Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 38, item 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 38, item 2 |
Aan de orde is het debat over de Najaarsnota 2020 (35650, nr. 1).
De voorzitter:
Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Fijn dat u bij ons bent. Aan de orde is thans het debat over de Najaarsnota 2020, Kamerstuk 35650, nr. 1. We hebben, inclusief de late inschrijvers, meneer Nijboer, tien deelnemers aan het debat van hedenochtend. Als eerste geef ik graag het woord aan de heer Tony van Dijck van de fractie van de Partij voor de Vrijheid. Het woord is aan hem.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter, dank u wel. Het afgelopen jaar werd getekend door de vreselijke corona-uitbraak, met grote gevolgen voor onze gezondheid, de economie en onze begroting. Van een situatie van hoogconjunctuur met historisch lage werkloosheid zijn we nu terechtgekomen in een economische dip. De economie krimpt met meer dan 4%, de werkloosheid verdubbelt volgend jaar volgens het CPB. Als er een volgende golf aankomt, wat niet uitgesloten is, dan zou die werkloosheid wel eens naar 10% kunnen gaan. Door corona zijn we inmiddels 50 miljard aan economische groei kwijtgeraakt. Maar we zijn er nog lang niet. De PVV vreest voor een faillissementsgolf in 2021, met massawerkloosheid tot gevolg. Hoe gaat de minister dit voorkomen? De PVV wil dan ook dat alle kosten van gedupeerde ondernemingen worden vergoed. Dat is toch wel het minste. We moeten voorkomen dat bedrijven het vlak voor de finish alsnog voor gezien houden, want dat zou eeuwig zonde zijn. Dan is alles voor niets geweest, alle steun is dan weggegooid geld.
In dat kader maken wij ons ook zorgen over de opgehoopte schulden. Veel bedrijven hebben zich suf geleend en hebben betalingen uitgesteld. De banken hebben 34.000 kredieten verstrekt ter waarde van 25 miljard. Ook kregen 130.000 bedrijven een betaalpauze van de bank, ter waarde van 3,1 miljard. 220.000 Bedrijven kregen uitstel van betaling van belastingen, ter waarde van 15 miljard. En sommige bedrijven kregen uitstel van betaling van crediteuren, zoals de huur, de brouwerijen, leasecontracten en noem maar op. Dat is een stuwmeer aan schulden die allemaal moeten worden terugbetaald. Hoe gaan ze dat doen, vraag ik aan deze minister. Heeft de minister daar überhaupt al over nagedacht? Het gaat om megabedragen, we praten over meer dan 50 miljard. Alleen al de belastingschuld is gemiddeld zo'n €65.000 per bedrijf. Straks is de corona-ellende voorbij en krijgen we alsnog een faillissementsgolf vanwege de opgebouwde schuldenberg. Dat moeten we voorkomen. Graag een reactie van deze minister.
Voorzitter. In de Najaarsnota heb ik één grote tegenvaller kunnen ontdekken en dat is, hoe kan het ook anders, de afdrachten aan Brussel. Of we nog eens 415 miljoen extra willen overmaken, boven op de 9 miljard die we sowieso kwijt zijn aan Brussel. Maar wacht, dat is nog niet alles. We moeten ook nog eens 700 miljoen afdragen over de invoer van zonnepanelen. De minister was dit eigenlijk niet van plan, maar doet het nu toch maar. Anders loopt de vertragingsrente verder op. De teller staat nu op 300 miljoen aan rente. 300 miljoen op een bedrag van 700 miljoen. Dat is bijna 50% aan rente. Dat is belachelijk. Hoe kan dat, vraag ik aan de minister. Waarom wisten wij hier niet van? Dat ga je toch niet betalen? We worden uitgekleed waar we bij staan, en deze minister wil gewoon gaan betalen. Ik neem aan dat de minister een rechtelijke procedure start wegens ongerechtvaardigde verrijking van de Europese Commissie. Dat is toch wel het minste. Graag een reactie.
Voorzitter. Dan de buffers. Als corona één ding duidelijk heeft gemaakt, is het wel de kwetsbaarheid van veel bedrijven en huishoudens. We werken hard in Nederland, maar we hebben geen vet op de botten. We houden niets over. 40% van de Nederlanders blijkt een spaarpotje te hebben van minder dan €1.000. En daar zitten dan ook nog eens 1 miljoen werkenden bij, volgens de Algemene Rekenkamer. Een schokkende constatering. Met de minste of geringste tegenslag zitten we in de financiële problemen. Volgens het Nibud kampen nu al 1,3 miljoen gezinnen met problematische schulden, en de verwachting is dat dit gaat verdubbelen. Een op de drie gezinnen heeft dus financiële problemen. En wat doet het kabinet? Dat verhoogt de lasten van burgers. De energierekening, de boodschappen, de btw, de zorgpremie: alles wordt elk jaar duurder. Zelfs de huren hadden dit jaar de hoogste stijging sinds zes jaar, met 2,9%. En dat terwijl een derde van de huurders financieel volledig klem zit.
Bijna de helft van de Nederlanders staat het water dus tot aan de lippen, maar dit kabinet duwt ons telkens weer kopje onder. Wat is het antwoord van deze minister? Educatie. Financiële educatie en bewustwording. Mensen moeten leren dat ze een appeltje voor de dorst moeten sparen. Maar als je elke maand tekortkomt, minister, dan is het heel moeilijk sparen.
Het kabinet doet het al jaren in Europa voorkomen dat we zo'n rijk land zijn, maar dat zijn we dus helemaal niet. Dus waarom maken we dan vele miljarden over naar andere landen? Waarom stemt deze minister überhaupt in met een herstelfonds van 750 miljard, waar Nederland 45 miljard aan mag bijdragen? Alsof we te veel hebben! Is dat soms het nieuwe beleid van het CDA?
Tot slot. Kan de minister nog één keer uitleggen aan al die mensen thuis waarom Italië een cadeautje krijgt onder de kerstboom van de Nederlandse belastingbetaler van maar liefst 5 miljard euro? Het is een gift; ze hoeven het niet terug te betalen. Spanje krijgt 4,5 miljard, Frankrijk krijgt 3 miljard, Polen krijgt 1,5 miljard en Griekenland krijgt 1 miljard. Een cadeautje van die zogenaamd rijke Nederlanders die nu berooid thuiszitten zonder werk en zonder inkomen en wier business dicht moest van dit kabinet.
En kan hij ook nog één keer uitleggen waarom hij Italië nog eens 7,5 miljard euro leent? Dit land kan ook lenen op de kapitaalmarkt, tegen nota bene een negatieve rente. Het is niet zo dat Italië geen toegang heeft tot de kapitaalmarkt. Ze kunnen een vijfjaarsobligatie uitschrijven tegen een negatieve rente. Waarom doen ze dat niet? Waarom moeten ze dat van de Commissie en van ons lenen? Ik kan het niet uitleggen; misschien dat deze minister het wel kan.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Aukje de Vries van de fractie van de VVD.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dank u, voorzitter. Mijn tijd loopt nog niet; tenminste, ik zie die hier niet lopen. Daar wordt aan gewerkt, hoor ik. Prima.
Voorzitter. We leven in ongekende tijden, waarin de Nederlandse economie en ondernemers afgelopen maandag weer een enorme dreun te verwerken hebben gekregen. Het is helaas nodig om het virus te bedwingen, maar het is een dreun met vergaande gevolgen. De ondernemers en heel veel andere mensen zullen de gevolgen van de economische teruggang voelen. Er zullen bedrijven failliet gaan. Mensen zullen hun baan of inkomen verliezen. Zzp'ers zullen geen of onvoldoende opdrachten meer krijgen.
Voorzitter. Hoewel we vandaag dus spreken over de Najaarsnota, zal een groot deel van mijn inbreng in het teken staan van de coronacrisis en de economische effecten daarvan. Want die zullen hun doorwerking hebben in deze Najaarsnota. Dat is het enige wat nu zeker is.
Het kabinet is gelukkig niet doof voor deze zorgen, maar de VVD blijft het kabinet wel aanjagen. Want als we na de crisis weer snel willen groeien, dan zullen we onze ondernemers nu het hoofd boven water moeten laten houden. Ik vraag dus van het kabinet en van deze minister de bevestiging dat zij doen wat nodig is om ondernemers in deze zware tijden te steunen.
De minister gaf gisteren bij RTL aan dat de steun miljarden meer gaat kosten. Ik wil hier graag van deze minister de bevestiging dat eventuele kosten voor hem geen reden zijn om ondernemers steun te onthouden. Anders kan dat onze economie nog lang schaden. "The computer says no" mag niet het antwoord zijn. Onze ondernemers hebben hier immers niet om gevraagd.
Voorzitter. We hebben forse steunpakketten beschikbaar gesteld voor de ondernemers en werknemers. Voor een deel is dat snel en redelijk soepel gegaan. Als VVD krijgen we toch ook signalen dat het her en der hapert. Hoe zit het bijvoorbeeld met het geld voor de omscholing, zo'n 1,5 miljard euro? Klopt het dat dit pas in het tweede kwartaal van 2021 ingezet gaat worden? Maar ook wat kleiners. Hoe zit het met het geld voor de ondernemers van de bruine vloot? De VVD heeft daar begin november schriftelijke vragen over gesteld, maar die zijn zelfs nog niet beantwoord. Het is toch zaak om het geld zo snel mogelijk bij de mensen en de ondernemers te krijgen waar het over gaat?
We horen ook signalen over behoorlijk wat terugvordering. We wisten natuurlijk dat dat een risico was. Toch wil mijn fractie hier meer over weten. Want hoe gaat dit nu in zijn werk? Hoe voorkomt het kabinet dat juist deze terugvorderingen voor ondernemers de nekslag blijken te zijn? We gaan ervan uit dat de betrokken ministeries daar richting de ondernemers realistisch en redelijk mee omgaan, dus dat er geen onredelijke termijn is waarop gelden terugbetaald moeten worden, waardoor bedrijven alsnog omvallen. Kan de minister dat toezeggen?
Voorzitter. Een aantal garantieregelingen voor onze mkb-ondernemers wordt eigenlijk nog maar mondjesmaat gebruikt. Met name de Kleine Kredieten Coronagarantieregeling en de Garantie Ondernemersfinancieringsregelingen hebben een relatief lage benutting, van circa 5% tot 10%. Wat is daarvoor de reden, en in hoeverre sluiten deze regelingen aan bij de praktijk? Doen onze banken wel voldoende? En is de communicatie wel op orde?
Voorzitter. Mijn fractievoorzitter heeft gisteren ook aangegeven dat nog eens gekeken moet woerden naar de lopende steun voor ondernemers. Redelijk recent is besloten om een aantal fiscale regelingen te laten aflopen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de fiscale regeling reiskosten, de werkkostenregeling en het gebruikelijk loon. Dit gebeurde in tijd relatief kort geleden, maar in corona-eenheden is het mijlenver bij ons vandaan. Hoe kijkt de minister hier nu naar? Moeten deze besluiten niet heroverwogen worden? Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Mijn fractie vraagt de minister ook extra te kijken naar schrijnende gevallen, zoals ondernemers die net voor de eerste lockdown gestart zijn en buiten de boot vallen. Hiervoor heeft het kabinet ook de TONK-regeling, de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten, in het leven geroepen, maar wij vragen ons af of dat bedrag nog wel voldoende is. Hoe kijkt de minister daarnaar? We gaan ervan uit dat er, afhankelijk van hoe lang de lockdown nog duurt, ook ruimhartig gekeken wordt naar het terugbetaalmoment voor de belastingen. Kan de minister dat toezeggen?
Voorzitter. Het begrotingssaldo in de Najaarsnota is nog steeds ongekend, met min 6,2%, ook al is dat een procentpunt beter dan verwacht was bij de Miljoenennota. De staatsschuld wordt geraamd op 57,4%. De economie heeft zich in de zomer en in het begin van de herfst positiever ontwikkeld dan verwacht. De ramingen zijn echter wel met grote onzekerheid omgeven. Het enige dat we na maandag weten, is dat de cijfers die ik zojuist noemde niet meer kloppen. Kan de minister desondanks iets meer zekerheid geven over deze onzekerheid? Binnen wat voor bandbreedte verwacht hij dat het EMU-saldo en de EMU-schuld zullen eindigen? En wat zijn de verwachte effecten van het besluit van maandag?
Voorzitter. De VVD is bereid om de portemonnee te trekken om de economie zo goed mogelijk aan de praat te houden, maar dan moet het geld wel goed en verantwoord besteed worden. Belangrijk is dan ook dat er voor 2020 gewoon een goedkeurende verklaring gaat komen voor de jaarstukken. De minister doet daarover tot nu toe nogal laconiek: hij kan er niet op vooruitlopen. Maar het is toch echt beter om dit te voorkomen dan het te genezen. De minister moet de boel zo op orde hebben, dat die goedkeurende verklaring er komt. Wat doet hij daar nu aan en wat heeft hij daar de afgelopen tijd aan gedaan?
Er is namelijk veel gebruikgemaakt van de zogenaamde noodprocedure voor de coronamaatregelen, dat wil zeggen: eerder geld uitgeven dan dat daarover is besloten door de Tweede Kamer. Dat is in principe logisch in een crisis, maar ook dan moet je het wel goed doen, en dat is niet altijd het geval. Welke afspraken heeft de minister van Financiën met de vakministers over het gebruik van de noodprocedure, over de communicatie met de Tweede Kamer en over de communicatie tussen de ministeries en Financiën?
Voorzitter. Dan een technische, maar niet onbelangrijke kwestie. Er staat nog een in=uittaakstelling van 1,2 miljard euro. Die moet nog ingevuld worden bij de slotwet. Dat is erg kort dag; het is inmiddels al eind 2020. Hoe gaat de minister die invullen?
En dan het is nog een technische vraag, maar dat is er niet eentje zonder consequenties. Gister kregen wij een brief van de minister, waarin stond dat vanwege de door inmiddels nagenoeg iedereen onnavolgbaar genoemde zorgpremieregelingen extra geld gevonden moest worden om het inkomstenkader te sluiten. De minister gaf aan dat het hem gelukt is en dat hij daar blij mee is. Maar ik moet eerlijk zeggen dat toen wij als VVD de brief lazen, onze gedachte vooral was: des te meer reden om van die onzinnige zorgpremiebegrotingsregel af te stappen. Deze leidt tot lastenverzwaring, juist op het moment dat wij die het minst kunnen gebruiken, en smoort eventuele toekomstige koopkrachtstijgingen in de kiem. Ik heb het al vaker aan de minister gevraagd, maar wil hij nu eindelijk toegeven dat deze begrotingsregeling toch echt aan het einde van haar Latijn is? Kan hij reflecteren op het alternatief van de Studiegroep Begrotingsruimte? En wanneer wist de minister eigenlijk voor het eerst van deze tegenvaller?
Voorzitter. Er zijn nog overschrijdingen bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. In de reactie daarop wordt gekeken naar overprogrammering. Gelet op het stimuleren van de economie door het naar voren halen van investeringen in infrastructuur vindt de VVD dat niet de meest logische. De minister van Financiën hoor ik eigenlijk niet over het beter grip krijgen op de investeringen, want sommige projecten hebben te maken met forse overschrijdingen, zoals de sluis bij IJmuiden en de Afsluitdijk. Deels ging het hier om een zogenaamde DBFMO, oftewel Design, Build, Finance, Maintain, Operate. Daarover was vroeger jaarlijks nog een debat met de minister van Financiën. Kan de minister zijn visie op DBFMO in het beleid en de uitvoering in een brief aan de Kamer doen toekomen in januari 2021?
Voorzitter. Ik heb nog een paar vragen over de zonnepanelen. Mijn collega van de PVV had het daar ook al over. Als Nederland uiteindelijk gelijk krijgt, kan Nederland dan ook rente tegemoetzien over het bedrag? Waarom heeft Nederland al geld overgemaakt, terwijl het zelf denkt dat dit nodig is? Waarom dan niet wachten op uitsluitsel? Waarom zou Nederland überhaupt rente moeten betalen als je nu het geld niet overmaakt, gelet op de lage rentestand? De casus heeft betrekking op de periode 2015-2018. Waarom is er in 2019 en 2020 geen probleem? Wanneer is er meer duidelijkheid te verwachten over de constructieve dialoog met de Europese Commissie? Wanneer gaat er dan een procedure voor ongerechtvaardigde verrijking tegen de Europese Commissie gestart worden?
Voorzitter, tot slot. Het afgelopen jaar hebben Nederlanders veerkracht en doorzettingsvermogen getoond. Dat de economie het tot het virus weer extra toesloeg, beter heeft gedaan dan iedereen had verwacht, is te danken aan al die hardwerkende Nederlanders en onze ondernemers. Hopelijk kunnen ze die creativiteit, die veerkracht en dat doorzettingsvermogen ook dit keer weer vinden en kunnen ze zich door deze lockdown heen knokken. Laten we dat samen doen met alle hardwerkende Nederlanders en onze ondernemers. Laten we ons goed aan de regels houden. Met ondernemingszin en veerkracht komen we ook hier weer samen doorheen, en hopelijk snel.
Dank u wel.
De heer Stoffer (SGP):
Mevrouw De Vries van de VVD maakt er een actueel debat van over ondernemers die het nu moeilijk hebben. Ik denk dat dat terecht is. Ik zal daar straks ook het een en ander over zeggen. Lopende de bijdrage van mevrouw De Vries zie ik dan berichten voorbijflitsen over de Action, de Wibra en andere ketens die opengaan. Wat vindt mevrouw De Vries daarvan, ook gelet op wat zij net zei, namelijk dat iedereen zich goed aan de regels moet houden? De plaatselijke boekhandel, de fietsenmaker en ga zo maar door blijven dicht, en wee je gebeente als die wat doen, dan staat de burgemeester op de stoep. Kan mevrouw De Vries daar ook iets over zeggen? Hoe kijkt de VVD daar nu tegenaan?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik vind dat ook ondernemers zich aan de regels moeten houden. Als ze gesloten moeten zijn, moeten ze gewoon de deuren sluiten, hoe hard dat ook is voor hen. Ik vind ook niet dat ze de randen van de regelgeving moeten gaan opzoeken, dus tegen de Wibra's en de Actions zou ik zeggen: houd je gewoon aan de regels en sluit de deuren.
De heer Alkaya (SP):
Aan het begin van haar betoog vroeg mevrouw De Vries van de VVD om een coulante opstelling van de Belastingdienst richting ondernemers op het moment dat de achtergestelde belastingen of de belastingen die nog verschuldigd zijn, terugbetaald moeten worden. Het is mij nog niet helemaal duidelijk of die coulante opstelling alleen wordt gevraagd richting ondernemers of dat die ook wordt gevraagd richting de mensen thuis, richting particulieren.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij hebben we met elkaar afgesproken dat ondernemers uitstel van belastingen kunnen aanvragen. Ik denk dat we daarbij ook moeten kijken naar de vraag wat er nu precies door de coronacrisis gebeurt. We hebben die ondernemers allemaal uitstel van belastingen verleend. Als we op het moment dat ze dat moeten terugbetalen in zo'n crisis zitten dat dat amper mogelijk is en dat dat ze alsnog de nekslag geeft, dan zou het heel raar zijn om dat te doen. Dat zou ik een slechte zaak vinden. Volgens mij hebben we inderdaad niet geregeld dat er uitstel van belastingen voor burgers is.
De heer Alkaya (SP):
Mijn vraag ging niet over het uitstellen. Daar hebben we het al over gehad. Mijn vraag ging over een coulante opstelling op het moment dat dat terugbetaald moet worden. Er zijn ondernemers die belastingen moeten terugbetalen, maar er zijn ook particulieren die hun belasting even niet meer hebben kunnen betalen. Moet de Belastingdienst in deze coronacrisis ook coulant zijn tegenover de mensen thuis die in de problemen kunnen komen omdat ze nog een belastingschuld hebben, of is die coulante opstelling volgens de VVD alleen van toepassing op ondernemers?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij kan er ook altijd maatwerk geleverd worden en kan er ook met de Belastingdienst in gesprek worden gegaan over een terugbetalingsregeling. Als dat nodig is, dan denk ik dat het een goede zaak is dat de Belastingdienst ook met die mensen in gesprek gaat.
