Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2016
Hierbij bied ik u de Rapportage Vreemdelingenketen (RVK) aan over de periode januari
tot en met december 20151. In de rapportage informeer ik u periodiek over de resultaten in de vreemdelingenketen.
Asiel en opvang
In 2015 steeg de totale instroom naar 58.880 ten opzichte van 29.890 in het jaar 2014.
De instroom steeg vooral in de tweede helft van 2015. De stijging werd veroorzaakt
door zowel een toename van het aantal eerste aanvragers (van 21.810 in 2014 naar 43.090
in 2015), als het aantal nareizigers (van 5.360 in 2014 naar 13.850 in 2015). Het
aantal tweede en opvolgende aanvragen daalde van 2.720 in 2014 naar 1.940 in 2015.
Nareizigers zijn gezinsleden van asielzoekers die een asielvergunning hebben gekregen.
Deze categorie vormde in de rapportageperiode circa een kwart van de Nederlandse asielinstroom.
De stijging van de instroom van nareizigers hield uiteraard verband met de instroom
van Syrische en Eritrese asielzoekers vanaf 2014. De aanvragen van Syrische asielzoekers
worden merendeels ingewilligd en deze kunnen vervolgens tot een nareisaanvraag voor
hun gezinsleden leiden, die ook vaak ingewilligd wordt. Voor Eritrea geldt ook dat
het merendeel van de eerste asielaanvragen worden ingewilligd. De nareisaanvragen
van Eritreërs leiden echter minder vaak tot een inwilliging.
De sterke stijging van de asielinstroom stelde niet alleen de Vreemdelingenketen,
maar ook gemeenten, provincies, NGO’s, woningbouwcorporaties, onderwijsinstellingen
en vele andere organisaties voor grote uitdagingen. Desondanks is het in het afgelopen
jaar gelukt om alle ingestroomde asielzoekers van opvang te voorzien. Dit is gelukt
met grote inspanningen door alle partijen in de Vreemdelingenketen.
In het Bestuursakkoord (bijlage bij Kamerstuk 19 637, nr. 2107) zijn goede afspraken gemaakt tussen gemeenten, provincies en Kabinet voor noodopvang
in de komende periode.
Reguliere migratie
De ambitie is om de migranten die Nederland nodig heeft – met name studie-, arbeids-
en kennismigranten – door middel van snelle en doeltreffende procedures toe te laten.
Betrouwbare bedrijven en organisaties krijgen toegang tot soepele procedures door
erkend te worden als «erkend referent» en dragen dan medeverantwoordelijkheid voor
toelating en verblijf van de migrant.
De mogelijkheid erkend te worden als referent, blijkt in de praktijk te beantwoorden
aan de behoeften van bedrijven en kennisinstellingen. In de rapportageperiode zijn
780 aanvragen om erkenning als referent ingewilligd; op 31 december 2015 kwam het
totaal aantal erkende referenten op 4.640.
Het aantal aanvragen voor een reguliere verblijfsvergunning is in 2015 met 12 procent
toegenomen ten opzichte van het jaar 2014. De stijging wordt onder meer veroorzaakt
door de toename in de verblijfsclusters «Kennis & Talent» en «Studie». Deze stijging
past binnen het kabinetsbeleid om door soepele toelatingsprocedures de kwaliteit van
de beroepsbevolking en de aantrekkingskracht van Nederland als vestigingsplaats voor
buitenlandse investeerders, te vergroten.
Toegang, toezicht en terugkeer
De instroom in het terugkeerproces van de Dienst Terugkeer en Vertrek is in de rapportageperiode
vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van het vorig jaar. Het aantal personen dat vertrekt
stijgt licht in deze periode. Binnen de categorie «aantoonbaar vertrek» is een duidelijke
verschuiving zichtbaar van «gedwongen vertrek» naar «zelfstandig vertrek». Deze ontwikkeling
sluit aan bij de primaire doelstelling van het terugkeerbeleid om vreemdelingen met
een vertrekplicht te bewegen tot en te ondersteunen bij zelfstandig vertrek. Dat laat
uiteraard onverlet dat ook gedwongen vertrek nadrukkelijk aan de orde is.
De verhoogde instroom van vluchtelingen heeft ook gevolgen voor de politie. De meerjarige
afspraken 2015–2018 over vreemdelingentoezicht en -handhaving met de politie komen
onder druk te staan nu de aanpak van mensensmokkel en identificatie en registratie
van vreemdelingen topprioriteiten zijn. Daarom is besloten de afspraken voor 2016
te herzien en te richten op de topprioriteiten.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff