19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2146 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2016

In het VAO Vreemdelingen-en asielbeleid van 7 oktober jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 11, item 10) is een motie1 aangenomen waarin de regering wordt verzocht om alles in het werk te stellen om minderjarig gehuwde meisjes in beeld te krijgen en bescherming te bieden. Tevens wordt de regering verzocht om passende maatregelen te nemen en ervoor te zorgen dat strafbare feiten gevolgen hebben voor het verblijfsrecht van de betrokken mannen. Met deze brief informeer ik uw Kamer op welke wijze ik invulling geef aan de motie.

Onder de instroom van met name Syriërs bevinden zich minderjarige meisjes met een meerderjarige (huwelijks)partner. Tot 5 december 2015 bepaalde de wet dat een rechtsgeldig in het buitenland gesloten huwelijk in Nederland kon worden erkend, tenzij de erkenning kennelijk onverenigbaar was met de openbare orde. Verder bepaalde de wet dat het mogelijk was om, onder zekere voorwaarden, in Nederland een huwelijk te sluiten vanaf de leeftijd van vijftien jaar. In de praktijk betekende dit, dat de erkenning niet kon worden onthouden aan huwelijken die in het buitenland waren gesloten door personen vanaf de leeftijd van vijftien jaar. Huwelijken die gesloten werden door personen die niet beiden ten minste de leeftijd van vijftien jaar hadden bereikt werden met een beroep op de kennelijke onverenigbaarheid met de openbare orde in Nederland al niet erkend.

Tot mijn vreugde is het proces van wetswijziging met versnelde medewerking van de Eerste Kamer tot stand gekomen. Op 5 december 2015 is de Wet tegengaan huwelijksdwang (Kamerstuk 33 488, nr. 2) in werking getreden. Deze wet bepaalt onder meer dat beide partners minimaal 18 jaar moeten zijn om in Nederland te kunnen trouwen. Ook de in het buitenland gesloten huwelijken met minderjarige partners kunnen pas worden erkend als de beide partners minimaal 18 jaar zijn.

Maatregelen om minderjarige meisjes in beeld te krijgen en bescherming te bieden.

Met ingang van 5 december 2015 worden alle MVV-aanvragen in het kader van nareis en reguliere gezinshereniging afgewezen door de IND als ten minste een van de (huwelijks)partners jonger is dan 18 jaar. Op dit moment2 zijn er 5 MVV aanvragen in behandeling waarin één van de (huwelijks)partners minderjarig is. Op grond van de nieuwe wetgeving zullen deze aanvragen worden afgewezen. Uit de gegevens van de IND blijkt verder dat sinds eind september 2015 geen inwilligingen van MVV-aanvragen van een minderjarig gehuwde heeft plaatsgevonden.

In mijn beantwoording van de verschillende sets Kamervragen over Syrische kindbruiden3 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de afspraken die de betrokken organisaties hebben gemaakt. De IND, Nidos en COA blijven ook na de inwerkingtreding van de wet bijzondere aandacht houden voor deze groep. Inmiddels is het voor kindbruiden niet meer mogelijk om via het nareisbeleid/ toelatingsbeleid rechtmatig Nederland in te reizen. Wel blijft de kans bestaan dat er minderjarigen die in het buitenland zijn gehuwd, zelfstandig inreizen. Zij komen niet in aanmerking voor een nareisvergunning, maar kunnen wel zelfstandig een asielvergunning aanvragen. De eerder gemaakte werkafspraken over de veiligheid, bescherming en opvang zijn herzien en aangepast. Nidos vraagt de voogdij aan voor alle alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv). Ook een in het buitenland gehuwd minderjarig meisje dat zonder haar ouders inreist, wordt als amv aangemerkt, omdat het huwelijk naar Nederlands recht niet wordt erkend. Indien er sprake is van een partner zal Nidos naast het gesprek met de amv ook een gesprek aan gaan met de partner. Nidos vraagt geen voogdij aan voor gehuwde minderjarigen die met ouders inreizen. De minderjarige wordt dan in de opvang van het COA bij de ouders geplaatst. Tijdens de gesprekken zullen de minderjarige, de partner en eventuele familieleden geïnformeerd worden over de huidige wetgeving in Nederland waarin huwelijken met en/of tussen minderjarigen niet worden erkend en zullen gesprekken plaatsvinden over de opvang. Nidos en het COA zijn in gesprekken met de minderjarige zeer alert op signalen van mogelijke huwelijken, huwelijksdwang en vormen van misbruik.

Bij signalen hiervan wordt er samen met de minderjarige en daar waar mogelijk met familie, gezocht naar een oplossing. De Raad voor de kinderbescherming, het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld (LEC EGG) en het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating kunnen hierbij worden ingeschakeld. Zo nodig wordt de minderjarige in de beschermde opvang van het COA geplaatst.

Maatregelen om strafbare feiten gevolgen te laten hebben voor het verblijfsrecht van betrokken mannen.

Huwelijksdwang was al bij wet strafbaar, want iemand dwingen tot een huwelijkssluiting was en is een misdrijf. Artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht stelt «dwang» strafbaar. Wie met bedreiging, intimidatie of met andere middelen iemand dwingt iets te doen of te laten, begaat een misdrijf. Dit artikel is van toepassing bij het dwingen tot een huwelijk of verblijf in het buitenland. De verdachte van een dwangmisdrijf kan in voorlopige hechtenis worden genomen. De maximumstraf bedraagt twee jaar. Verder is het mogelijk in Nederland huwelijksdwang te vervolgen als het huwelijk in het buitenland werd gesloten en huwelijksdwang daar niet strafbaar is, mits de verdachte Nederlander is of een vreemdeling die in Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft (artikel 7 van het Wetboek van Strafrecht).

Een kanttekening hierbij is dat niet ieder huwelijk met een minderjarige kan worden aangemerkt als een huwelijk dat onder dwang is gesloten in die zin dat het een strafbaar feit oplevert als bedoeld in artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht. Dat is alleen het geval als er sprake is geweest van (bedreiging met) geweld of een andere feitelijkheid.

Strafbare feiten kunnen gevolgen hebben voor de verblijfsaanvraag van een asielzoeker en voor het verblijfsrecht van toegelaten statushouders. In dit kader noem ik ook mijn brief4 van 25 november 2015 waarin ik uw Kamer heb geïnformeerd over de voorgenomen maatregelen ter aanscherping van het beleid inzake weigeren en intrekken asielvergunning na veroordeling wegens een ernstig misdrijf.

Ik wil hiermee bewerkstelligen dat meer dan voorheen duidelijk is, dat personen die maatschappelijk onaanvaardbaar gedrag vertonen niet in aanmerking komen voor verblijf in Nederland. De afgelopen periode zijn nadere passende maatregelen genomen waardoor strafbare feiten zwaardere gevolgen kunnen hebben voor de verblijfsaanvraag van asielzoekers en het verblijfsrecht van statushouders.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 2056

X Noot
2

18 januari 2016

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 477 en Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 639.

X Noot
4

Kamerstuk 19 637, nr. 2078.

Naar boven