De heer Alkaya (SP):
De VVD wijst hier op de bestaande mogelijkheden, maar het is natuurlijk wel opvallend wat hier gebeurt. Bij de behandeling van de Najaarsnota wordt om een extra coulante opstelling richting de ondernemers wordt gevraagd — dat snap ik — maar als ik vervolgens vraag of die extra coulante opstelling waar de VVD om vraagt, ook van toepassing is op burgers, dan wordt er eerst omheen gepraat en dan wordt er vervolgens gewezen op de bestaande mogelijkheden. Waarom is het zo moeilijk om te zeggen: het is "gelijke monniken, gelijke kappen"; als er coulant wordt omgegaan met ondernemers, dan ook graag een coulante opstelling richting de mensen thuis, die ook in moeilijkheden kunnen komen? Waarom is dat zo moeilijk voor de VVD?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik heb maandag naar de persconferentie van de minister-president gekeken. Er zijn hele drastische maatregelen genomen die gigantisch hard aankomen bij ons bedrijfsleven. Ik denk dat een aantal ondernemers het gevoel hebben dat ze in een nachtmerrie zitten. Dan vind ik het heel raar om partijen tegenover elkaar te zetten. Ik heb het nu inderdaad over de ondernemers gehad, maar die hebben ook een ontzettende dreun gehad en ik zou hopen dat de SP dat erkent en ook voor hen opkomt.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Inderdaad, veel ondernemers, veel mensen in de middenstand, zijn dankzij de VVD in een nachtmerrie terechtgekomen. Het huiliehuilieverhaal van de VVD — "we moeten die mensen tegemoetkomen" en noem maar op — heeft natuurlijk geen zin als die mensen met hun spaargeld ook nog heel veel moeten bijdragen aan deze lockdown. In de voorbeelden in de brief stond vorige week bijvoorbeeld dat een kroegbaas €11.500 per kwartaal moet bijleggen van zijn spaarcenten om rond te kunnen komen. Bij de touringcaroperator is dat €30.000. Is de VVD het met de PVV eens dat als we deze mensen verplichten om hun zaak te sluiten, ze dan ook voor 100% al hun kosten vergoed moeten krijgen?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Laat ik ermee beginnen dat niemand heeft gevraagd om dit virus; de VVD niet, de PVV niet, de ondernemers niet en de mensen in het land niet. Maar ik vraag het kabinet wel — dat hebben wij volgens mij continu gedaan — om ruimhartig te kijken naar de pakketten. We hebben ook forse steunpakketten neergezet; volgens mij was het tot maandag zo'n 40 miljard euro om te zorgen dat ondernemers zo goed mogelijk het hoofd boven water kunnen houden. Ik heb in mijn bijdrage ook een aantal zaken aangegeven waarbij ik het kabinet vraag om daarnaar te blijven kijken om te doen wat nodig is en om daar niet te star mee om te gaan in de zin van: we hebben het zo met elkaar afgesproken. Blijf kijken wat er nodig is gedurende de tijd. Ik heb begrepen dat gisteren ook is aangegeven dat het kabinet dat goed blijft monitoren, maar ik heb ook nog een aantal concrete vragen aan de minister gesteld om te horen hoe hij daarnaar kijkt en welke mogelijkheden hij daarvoor ziet.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat is natuurlijk heel vaag: "blijf kijken". Er zijn gewoon ondernemers die zitten met vaste lasten en personeelskosten en die niet alles vergoed krijgen. De dga's krijgen ook hun eigen inkomen niet vergoed, omdat ze dga zijn. Heel veel bedrijven met wat minder reserves staan dus op omvallen en moeten straks hun deuren sluiten vanwege dit zogenaamde ruimhartige beleid van de VVD. Het is toch niet zo moeilijk om dat kleine beetje extra te doen om te voorkomen dat bedrijven onnodig failliet gaan en dat mensen dankzij dat faillissement onnodig worden ontslagen? Het is toch doodzonde als we straks allemaal bedrijven, horeca en middenstand hun deuren zien sluiten en mensen op straat zien komen omdat we net die laatste mile, die 10% of 20%, niet gegeven hebben, waardoor zij genoodzaakt zijn om hun deuren te sluiten? Dat is de VVD toch met mij eens? Of niet?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik heb volgens mij zelf in mijn bijdrage aangegeven dat ik vind dat het kabinet goed moet blijven kijken naar bijvoorbeeld de terugvordering, die eventueel nodig is, maar ook naar de terugbetaling van belastingen en dat het daar ook redelijke regelingen voor moet hebben. Ik heb ook gevraagd om naar een aantal specifieke zaken te kijken. Ik heb onder andere het gebruikelijk loon genoemd maar ook nog een aantal andere zaken om het kabinet daarnaar te laten kijken. Het is ook een continue lijn dat wij vragen van het kabinet om telkens te blijven monitoren waar wat nodig is. Die vraag heb ik ook aan de minister gesteld. Ik wil dus graag het antwoord van de minister horen: hoe kijkt hij daarnaar?
De heer Nijboer (PvdA):
Ik ben het met mevrouw De Vries eens dat er steun moet komen voor bedrijven en ik deel haar zorg daarover. Ik prijs haar ook voor het feit dat zij bedrijven zoals Wibra, Action en zo er gewoon hard op durft aan te spreken dat je je in zo'n crisis niet zo moet gedragen. Ik heb zelf heel veel zorgen over de kwetsbaren in de samenleving, bijvoorbeeld daklozen maar ook kansarme jongeren die nu weer niet naar school kunnen. Is zij ook bereid daar extra middelen voor uit te trekken als dat nodig is en als die groepen, die al in de knel zitten, nog verder in de knel komen? Steunt ze dat pleidooi ook?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja, volgens mij zijn daar in de specifieke commissies andere debatten over geweest met andere woordvoerders om daarnaar te kijken en ook daar te doen wat nodig is. Ik heb nu bijvoorbeeld speciaal gevraagd naar de TONK-regeling: is het budget dat daar nu voor is, dat echt is bedoeld om een oplossing te bieden voor mensen die tussen wal en schip vallen, wel genoeg, zeker gelet op wat maandag is aangekondigd?
De heer Nijboer (PvdA):
Het antwoord is, denk ik, wel bekend. Dat geld is niet genoeg. Dat geldt voor de culturele sector, die toch wel weer open was en die nu weer dicht moet en dat geldt natuurlijk voor scholen en de kinderopvang. Die moeten openblijven, maar hebben bijna geen mensen meer. Daar zal dus extra steun voor moeten komen. Ik ben blij dat de VVD de opening biedt om die ook te verlenen. Ik ga haar daar ook aan houden, want die mensen zitten dezer dagen net zo met de handen in het haar als de ondernemers.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik vind de conclusie van de PvdA altijd mooi. Volgens mij heb ik heel concreet aan de minister gevraagd of het bedrag, bijvoorbeeld voor de TONK, voldoende is. Ik wil dus graag van de minister horen of dat budget voldoende is om bijvoorbeeld inderdaad een ondersteuning voor de noodzakelijke kosten te bieden. Volgens mij hebben de VVD en het kabinet de afgelopen periode nadrukkelijk aangegeven te kijken wat er nodig is en is er ook meebewogen met dit type maatregelen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Snels van de fractie van GroenLinks.
De heer Snels (GroenLinks):
Voorzitter. Na een jaar van twee coronagolven en miljarden aan steunmaatregelen is het onvermijdelijk dat er nu een unieke Najaarsnota voor ons ligt. Hoewel het uiteindelijke begrotingstekort in 2020 vergeleken met de zeer ernstige scenario's uit de Voorjaarsnota eigenlijk nog meevalt, blijft het economische beeld ongekend somber. Achter die macro-economische cijfers zitten honderdduizenden mensen die afgelopen maandag opnieuw een harde klap te verwerken kregen. De tweede golf is niet bedwongen en de lockdown die voor ons ligt, is niet langer intelligent. Ik denk daarbij aan onze jongeren, aan de mensen met niet-essentiële contactberoepen en de mensen met nulurencontracten, maar ook aan de kleine ondernemer. De buffers van deze groepen waren vaak al niet groot. Dat blijkt ook uit de recente kabinetsbrief. En opnieuw gaan zij de klappen opvangen. Het kan toch niet waar zijn dat grote ketens als de Wibra, HEMA en Action vandaag weer opengaan, maar kleine winkels dicht blijven? Dan is alle geloofwaardigheid van het beleid weg. Graag een reactie. Ik vond de opmerking van de VVD vrij stevig. Ik ben dus benieuwd naar de reactie van het kabinet.
Voorzitter. De minister weet dat GroenLinks meer inkomensbescherming zou willen, juist voor mensen die flexwerken en die weinig sociale zekerheid hebben. Bijvoorbeeld het schrappen van de partnertoets in de regeling voor zzp'ers is een blijvende wens van mijn partij. Het is goed dat het kabinet met de nieuwe TONK-regeling 130 miljoen voor de bijzondere bijstand reserveert. De vraag is of dat voldoende is. Kan de minister alles in het werk stellen om dit zo snel mogelijk beschikbaar te stellen? Want we krijgen van gemeenten signalen dat hiermee zeker door de lockdown geen tijd te verliezen is. Graag een reactie.
Dan een specifiek punt over de ontwikkeladviezen, de loopbaanadviezen. Het budget was op in augustus. Op aandringen van GroenLinks is het loket in december weer opengegaan, maar binnen één dag was het budget weer uitgeput. Juist het gegeven dat daar nu vanuit de samenleving grote vraag naar is, zou ons als politiek moeten aansporen om meer te doen om aan die urgente behoefte tegemoet te komen. Ik vraag de minister of hiervoor extra budget beschikbaar kan komen.
Voorzitter. Bij de bestudering van deze Najaarsnota bekroop mij een paradoxaal gevoel, want hoewel de urgentie bij de sociaal-economische vraagstukken enorm groot is, laten de overheidsfinanciën eigenlijk een heel ontspannen beeld zien. Zelfs als de economische scenario's de komende jaren nog veel verder neerwaarts zullen moeten worden bijgesteld, zitten we op het vlak van staatsschuld nog in een groot niemandsland voordat we echt in de problemen komen. Dat we een spaarzaam land zijn, komt ons in dit geval misschien goed uit, maar die deugdelijke spaarzaamheid is in Nederland net zo vaak een dogma. Eerlijk gezegd, was ik juist daarom wel verrast over de brief van de minister over de toekomstige Europese begrotingsregels. Over de kabinetshouding op dit punt heb ik me vorig jaar nog boos gemaakt. Toen leken de dogma's de antwoorden al geformuleerd te hebben, nog voordat er goed en wel een discussie op gang kwam. Maar nu lijkt er meer ruimte te zijn voor het voeren van een open gesprek, ook op Europees niveau, over het terugdringen van vaak complexe en soms domme regels inzake het bevorderen van overheidsinvesteringen. Ik vroeg me daarbij wel af hoe sterk het kabinet wil inzetten op wat sommigen "the Golden Green Rule" noemen. Dat wil zeggen dat extra investeringsruimte in de Europese overheidsfinanciën juist ook ruimte moet geven aan groene investeringen. En kan de groene taks ook niet daar in de implementatie een rol bij spelen? Graag een reactie.
De ruimte voor slimme investeringen ontstaat ook als we in ons eigen land de blik verruimen. Ik denk aan het groeifonds, dat een goede inzet van het kabinet is, ook na aanpassingen in overleg met de oppositie. Maar het punt is ook breder. In een omgeving van lage rente kost structurele spaarzaamheid ons immers geld. Ik dank de minister daarom ook voor zijn brief over de discontovoet — dat was een motie van de heer Bruins en mij — en ik hoor graag wanneer de ambtenaren van Financiën, het Centraal Planbureau en De Nederlandsche Bank hun verdere bespiegelingen naar de Kamer sturen. En kan de minister mij daarbij verzekeren dat die bespiegelingen niet enkel aandacht hebben voor de toekomstige ankers, zeg maar de hele lange termijn, maar ook voor de transitie vanuit deze crisis naar een duurzame klimaatneutrale economie? Graag een reactie.
Voorzitter. U weet dat ik een groot belang hecht aan de informatiepositie van de Kamer en de helderheid van de beleidsvoornemens wat betreft de doelen doeltreffendheid en doelmatigheid. In dat opzicht is het ongemakkelijk om te zien dat artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet min of meer te pas en te onpas is toegepast, en dat het toetsingskader risicoregelingen voor de garanties vaak niet goed was ingevuld of te laat naar de Kamer is gestuurd. Het is fijn dat de minister deze zaken serieus neemt. Kan hij ons bij de Voorjaarsnota 2021 eenzelfde soort overzicht geven? Ik ben immers ook benieuwd wat zijn inspanningen in het kabinet gaan opleveren. En kan hij met zijn collega's niet alleen in gesprek gaan over het op tijd versturen, maar ook over het degelijk invullen van het toetsingskader risicoregelingen? Graag een reactie.
