Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 oktober 2012
Op 10 oktober jongstleden heeft uw Kamer gedebatteerd over psychische problemen en
suïcide bij vreemdelingen (Handelingen II 2012/13, nr. 11, behandeling psychische problematiek vreemdelingen). De minister voor Immigratie,
Integratie en Asiel heeft toen twee toezeggingen op mijn beleidsterrein gedaan waarover
ik u nader informeer.
De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel heeft toegezegd uw Kamer te informeren
over de voortgang van de implementatie van de multidisciplinaire richtlijn «Diagnostiek
en behandeling van suïcidaal gedrag» die deze zomer is verschenen. Het gaat hier om
een generieke richtlijn, dus niet specifiek voor vreemdelingen. De implementatie van
de richtlijn is, zoals gebruikelijk, de verantwoordelijkheid van betrokken veldpartijen.
In de Jaarrapportage Vermindering Suïcidaliteit 2012, die ik eind 2012 naar uw Kamer
stuur, zal gerapporteerd worden over de voortgang van de implementatie.
Een aantal Kamerleden wil meer informatie over de uitkomsten van het onderzoek dat
de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft ingesteld naar twee suïcide gevallen
van vreemdelingen. De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel heeft geantwoord
dat het niet gebruikelijk is om de Kamer over individuele zaken te informeren omdat
dat dit strijdig kan zijn met het medische beroepsgeheim en de privacy wetgeving.
De minister heeft toegezegd met mij contact op te nemen om te bekijken welke informatie
met de Kamer kan worden gedeeld. Deze informatie treft u hieronder aan.
Het eerste incident betreft de suïcide van een vreemdeling in een GGZ-instelling op
8 april 2012. Hierover heeft u op 17 april jongstleden een vertrouwelijke brief ontvangen.
De betreffende GGZ-instelling heeft de dag na de gebeurtenis melding gemaakt van de
suïcide bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Conform de geldende procedures
heeft de GGZ-instelling vervolgens onderzoek verricht naar de toedracht van de gebeurtenis
en de IGZ over haar bevindingen, conclusies en verbetermaatregelen geïnformeerd. De
IGZ heeft de onderzoeksuitkomsten beoordeeld en de conclusies, zoals beschreven in
het instellingsrapport, onderschreven. De IGZ is van mening dat de instelling de noodzakelijke
zorg heeft geboden en passende maatregelen heeft genomen in reactie op de gebeurtenis.
Om deze reden achtte de inspectie nader onderzoek niet aan de orde en heeft zij de
melding in juli jongstleden afgesloten.
Het tweede incident betreft de suïcide van een vreemdeling, op 29 december 2011, in
het aanmeldcentrum op Schiphol. Aangezien de in bewaring gestelde vreemdeling formeel
onder detentiecentrum Zeist viel, heeft de IGZ dit centrum gevraagd de suïcide nader
te onderzoeken en de inspectie hierover te rapporteren. De IGZ heeft dit rapport beoordeeld
en zelf aanvullend onderzoek verricht waarbij ook het Gezondheidscentrum Asielzoekers
en de Immigratie en Naturalisatiedienst zijn betrokken. De IGZ concludeert dat de
medische dienst van DC Zeist de zorgverlening conform de geldende richtlijnen en protocollen
heeft uitgevoerd. Ketenbreed is geconstateerd dat delen van medische informatie zijn
opgenomen in het medisch dossier hetgeen resulteerde in een onvolledig beeld. De IGZ
heeft twee maatregelen aan de betrokken organisaties opgelegd om ervoor te zorgen
dat medisch dossiers voldoen aan de geldende eisen. De vastgestelde afspraken en een
plan van aanpak voor de implementatie hiervan dienen binnen twee maanden aan de inspectie
te worden gemeld.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers