19 637
Vreemdelingenbeleid

nr. 1002
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2006

Op 14 december nam uw Kamer een motie van het lid Lambrechts aan, waarin werd verzocht om vertrouwelijke inzage in de rapporten die ten grondslag liggen aan het algemeen ambtsbericht over de situatie in de Democratische Republiek Congo (Kamerstuk II 2005/06 19 637, nr. 997). De minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie heeft uw Kamer medegedeeld uitvoering te geven aan deze motie door mij te vragen uw verzoek in behandeling te nemen. In haar reactie gaf de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie tevens aan dat ik hiertoe alleen bereid zou zijn, indien de Kamer ermee instemt dat de onderliggende stukken ter vertrouwelijke kennisgeving aan de vaste Kamercommissie voor Justitie worden voorgelegd.

Zoals u weet liggen aan het ambtsbericht openbare en vertrouwelijke bronnen ten grondslag. Het is bekend dat in het kader van het onderzoek ten behoeve van een algemeen ambtsbericht meerdere bronnen, waaronder informanten, worden geraadpleegd. Er wordt onder meer gesproken met vertegenwoordigers van buitenlandse mogendheden, internationale organisaties en lokale niet-gouvernementele organisaties. De namen en functies van deze informanten worden vertrouwelijk gehouden, mede ter bescherming van de onderzoeksmethoden en -technieken. Vertrouwelijkheid is in veel gevallen een voorwaarde voor de informanten om hun informatie ten behoeve van het ambtsbericht te delen. Zij kunnen immers ernstig gecompromitteerd worden of zelfs gevaar lopen als bekend wordt dat zij aan een onderzoek hebben meegewerkt. Om de positie en veiligheid van informanten niet in gevaar te brengen krijgen zij de garantie dat vertrouwelijk met hun identiteit en informatie zal worden omgegaan. Met deze toezegging wil ik uiteraard zorgvuldig omgaan.

Ik zal derhalve – conform het verzoek van uw Kamer – inzage verlenen aan de leden van de vaste Kamercommissie voor Justitie in de onderliggende stukken van het algemeen ambtsbericht over de situatie in de Democratische Republiek Congo van 30 september 2005 onder de strikte voorwaarde van vertrouwelijkheid. Ik nodig daartoe de leden van genoemde Commissie uit via uw griffie een afspraak te maken met de afdeling Asiel en Migratie Zaken van mijn ministerie voor inzage in het dossier op het departement. Uiteraard staan mijn medewerkers ter beschikking om de leden van de Commissie inzicht te geven in dit uiterst omvangrijke en complexe dossier en eventuele feitelijke vragen te beantwoorden.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot

Naar boven