Voorzitter. Ten slotte vraag ik binnen het thema van rechtmatigheid ook aandacht voor artikel 4.7 van de Comptabiliteitswet. Want waar het crisis is, is het soms onvermijdelijk dat de Kamer vertrouwelijk geïnformeerd wordt. De manier waarop dat precies moet, leidt klaarblijkelijk nog steeds tot interpretatieverschillen, met name tussen de Algemene Rekenkamer en de minister, met mogelijke rechtmatigheidsproblemen als gevolg. Wat gaat de minister doen om de onduidelijkheid die er nu over 4.7 Cw bestaat, weg te nemen? Ook hier graag een reactie.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Slootweg van de fractie van het CDA.
De heer Slootweg (CDA):
Dank u wel, voorzitter. De lockdown dreunt na. Het coronavirus heeft grote gevolgen voor de gezondheid en een enorme economische impact. En bestrijden, dat zullen we samen moeten doen. Ik zou graag aan de hand van de Najaarsnota wat verstandige vragen stellen, waardoor mensen perspectief en hoop geboden zouden kunnen worden. Deze woorden "hoop" en "perspectief" klinken leeg wanneer ik denk aan de mensen die door deze maatregelen hun baan zullen verliezen of hun zaak failliet zien gaan. En ja, ik sta achter deze maatregelen omdat, als we ze niet nemen, het nog ontwrichtender zou kunnen worden. Dat moeten we proberen te voorkomen.
Voorzitter. De Najaarsnota geeft een overzicht van de gevolgen van de begroting van dit jaar ten opzichte van de informatie die we hadden ten tijde van de Miljoenennota. En normaal gesproken heb je dan ook goed zicht op wat er nog gebeurt met de stand van medio november, maar dat is nu anders. De komende periode, de lockdown, zal gevolgen hebben voor de inkomsten en de uitgaven, en het kan niet anders dan dat de verwachte meevallende inkomsten ten opzichte van de Miljoenennota nu gaan tegenvallen, en dat er aan de andere kant ook meer uitgaven gedaan zullen worden.
Laat ik beginnen met de inkomsten van de overheid. Veel van de meevallende inkomsten ten opzichte van de Miljoenennota, zoals bijvoorbeeld de vennootschapsbelasting en de loon- en inkomstenbelastingen, kunnen nog veranderen. Toch wil ik wel een paar opmerkelijke zaken eruit pikken, waarvan ik niet weet of dat daar ook het geval is. Want wat zijn de redenen dat de verhuurderheffing en de belasting op de milieugrondslag meevallers vertonen, en hebben deze meevallers een structurele of naar verwachting een meer incidenteel karakter?
Dan de uitgaven, en ten eerste de investeringsuitgaven. De afspraak is dat departementen voor 1% mogen meenemen naar het volgende jaar. Onder normale omstandigheden is dat ook goed beleid, want je zorgt daardoor dat er druk ontstaat om uitgaven in het jaar waarvoor ze bestemd zijn ook worden uitgegeven. En al eerder heeft de CDA-fractie gepleit om per begroting onderscheid te maken tussen investeringsuitgaven, overheidsconsumptie en overdrachtsuitgaven. Met name om na de pandemie als economie te groeien, zijn investeringsuitgaven enorm van belang. Dat investeringen echter door corona niet hebben kunnen plaatsvinden en dan misschien ook niet kunnen worden meegenomen, zou jammer zijn. Is het kabinet het eens met het CDA dat je zeker in tijden van crisis moet voorkomen dat investeringen vervallen, omdat ze niet uitgevoerd kunnen worden in het jaar waarin ze zijn begroot?
Ook lazen we dat de uitgaven aan infrastructuur en waterstaat hoger uitvielen en daardoor leidden tot een herbezinning op de overprogrammering. Kan de minister aangeven hoe de berekeningen op het terrein van IenW in de toekomst scherper en preciezer kunnen worden uitgevoerd, zodat daarop beter gepland kan worden?
Ten tweede, voorzitter. Kan een onderschrijding nu een voorbode zijn van een overschrijding later? Dat wil ik duidelijk maken aan de hand van twee meevallers. In het primair en voortgezet onderwijs was er sprake van kleine meevallers. Mijn fractie — ik denk iedereen — krijgt steeds meer signalen dat veel leerlingen, met name uit kwetsbare groepen, achterstanden hebben opgelopen, reden waarom mijn collega Rog zo'n beetje wekelijks pleit voor inhaalprogramma's. Nu steeds duidelijker wordt hoe groot die achterstanden zijn, moeten de scholen misschien nog wel iets meer doen. Wat is de aard van de onderuitputting op primair en voortgezet onderwijs? Is deze meevaller structureel? Of betekent het juist dat we in 2021 extra uitgaven zullen zien, doordat er veel bijgespijkerd moet worden of er extra veel leerlingen blijven zitten?
Dan is er een nog grotere onderschrijding in het deelplafond zorg. Dat is eigenlijk heel raar. We hebben een pandemie, maar daar hebben we dan een soortement meevaller. In de Miljoenennota zagen we al dat er sprake was van onderuitputting. Deze is nog groter geworden. De belangrijkste verklaring is dat de uitgaven binnen de Zorgverzekeringswet meevallen. Aan de andere kant lezen we ook over een enorme onzekerheid over de in te halen zorg en de kosten daarvan in 2021. Wanneer komt hier duidelijkheid over? Houden we bijvoorbeeld een soortement voorziening "nog in te halen reguliere zorg" op de begroting?
En wellicht iets globaler: zou de minister een totaaloverzicht kunnen geven van alle omvangrijke verschuivingen naar volgend jaar en op welke wijze dit gebeurt?
Het derde punt waarbij ik stil wil staan, zijn de meevallende cijfers voor werkloosheid en bijstand, een gevolg van de NOW-regeling. Op een zeker moment worden de overheidsmaatregelen afgebouwd. Het kan bijna niet anders dan dat er dan meer faillissementen komen en de werkloosheid zal stijgen. Mijn fractie wil dat alles op alles wordt gezet om ervoor te zorgen dat de periode "in between jobs" voor mensen zo kort mogelijk is. In het derde steunpakket is 1,4 miljard vrijgemaakt voor om- en bijscholing. Ik heb vernomen dat er inmiddels al 10.000 ontwikkelingsadviezen zijn verstrekt. De zorg van mijn fractie is of de meer kwetsbaren op de arbeidsmarkt worden bereikt. Monitort het kabinet wie er van de regeling profiteert? Welke bijdrage leveren roc's, hogescholen, bedrijfsvakscholen en opleidingsbedrijven aan deze om- en bijscholing?
Voorzitter. Dan mijn vierde punt. De heer Van Dijck en mevrouw De Vries hebben het ook al gehad over het dispuut met de Europese Commissie over zonnepanelen: een vorderingsrente van 300 miljoen, bijna de helft van de af te dragen invoerrechten op zonnepanelen uit China via Taiwan. We lezen dat de vorderingsrente zo heeft kunnen oplopen omdat de invoer reeds in 2015 is geweest, terwijl de Commissie haar bevinding pas in 2019 deed. Sinds 2016 is de rente maximaal 16% per jaar. Is dit niet een buitensporig hoge rente? Klopt het dat deze zonnepanelen zijn doorgevoerd naar bijvoorbeeld Duitsland? Hoe redelijk is het dan dat de Nederlandse belastingbetaler hiervoor opdraait? Zijn er ook nog andere opties?
Mijn vijfde punt heeft betrekking op garanties. Nog voor de coronapandemie hebben de heer Van der Linde en ik al aandacht gevraagd voor het niveau van garanties. Een garantie hoeft niet direct een probleem te zijn, maar naarmate je meer garanties verstrekt, zul je ook vaker moeten afschrijven. Ook is de ene garantie de andere niet. Bij de ene garantie is sprake van veel meer risico. Daardoor is er een veel grotere kans dat er afgeschreven moet worden. Meestal is er een bepaalde premie die bij veel regelingen wordt betaald, waardoor het niet nakomen van afspraken gedekt kan worden uit de premie. We lezen in de beantwoording van de feitelijke vragen dat zowel de premie als een eventuele storting door een departement wordt gestort in een risicovoorziening. Die voorziening blijft dan meerjarig beschikbaar voor uitgaven, voortkomend uit de risicoregeling. Maar wat wordt precies bedoeld met een storting door een departement? Welk deel van het uitstaand risico zit doorgaans in de voorziening? De minister geeft aan dat de uitgave, als de volledige ruimte aan garanties zou worden benut, moeilijk te kwantificeren is. Maar kan de minister toch iets van een ruwe inschatting geven, zodat we weten in welke orde van grootte gedacht moet worden?
Voorzitter. We zijn blij dat we dit overzicht van garanties hebben ontvangen, maar naast garanties verstrekt het kabinet ook leningen. Ook voor leningen geldt dat je als overheid het risico kunt lopen dat er niet wordt afgelost. Maar anders dan bij garanties bevat de Najaarsnota geen meerjarig overzicht van alle verstrekte leningen door het Rijk. Is het in het kader van het inzicht voor het parlement welk risico we lopen, niet verstandig om een dergelijk overzicht toe te voegen?
Voorzitter, ik rond af. De crisis kunnen we alleen samen opvangen. Gelukkig kunnen we daarbij ook rekenen op ondersteuning van een overheid, mede door het prudente begrotingsbeleid van de afgelopen jaren. Laten we dit prudente handelen ook richting de toekomst vast blijven houden, want ook komende generaties moeten perspectief krijgen. Juist voor hen moeten we beseffen dat ook de financiële afwikkeling van deze crisis iets is wat we samen zullen moeten doen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Alkaya van de fractie van de SP.
De heer Alkaya (SP):
Voorzitter. De coronacrisis valt zwaar in ons land, natuurlijk vooral in de families van de slachtoffers, in de ziekenhuizen die nu weer overuren draaien en in de verpleeghuizen die natuurlijk zo keihard zijn geraakt.
Maar daarbovenop zullen de coronamaatregelen die nodig zijn om het virus te verslaan, ook nog eens voor een ongekende economische krimp zorgen. Ook al is de economische klap tot nu toe minder hard dan gedacht voor de staatskas en de macro-economie, voor veel zelfstandigen, uitzendkrachten en kleine ondernemers is die klap al keihard. Met brede steun in deze Kamer voert het kabinet terecht een ruimhartig beleid. Het geeft financiële steun en uitstel van betaling van belastingen. Honderdduizenden mensen komen rond dankzij de overheid. Wie de coronarekening op de website van de Algemene Rekenkamer bekijkt, ziet hoe fors deze steun is en beseft hoe belangrijk een goed functionerende overheid is waarop je kunt vertrouwen in moeilijke tijden.
