd2, heeft de tijdens de pilot gehanteerde werkwijze tot goede resultaten geleid. De inbewaringstelling door de DT&V voor de doelgroep die tot de caseload van DT&V behoort, heeft ertoe geleid dat circa 96% van de in 2014, 2015 en 2016 (tot oktober) door de DT&V opgelegde bewaringsmaatregelen inhoudelijk stand heeft gehouden. Het totaal aantal bewaringsmaatregelen door DT&V betrof 378. Van dertien personen, waarvan twee gezinnen (zeven personen) werd de maatregel opgeheven vanwege onvoldoende motivering.

Bij meerderjarige vreemdelingen zonder gezin is het tijdsverloop tussen het indiceren van de inbewaringstelling en de feitelijke inbewaringstelling gemiddeld tien dagen. Gezinnen met minderjarige kinderen worden gemiddeld twaalf dagen na indicatiestelling in bewaring gesteld. Voorafgaand aan de pilot bedroeg het tijdsverloop vaak drie tot vier weken.

Zoals ook vermeld staat in de bovengenoemde brief van 13 mei jl. krijgen de regievoerders van de DT&V een opleiding op de Politieacademie, zodat zij ten aanzien van inbewaringstelling eenzelfde kennisniveau hebben als de hulpofficier van justitie. De onafhankelijkheid van de regievoerders is geborgd: de regievoerder die de maatregel oplegt heeft de betreffende vreemdeling nooit zelf in de caseload gehad. De pilot is tevens een voorbeeld van goede samenwerking binnen de vreemdelingenketen.

Alvorens definitief te besluiten tot een omzetting van de pilot in beleid is het van belang dat een kwantitatieve analyse beschikbaar is.

Ik verwacht uw Kamer in het eerste kwartaal van 2017 te informeren of en zo ja, hoe de uiteindelijke overheveling tot stand komt. Tot die tijd wordt de pilot in de huidige vorm gecontinueerd.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 2185, d.d. 13 mei 2016

X Noot
2

Kamerstuk 19 637, nr. 2065, d.d. 6 oktober 2015

Naar boven