Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2010
Tijdens het begrotingsdebat op 1 december 2010 heb ik u toegezegd u te informeren over de overheveling van de nareisprocedure
van asiel naar regulier, nadat verschillende partijen hun zorg hebben uitgesproken dat nareis nagenoeg onmogelijk zou worden
gemaakt door het stellen van reguliere voorwaarden voor gezinshereniging. De leden Voordewind, Van der Staaij, Schouw en Dibi
hebben een motie ingediend waarin – kort weergegeven – wordt verzocht om het recht op gezinshereniging van nareizigers te
eerbiedigen en geen extra drempels op te werpen. Ik heb u toegezegd u per brief te informeren. Deze toezegging doe ik u met
deze brief gestand.
Zoals ik ook in het debat heb aangegeven, staat in het Regeerakkoord vermeld dat nareizende gezinsleden niet meer automatisch
een asielstatus zullen krijgen maar onder het reguliere beleid voor gezinsmigratie worden gebracht, waarbij geen vereisten
worden gesteld aan het inkomen of inburgering in het buitenland.
De wijziging naar een reguliere procedure betekent niet dat hiermee de nareis van gezinsleden van asielvergunninghouders onmogelijk
wordt gemaakt of dat daarmee nieuwe drempels worden opgeworpen. Het gaat om een procedurele wijziging, die tot doel heeft
de nareisprocedure efficiënter te maken. De aanvraag hoeft niet meer getoetst te worden in een asielprocedure maar enkel aan
de criteria van het nareisbeleid. Daartoe wordt een reguliere aanvraag vanuit het buitenland ingediend, waarna in het geval
van een inwilliging de nareizigers kunnen inreizen en snel in het bezit kunnen worden gesteld van een reguliere vergunning.
De nareiziger zal zich zoveel mogelijk direct voegen bij de hoofdpersoon die in veel gevallen al gemeentelijke huisvesting
heeft en hoeft dus niet meer te worden opgevangen in een asielzoekerscentrum.
Het uitgangspunt van het nareisbeleid is en blijft dat het gezin, zoals dat bestond voor het vertrek van de hoofdpersoon uit
het land van herkomst, met elkaar herenigd moet kunnen worden. Juist daarom is in het Regeerakkoord opgenomen dat met het
wijzigen van de nareisprocedure in een reguliere procedure niet de reguliere gezinsherenigingseisen, zoals het inkomensvereiste
of het inburgeringsvereiste in het buitenland worden gesteld.
Dit alles neemt niet weg dat om andere redenen, bij voorbeeld ter bestrijding van fraude door nareizigers, het kabinet kan
besluiten om het nareisbeleid te wijzigen of aan te scherpen. Mocht dat het geval zijn dan wordt uw Kamer hiervan uiteraard
op de hoogte gesteld.
De minister voor Immigratie en Asiel,
G. B. M. Leers