Maar functioneert die overheid wel even goed en even eerlijk voor iedereen? Doordat er enerzijds beperkingen zijn op consumptie omdat er heel veel dicht is en anderzijds dus de steunmaatregelen, hebben mensen met een vast contract en een stabiele baan zelfs meer kunnen sparen in deze crisis dan normaal. Tegelijkertijd zijn de zelfstandigen, uitzendkrachten en jongeren economisch juist harder geraakt door de coronacrisis dan de rest. Dit treft dus de mensen die al geen tienduizenden euro's op hun bank hadden staan. Zo hebben zelfstandigen, vergeleken met werknemers, ondanks de steunmaatregelen nog steeds een vier keer zo hoge kans op financiële problemen binnen drie maanden zodra hun inkomen wegvalt. Binnen drie maanden komen zij vaak al in de problemen. Zelfstandigen, uitzendkrachten en jongeren hebben nooit een eerlijke kans gehad om te sparen, om een gezonde buffer op te bouwen. Zij zijn ook de mensen waarvoor het minste is geregeld. En als ze ook nog eens geen oer-Hollandse achternaam hebben, worden ze misschien zelfs extra in de gaten gehouden door de overheid en met argusogen bekeken door de Belastingdienst, dezelfde Belastingdienst die nu zo ruimhartig omgaat met bedrijven die even geen belasting kunnen betalen. Iedereen die dit oneerlijk vindt, heeft natuurlijk gelijk.
De compensatie van alle slachtoffers van de toeslagenaffaire is een cruciale voorwaarde voor herstel van vertrouwen in de eerlijke overheid, die er voor iedereen zou moeten zijn. Al die excuses en beloftes waren belangrijk, maar er moet ook geleverd worden. Maar helaas wordt er nog veel te weinig geleverd. 200 miljoen was er voor dit jaar gereserveerd om gedupeerde ouders te compenseren. Dat is maar 18 miljoen geworden, voorzitter, 18 miljoen. Van elke euro aan beloofde compensatie is dit jaar dus nog geen tien cent uitgekeerd. Dat is inclusief de tegemoetkoming voor de kerstdagen die er op ons initiatief kwam, die er dankzij de SP kwam, anders was er maar vijf cent van elke beloofde euro aan compensatie daadwerkelijk uitgekeerd. Wat vindt de minister hier zelf van? Voelt hij zich medeverantwoordelijk voor deze vertraging? Hoe gaat hij verdere vertraging in de toekomst voorkomen? Maar het wordt nog erger, want terwijl de beloofde compensatie dus fors naar beneden is bijgesteld, van 200 eerst naar 150 en uiteindelijk naar 18 miljoen, werden ondertussen de zogenaamde apparaatskosten naar boven bijgesteld, van 35 miljoen naar 46 miljoen. Er wordt dit jaar dus 18 miljoen euro uitgekeerd aan ouders en om dat voor elkaar te krijgen, is 46 miljoen euro uitgegeven door de regering.
Hoe is dat mogelijk, vraag ik aan de minister. Hoe is het uit te leggen aan Nederland dat er bijna drie keer zoveel geld wordt uitgegeven aan de organisatie als aan de gedupeerde ouders zelf? Ik wil daarom precies weten waar die 11 miljoen extra apparaatskosten voor nodig waren en welk deel van de apparaatskosten externe inhuur betreft. Het kabinet moet zich echt kapot schamen als er meer geld wordt uitgegeven aan consultants, aan advocaten en aan ambtenaren dan aan de slachtoffers van de Belastingdienst zelf.
Voorzitter. Ook de uitgaven aan de zorgbonus vallen dit jaar 800 miljoen euro hoger uit dan verwacht. Een logische verwachting is dan natuurlijk dat de uitgaven ook volgend jaar hoger zullen zijn. Ik ga er daarom van uit dat er extra geld beschikbaar wordt gemaakt voor de zorgbonus in 2021. Ik vraag de minister om toe te zeggen dat dit wordt geregeld in de Voorjaarsnota. Ik kan het mij namelijk niet voorstellen van het kabinet dat onze zorgverleners, die nu weer in de frontlinie staan, zo keihard werken voor onze gezondheid en een eerlijke beloning verdienen, volgend jaar een lagere bonus zullen krijgen, of dat minder mensen een bonus zullen krijgen om binnen de financiële kaders te blijven. Dus graag een bevestiging van het kabinet dat dit niet gaat gebeuren en dat er gewoon extra geld bijkomt.
Bij het onderwijs is er juist geld over, bijna 100 miljoen, en ook in het onderwijs probeert te SP te repareren wat het kabinet maar niet lukt, namelijk de lerarenbeurs. Een mooi instrument waarmee leraren kunnen werken aan professionalisering en nóg beter kunnen worden in hun vitale beroep. In het voorjaar zijn duizenden aanvragen afgewezen omdat het geld op was en bij de Voorjaarsnota heb we dit proberen te repareren, bij de begroting hebben we dat geprobeerd en we proberen het nu nog een keer bij de Najaarsnota. Wij stellen voor om eenmalig 33,2 miljoen uit de meevallers op de begroting van Onderwijs via de eindejaarsmarge toe te voegen aan de post voor de lerarenbeurs volgend jaar. Hiermee wordt het mogelijk om alsnog de afgewezen lerarenbeurzen toe te kennen. Wat kan hierop tegen zijn, vraag ik aan de minister. Graag een reactie.
Voorzitter. Leraren, zorgverleners, vakkenvullers en schoonmakers, zij houden ons land draaiend in deze crisis. Zij verdienen een eerlijke behandeling. Zij verdienen een eerlijke beloning en zij verdienen een eerlijke overheid.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Sneller van de fractie van D66.
De heer Sneller (D66):
Voorzitter. In december is het altijd goed om de balans op te maken, zo zei de minister in een eindejaarsinterview. En zo is het maar net, want deze december wordt de laatste budgettaire nota van deze minister deze periode in missionaire status behandeld. Dus ik volg graag zijn advies om die balans op te maken en loop een aantal belangrijke waarden voor een minister van Financiën langs. Ik heb oneindige spreektijd gekregen en dat is goed voor dit debat, denk ik.
De voorzitter:
Vraag niet hoe het kan, maar profiteer ervan!
De heer Sneller (D66):
Dat zal ik doen, voorzitter. Tegen een woordvoerder Financiën moet je dat niet te vaak zeggen.
Ik loop een aantal belangrijke waarden voor de minister van Financiën langs: degelijkheid, zorgvuldigheid en rechtmatigheid, duidelijkheid en transparantie. Laat ik beginnen met die degelijkheid, de toekomstbestendigheid van de begroting. Volgens de laatste ramingen — en ja, die zijn van vóór maandag — komen we, zelfs na de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog, niet boven de 60% staatsschuld uit. Dat laat wel zien hoeveel staatsschuld de afgelopen jaren is afgelost. De schatkist werd daarbij uiteraard geholpen door de wel geplande, maar niet gedane investeringen van de ministers van Infrastructuur en Defensie. Deze minister noemt dat geloof ik een cadeautje in de categorie "niet gevraagd maar toch gekregen". Kan je nagaan, als de minister de aandelen ABN 10 miljard euro beurskoers geleden had verkocht, zeg ik er maar bij. Maar goed, als we verder kijken dan 2025, dan resteert een houdbaarheidstekort. In zijn eerste Algemene Financiële Beschouwingen, inmiddels meer dan drie jaar gelden, ging het debat tussen de minister en deze Kamer ook al over een belangrijke oorzaak daarvan, namelijk de stijgende zorgkosten. Wij wachten nog steeds op het WRR-advies waar de Kamer toen om vroeg. Begin dit jaar leek het er even op dat de minister zelf de handschoen zou oppakken, toen hij in een interview deze discussie opnieuw agendeerde. Daarna bleef het helaas stil. Wat mij betreft een gemiste kans. In de laatste middellangetermijnraming zijn de zorguitgaven aan het eind van de volgende kabinetsperiode weer verder gestegen: 12,9 miljard euro per jaar. Dat is meer dan de totale defensiebegroting naar extra zorguitgaven. Die uitdaging wordt, met het advies van de Studiegroep Begrotingsruimte in de hand, doorgeschoven naar het volgende kabinet. Ik nodig de minister graag uit om zijn conclusies met de Kamer te delen als hij de balans opmaakt van deze discussie.
De minister vervolgde in dat eindejaarsinterview terecht dat het geld dat hij uitgeeft niet van hem is, maar door Nederlanders is verdiend en dat het zijn taak is om daar goed mee om te gaan. Als hoeder van de Comptabiliteitswet — de heer Snels verwees er al naar — is hij inderdaad als eerste aangewezen om ervoor te zorgen dat belastinggeld rechtmatig en zorgvuldig wordt besteed. Dat is natuurlijk geen eenvoudige taak als in een crisis snel moet worden gehandeld. Zeker in het begin had het parlement dan ook veel begrip voor het vrijwel negeren van artikel 3.1. van de Comptabiliteitswet. Voorstellen van het kabinet bevatten weinig concrete doelen en nog minder argumentatie over de effectiviteit en efficiëntie.
Ook het veelvuldig gebruikmaken van de uitzondering op artikel 2.27. van de Comptabiliteitswet, dat bepaalt dat het kabinet belastinggeld eigenlijk pas mag uitgeven als het parlement dat heeft goedgekeurd, werd deze minister nauwelijks aangerekend. Maar zijn belofte en onze verwachting was dan wel dat we in de latere fases van de crisis meer onderbouwing en minder uitzonderingen zouden zien. Maar als ik dan in het overzicht in de Najaarsnota lees over 50 incidentele suppletoire begrotingen en andere begrotingsbijstellingen, zie ik dat het beroep op 2.27., naarmate de tijd vorderde, eerder is toe- dan afgenomen. Is de minister het met mij eens dat dit moeilijk als "uiterst terughoudend" kan worden gekwalificeerd, zoals hij had beloofd? Hoe verklaart de minister dit dan en wat heeft hij gedaan om het tij te keren?
Bij het lezen van de vele opmerkingen over rechtmatigheid in de Najaarsnota schoot mij dezelfde gedachte als die van mevrouw De Vries te binnen: het zal toch niet zo zijn dat wij voor het eerst in decennia geen goedkeurende verklaring gaan krijgen? Mijn vraag aan de minister is: heeft hij daar al aanwijzingen voor? Wat is zijn inschatting, bijvoorbeeld op basis van de ADR-rapporten tot nu toe?
Ook verwachten mensen die zorgvuldigheid van de minister van Financiën bij het besteden van belastinggeld als het gaat om externe inhuur en het respecteren van afspraken hierover. De heer Alkaya noemde hem niet, maar ik had verwacht dat hij de Roemernorm zou noemen: niet meer dan 10%. Ik noem ook de motie-De Pater, die een maximumtarief voor externe inhuur van €225 per uur afspreekt. Op pagina 54 kom je het dan tegen: beide afspraken worden niet nagekomen. Kan de minister toelichten hoe groot de overschrijdingen in beide gevallen zijn en wat hij heeft gedaan om deze overschrijdingen te voorkomen? Welke concrete stappen gaat hij ondernemen om herhaling te voorkomen, met het ADR-rapport van maart dit jaar over de financiële functie in de hand?
Een opvallende post in de Najaarsnota is de zorgbonus, die al genoemd werd. Wij hebben die van harte gesteund, maar de vraag aan de minister van Financiën is wel of de kosten daarvan van tevoren niet zorgvuldiger ingeschat hadden kunnen en moeten worden. De eerste keer dat deze beloofd werd, ging het nog om 800 miljoen voor 2020. Na een tussenstap van 1,4 miljard staat de teller inmiddels op 2,2 miljard voor dit jaar. Vindt de minister ook dat dit niet de zorgvuldigheidsprijs verdient en wat was zijn rol bij het ramen en beheersen van de kosten van deze belofte? Sommige andere ministers kijken jaloers toe.
De heer Nijboer (PvdA):
Het is terecht dat de heer Sneller zegt dat de zorgbonus eigenlijk niet goed geraamd is. Voor volgend jaar staat die ook in de boeken, op twee manieren lager dan dit jaar. Dit jaar krijgen alle zorgmedewerkers €1.000 en volgend jaar de helft: €500. Het kabinet zwemt weer dezelfde fuik in, omdat het straks weer misgaat bij het begrenzen ervan. Is de heer Sneller het met mij eens, gegeven de enorme druk die corona nu ook weer op de zorg gaat leggen, dat die bonus volgend jaar ook weer €1.000 moet zijn en naar dezelfde groep moet gaan?
De heer Sneller (D66):
Niet op voorhand. Ik hoor graag van deze minister hoe hij kijkt naar die afbakening. Ik denk dat we ervoor moeten zorgen dat het in ieder geval bij de mensen terechtkomt die het in die zin ook verdienen. Dat is de heer Nijboer volgens mij met mij eens.
De heer Nijboer (PvdA):
Ja, maar dat zou betekenen dat nu allemaal mensen geld krijgen die het niet verdienen. De jeugdzorg bijvoorbeeld heeft het niet aangevraagd, want die dacht: nou ja, misschien krijgen we ... Die mensen hebben ook een enorme druk gehad van de coronacrisis, echt enorm. Dus ik vind dat iedereen die in de zorg werkt, of je nou schoonmaker of beveiliger bent, of je aan het ic-bed staat of eromheen werkt, een extra waardering verdient. Ik vind het nogal gek dat het kabinet dat onderscheid wilde maken. Dat is ook niet gelukt voor dit jaar. Maar nou willen ze het volgend jaar weer doorzetten. Dat wil D66 toch ook niet? Of wil D66 dit nu weer afkondigen? Wil D66 weer die ruzies in die ziekenhuizen en verpleeghuizen en die scheve gezichten in die ziekenhuizen?
De heer Sneller (D66):
Juist om dat te voorkomen, zeg ik tegen de heer Nijboer, is het volgens mij voor sommige medisch specialisten bijvoorbeeld, die echt die bonus niet nodig hebben en soms juist minder zorg hebben verleend, niet nodig dat zij daar recht op krijgen.
De heer Nijboer (PvdA):
Medisch specialisten hebben er nu al geen recht op, dus het is gewoon onzin wat de heer Sneller zegt. Het is inkomensbegrensd. Het gaat dus juist om de mensen die niet zo vreselijk veel verdienen en die ons ontzettend door deze crisis helpen in de zorg, voor wie het superzwaar is en die ook hun eigen leven op het spel ... Dat is misschien sterk gezegd, maar die kunnen corona krijgen. Zij komen dicht bij patiënten. Voor hen wou het kabinet wat doen. Daarbij hebben ze een heel onhandig onderscheid gemaakt in verschillende groepen. Eindeloos gezeur. Ze zeiden: dit jaar lukt het niet. En nu gaan ze het volgend jaar weer doen. Dat is toch bizar?
De heer Sneller (D66):
Dan ben ik blij dat we het erover eens zijn dat het in ieder geval niet alle mensen in de zorg zijn. En dan deel ik volgens mij de inschatting van de heer Nijboer dat we ervoor moeten zorgen dat het bij die mensen terechtkomt die hij beschrijft.
De heer Alkaya (SP):
Maar dan toch even scherp: is D66 van mening dat het dit jaar wel bij allemaal mensen is terechtgekomen die het eigenlijk niet hebben verdiend?
De heer Sneller (D66):
Dat heeft de heer Alkaya mij niet horen zeggen, volgens mij.
De heer Alkaya (SP):
Het is een logisch gevolg van wat D66 zegt. Dit jaar is er meer geld uitgekeerd dan begroot, dan waar rekening mee is gehouden. Wij vragen om die lijn door te trekken naar volgend jaar. Daarvan zegt D66: nee, dat gaan we niet doen, maar het mag alleen maar naar die mensen gaan die er echt recht op hebben, die het echt hebben verdiend. Dan is toch de logische conclusie daarvan dat dit jaar dus blijkbaar volgens D66 veel mensen dat geld hebben gekregen, die zorgbonus, terwijl ze dat volgens D66 eigenlijk niet hebben verdiend?
De heer Sneller (D66):
Nee. Ik weet niet ... Wat dat betreft zit de heer Alkaya veel beter in de komma's en de details van de zorgbonus. Er is volgens mij een verschil tussen wie er recht op heeft en wie hem daadwerkelijk ook heeft gekregen. Laten we ervoor zorgen dat voor volgend jaar in ieder geval de mensen die er recht op hebben, de groep is die we allebei bedoelen.
De heer Alkaya (SP):
Tot slot, heel kort. Kunnen we dan concluderen dat de mensen die die zorgbonus dit jaar hebben gekregen het gewoon hebben verdiend en dat die het volgend jaar ook weer moeten krijgen, onverminderd?
De heer Sneller (D66):
Nou, "het" moeten krijgen ... Volgens mij hebben we een zorgbonus afgesproken die net een iets andere hoogte heeft.
Voorzitter. Ik was bij de in=uittaakstelling en de duidelijkheid en transparantie van de begroting. De minister past minstens vijf verschillende manieren toe om geld naar volgende jaren te schuiven; de heer Slootweg refereerde daar al aan. Het is niet altijd duidelijk welke methode wanneer wordt gebruikt, terwijl het om forse bedragen gaat. Zo vroeg ik de afgelopen jaren aandacht voor de omgang met de zogenaamde in=uittaakstelling. In principe is dat een goed instrument om te voorkomen dat we onszelf eerst veel beperkingen opleggen, maar uiteindelijk het geld niet uitgegeven krijgen. Bij de slotwet bleken de meevallers echter soms wel op te lopen tot 5,2 miljard — ik noemde ze al even — zonder dat we die elders konden inzetten. Het is verstandig dat deze in=uittaakstelling deze keer in ieder geval nog niet helemaal is ingevuld bij najaarsnota. Maar we zien nu al wel 1,3 miljard euro aan onderuitputting, vooral op posten die doorschuiven naar volgend jaar. Meer in het algemeen is het lijstje afwijkingen van de begrotingsregels uit de Studiegroep Begrotingsruimte erg lang. De aanbevelingen bevatten vaak in de kern de herbevestiging van het belang van de eerdere afspraken. Mijn vraag aan de minister is: wat zou hij adviseren aan zijn opvolger om die aanbevelingen deze keer gestand te doen?
Voorzitter. Ten slotte de balans in de bedrijfsvoering en de bestuurscultuur bij het ministerie van Financiën. Aan het begin van dit jaar heeft de minister met zijn splitsingsbrief de cultuurverandering bij de Belastingdienst aangekondigd waar zijn collega's op het departement nu hard aan werken. Maar als ik het cultuurrapport van de ADR erbij pak, dan lees ik dat er ook serieuze uitdagingen zijn bij het kerndepartement. Dan gaat het bijvoorbeeld om — zoals de ADR schrijft — de harde, diepgewortelde ongeschreven regels zoals: zorg dat de bewindspersonen niet in de problemen komen; op collega's moet je niet te kritisch zijn; maak gebruik van incidenten. Volgens de onderzoekers leidt dat ertoe dat Financiën niet zoekt naar dieperliggende oorzaken van problemen en dat men elkaar niet aanspreekt als er iets aan de hand is. Ik vraag de minister hoe hij deze bevindingen ziet rijmen met de kernwaarden van de operatie Inzicht in Kwaliteit? Herkent hij dat beeld van de ADR? En wat heeft hij gedaan om het te verbeteren?
De voorzitter:
Heel goed, dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Nijboer van de fractie van de Partij van de Arbeid.
De heer Nijboer (PvdA):
Voorzitter. Het kan verkeren. Toen ik een jaar of zeven, acht geleden deze financiële debatten mocht doen, midden in de financiële wereldcrisis en de Europese crisis, had ik niet verwacht dat ik hier nu zou staan midden in een pandemie waarin mensen geholpen moeten worden in ziekenhuizen, waarin mensen in verpleeginstellingen vechten voor hun leven, waarin we iedereen vrijheden hebben ontnomen en scholen en bedrijven gesloten zijn. Ik had niet verwacht dat we nu daar het debat over zouden voeren. Maar toch is dat zo. Dat zie je ook in deze Najaarsnota en dat kun je eruit opmaken.
Het kabinet heeft heel veel pakketten gemaakt voor de ondersteuning van verschillende sectoren. Je ziet altijd dat daarbij dingen goed gaan. De grote lijn van steun steunt de PvdA-fractie ook. Maar je ziet ook altijd dat er dingen misgaan. Dat zien we vandaag bij Action en Wibra, die dan toch nog even stiekempjes opengaan, in tegenstelling tot de kleine ondernemer. Daar spreek ik mijn afschuw over uit. Als je hier het Kamergebouw uitloopt, zie je de plakkaten op de ramen van ondernemers waarop staat: we zijn gesloten, met dank aan ... Het is een soort actie uit hopeloosheid, waarbij die cafés en restaurants die het niet meer overleven, schreeuwen om hulp. En dat geldt nu voor veel meer ondernemers.
Voorzitter. Ik heb er best begrip voor dat je zo'n regeling niet in één keer goed kunt inrichten hoor, maar er zijn ook bedrijven die daar echt wel misbruik van maken. Ik noem als voorbeeld de payrollbedrijven. Er is een nieuwe wet gemaakt om juist de onzekerheid tegen te gaan die mensen hebben met het werk. Dat was ook de bedoeling. Die bedrijven maken dus minder omzet en dat was ook voorzien. En die partij van de payrollbedrijven is nu een van de spekkopers van die NOW-regeling. Het gaat daarbij om vele tientallen miljoenen. Ik vraag het kabinet om daar wat aan te doen. Ik heb een amendement gemaakt. Dit is juridisch allemaal best ingewikkeld, dus ik kan me best voorstellen dat het niet met terugwerkende kracht teruggedraaid kan worden, maar ik vind eigenlijk wel dat je moet ingrijpen als je dat ziet gebeuren. Ik vraag het kabinet daar voorstellen voor te doen, en anders zal ik die voorstellen zelf doen. Eerder dit jaar was er Booking.com, en nu zijn die payrollbedrijven de grote winnaar. Dat moeten we voorkomen.
Het tweede punt waar ik me erg zorgen over maak, is de werkloosheid, die toch zal oplopen. We hebben nu de minste faillissementen in tijden, maar dat komt deels ook wel omdat we bedrijven maar uitstel van betaling blijven geven. Maar de schulden lopen natuurlijk op, en op den duur is de bodem in zicht. De werkloosheid zal dus ook oplopen. De PvdA-fractie heeft zich heel erg sterk gemaakt voor een werkgarantie. Probeer nou met werkgevers afspraken te maken. We weten dat het vervoer, en zeker het luchtvaartvervoer krimpt. We weten dat de reissector krimpt. Probeer nou met werkgevers af te spreken dat als er krimp is, de werknemers uit die krimpende sectoren zo veel mogelijk komen te werken in sectoren waar wél werk is. Ik hoef nog maar even de teststraten deze zomer in herinnering te roepen. Dat was niet echt op orde. En ik vrees dat dat vaccinatieprogramma ook niet echt op orde is. Daar zijn echt wel mensen voor nodig en ik ben er niet helemaal zeker van dat het gelukt is. Waarom zijn er niet veel meer van zulke programma's die de overheid opzet om mensen die werkloos dreigen te worden, naar zulke banen te leiden? Want het is echt een enorme ellende als werkloosheid je overkomt. En het overkomt mensen nu echt, dus ik roep het kabinet op om daar meer aan te doen.
Een derde punt gaat over die zorgbonus. Ik zou het niet eens een punt van kritiek willen noemen; het is meer een suggestie om het beleid beter te maken. We zagen het al, maar we weten nu helemaal zeker dat in de zorg de werkdruk het komend jaar immens zal zijn. Zelfs als met die lockdown het allemaal wat minder wordt en we iets meer vrijheden krijgen, blijft de druk op de ziekenhuizen, de verpleeghuizen, het zorgpersoneel immens. Dat geldt ook voor de thuiszorg, waar mensen elke dag bij het bed geholpen moeten worden, waar ook de mensen die dat doen bang zijn dat ze het virus overdragen, want zij hebben natuurlijk ook een thuis en kinderen. Dat is een enorme druk. Als blijk van waardering van de maatschappij vind ik het goed om hun ook een financiële waardering te geven, want de mensen in de zorg zijn niet de best betaalden. De medisch specialisten krijgen het niet eens. Wat doet het kabinet? Dat kiest voor een wat knieperige lijn van: ze krijgen volgend jaar al wat, dus we geven ze de helft, dus dit jaar €1.000 en volgend jaar €500. Ik zou zeggen: hou dat nou gewoon op €1.000, want de druk is minstens zo groot en duurt ook steeds langer. En het kabinet maakt de groep weer kleiner, terwijl dat dit jaar is mislukt. De heer Sneller zei dat ook al: het is helemaal mislukt. Ziekenhuizen moeten ook maar beslissen wie het geld wel krijgt en wie niet. Zij hebben groot gelijk dat zij dat niet gaan bepalen, want dan is het helemaal bal in je ziekenhuis, je verpleeghuis of de thuiszorginstelling. En nu wil het kabinet daar weer gaan doen. Ik vraag het kabinet daar geld voor vrij te maken.
Mijn laatste punt. In een interruptie op mevrouw De Vries van de VVD zei ik: let extra op de kwetsbaren. Ik vind het terecht dat de VVD vindt dat bedrijven, ook de kleinere, volop moeten worden gesteund. Eigenlijk vindt de hele Kamer dat, en de PvdA vindt dat ook. Maar ik maak me echt zorgen over mensen met een taal- of leerachterstand, mensen die thuis in een situatie zitten waar niemand in wil verkeren en die nu nergens meer heenkomen, mensen die in een huis zitten met vier, vijf, zes mensen wat eigenlijk sowieso niet meer leefbaar is in deze tijd, maar die daar opgehokt zitten. Ik vraag het kabinet daar extra oog voor te hebben en ik vraag de minister dat ook toe te zeggen.
Voorzitter. Ik heb geen benul hoeveel tijd ik nog heb,
De voorzitter:
Wij hebben u op het ogenblik op vijfenhalve minuut staan. Kunt u helemaal niets zien op het klokje?
De heer Nijboer (PvdA):
Nee, daar staat helemaal niks op. Dat geeft helemaal niks, daar red ik me wel mee. Maar het is toch handig te weten hoeveel tijd ik nog heb, anders breekt u mij halverwege een zin nog af.
De voorzitter:
Dank voor uw flexibiliteit.
De heer Nijboer (PvdA):
Naast de coronazaken verdienen de problemen in de maatschappij die we anders zouden bespreken ook de aandacht: de onderwijsscores die in Nederland achteruit gaan, terwijl dat het allerbelangrijkste is voor onze economie en de woningnood die echt niet weg is nu corona er is. Sterker nog: mensen merken het elke dag. Samen met GroenLinks hebben we de voorstellen wat bijgesteld en die zijn ook wel beter geworden — ze zijn nu niet slecht genoeg om tegen de begroting te stemmen — maar het is natuurlijk nog veel te weinig om de woningnood op te lossen. En de oplopende werkloosheid. Al die thema's vergen ook wel blijvende aandacht en ze moeten niet ondergesneeuwd raken in de coronacrisispakketten, want dat onderwijs dat achteruit kachelt, daar hebben we de komende decennia last van, zeker nu steeds minder kinderen naar school gaan.
Voorzitter. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Bruins, van de fractie van de ChristenUnie.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Er is een grap die luidt: de enige functie van economen is het respectabel maken van de astrologie. Zo slecht zouden economen zijn in het voorspellen. Maar goede economen kennen natuurlijk de betrekkelijkheid van hun modellen. Als er één moment in het politieke jaar is waar elke keer weer blijkt hoe betrekkelijk die waarde is, dan is het wel bij de Najaarsnota. De cijfers in deze Najaarsnota hadden we een jaar geleden waarschijnlijk als zwartste doemscenario gezien, maar ten opzichte van afgelopen Prinsjesdag tellen we alweer onze zegeningen. Het kan snel gaan.
Dit is geen kritiek op economen, ambtenaren of modelmakers, maar natuurlijk veel meer een reflectie op ons eigen krampachtige vasthouden aan maakbaarheidsdenken: het politiek verabsoluteren van onzekere voorspellingen van onze voortreffelijke planbureaus. Gek genoeg gaat het best goed, of beter gezegd: het gaat niet zo slecht als gedacht als we kijken naar de belasting- en premieontvangsten, of naar de staatsschuld die minder hard stijgt dan verwacht, of naar de zorguitgaven die meevallen, contra-intuïtief met een pandemie. Maar toch kunnen alle verwachtingen sinds maandag alweer in het ronde archief, en daarmee eigenlijk ook deze Najaarsnota. Wat kunnen we dan nog wel zeggen over de financiën van de Staat?
Alle meevallers en extraatjes verbloemen niet de risico's die er nadrukkelijk zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot de verstrekte leningen. Het rapport van de Rekenkamer is duidelijk over de risico's van garanties en leningen. Juist omdat deze grote risico's met zich meebrengen op extra uitgaven, is het kabinet aan strenge spelregels en toetsingskaders gebonden en geldt er een nee-tenzij. De uitstaande risico's stijgen weer bijna tot het hoogste niveau ten tijde van de kredietcrisis en het kabinet schat dat deze risico's leiden tot 2,6 miljard aan uitgaven.
Dit onderstreept alleen maar weer de noodzaak van het beter naleven van de spelregels en het beter inzichtelijk maken van de risico's en de te verwachten schade. De Rekenkamer is hier duidelijk over: vanwege het houden van zicht op risico's en het ontbreken van een reserve om ze op te vangen, is het belangrijk dat het parlement jaarlijks beter geïnformeerd wordt over de te verwachten schade en over hoe die wordt gedekt. De minister is aanvankelijk terughoudend geweest in zijn reactie op deze aanbevelingen. Hoe kunnen we de risico's van de nu verstrekte leningen beter in kaart brengen?
Voorzitter. Ook banken spelen hierin een belangrijke rol. Ze hebben voor 1.900 miljard aan leningen uitstaan en we hebben erg weinig zicht op de risico's. De vele overheidssteunmaatregelen maken het lastiger inschatten hoeveel van die 1.900 miljard al verloren is. Daarnaast lopen de vele uitgestelde betalingen aan banken al op tot 3 miljard en waarschuwt de ECB dat banken mogelijk pas in 2022 de gevolgen van de crisis volledig zullen voelen. De Nederlandsche Bank riep de banken al op om de coronarisico's duidelijk in kaart te brengen. De waarschuwing was duidelijk: "Een les uit de financiële crisis is dat het traag erkennen en afhandelen van hoge aantallen leningen met betalingsproblemen economisch herstel belemmert." Laten we wel wezen, schulden zijn er pas als je ze erkent. Wil de minister daarom ingaan op de positie van de banken, op de risico's die zij op dit moment lopen en op het gebrek aan inzicht hierin? Hoe voorkomt hij struisvogelpolitiek?
Voorzitter. De importheffingen en de zonnepanelen zijn al genoemd, dus die sla ik over.
Dan kom ik op de discontovoet. Naar aanleiding van de motie-Bruins/Snels over de discontovoet, productiviteitsgroei en het houdbaarheidssaldo heb ik de volgende vragen. Er is een min of meer automatisch herijkingsmoment voorzien voor de discontovoet op het moment dat de lange rentestand met meer dan 1% afwijkt. Zijn er soortgelijke herijkingsmomenten voorzien bij andere grote veranderingen, zoals sterke klimaatadaptatie of economische groei?
Ten tweede: op welk moment en onder welke omstandigheden wordt de discontovoet aangepast die het CPB hanteert voor de berekening van het houdbaarheidssaldo? Zijn daar criteria voor, of zijn er criteria voor nodig?
Ten derde: de discontovoet die wordt gebruikt voor kosten-batenanalyses, is nu een kwart punt lager dan de discontovoet die het CPB gebruikt voor analyses van het houdbaarheidssaldo. De afgelopen jaren werd voor beide hetzelfde percentage aangehouden. Kan de minister dit verschil verklaren? Hoe gaan we hier in de toekomst mee om?
Ten vierde: op welke termijn verwacht de minister een uitkomst van de gezamenlijke inspanning van het ministerie van Financiën, het Centraal Planbureau, De Nederlandsche Bank en betrokken departementen om meer te kunnen zeggen over de conceptuele vormgeving van het houdbaarheidssaldo, als langetermijnanker voor het begrotingsbeleid?
Tot slot, voorzitter. Beschikt de minister over scenario's die inzicht geven in het mogelijk aantal uitgestelde faillissementen dat volgend jaar te verwachten valt en de effecten daarvan op de werkloosheidscijfers en gederfde belastinginkomsten? Ik zou heel graag daarvan een analyse zien en willen vragen op welke termijn de minister zo'n analyse naar de Kamer zou kunnen sturen.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Stoffer van de fractie van de Staatkundig Gereformeerde Partij. Daarna hebben we nog de heer Van Otterloo en daarna ga ik schorsen voor de lunch.
De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. Ik kan me niet voorstellen dat de begrotingen ooit zo fors gewijzigd zijn als in 2020. De Najaarsnota doet daar nog een schepje bovenop. Maar zoals mijn collega Bruins zojuist aangaf, kan deze wellicht ook alweer in het ronde archief door alle coronaontwikkelingen die de afgelopen dagen hebben plaatsgevonden.
De afgekondigde lockdown zal grote gevolgen hebben voor veel ondernemers en waarschijnlijk ook voor de kosten van de steunmaatregelen. We moeten constateren dat het huidige steunpakket gelukkig voor veel ondernemers nog steeds voldoet, ondanks de lockdown, maar ik maak me, net zoals veel collega's hebben gezegd, veel zorgen over ondernemers die buiten de boot vallen. Je zult maar zzp'er zijn met een onderneming aan huis, en daardoor geen TVL ontvangen, of als ondernemer net dit jaar gestart zijn. Of je zit in de reisbranche en hebt gewoon geen perspectief de komende maanden. Als jongen uit een ondernemersfamilie denk ik ook aan al die kleine ondernemers, die plaatselijke boekhandels, de restaurants, de fietsenmakers en de kledingzaken die de feestcollectie hebben ingekocht, maar die nu gewoon niet kwijt kunnen. Dan denk ik ook aan al die gezinnen die daarachter zitten, die de komende kerstdagen aan de keukentafel zitten. Daar word je gewoon moedeloos van. Ondernemers zien hun onderneming door hun vingers glippen en daarmee zien ze hun levenswerk gewoon wegglippen.
Voorzitter. Er besprong mij gisteravond een gedachte. In de kerk heb je daar een mooie oplossing voor. Als het echt niet meer gaat en je kunt nergens terecht, dan heb je de diaconie. Als je in geldnood zit, bijvoorbeeld omdat je je baan hebt verloren, of je bedrijf gewoon helemaal misgaat, dan kun je via de diaconie een kleine financiële bijdrage ontvangen om toch overeind te blijven. Dat geld is gewoon opgebracht door de leden van de kerk. Zo help je elkaar. Maar ik denk dat heel wat ondernemers die ik zojuist benoemde, geen lid zijn van een kerk. Dus ik had zomaar een gedachte. In deze tijden doen we ongewone dingen. Zou de minister niet bereid zijn om een soort diaconale pot te vullen? Dan kunnen ondernemers die om allerlei redenen onterecht buiten alle regelingen vallen daar toch een kleine bijdrage uit krijgen. Dan kun je ondernemers misschien net die ondersteuning geven die ze nodig hebben om hun onderneming te redden en die komende kerstdagen met hun gezin misschien iets minder moedeloos aan de keukentafel te zitten.
Voorzitter. Ik doe gelijk maar een voorstel voor dekking. Want ik zag op pagina 97 en 98 van de Najaarsnota dat er een stevige onderuitputting is op de tegemoetkoming voor land- en tuinbouwondernemers. Dat vloeit terug naar de algemene gelden. Wellicht zou dat een dekking kunnen zijn, maar ik ben ook in voor iedere andere dekking. Ik krijg hier heel graag een reactie van de minister op. Ik zal eerlijk zijn: het is echt een serieus voorstel om tegemoet te komen aan die ondernemers die overal buiten vallen.
Voorzitter. Ik wilde nog één ding zeggen. Gisteravond was het coronadebat. Toegezegd is dat staatssecretaris Keijzer in gesprek gaat met ondernemers. Ik zou heel graag zien de uitkomsten daarvan ook per brief met deze commissie worden gedeeld. Graag een toezegging daarop.
Voorzitter. Dan een ander punt. Vorige week is er een brief gestuurd met daarin de uitwerking van de motie van mijn fractievoorzitter Van der Staaij. Die motie vraagt om scenario's om de staatsschuld omlaag te brengen. De minister geeft in die brief aan dat de schuld in de periode tussen 2021 en 2026 onder de 60% zal blijven en dat daarom die scenario's niet nodig zijn. Ik complimenteer de minister met zijn optimisme, maar gezien de ontwikkelingen van de afgelopen dagen zou ik dat enthousiasme toch ook wel wat willen temperen. We moeten realistisch zijn. Als ik de novemberraming van het CPB zie, dan wordt de staatsschuld op 63,6% van het bbp geschat als de epidemie niet snel onder controle komt, en dat lijkt toch het geval te zijn. Ik dacht dat we op de goede weg zaten en dat er steeds meer aandacht kwam voor de gevolgen van de crisis op de overheidsfinanciën, maar door die brief twijfel ik daar toch weer een klein beetje aan. Want er wordt geen perspectief gegeven op een lagere overheidsschuld op langere termijn. Er worden geen scenario's geschetst om die schuld op langere termijn te laten dalen. Ik zeg maar zo, tegen de nieuwe lijsttrekker van het CDA: regeren is vooruitzien. Dus wat dat betreft is mijn vraag: is de minister bereid om dat alsnog te doen? De ramingen van het CPB zijn gewoon onzeker. Daarom heb ik de vraag of de minister het met mij eens is dat het gewoon van belang is om die scenario's om die schuldquote omlaag te brengen wel in beeld te brengen.
Voorzitter. Dan de Europese begrotingsregels. De minister lijkt wat strenger te zijn op Europees niveau dan in Nederland. Als SGP juichen we dat uiteraard van harte toe. Maar er zijn andere lidstaten die de begrotingsregels zo veel mogelijk willen versoepelen of loslaten. Uit de brief met de bespiegeling op het SGP maak ik op dat de minister daar een stuk strikter mee omgaat. Graag ook daar een reflectie op.
Voorzitter. Dan nog twee concrete punten. Het eerste is het geschil over de zonnepanelen. Ik heb daar een boel vragen over, maar die zijn al door collega's gesteld. Maar het gaat over veel geld. Graag ook daar een reflectie op, maar vooral over hoe we in de toekomst voorkomen dat we niet nog meer van dit soort dingen krijgen.
Dan had ik nog een punt staan over de in=uittaakstelling, maar ik heb nog maar zeven seconden, dus wat dat betreft sluit ik me ook aan bij de vragen die onder andere collega De Vries van de VVD heeft gesteld: hoe gaan we dat doen en wat voor risico's zitten daaraan?
Daar laat ik het bij, voorzitter. Dank u wel.
De voorzitter:
Heel goed. Dank u wel. Dan is de laatste spreker van de zijde van de Kamer de heer Van Otterloo, van de fractie van 50PLUS.
De heer Van Otterloo (50PLUS):
Dank u wel, voorzitter. Er is dit jaar heel veel anders dan verwacht. Ik kan mij u bij heel veel van de voorgaande sprekers aansluiten die opmerkingen hebben gemaakt over de onevenwichtigheden in de arbeidsmarkt die bepaalde groepen in de samenleving veel harder treffen dan andere. Er is heel veel anders, maar sommige dingen zijn ook hetzelfde. Als je kijkt naar de koopkracht van ouderen, de voorspelde koopkrachtverbeteringen, de ozb, de rioolheffing, de huren, het afschaffen van de wet-Hillen, dan moet je constateren dat een aantal van die voorspelde verbeteringen niet zijn gerealiseerd en dat het "business as usual" is. Dat wil dus zeggen dat er sprake is van een verslechtering.
Wat ook dit jaar hetzelfde is als vorig jaar, maar dan helaas als gevolg van de coronacrisis, is de meevaller in de AOW, die hier gerapporteerd wordt. Daar heb ik nog wel wat vragen over. Ik begrijp dat er in december een rapport uitkomt van het CBS over de gevolgen hiervan. Het is halverwege december, dus het is de vraag of het dan een kerstrapport wordt, maar dat terzijde. Vorig jaar hadden we een meevaller als gevolg van 10.000 griepdoden, als gevolg van oversterfte door griep. Dit jaar is de meevaller iets groter, maar volgens mij is die van een heel andere aard. De gemiddelde leeftijd van mensen die gestorven zijn, is namelijk beduidend lager dan bij de griepepidemie van 2017/2018. Dat betekent dat de doorkijk naar wat de kosten van de AOW in de toekomst zullen zijn, er ook heel anders uitziet. Ik hoop dat het CBS met zijn prognose dan ook echt kijkt naar de Nederlandse cijfers en dat het niet net als toen zegt: de gezondheidszorg in de ons omringende landen is net zo goed als die in Nederland, dus we houden de andere sterftecijfers aan. We hebben te maken met de Nederlandse situatie. Ik hoop dus op een echte reset van de prognoses, hoe pijnlijk het ook zal zijn om te moeten erkennen dat wij er niet zo goed voorstaan als het gaat om onze levensverwachting. Ik zie ook graag dat er bij die doorkijk aandacht is voor de tweede en de derde pijler. Dat klinkt wat abstract, maar het gaat dan over de pensioenen en de kapitaalverzekeringen. Ook die worden getroffen door de verandering in de samenstelling van de AOW- en pensioengerechtigden.
Voorzitter. Dan mijn tweede punt. In deze tijd van corona zou je verwachten dat de kosten voor e-health geëxplodeerd zouden zijn. Het tegendeel is het geval: er blijft geld over. Dat is voor ons aanleiding om aandacht voor het volgende te vragen. Gisteravond ging het hier ook over kinderen in het onderwijs die niet aan alle hulpmiddelen kunnen komen. Volgens ons geldt dat voor de hele samenleving. Onze vraag is daarom of dat geld via gemeenten besteed kan worden om mensen met een smalle portemonnee te helpen en om ook veel ouderen uit hun isolement te halen, waar dat aan de orde is. Wij zijn gelukkig een land waarin ouderen nog redelijk digitaal zijn aangesloten, maar er zijn ook groepen waarvoor dat niet mogelijk is. Wij zouden graag zien dat dat geld besteed wordt aan iPads, iPhones en dergelijke. Het mag ook van een ander merk zijn, dat zeg ik er nog even bij, voordat ik door de Reclame Code Commissie word aangesproken. Het gaat erom dat eenieder de hardware kan krijgen die hij nodig heeft om contact te hebben met zijn of haar familie, want ik vrees dat deze situatie waarin delen van de samenleving in isolement zitten, nog weleens veel langer kan duren dan gedacht.
Voorzitter. Dan het punt van de zonnepanelen. Ik kan mij voorstellen dat de Europese Commissie soms een strafrente hanteert om wanbetalers te pakken, maar het lijkt erop dat wij strenge regels opleggen aan andere landen en daar dan zelf weer het slachtoffer van zijn.
Dank u wel. Mede namens dominee Gremdaat wens ik u een smakelijke lunch.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat is wederzijds. Tot zover de eerste termijn van de Kamer.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Ik schors tot 12.30 uur en dan gaan we luisteren naar de antwoorden van de minister. Prettige lunch.
De vergadering wordt van 11.46 uur tot 12.30 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20202021-38-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.